Plenair Teunissen bij behandeling Goedkeuring en uitvoering Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap



Verslag van de vergadering van 12 april 2016 (2015/2016 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Teunissen i (PvdD):

Voorzitter. Een verdrag voor meer dan een dag. Ik dank de staatssecretaris hartelijk voor de antwoorden in eerste termijn, maar naast vreugde zijn er ook nog zorgen bij mijn fractie. De ratificatie is een lint dat doorgeknipt wordt, maar het gaat om de weg die erop volgt. Gaat het kabinet daadwerkelijk harder lopen en een inclusieve samenleving echt dichterbij brengen, zowel in eigen land als in landen die afhankelijk zijn van onze hulp?

In dat kader, van de ontwikkelingssamenwerking, heeft de staatssecretaris wel iets gezegd, maar nog niet alle zorgen weggenomen. In het huidige plan van aanpak is het vooral beperkt tot het eigen land en tot lokaal beleid. Ik wil echt de zekerheid hebben dat op alle gebieden waarop Nederland invloed heeft, de drempels worden weggenomen. Als steun in de rug voor zo'n beleid waarin hulp niet het slachtoffer wordt van handelsbelangen, wil ik graag deze motie indienen als hart onder de riem voor een internationaal inclusief beleid.

Mevrouw Oomen-Ruijten i (CDA):

Mag ik een vraag stellen aan mevrouw Kuiper?

De voorzitter:

Mevrouw Teunissen.

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

Mevrouw Teunissen, sorry, sorry, sorry!

Mevrouw Teunissen heeft het iedere keer over de uitvoering van dit verdrag in andere landen. Mevrouw Teunissen, weet u wat er beoogd wordt? Wij gaan hier voor Nederland de bepalingen die we internationaal met elkaar hebben afgesproken, implementeren. Dat is nu de vraag. Al die andere landen wordt ook gevraagd om dat te doen, en vele hebben dat al gedaan. Welke rol ziet u dan nu nog voor de Nederlandse regering?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank voor de vraag; dan kan ik dat nog even toelichten. Het is een terechte vraag. Nederland heeft gewoon een ontwikkelingsbeleid. In mijn betoog in eerste termijn heb ik aangegeven dat dit ontwikkelingsbeleid in de laatste jaren is verschoven naar meer een handelsbeleid. Juist de zwakste mensen en de mensen met een beperking komen daardoor in de knel. Verschillende onderzoeken hebben dat aangetoond. Ik heb ook onderzoeken aangehaald. Het Afrika-Studiecentrum heeft er bijvoorbeeld breed onderzoek naar verricht. Als we het dus hebben over een relevant beleid waarop implementatie van dit verdrag van toepassing kan zijn, dan is dat wat mij betreft het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.

Voorzitter, ik dien graag de motie in die ik zojuist heb aangekondigd.

De voorzitter:

Door de leden Teunissen, Koffeman, Diederik van Dijk, Ganzevoort en Don wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veel ontwikkelingsinitiatieven onvoldoende effect hebben op het leven van de zeer armen en dat vooral mensen met een beperking kwetsbaar zijn en oververtegenwoordigd zijn in de groep zeer armen;

overwegende dat ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap ook van invloed zou moeten zijn op het Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsbeleid;

verzoekt de regering, te komen met een plan van aanpak voor een inclusieve samenleving, ook in termen van ontwikkelingssamenwerking,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter E (33992 (R2034), 33990).

Wij zijn toe aan de tweede termijn van de kant van de regering. Kan de staatssecretaris meteen reageren? Dat lijkt het geval.

Het woord is aan staatssecretaris Van Rijn.