Plenair Rietkerk bij voortzetting behandeling Project militair radarstation Herwijnen



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rietkerk i (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie bedankt allereerst de staatssecretaris voor haar antwoorden op de door ons gestelde vragen. De CDA-fractie is ervan overtuigd dat de wettelijke waarborgen voor inwoners zoals inspraak, zienswijze en beroep bij de rechter, door toepassing van de rijkscoördinatieregeling beter tot hun recht komen dan zonder een ruimtelijke procedure zoals nu. Nu zijn er allemaal onduidelijkheden. Ik kijk ook even naar de heer Ganzevoort. De staatssecretaris heeft een positieve reactie gegeven op ons verzoek om de inwoners al in de fase van het voorontwerp erbij te betrekken. Daarin gaat deze staatssecretaris verder dan noodzakelijk is volgens de Wet ruimtelijke ordening. De heer Ganzevoort deed een suggestie richting de CDA-fractie. Wij zouden hebben gezegd dat de procedure van de Wet ruimtelijke ordening anders is dan bij een bestemmingsplan. Dat heb ik niet gesuggereerd. Ik heb gesteld en ik heb u er ook van kunnen overtuigen dat er sprake is van een nationaal belang. Dat staat in de memorie van toelichting (28916, nr. 3, pagina 52). Dat is de eerste vraag die wij als Eerste Kamer moeten beantwoorden om de toepassing van de rijkscoördinatieregeling te boordelen.

De tweede vraag luidt als volgt. Als een gemeente dan nog zelf wil schuiven met locaties, zoals een fractie voorstelt, of alternatieven wil onderzoeken, dan zal zij dat zelf doen. De gemeente West Betuwe heeft gezegd: dat willen wij niet. Ze hebben nee gezegd. Dan wordt er aan twee criteria wat betreft de wettelijke bevoegdheden voldaan. Dat is de stelling van de CDA-fractie.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Het is niet de vraag of er een nationaal belang is. Daar hebben we geen discussie over. Dat is het punt niet. De heer Rietkerk zegt dat er met een rijkscoördinatieregeling betere waarborgen zijn. Hij zegt tegelijkertijd dat de gewone bestemmingsplanprocedure wordt gevolgd, alleen dan door een andere actor. Dan zijn er dus geen betere waarborgen voor de burger. Ik kan niet zien wat hij daarmee bedoelt.

De heer Rietkerk (CDA):

Ik heb gezegd: beter dan nu in het vacuüm. De gemeente neemt geen verantwoordelijkheid voor een bestemmingsplanprocedure. Zij wil dat niet. Dus zitten we nu in een vacuüm. Wat gebeurt er? Er gaan allemaal mailtjes heen en weer naar Defensie, naar ons, naar u, naar weet ik wie. Dan komt de vraag of er een nationaal belang in het geding is. De gemeente wil niet. De rijkscoördinatieregeling is thans beter dan de vage situatie van nu, ook voor de inwoners, want dan kunnen de inwoners reageren op een inloopavond en via een zienswijze. Ze kunnen zelfs naar de rechter toe. Dat is een ordentelijke ruimtelijke procedure. Naar aanleiding van onze vraag gaat de staatssecretaris op een punt nog verder. Bij een voorontwerp moet je formeel alleen de gemeente, de waterschappen en de provincies meenemen. De staatssecretaris heeft gisterenavond toegezegd dat ze ook de inwoners erbij wil betrekken. Dat gaat nog verder.

De voorzitter:

Meneer Ganzevoort, een laatste korte opmerking.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Dat is mooi, maar dat is niet waar het over gaat. Er is geen bestuurlijk vacuüm. Er is een bestuurlijk nee van de lokale overheid.

De heer Rietkerk (CDA):

Zo simpel is het niet.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Ik mag nu even uitpraten, heel kort, maar toch mag ik even uitpraten.

De voorzitter:

De heer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Er is geen bestuurlijk vacuüm. Zolang de lokale overheid nee zegt en dat niet wordt overruled, is er gewoon volstrekte duidelijkheid. De heer Rietkerk moet niet doen alsof er een vacuüm is dat moet worden opgelost. Dat is er niet.

De heer Rietkerk (CDA):

Er is een nationaal belang. Alle fracties die ik gehoord heb, zeggen dat. U zegt het namens GroenLinks ook en de PvdA doet dat ook. Er is geen discussie over het nationaal belang. De nationale veiligheid is in het geding. Als het nationaal belang in het geding is — ik heb net de memorie van toelichting genoemd — is dat een argument om de rijkscoördinatieregeling toe te passen. Eigenlijk is dit een opdracht die volgt uit de Wet ruimtelijke ordening. Dat heb ik proberen te zeggen.

De rijkscoördinatieregeling waarborgt zo ...

De voorzitter:

U bent eigenlijk door uw tijd heen. De interrupties zijn er bijgeteld. U heeft twee minuten volgepraat. Als u kort wilt afronden, graag. Daarna gaan we naar de heer Koole.

De heer Rietkerk (CDA):

Ik heb gisteren vier minuten laten liggen. Ik zou eigenlijk toch twee minuten erbij willen hebben.

De voorzitter:

U heeft voor deze termijn ingeschreven voor twee minuten.

De heer Rietkerk (CDA):

Plus de minuten die ik heb laten liggen, heb ik gezegd.

De voorzitter:

Zo werkt het niet. U hebt ingeschreven voor twee minuten en die tijd heeft u nu overschreden. Als u wilt afronden, graag.

De heer Rietkerk (CDA):

Voorzitter. We hebben gisteren de waarborgen behandeld. Dat zijn er vier. Ik noem ook de monitoring van de wettelijke normen als de radar geplaatst is. Als daar niet aan voldaan wordt, wordt de radar stopgezet. Voordat de schop de grond ingaat, kan de Tweede Kamer de regering controleren of de regering de vier waarborgen hanteert. Met deze waarborgen en de geduide rol van de Tweede Kamer kan ik de CDA-Eerste Kamerfractie voorstellen om in te stemmen met het besluit om de rijkscoördinatieregeling Herwijnen toe te gaan passen.

De heer Koole i (PvdA):

De heer Rietkerk heeft in zijn betoog zonet een paar keer gezegd dat we nu in een soort vacuüm zitten en dat die rijkscoördinatieregeling nodig is om het proces zorgvuldig te laten verlopen. Zegt hij hiermee dat het proces tot nu toe onzorgvuldig is geweest, want er is nog geen rijkscoördinatieregeling? Zijn de lopende onderzoeken tot nu toe onzorgvuldig? De staatssecretaris heeft gisteren in antwoord op mijn vraag met nadruk gezegd dat het proces tot nu toe helemaal zorgvuldig is en dat daarvoor de rijkscoördinatieregeling niet nodig is.

De heer Rietkerk (CDA):

Ik heb de staatssecretaris gisteren horen zeggen dat de onderzoeken gestart zijn om geen tijd verliezen. U heeft mij horen zeggen dat het indienen van een formele zienwijze en formeel bij de rechter in beroep gaan alleen mogelijk zijn als de procedure uit de Wet ruimtelijke ordening gevolgd wordt. Dat is in casu de rijkscoördinatieregeling. Daarom zitten we op dit moment in een vacuüm. De bewoners kunnen geen zienswijze indienen. Ze kunnen reageren via mails en dan krijgen wij te horen dat ze niet reageren. Namens de CDA-fractie ben ik blij dat er een reactienota van het kabinet komt over de zienswijzen met een reactie per inwoner die gereageerd heeft. De Tweede Kamer kan dan ordentelijk zien hoe er met die reacties wordt omgegaan.

De voorzitter:

De heer Koole tot slot.

De heer Koole (PvdA):

Is de heer Rietkerk van mening dat het proces tot nu toe, nu de rijkscoördinatieregeling nog niet is gestart, onzorgvuldig is?

De heer Rietkerk (CDA):

Er gaan nu mails naar het departement. We horen dat een deel van die mails niet wordt beantwoord, maar dat kunnen we niet verifiëren. Dat vind ik niet juist. Ik pleit ervoor om dat zorgvuldiger te doen. Dat kan beter via de procedure die daarvoor is, de rijkscoördinatieregeling.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan we naar mevrouw Moonen. Zij heeft ingeschreven voor vier minuten.