Plenair Van Apeldoorn bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2015 (2015/2016 nr. 8)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 13.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Voorzitter. Allereerst feliciteer ik collega Rinnooy Kan met zijn maidenspeech en zijn zeer scherpzinnige analyse.

Ook de regering realiseerde zich tijdig dat ondanks de lichte economische rugwind de rijksbegroting voor 2016 moeilijk als een feestbegroting gepresenteerd kon worden. We leven immers in een tijd van meervoudige crises in Europa en daarbuiten. De huiveringwekkende aanslagen in Parijs van vorige week laten daarbij ook nog eens zien hoe niets en niemand ontziend geweld heel dichtbij kan komen. De SP-fractie sluit zich graag aan bij de mooie woorden die u zojuist hebt uitgesproken, voorzitter.

Voor hetzelfde soort geweld zijn al honderdduizenden mensen naar Europa gevlucht. Natuurlijk brengt dat ook spanningen met zich mee, zeker als de politiek zo lang in gebreke is gebleven, en bijvoorbeeld over de jaren heen structureel te weinig heeft geïnvesteerd in de sociale woningbouw. En dit terwijl het een crisis is waar je op kon zitten te wachten na al die jaren van militaire interventies. We zijn het er allemaal over eens dat de opvang in de regio verbeterd moet worden. Mijn fractie vindt dat je daar dan ook flink in moet investeren. Maar de vluchtelingen die ons land bereikt hebben moeten uiteraard ook adequaat opgevangen worden. Ook dit kost geld en wat ons betreft moeten we daar niet voor weglopen en doen wat nodig is. Dit mag niet structureel ten koste gaan van het budget van ontwikkelingssamenwerking, zoals ook staat in de motie die collega Koffeman mede namens ons heeft ingediend. Gelukkig gebeurt qua opvang ook al heel veel goeds, mede dankzij vele duizenden vrijwilligers. Menselijke waardigheid en solidariteit zijn waarden die in onze samenleving gelukkig diepgeworteld blijken.

Geen feest, maar wel cadeautjes voor sommige groepen burgers. Mooi natuurlijk voor hen die ervan profiteren, maar jammer is alleen dat de 5 miljard aan cadeautjes die het kabinet ter verzachting van al het bezuinigingsleed wil uitdelen niet gaat naar degenen die het meest onder de bezuinigingen geleden hebben. De reden dat het kabinet nu uitdeelt is natuurlijk begrijpelijk. Het is het laatste volwaardige begrotingsjaar voor de verkiezingen. Het is dus ook tijd om de voorlopige balans op te maken. Laten we het financieel-economische en sociaal-economische beleid van dit kabinet, zoals dat blijkens de Miljoenennota voortgezet zal worden in het komende jaar, langs zijn eigen meetlat leggen. Dus laten we de regering, en deze rijksbegroting, beoordelen op basis van haar eigen speerpunten, te weten: gezonde overheidsfinanciën, duurzame groei en eerlijk delen.

Het eerste speerpunt is het op orde brengen van de rijksbegroting. lk vermoed dat het kabinet met een voorzien tekort van 1,5% volgend jaar in dat opzicht tevreden is. Of de overheidsfinanciën ook duurzaam op orde zijn moet nog maar blijken, omdat dit nauw samenhangt met het tweede speerpunt: duurzame groei. Het de afgelopen jaren nog strakker getrokken keurslijf van de Europese begrotingsregels is juist ook voor Nederland naar onze mening veel te strak geweest. Hetzelfde kortzichtige, procyclische begrotingsbeleid is bovendien in de hele eurozone gevoerd, hetgeen de eurocrisis onnodig verdiept en verlengd heeft en in landen als Griekenland en Spanje de toekomst van hele generaties heeft ontnomen en miljoenen huishoudens in grote armoede heeft gedreven.

De heer Postema i (PvdA):

Misschien kan de heer Van Apeldoorn in dat kader reflecteren op het anticyclische begrotingsbeleid dat in Griekenland is gevoerd in het afgelopen jaar, dat de warme steun heeft gekregen van zijn partij en dat het land zo ver heeft teruggeworpen in het herstelproces.

De heer Van Apeldoorn (SP):

De heer Postema kan misschien nog even toelichten wat hij bedoelt met het anticyclische begrotingsbeleid dat gevoerd is in Griekenland. Bij mijn weten zijn in Griekenland enorme bezuinigingen doorgevoerd op last van de trojka, onder voorzitterschap van uw minister, mijnheer Postema. Ik zou het dus geen "anticyclisch begrotingsbeleid" willen noemen. In het verleden heeft Griekenland te veel uitgegeven en had het land een groot begrotingstekort. Dat is inderdaad een probleem geweest. Overigens wijs ik erop dat Griekenland het enige land was in de eurozone met dit probleem en dat andere landen, zoals Spanje en Ierland, het heel goed deden wat betreft het begrotingstekort en de nationale schuld, terwijl toch de algemene analyse was dat het lag aan expansief begrotingsbeleid.

De heer Postema (PvdA):

Dit vroeg ik allemaal niet. Ik wilde graag een analyse hebben van de wijze waarop het laatste jaar is geopereerd in Griekenland, met de ongevraagde warme steun van de SP voor het beleid van de Griekse regering, in relatie tot de desastreuze gevolgen van dat beleid. U roept ertoe op om veel meer te gaan uitgeven. Feitelijk is dat precies de agenda geweest van de Griekse regering in de afgelopen periode. Ik wil u confronteren met hoe het in het echte leven gaat: een land dat een paar jaar uitermate pijnlijke maatregelen en beleid achter de rug heeft, gaat alsnog onderuit, met uw geestelijke steun.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Mijnheer Postema, ik wijs u erop hoe het is voor de mensen in Griekenland. U hebt het over hoe het daar nu werkelijk is. Hoe het werkelijk is in Griekenland, is dat er enorm bezuinigd is. Er zijn enorme zogenaamde hervormingen doorgevoerd. Er was en is enorme werkloosheid, waarbij de jeugdwerkloosheid rond 60% ligt. De armoede onder gewone Grieken is enorm toegenomen. Het nationale inkomen is enorm achteruitgegaan. Wat betreft de levensstandaard hebben de Grieken ongeveer een kwart tot een derde ingeleverd. U refereert aan wat de regering-Tsipras heeft gedaan. Zij heeft gepoogd om de scherpe randjes van dat beleid af te halen en wat meer lucht te geven aan de gewone Griekse burger. Naar het oordeel van mijn fractie is men daar uiteindelijk niet helemaal in geslaagd omdat men met het mes op de keel is gedwongen om het wurgakkoord van afgelopen zomer te accepteren, waarmee nu nog meer sociale ellende op de Grieken afkomt.

De voorzitter:

Tot slot op dit punt, mijnheer Postema.

De heer Postema (PvdA):

Het is jammer dat de beantwoording van mijn vraag pas helemaal aan het eind komt. U zegt dat men daar helaas niet helemaal in is geslaagd. We hebben vervolgens Griekenland wel weer 80 miljard aan steun moeten aanbieden omdat men alles weer heeft willen loslaten, met steun van uw partij. Ik zou graag willen dat u daarvoor verantwoordelijkheid neemt. U hebt daar zelf een belangrijke rol in gespeeld, zonder dat u daarom gevraagd werd. U hebt het debat daarover willen sturen. Nu we met de rommel zitten, zou ik graag zien dat u daar zelf ook eens verantwoordelijkheid voor neemt in plaats van alleen naar de regering te kijken.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Het is mij werkelijk niet helemaal duidelijk waar de SP-fractie in dezen verantwoordelijkheid voor moet nemen als het gaat om wat er op dit moment in Griekenland gebeurt. Zij neemt in ieder geval geen verantwoordelijkheid voor wat er op dit moment dreigt te gebeuren, namelijk voor massale uitzetting van Grieken uit hun huizen en voor de enorme achteruitgang die de Griekse economie heeft doorgemaakt en de enorme sociale ellende die dat heeft veroorzaakt. Ik pleitte overigens net niet voor ongebreideld veel meer uitgeven aan de kant van de Grieken, maar ik sprak over het Nederlandse begrotingsbeleid, dat naar oordeel van mijn fractie en naar het oordeel van het CPB uitermate procyclisch is geweest de afgelopen jaren en dat gevolgen heeft gehad voor de Nederlandse economie die niet positief te noemen zijn, waaronder een voortdurend zeer hoge werkloosheid.

