Plenair Ten Hoeve bij voortzetting behandeling Pakket Belastingplan 2017



Verslag van de vergadering van 13 december 2016 (2016/2017 nr. 11)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.00 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ten Hoeve i (OSF):

Voorzitter. Ik bedank ook de staatssecretaris voor zijn uitgebreide en op heel veel punten ook wel overtuigende beschouwingen naar aanleiding van de eerste termijn.

Wat er van het Belastingplan nog ligt is eigenlijk alleen box 3. Ik heb wat dat betreft met overtuiging mijn handtekening gezet onder de motie van collega Van Rij. Over het begrip "kleine spaarder" kun je van mening verschillen wat dat precies is. Ik ben mij wel bewust dat ik heel veel mensen ken die geen hoge inkomens hadden, maar wel zuinig waren en die meer dan €100.000 eenvoudig op een spaarrekening hebben staan. Een vrijstelling van €100.000 betekent over de eerste €100.000 in feite een forfaitair rendement van 0%. Een forfaitair rendement van 0% ligt momenteel aanzienlijk dichter bij de werkelijke rendementen van spaargeld dan het forfaitair rendement van 2,6% dat de regering wil loslaten op de eerste €100.000. Deze motie moge dan niet gedekt zijn, ze komt me wel voor als aanzienlijk eerlijker voor de spaarders.

Er blijft verschil tussen de staatssecretaris en mij over het nut van een gemeenschappelijke Europese winstgrondslagbepaling of CCTB. Dat is een principieel verschil van mening. Dat zie je terug, denk ik ook, in de benadering van de innovatiebox die daarstraks aan de orde is geweest. De staatssecretaris zegt dat de innovatieboxregeling effectief is en op twee doelstellingen gebaseerd: hij moet innovatie uitlokken en hij dient als vestigingsplaatsfactor. In beide opzichten functioneert de box. Tegen het laatste punt, de box als vestigingsfactor, heb ik bezwaren. Het bedenken van slimme grondslagbenaderingen om daarmee extra vestiging uit te lokken, dat was nou juist altijd, net overigens als tariefconcurrentie, een factor in een race to the bottom, in ieder geval een factor die ertoe kon leiden dat over de hele linie belastinginkomsten van bedrijven kleiner werden gemaakt dan ze hadden kunnen wezen. Dan kies ik voor gemeenschappelijkheid, waarmee we van dat soort "slimmigheid" af zijn.

De staatssecretaris spreekt relativerend over Nederland als belastingparadijs. Daar zal hij wel wat gelijk in hebben. Hij geeft ook de indruk dat we nog een paar jaar geduld moeten hebben en dat al die maatregelen zich dan uitbetalen. Laten wij dat hopen. Ik geloof nog het meest in zijn laatste opmerking wat dat betreft: het werk is nog niet klaar. Dat denk ik ook, als ik zie wat er nu nog allemaal boven water komt.

Ik heb nog een laatste vraag. Ik had gevraagd waarom de Nederlandse regering de ATA II-richtlijn, die nog niet aangenomen is in Europa, pas in 2024 zou willen implementeren. Volgens mij heb ik daar geen antwoord op gehad, maar misschien heb ik iets over het hoofd gezien. Zou de staatssecretaris daar nog even op in willen gaan?

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Ten Hoeve. De staatssecretaris is in de gelegenheid om direct te antwoorden.