Diverse deskundigen waarschuwen voor de ondermijnende invloed van big tech op het functioneren van de democratische rechtsstaat. De soevereiniteit van landen wordt uitgehold door de buitensporige macht en invloed van Amerikaanse technologiebedrijven. Ook digitale inmenging en manipulatie door onder andere desinformatie speelt een grote rol bij het ondermijnen van het vertrouwen in de democratische instellingen. Nederland heeft te maken met een toenemend niveau van cyberdreigingen die ontwrichtend kunnen zijn voor de samenleving, ook vanuit buitenlandse actoren.
Dit bleek op maandag 26 mei tijdens een deskundigenbijeenkomst georganiseerd door de commissie voor Digitalisering. Vijftien Kamerleden woonden de bijeenkomst bij, die mede werd georganiseerd door de commissies voor Binnenlandse Zaken (BIZA), Justitie en Veiligheid (J&V) en Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO). Het gesprek werd geleid door senator Gala Veldhoen (GroenLinks-PvdA), voorzitter van de commissie DIGI.
Big Tech en de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat
De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de opkomst van grote technologiebedrijven – vaak aangeduid als ‘big tech’ – rechtsstatelijke waarden niet onberoerd laat. Deskundigen Reijer Passchier, Marietje Schaake en Marleen Stikker wezen de Kamerleden op de buitensporige invloed en macht die Amerikaanse technologiebedrijven hebben gekregen. Hun technologie is overal in ons leven aanwezig en beïnvloedt met sturende algoritmes het digitale publieke debat en verkiezingen. De technologie is verweven in alle sectoren van de overheid: van de energiehuishouding en de culturele sector tot communicatie. De situatie is nu dat we onze strategische autonomie dreigen te verliezen. Tegelijkertijd heeft maar een zeer beperkt aantal mensen zeggenschap over de koers van deze technologiebedrijven.
Passchier legde uit dat big tech niet alleen een sterke lobby heeft met ongekende budgetten, waardoor controlerende regelgeving lastig tot stand komt. De lobby is daarbij zo groot dat het belang van big tech gelijk lijkt te staat aan publieke belangen. Ook waarschuwden Passchier en Schaake dat diverse randvoorwaarden niet op orde zijn. Als big tech de knop zou omdraaien, heeft de samenleving daar direct last van. Sturen door middel van regelgeving blijkt lastig, ondanks uitgebreide Europese regels. Big tech heeft meer financiële middelen om jarenlang te kunnen procederen dan kleinere Europese bedrijven. Sancties zijn vaak al ingecalculeerd door de techbedrijven en leiden tegenwoordig ook direct tot een politieke tegenreactie tegen de Europese Unie.
Daarnaast zijn de kennis van de gebruikte technieken en de toegang tot informatie van big tech onvoldoende. Onder het mom van bescherming van intellectueel eigendom zijn muren opgetrokken. Dit maakt toezichthouden lastig. Hierbij komt dat de Verenigde Staten sinds de herverkiezing van Trump de bestaande internationale orde onder druk zetten.
Weerbaarheid
De afhankelijkheid van big tech en de veranderende geopolitieke situatie, maakt het doorbreken van de bestaande verhoudingen noodzakelijk. De weerbaarheid vergroten is volgens Stikker cruciaal. Dit moet op drie vlakken. De maatschappij moet weerbaarder worden tegen de digitale platforms die delen van de samenleving tegen elkaar opzetten. Daarnaast is een technologische weerbaarheid van belang. De infrastructuur en de technische kennis moeten weer in eigen handen komen met minder afhankelijkheid van externe partijen. Als laatste moeten we ecologisch weerbaarder zijn. Kunstmatige AI en de hoeveelheden data laten een enorme ecologische voetafdruk na. Volgens Stikker is het tijd om over te stappen op technologie die de strategische autonomie wel respecteert. Zij noemt daarbij het Next Generation Internet Programma en het vormgeven van de Eurostack: een digitaal ecosysteem binnen de EU van onder andere infrastructuur, telecom, internet en AI-faciliteiten.
Europees alternatief
Vermindering van de afhankelijkheid kan door ontvlechting. Dit is mogelijk door te investeren in Europese alternatieven. Dat vraagt volgens Schaake om doortastendheid op politiek niveau. Passchier raadde aan niet te kiezen voor een Europees alternatief dat min of meer op dezelfde manier werkt als de Amerikaanse big tech, maar om te investeren in meerdere kleinere bedrijven. Maak hiervoor gebruik van de inkoopkracht van de overheid. Nieuwe regelgeving is wel nodig om toekomstig toezicht op orde te hebben.
Digitale inmenging en de democratische rechtsstaat
Digitale technologieën kunnen bewust worden ingezet om democratische processen te ondermijnen. Dit belemmert een genuanceerd publiek debat en vormt daarmee een bedreiging voor het functioneren van de democratische rechtsstaat. Marije Arentze betoogde dat desinformatie werkt als bij een virus. Het heeft een host body nodig en past zich aan sociale of politieke context om maximaal te infecteren. De verspreiding neemt af zodra een groot genoeg deel van de populatie psychologische weerstand ertegen heeft opgebouwd.
Desinformatie wordt steeds vaker gericht op de persoon, net zoals bij advertenties. Dit leidt tot problemen zoals ondermijning van het klimaatbeleid of het vaccinatiebeleid. Ook kan het leiden tot politieke onrust. Als voorbeeld noemt Arentze de oorlog tegen Oekraïne. Rusland gebruikt informatie als wapen in deze oorlog. Het probeert onze aandacht en perceptie te beïnvloeden met een voortdurende stroom misleidende en manipulatieve informatie.
Arentze adviseerde in te zetten op weerbaarheid. Hiervoor zijn interventies ontwikkeld (van het reguleren van techbedrijven en het tegengaan van maatschappelijke polarisatie tot factchecking en bevorderen mediawijsheid). Daarnaast dient de journalistiek te worden versterkt, omdat zij een verdedigingslinie vormt tegen onverschilligheid en ligt er volgens haar een taak voor de overheid om het het publieke debat te beschermen tegen buitenlandse beïnvloeding.
Cybersecurity
Cybersecurity omvat alle maatregelen die worden genomen om computersystemen, netwerken en digitale informatie te beschermen tegen ongeoorloofde toegang, aanvallen, schade of diefstal. Het doel is om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van digitale gegevens te waarborgen. Volgens Inge Bryan staat de Nederlandse cybersecurity onder dreiging. Het positieve is wel dat de digitale soevereiniteit in het verlengde ligt van een goede cybersecurity. Hierbij is het volgens Bryan belangrijk ons te realiseren dat de internationale rechtsorde aan het afbrokkelen is. Dit betekent dat we op het gebied van cybersecurity niet kunnen leunen op een rechtsorde. We moeten onszelf dus verdedigen. Die noodzaak wordt nu groter door het wegvallen van de Verenigde Staten in de strijd tegen Russische cyberaanvallen. De gemiddelde Nederlander merkt daar echter niet veel van omdat onze verdediging relatief goed is. Zo waardeert Bryan de weerbaarheid van de financiële instellingen.
De oplossing van het afwenden van cyberaanvallen is geen louter technisch onderwerp. Het is een bestuurlijke, waarbij de oplossing volgens Bryan drieledig is. Ten eerste moet de ‘aanvalsoppervlakte’, het IT-landschap, worden verkleind. Steeds meer gebruikers maken gebruik van steeds meer programma’s en platforms, wat de kwetsbaarheid vergroot.
Ten tweede is het belangrijk het zicht op mogelijke aanvallen te vergoten. Dit kan door het monitoren met behulp van techniek. Bryan adviseert verder om als het niet te monitoren is, het dan uit te zetten. Zo kan bijvoorbeeld tijdens NAVO-top veel ICT beter preventief uitgeschakeld worden. Als laatste moeten we de aanvaller verzwakken. Het is bekend dat we worden bespioneerd. Zorg er daarom voor dat criminele IT-infrastructuur wordt ontmanteld.
Als laatste noemt Bryan de noodzaak tot het meer delen van informatie. Zij roept de Kamerleden op om de kennis die ze over dit onderwerp verkrijgen ook te delen in andere situaties, zoals de privé-omgeving. Geef daarnaast rugdekking aan de medewerkers die hiermee bezig zijn. Steun de komende plannen van de regering voor digitale veiligheid. Er is geen aanvullende wetgeving nodig, de kaders zijn er. Helaas geldt wel het recht van de sterkste, aldus Bryan.
De commissie voor Digitalisering heeft onder andere als doel om (wets-)voorstellen met een digitaliseringscomponent te toetsen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Daarnaast heeft zij een belangrijke focus op de borging van publieke waarden en fundamentele rechten bij de inzet en ontplooiing van nieuwe informatietechnologie in de samenleving en bij de overheid.