Mevrouw de voorzitter. Laat ik nu uitgebreider stilstaan bij het derde speerpunt, dat van de duurzame groei. Het is waar dat het Nederland nu economisch weer meer voor de wind gaat dan de afgelopen jaren het geval was. Maar naar ons oordeel had Nederland eerder, sneller en beter — ik zou haast zeggen: sterker en socialer — uit de crisis kunnen komen met een verstandiger macro-economisch beleid. Sterker omdat de bezuinigingen het economisch herstel onnodig vertraagd hebben. We komen nu pas, na zeven heel magere jaren waarin we het slechter deden dan de landen om ons heen, voor het eerst weer uit boven het niveau van 2008. Daarmee heeft het herstel langer geduurd dan ten tijde van de Grote Depressie. En nog steeds is de crisis niet voorbij, in ieder geval de werkloosheidscrisis niet. Socialer omdat bezuinigingen, die de komende jaren ook nog door blijven werken, voor veel mensen asociaal hebben uitgepakt. Dit geldt vooral voor mensen met lagere inkomens, waaronder de meest kwetsbaren in onze samenleving. Wat in het Engels zo treffend "austerity" heet, raakt nu eenmaal bijna per definitie vooral die groepen die het meest afhankelijk zijn van een beschermende en zorgende overheid en veel minder hen die met gemak zichzelf kunnen redden. Maatregelen als het afbreken van de sociale werkplaatsen, het verdrijven van mensen uit de Wajong naar de nog lagere bijstandsuitkering en het wegvallen van de huishoudelijke hulp hebben de sociale kloof in Nederland nog verder vergroot. Het gaat beter met Nederland in termen van het bruto nationaal product, maar het gaat niet beter met de mensen die getroffen zijn door deze maatregelen en die dus nog verder zijn aangetast in hun bestaanszekerheid. En gaat het beter met de 400.000 kinderen die volgens cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau onder de armoedegrens leven? Wat vindt het kabinet van dit feit? Is de minister het met ons eens dat dit niet aanvaardbaar is in een rijk land als Nederland?

Dat er ook op het terrein van veiligheid en justitie te veel bezuinigd is, met alle gevolgen van dien, daar zijn velen het over eens. Wij zien met spanning uit naar de wijze waarop de regering uitvoering zal proberen te geven aan een motie van deze Kamer die de regering oproept tot het doen van meer investeringen bij Veiligheid en Justitie.

Dit alles roept de vraag op welke visie nu eigenlijk achter het begrotingsbeleid van dit kabinet steekt. We hebben net al gehoord dat dit waarschijnlijk niet meer de visie van Keynes is. Kan de minister nog eens uitleggen welke macro-economische theorie ten grondslag ligt aan zijn beleid? En hoe nu verder naar echt duurzaam herstel? Met de begroting van 2016 komt het kabinet na tientallen miljarden bezuinigingen niet verder dan 5 miljard lastenverlichting. Er is geen investeringsagenda, noch een groene noch een sociale investeringsagenda. De Miljoenennota 2016 is naar oordeel van de SP-fractie vooral een visieloos stuk, vlees noch vis, dat links noch rechts inspireert.

Mede in het licht van dit gebrek aan visie is het maar de vraag hoe duurzaam de hernieuwde groei is. Alhoewel alle seinen op groen heten te staan, ontwaar ik nog wel een paar feloranje lichten. Ook in de Miljoenennota worden verschillende risico's vanuit de wereldeconomie benoemd. Turbulentie is troef. Ondanks de toenemende binnenlandse bestedingen blijft Nederland nog altijd erg afhankelijk van de export en dus van die onzekere wereldeconomie. Met een overschot op de lopende rekening van 10,9% dit jaar en 10,7% volgend jaar blijft Nederland met afstand Europees kampioen handelsoverschotten. Deze grote structurele macro-economische onevenwichtigheid is zowel vanuit Nederlands als vanuit Europees perspectief een probleem. Het overschot van de een is immers het tekort van de ander. Als ik tijd had, zou ik nog verder kunnen ingaan op de situatie in Griekenland, want daar heeft het veel mee te maken.

De voorzitter:

Maar die tijd hebt u niet.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Die tijd is mij niet gegund.

De SP-fractie zou graag de visie van de minister hierop horen. Wat vindt de minister van een overschot van meer dan 10%? Is het kabinet het met de SP-fractie eens dat dit een onwenselijke situatie is? Zo ja, wat wil de regering hieraan doen?

In de risicoanalyse van het kabinet mis ik nog twee dingen. Ten eerste vreest de SP-fractie dat het kabinet de kans dat de eurocrisis weer oplaait, onderschat. Met het wurgakkoord van deze zomer blijft de sociale ellende in Griekenland voortduren. Veel Grieken — ik zei het net al — dreigen nu massaal hun huis uitgezet te worden, terwijl begrijpelijkerwijs de Griekse regering moeite heeft om dit onderdeel en andere onderdelen van het trojkadictaat uit te voeren. Hiermee is een hernieuwde Griekenlandcrisis niet onwaarschijnlijk, temeer daar ook het CPB onderkent dat het niet uitgesloten is dat er nog meer geld bij moet. Houdt de minister er trouwens ook rekening mee dat dit opnieuw niet het laatste pakket zal blijken te zijn? Volgens het CPB is het risico voor Nederland beperkt gezien de geringe omvang van de Griekse economie, maar als het grexitscenario weer dichterbij komt, dan zal de politieke crisis die de EU nu al aan de rand van de afgrond dreigt te brengen, nog acuter en dieper worden.

Ten tweede is er het risico van een hernieuwde algemene financiële crisis. Economische groei kan niet duurzaam zijn zonder financiële stabiliteit. De bestaanszekerheid van mensen is onvoldoende gegarandeerd als het gevaar van een financiële crisis, en in het kielzog daarvan een recessie, voortdurend op de loer ligt. Om dat gevaar echt te kunnen indammen, hebben we een ander soort financiële sector nodig. Zoals mijn partij eerder betoogd heeft, is het verkopen van ABN AMRO wat dat betreft een gemiste kans. Maar gelukkig is er nog een herkansing. SNS REAAL zouden we nog kunnen behouden voor het publieke belang en kunnen omvormen tot een echte volksbank, een bank die mogelijk een tikkeltje saai is maar die wel dienstbaar is aan spaarders en ondernemers.

De heer Van Strien i (PVV):

Ik grijp even terug op het verhaal over Griekenland van de heer Van Apeldoorn. Ik heb niet helemaal begrepen wat de SP wil met Griekenland. Ik begrijp dat de SP tegen huisuitzettingen is, en tegen al die andere voorwaarden die door internationale organisaties zijn gesteld. Althans, huisuitzetting is niet een voorwaarde, maar er zijn wel eisen gesteld aan de hypotheken. Als aan die voorwaarden niet wordt voldaan, moet er geld bij. Vindt de SP dat Nederland dan gewoon moet bijdragen aan extra geld voor Griekenland?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dat zullen we op dat moment moeten afwegen. Het hangt ervan af hoe het pakket er op dat moment uitziet. Wij zijn niet principieel tegen extra geld naar Griekenland. Alleen, het geld moet dan wel de Grieken ten goed komen en niet slechts bedoeld zijn om onze eigen banken te redden. Dat laatste is in het verleden wel gebeurd: geld dat werd overgemaakt naar Griekenland, is alleen gebruikt om rente op lopende schulden af te lossen en is zo rechtstreeks weer teruggegaan naar onze eigen banken. Griekenland had jaren geleden al in een betere situatie gebracht kunnen worden dan nu het geval is, namelijk als men een ander beleid had gevoerd, bijvoorbeeld als — ik wees er net al op — Zuid-Europa meer lucht was gegeven door bijvoorbeeld de bestedingen in Noord-Europa omhoog te brengen en de lonen en de inflatie in Noord-Europa omhoog te brengen. Het handelstekort, die structurele onevenwichtigheid in de eurozone, is de kern van de problemen, de diepere oorzaak van de eurocrisis, en niet het zogenaamde expansieve begrotingsbeleid van de zogenaamde perifere landen.

De heer Van Strien (PVV):

Ik constateer dat de SP geen bezwaar heeft tegen extra middelen naar Griekenland.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik vervolg mijn betoog.

Hoe staat het nu met de privatiseringsplannen met betrekking tot SNS? De eigen partij van de minister is het met ons eens dat SNS beter een nutsbedrijf kan blijven. Hoe kijkt de minister daartegen aan? De SP-fractie vraagt zich af in hoeverre de minister zich altijd laat leiden door het publieke belang van een stabiele Nederlandse bancaire sector en of hij zich niet te vaak laat inpakken door de sterke lobby van diezelfde sector. De recente onthullingen, die de geschiedenis in zullen gaan als "cocogate", doen onze fractie vrezen dat we te vaak de banken de dienst uit laten maken in plaats van proberen die banken echt dienstbaar te maken aan de samenleving. Cocogate staat helaas niet op zichzelf. De lobbymacht van grootbanken en hun al te nauwe banden met de politiek en toezichthouders - we zien dit bijvoorbeeld ook met de ECB, getuige recente onthullingen in de Financial Times - is een structureel probleem, dat onze democratie ondermijnt en voorkomt dat echt doorgepakt wordt. ING vindt dit soort "meedenken" normaal. Vindt de minister dat eigenlijk ook? Kan hij ons vertellen wie er nog meer "meedenkt" op dit niveau? Laat de minister bijvoorbeeld kritische ngo's op hetzelfde niveau meedenken?

De minister heeft het, ook in de debatten met de Kamer, altijd over verscherpte kapitaaleisen. Hoe scherp zijn die kapitaaleisen eigenlijk als daar zo mee omgegaan wordt? Wat vindt de minister van de stelling van verschillende deskundigen dat deze complexe contingent convertibles juist niet de beoogde financiële stabiliteit ten goede komen? Ook vraagt de SP-fractie zich af hoe de minister dit nu gaat uitleggen in Brussel gaat uitleggen en wat de gevolgen zijn als de Commissie dit wel als staatssteun aanmerkt. Moet de aftrekbaarheid van deze vorm van achtergestelde leningen dan voor alle bedrijven gaan gelden? Wat zijn dan de budgettaire gevolgen?

Intussen blijven onder druk van de bankenlobby broodnodige verdergaande structurele hervormingen, zoals het opknippen en kleiner maken van banken, uit of worden op de lange baan geschoven. Als gevolg hiervan zijn banken in Nederland, en in Europa, nog altijd too big to fail en zij dreigen in de context van de Europese bankenunie alleen nog maar groter te worden, terwijl de Nederlandse bevolking uiteindelijk voor de kosten opdraait als het echt misgaat.

Als ik het nieuwe plan van de Europese Commissie over de kapitaalmarktunie lees, lijkt het wel alsof beleidsmakers helemaal niets van de crisis geleerd hebben. De Commissie zet weer vol in op precies die beleidsagenda die ons in de grootste naoorlogse crisis heeft gestort, namelijk die van verdere "financialisering". De kapitaalmarktunie maakt deel uit van het stappenplan dat deze minister zelf met vier — ja: vier! — andere "presidenten" op papier heeft gezet. Het zogenaamde Five Presidents' Report beoogt de EMU een steviger governancekader te geven en haar robuust te maken voor de toekomst. De SP ziet in deze plannen vooral een intensivering van de al bestaande salamitactiek waarbij, als het aan de vijf presidenten ligt, met steeds dikkere plakken bevoegdheden op financieel en sociaal-economisch terrein bij de lidstaten weggesneden worden en sluipenderwijs de nationale democratie op deze belangrijke terreinen volledig wordt uitgehold. Ondertussen worden de structurele problemen van de eurozone en van de EMU hiermee niet opgelost. Kan de minister reflecteren op deze kritiek?

Terugkomend op het thema "groei" is het ook de vraag of Nederland komend jaar genoeg doet voor het stimuleren van duurzame groei. Het IMF stelt in zijn World Economic Outlook dat Nederland in zijn begroting nog ruimte zou moeten hebben voor extra investeringen. Wat vindt het kabinet van deze constatering en oproep van het IMF? De SP-fractie is het met het IMF eens dat Nederland meer kan en moet investeren, bijvoorbeeld in zorg, in onderwijs en in sociale woningbouw. Maar ook meer groene investeringen, dus echt duurzame groei, zouden welkom zijn. De vooralsnog niet gerealiseerde vergroening van het belastingstelsel is wat dat betreft ook een gemiste kans, maar misschien kan die nog worden benut.

Het punt van duurzame groei in de zin van een ecologisch verantwoorde groei onderstreept ook dat groei nooit een doel op zich kan zijn. In een kapitalistische markteconomie, die ook wij voorlopig als gegeven aannemen, is groei echter noodzakelijk om werkgelegenheid in stand te houden en enige economische stabiliteit, en daarmee bestaanszekerheid, voor mensen te garanderen. De werkloosheid omlaag brengen, toch ook een speerpunt van dit kabinet, is echter iets waar, alle zogenaamde hervormingen ten spijt, de regering tot op heden nog nauwelijks in geslaagd is. Met 6,9% van de beroepsbevolking dit jaar, en volgend jaar naar verwachting slechts 0,2 procentpunt minder, in totaal nog steeds meer dan 600.000 werklozen, blijft de werkloosheid ook volgens de coalitie onaanvaardbaar hoog. Hoezo einde crisis?

Onder de werklozen zijn er 270.000 langdurig werkloos, zoals vanmorgen al werd gememoreerd. Dit aantal is flink gestegen en stijgt nog steeds. De vraag is dan wat het kabinet hieraan wil doen. Het afschieten van het 5 miljard-kanon levert volgens het CPB maar 35.000 nieuwe banen op vanaf 2017. Vindt het kabinet dit zelf niet ook veel te mager? Ooit hadden we de doelstelling van volledige werkgelegenheid. Die staat bij mijn weten ook nog steeds in het beginselprogramma van de PvdA. Zou dat, zo vragen wij de minister, niet ook gewoon het streven van dit kabinet moeten zijn?

Ondertussen blijven vele landgenoten langdurig aan de kant staan, met alle ontwrichtende maatschappelijke gevolgen van dien als ook blijvende schade voor de Nederlandse economie. In de optiek van de SP-fractie heeft deze regering met haar zogenaamde hervormingsagenda veel te veel ingezet op het verbeteren van de aanbodzijde van de economie terwijl in de balansrecessie van de afgelopen jaren — net als in de jaren dertig overigens — vooral de vraaguitval het grote probleem is geweest. Ook al trekt het kabinet nu de portemonnee, het is too little too late.

lk kom toe aan mijn laatste deel. Wat heeft dit kabinet bereikt op het gebied van het derde speerpunt, eerlijk delen? Zoals ik al eerder zei, is groei op zich geen doel maar een middel. Herverdeling is minstens zo belangrijk als groei, als het gaat om het bereiken van welvaart en welzijn voor iedereen. Het verdelingsvraagstuk is allereerst een internationaal vraagstuk. De mondiale ongelijkheid is nog altijd extreem. OxfamNovib berekende dat de 85 allerrijkste mensen ter wereld bij elkaar evenveel bezitten als de 3,5 miljard armste mensen. Natuurlijk schreeuwt dat om herverdeling. Maar wat doet dit kabinet? Structureel een miljard per jaar bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. Ondertussen heeft de eurocrisis, en vooral het crisisbeleid, overal in Europa de armoede en de ongelijkheid vergroot.

En nu kom ik dan op de ongelijkheid in Nederland, zowel de inkomens- als de vermogensongelijkheid. We komen daar bij de behandeling van het Belastingplan nog uitgebreider op terug, maar ik doe alvast wat schoten voor de boeg. Het is volgens mijn fractie een mythe dat het met de inkomensongelijkheid in Nederland nogal meevalt. Binnen de groep van Europese OESO-landen scoort Nederland heel gemiddeld qua Gini-coëfficiënt. En wat zijn de effecten van de rijksbegroting voor 2016 op die al grote inkomensongelijkheid? In tegenstelling tot wat in de Troonrede is beweerd, gaat niet iedereen er in koopkracht op vooruit. Zoals ik al in mijn inleiding memoreerde, profiteren vooral de beter verdienenden van het 5 miljard-pakket. Veel sociale minima gaan er niet op vooruit en velen onder hen gaan erop achteruit. Uiteindelijk vergroot het pakket de inkomensverschillen. Waarom de lastenverlichting niet meer gericht op de laagste inkomens en tegelijkertijd meer gedaan voor hen die noodgedwongen niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen?

Evident is dat de vermogensongelijkheid nog veel groter is en nog steeds groeit. De 10% meest vermogenden in Nederland bezitten twee derde van het vermogen en zijn hiermee rijker dan ooit. De door mijn partij voorgestelde miljonairsbelasting zou een goede stap zijn om deze ongelijkheid terug te dringen. Wij hebben dus ook onze wensen ten aanzien van de belastingen. De allerrijksten ontduiken ook nog eens voor 10 miljard aan belastingen via zogenaamde brievenbusfirma's. Heeft de staatssecretaris een plan klaarliggen om hier wat aan te doen?

En dan heb ik nog niet gehad over de belastingontwijking door grote multinationals. Mijn collega van de PvdA heeft het daar vanmorgen ook terecht over gehad. In dat verband wil ik de staatssecretaris vragen naar de stand van zaken bij de door de Commissie geconstateerde verboden staatssteun aan Starbucks, kampioen belastingontwijking, mede dankzij dit kabinet. Hoe kan het dat de staatssecretaris eerder heeft kunnen verklaren dat het allemaal in orde was? En gaat de regering dat geld inderdaad daadwerkelijk terugvorderen en zo ja, op welke termijn?

lk sluit af. Ten aanzien van de drie speerpunten concludeer ik dat de rijksbegroting voorlopig op orde is gebracht maar tegen een hele grote prijs en op een heel inefficiënte wijze, dat de groei is achtergebleven en vooralsnog niet duurzaam is, terwijl de werkloosheid veel en veel te hoog blijft. En op het terrein van eerlijk delen scoort dit kabinet helemaal een onvoldoende. De begroting voor 2016 zal deze trends niet keren en bevat ook te weinig ideeën hiervoor op langere termijn. Het is tijd voor echte alternatieven. Intussen ziet onze fractie, zoals altijd, uit naar de beantwoording door de minister en de staatssecretaris.