Eerste Kamer steunt invoering minimumuurloon



De Eerste Kamer stemde dinsdag 14 februari in met het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer om een minimumuurloon in te voeren. De fracties van OSF, Fractie-Nanninga, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, Fractie-Otten, PVV, SGP, ChristenUnie, CDA, VVD en 50PLUS stemden voor het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Kathmann (PvdA) en Maatoug (GroenLinks), de fracties van FVD en Fractie-Frentrop tegen. Ook een motie van senator Oomen-Ruijten (CDA) over de economische situatie van kleine ondernemers is aangenomen. Alleen de fracties van Fractie-Otten en PVV stemden tegen de motie.

Wetsvoorstel

Het initiatiefwetsvoorstel wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enkele andere hiermee samenhangende wetten. Nederland kent sinds 1969 een wettelijk minimumloon (per maand). Dit initiatiefwetsvoorstel betreft de invoering van een uniform minimumuurloon. De invoering hiervan leidt volgens de initiatiefnemers tot een eerlijker en transparanter minimumloon. De hoogte van het minimumloon per uur wordt hierdoor voor iedereen gelijk. Met de invoering van een uniform minimumuurloon wordt ook de handhaving vereenvoudigd. Daarnaast willen de initiatiefnemers bereiken dat werknemers die het minimumloon verdienen er op vooruit gaan.

Aangenomen motie

De motie-Oomen-Ruijten c.s. stelt vast dat een uniform minimumuurloon bijdraagt aan het principe van gelijke behandeling en beloning voor gewerkte uren en bijdraagt aan grotere transparantie en ook betere controle en handhaafbaarheid voor alle uitvoerders. De motie stelt bovendien vast dat de uitvoering van deze wet tot verhoging van de lasten met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) leidt. Daarom verzoekt de motie de regering de economische situatie van kleine ondernemers te beoordelen en te verkennen welke mogelijkheden tot kostenverlaging er zijn en daarbij de mogelijke ruimte die de UWV-fondsen bieden te onderzoeken. Minister Van Gennip stelde voor de motie mee te nemen in de bredere overwegingen van het kabinet bij de Voorjaarsnota die een bijwerking van de begroting voor 2023 bevat. Op basis daarvan gaf zij de motie het advies 'Oordeel Kamer' mee.

Debat 7 februari

Namens de Tweede Kamer verdedigden de indieners Kathmann (PvdA) en Maatoug (GroenLinks) vorige week het voorstel in de Eerste Kamer. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nam deel aan het debat als adviseur van de Kamer. De meeste fracties waren het met de indieners eens dat het in Nederland hoog tijd is voor een minimumloon per uur in plaats van het huidige minimumloon per maand. Dat is volgens de voorstanders rechtvaardiger omdat het nu kan verschillen of mensen 36 uur, 38 uur of 40 uur moeten werken voor hetzelfde minimummaandloon. Wel maakten verschillende fracties zich zorgen over de extra financiële lasten die de verhoging van het minimumloon zal opleveren voor de werkgevers in met name het midden- en kleinbedrijf.



Deel dit item: