Plenair De Grave bij voortzetting behandeling Wet langdurige zorg



Verslag van de vergadering van 25 november 2014 (2014/2015 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.33 uur


De heer De Grave i (VVD):

Voorzitter. Dit was inderdaad een goed debat. Ik kan mij in belangrijke mate aansluiten — en dat is best verrassend — bij Roel Kuiper. Hoe hij het formuleerde, ook wat de totale afweging betreft, is voor mij en mijn fractie zeer overtuigend. Er is toch overtuigend vastgesteld dat we nu een AWBZ hebben die al geruime tijd zeer ter discussie staat, en waarvan breed wordt gevonden dat die niet functioneert en niet adequaat is, gezien de ontwikkelingen die er zijn en die er gaan komen. We hebben ook breed vastgesteld dat de uitgangspunten en de doelstellingen van het wetsontwerp kloppen.

Blijft de lastigste vraag over — daar is ook veel tijd aan besteed — of het verantwoord is om de wet per 1 januari in te voeren. Dat is een lastige vraag, want er is onzekerheid, onduidelijkheid en er zijn risico's. Er is echter ook vastgesteld dat voor een deel onduidelijkheden en risico's bij grote stelselveranderingen onvermijdelijk zijn. Dan is de vraag heel belangrijk of je vertrouwen hebt in de wijze waarop de verantwoordelijke staatssecretaris in control is en of je er ook van overtuigd bent dat wat de staatssecretaris in gang heeft gezet met de uitvoeringsorganisaties dusdanig adequaat is dat die risico's beheersbaar zijn. Dan moet je de eindafweging maken wat een tegenstem oplevert, ook in samenhang met twee andere wetsvoorstellen die al zijn aangenomen. Ook daarin vond ik het debat en zeker de staatssecretaris overtuigend toen hij zei: die tegenstem zou een romp-AWBZ opleveren en de vraag of we daarmee voor de mensen om wie het gaat, per saldo iets hebben bereikt. Dat blijft de afweging waar je mee worstelt en waar sommige fracties ook verschillend over oordelen.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Ik waardeer de voorlopig nog impliciet geformuleerde uitdaging van collega De Grave aan ons en aan de rest van de fracties. Dat is inderdaad precies de afweging. Ik wil er echter nog dit bij zeggen. Het alternatief is niet per se een romp-AWBZ. Het alternatief is een pas op de plaats en dan de invoering van een Wlz in de goede richting — dat hebben wij ook gezegd — op het juiste moment, met voldoende tijd om voor de invoering alle zaken te regelen. Het geschetste beeld als zou het alternatief zijn om terug te blijven vallen op een oude AWBZ die wij niet willen, wil ik graag rechtzetten.

De heer De Grave (VVD):

Daar hebt u gelijk in. De romp-AWBZ is dan ook weer tijdelijk. Dat was voor u ook geen structurele situatie. Ook die situatie levert echter allerlei onzekerheden en onduidelijkheden op. Het blijft een afweging.

Dit zou het soort debat moeten zijn dat, ik realiseer mij dat, heel weinig voorkomt in de politiek, namelijk een debat waarvan je kunt zeggen: ik ging er negatief in en nu ben ik overtuigd. Dat is in de huidige politieke situatie misschien te veel gevraagd, maar wat de staatssecretaris hier heeft bereikt, komt daar wel heel dichtbij. Diverse fracties die het debat scherp in gingen, zeggen nu al bijna verontschuldigend: we zijn nog net niet van mening veranderd, maar we hebben er nog eens over nagedacht. Als ik de heer De Lange zo beluister ... Het is waar wat hij zegt, ik heb hem hier ook andere dingen horen zeggen, in de zin van: ik heb hier een kwartier staan praten en ik heb nergens antwoord op gekregen. Vandaag hoorden wij een andere toon, ook in hoe GroenLinks het formuleerde en de SP.

Het blijft op een gegeven ogenblik een afweging, ook met politieke achtergronden. Daar moet je respect voor hebben. Toch overheerst voor mij het gevoel dat ik tegen de staatssecretaris wil zeggen dat hij vandaag in dit huis bijna een tien heeft bereikt. Net niet, maar het resultaat is wel zeer overtuigend. Dat is denk ik ook terecht, want de staatssecretaris was soeverein en in control. Hij heeft ook mijn fractie de overtuiging gegeven dat ook de volgende fase, de uitvoering van deze wet, ervan uitgaande dat dit wetsvoorstel zal worden aangenomen, in goede handen is bij deze staatssecretaris. Daar wil ik hem graag zeer mee complimenteren.