Eerste Kamer stemt in met de Wet open overheid



De Eerste Kamer heeft dinsdag 5 oktober het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer Wet open overheid (Woo) en de wijzigingen die in een novelle zijn voorgesteld, aanvaard. De fracties van VVD, Fractie-Nanninga, FVD, Fractie-Otten, GroenLinks, SP, 50PLUS, PvdA, D66, PVV en PvdD stemden voor, de fracties van CDA en ChristenUnie stemden tegen beide wetsvoorstellen. De SGP-fractie stemde vóór de novelle, maar tegen het initiatiefvoorstel. De OSF-fractie was afwezig. Twee moties die tijdens het debat op 28 september waren ingediend, zijn verworpen.

Het wetsvoorstel heeft als doel overheden en semi-overheden transparanter te maken in het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en economische ontwikkeling. De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) wordt ingetrokken als de Woo wordt aangenomen. Om deze doelen te bereiken verankert het voorstel de toegang tot publieke informatie als recht van burgers. Daarnaast wordt de actieve openbaarheid versterkt door het verplicht stellen van openbaarmaking uit eigen beweging van bepaalde categorieën informatie. De initiatiefnemers dienden begin 2019 een novelle tot wijziging van het initiatiefvoorstel in. De novelle is begin 2021 aangenomen door de Tweede Kamer. Met deze wijzigingswet zijn onduidelijkheden in de Woo verhelderd, is een aantal inhoudelijke wijzigingen voorgesteld en een aantal technische verbeteringen geformuleerd.

Tijdens het debat op 28 september met de Tweede Kamerleden Snels (GroenLinks) en Sneller (D66) en met minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitten diverse woordvoerders met name zorgen over de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Zo blijkt onder andere dat het digitale platform dat de overheidsinformatie beschikbaar moet stellen (PLOOI – Platform Open OverheidsInformatie) op de voorziene ingangsdatum - op 1 mei 2022 - nog onvoldoende ontwikkeld is en dat nog niet alle overheden aangesloten zijn.

Verworpen moties

Voorafgaand aan de stemmingen over het wetsvoorstel en de novelle stemde de Kamer over de motie-Rombouts die overwoog dat er brede consensus is om overheden transparanter te maken, om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische Rechtsstaat te dienen. Senator Rombouts constateerde dat in wetenschappelijke kring scherpe kritiek is geuit of met dit wetsvoorstel de actieve openbaarmaking en de gewenste omslag in de bestuurscultuur wel dichterbij komen en vond dat het niet zozeer gaat om meer en gedetailleerde regelgeving, maar om investeringen in een informatiehuishouding en in een mentaliteitsverandering onder bestuurders. Daarom verzocht hij de regering met voortvarendheid een evaluatie van de Wet openbaarheid van bestuur uit te laten voeren en een voorstel voor te bereiden om te investeren in een deugdelijk systeem van informatiehuishouding van de overheid en een mentaliteitsverandering onder bestuurders. Deze motie was door de minister ontraden en werd door de Kamer verworpen.

De Eerste Kamer verwierp tevens de motie-Van der Linden die constateerde dat Nederland momenteel met 82 van de 150 punten op de Global Right to Information ranking matig (plek 73) scoort op het gebied van de sterkte van wettelijke kaders voor het recht op informatie. Senator Van der Linden overwoog dat deze Global Right to Information (GRI) ranking een waardevol en erkend internationaal instrument is om de sterkte van wettelijke kaders voor het recht op informatie te beoordelen en dat het verwachte resultaat van de Woo op de score c. + 20 punten is, maar dat een hoger ambitieniveau wenselijk is. Hij verzocht de regering daarom om als doel te stellen dat Nederland binnen vier jaar een score van tenminste 125 punten op deze GRI-ranking haalt en dat de regering daarvoor de benodigde concrete voorstellen te doen. De motie was ontraden door de minister.


Deel dit item: