Plenair Meijer bij voortzetting behandeling Evaluaties staatkundige vernieuwing en koninkrijksrelaties



Verslag van de vergadering van 21 juni 2016 (2015/2016 nr. 35)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Meijer i (SP):

Voorzitter. Deze minister wringt zich in bochten over een aanvaardbaar voorzieningenniveau. Ik heb het dan vooral over het sociaal gebied, onderstand en AOV. Hij schermt ermee dat, nu de PvdA in de regering zit, er tenminste iets gebeurt. Maar eigenlijk zegt deze minister dat zijn collega voornemens is om dit jaar met een plan te komen waarin staat hoe zij denkt op termijn de onderstand, stapsgewijs, toe te kunnen laten groeien naar het minimumloon. Dat is nu net te weinig voor de SP. Wij willen geen vaagheden. Wij willen geen verwijzingen naar collega's. Ik wil een minister die pal staat voor alle Nederlanders en hierin daadkracht toont.

Welbeschouwd is deze situatie natuurlijk niet nieuw. Ik ben de commissie-Spies dankbaar voor het werk, maar ook deze minister wist hoe de situatie op de eilanden was. Er wordt verwezen naar collega's. Ik denk dat we die dan maar moeten uitnodigen om met ons verder te spreken. Om dat onderwerp hoog op de agenda te houden, steunt de SP van harte de motie-Ganzevoort die zojuist is ingediend.

Ook hoor ik de minister het woord "subsidiariteit" uitspreken. Het staat mij nog niet echt voor ogen hoe wij zo veel mogelijk verantwoordelijkheden bij Bonaire, Sint-Eustatius en Saba gaan neerleggen. Gaan we nu werkelijk het gesprek aan over hun behoeften zonder dat wij gaan bepalen wat er gaat gebeuren? Gaan wij met hen in gesprek in plaats van over hen in gesprek? Welke stappen gaat de minister hiervoor zetten en wanneer?

Tot slot. Ik vraag de minister naar het vestigen van goede opleidingen. Daarover sprak ik in mijn eerste termijn. Hoe staat hij bijvoorbeeld tegenover een hotelschool? Juist in de toeristische sector kunnen volgens mij veel mensen van de eilanden zelf aan het werk. Misschien kan de minister deze vraag zo nodig doorgeven aan de minister van Onderwijs en kunnen wij wellicht wat minder tewerkstellingsvergunningen afgeven. Dat waren er immers 950 in 2015 en daarover heb ik de minister nog niet gehoord.