Plenair Kops bij behandeling Suppletoire begrotingen OCW en Financiën



Verslag van de vergadering van 6 oktober 2015 (2015/2016 nr. 3)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 16.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kops i (PVV):

Voorzitter. Dank aan de minister. Zoals ik in eerste termijn al heb gezegd, kiest de PVV niet voor schilderijen, maar voor onze ouderen. Ik wil nog even aan de heer De Grave van de VVD meegeven dat hij het wel allemaal leuk kan ridiculiseren, zoals hij in eerste termijn heeft gedaan, maar je zult er maar zitten, in een verzorgingstehuis, als er überhaupt al plek is! Je zult er maar zitten in je 24 uursluier, terwijl je maar een keer per week in bad mag.

De heer De Grave i (VVD):

Wat is er ridicuul aan om gewoon aan te geven dat het om nog geen halve dag per jaar gaat? Wat is daar ridicuul aan?

De heer Kops (PVV):

Ik bedoel alleen maar te zeggen: je zult er maar zitten!

De heer De Grave (VVD):

Nee, ik vraag u naar het woord ridicuul. Dat woord gebruikt u. Geeft u nu eens antwoord op mijn vraag.

De heer Kops (PVV):

Ja.

De heer De Grave (VVD):

Wat is er ridicuul aan dat ik ter relativering van het debat aangeef dat het nog niet om een dag per jaar gaat, eenmalig.

De heer Kops (PVV):

De heer De Grave probeert de problematiek in de ouderenzorg, dus vaak het gebrek aan goede zorg voor onze ouderen, een beetje weg te wuiven.

De heer De Grave (VVD):

Een beetje weg te wuiven? Dat is iets anders dan het woord ridicuul. Ik probeer niets weg te wuiven. Ik probeer een debat in perspectief te plaatsen.

De heer Kops (PVV):

Nu hoeft u niet boos te worden. Ik noem het ridicuul en daar blijf ik bij.

De heer De Grave (VVD):

Ik word wel boos als u een woord als ridicuul gebruikt. En ik kan er helemaal niet tegen dat u weigert en uw woordkeuze verdedigt.

De voorzitter:

De heer De Grave, ik verzoek u om ook in het vuur van het debat via de voorzitter te spreken.

De heer Kops (PVV):

Ik dien de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Kops, Peter van Dijk, Kok, Van Hattem, Faber-van de Klashorst en Dercksen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat politiek een kwestie van "keuzes maken" is;

constaterende dat de regering heeft gekozen voor een Rembrandtschilderij van 80 miljoen euro en niet voor onze ouderen;

verzoekt de regering, af te zien van de Rembrandtaankoop en de daarvoor uitgetrokken 80 miljoen euro aan de ouderenzorg te besteden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter E (34285, 34286).