Kamer wil reactie regering op antidiscriminatierapport



De Eerste Kamer gaat de regering een reactie vragen op de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving. Een motie hierover van senator Rosenmöller (GroenLinks) werd dinsdag door de Eerste Kamer aanvaard. De fracties van OSF, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, ChristenUnie, CDA, VVD en 50PLUS steunden de motie, de fracties Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, SGP, FvD en Fractie-Frentrop stemden tegen. De Kamer wil dat de regering ook reageert op de recent over het rapport gevoerde gedachtewisseling in de Eerste Kamer over het rapport.

De motie vraagt daarnaast Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn om een voorstel te doen voor de uitwerking van de voorstellen van de parlementaire onderzoekscommissie voor zover die betrekking hebben op de werkwijze van de Kamer bij de behandeling van nieuwe wetgeving. De Kamervoorzitter zegde dat in reactie op het aannemen van de motie toe. Ook zal het rapport op grond van de motie worden gedeeld met de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer debatteerde op dinsdag 13 september over het eindrapport 'Gelijk recht doen' van de Parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving (POC) dat in juni van dit jaar is gepresenteerd. De commissie stond onder voorzitterschap van senator Ganzevoort (GroenLinks). De Parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving concludeerde in haar rapport dat antidiscriminatiewetgeving onvoldoende werkt en gecompliceerd is. De wetgever moet daarom een steviger rol op zich nemen, onder meer in de normstelling tegen discriminatie en de naleving van wetten en regels hiertegen. De onderzoekscommissie stelde in het rapport voor het verbeteren van de kwaliteit van wetgeving onder meer voor om een afwegingskader in te voeren dat regering en parlement moet helpen om discriminerende effecten in wetgeving te voorkomen.

De Parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving (POC) werd op 23 maart 2021 door de Eerste Kamer ingesteld. De commissie had als taak het door een eerdere Tijdelijke commissie voorgestelde parlementaire onderzoek naar de effectiviteit van antidiscriminatiewetgeving te verrichten (CXLIII). Deze Tijdelijke commissie werd op 1 december 2020 ingesteld als gevolg van de door de Eerste Kamer op 3 november 2020 aangenomen motie-Rosenmöller (GroenLinks) en Jorritsma-Lebbink (VVD) c.s. over parlementair onderzoek met betrekking tot discriminatie (35.570, E).



Deel dit item: