Plenair Kluit bij voortzetting behandeling Stikstofreductie en natuurverbetering



Verslag van de vergadering van 2 maart 2021 (2020/2021 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.57 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Kluit i (GroenLinks):

Dank. Voorzitter, ik zie dat de tijd al loopt. Ik zal de tweede termijn in drie punten doen. Eerst heb ik nog een aantal resterende vragen. Vervolgens spreek ik een dankwoord uit en tot slot geef ik een afweging voor het advies dat ik aan mijn fractie zal geven.

De resterende vragen van mij zijn in vervolg op wat de heer Koffeman zei rondom Schiphol. Het is mij nog steeds niet helemaal duidelijk hoe dat zit. Ik wil de minister ook wel meegeven dat dit soort packagedeals — aan mijn kant van de samenleving worden ze zo ervaren — ook zorgt voor een groot gevoel van onrust. Ik kan het eigenlijk niet anders zeggen. We denken: we maken een afspraak rondom het legaliseren van boeren die een PAS-melding hebben gedaan, maar opeens zitten daar ook allerlei vluchten in voor een luchthaven die heel controversieel is. Mijn vraag is als volgt. Er wordt gebalanceerd tussen Schiphol en Lelystad. Is er daarbij ook 30% ingeleverd, zoals bij de andere processen, en kan die onderbouwing aan ons gestuurd worden?

De tweede vraag die nog resteert, gaat over de PAS-melders die ook een piekbelaster zijn of op een onhandige locatie zitten. Ik snap wat de minister zegt. Ik kijk iets anders naar of je die bedrijven nog moet legaliseren voor die vergunning, maar ik kan dat wel volgen. Mijn vraag is eigenlijk: gaat de minister met de provincies ervoor zorgen dat de desbetreffende bedrijven wel meteen de eerlijke boodschap krijgen? Want ik zou het heel verdrietig vinden als bedrijven na jaren onzekerheid eerst denken "ik ben er", om vervolgens na twee, drie of vijf jaar benaderd te worden door een provincie die zegt "u moet toch nog verplaatsen", of zoiets. Dus ik bedoel dat in ieder geval de boodschap wordt afgegeven dat de locatie of het bedrijf issues heeft voor de middellange of lange termijn.

Dan een dankwoord. Ik weet niet of we de minister nog zien tot aan de verkiezingen. Voor zover ik weet niet. Dus ik wil de minister sowieso danken voor de prettige samenwerking van de afgelopen jaren. Mijn partij is heel kritisch, dus we konden niet altijd meegaan. Sterker nog, volgens mij zijn wij nooit meegegaan met de minister in de wet. O ja, nog eens iets: bij de nertsen, ook niet onbelangrijk. Maar ik wil in ieder geval ook de minister bedanken. Niet alleen namens GroenLinks, maar ook namens de VVD, het CDA, de PvdA en de SP dank ik de minister voor de toezegging om met de maatschappelijke partijen te gaan praten en ze te ondersteunen en te faciliteren bij de route die zij zelf willen gaan om oplossingen te vinden voor de stikstofproblematiek. Voor sommige partijen is het spannend. Die zullen hulp nodig hebben om aan tafel te blijven. Maar ik heb er wel vertrouwen in dat de minister zich daarvoor gaat inzetten.

Dan kom ik op het oordeel over de wet. De minister weet dat wij kritisch zijn over de wet. Ik heb zitten zoeken, in het voortraject, maar ook nu, of deze wet nou gaat bijdragen in het slechten van dat hek, want daar komt het eigenlijk op neer. Drenthen zegt daar iets anders over, die zegt: het is een communicatiemiddel. Maar in mijn visie zouden we toch moeten proberen dat hek te verlagen of misschien wel helemaal op te lossen. Dan zijn de volgende vragen van belang. Mijn partij bekijkt dat vanuit de visie van het ecosysteem: gaat het goed met het systeem als geheel? Maar ook: gaat het goed met de soorten en individuen daarbinnen? Dan denk ik ook aan de koeien in de stallen en het voer dat ze krijgen. Gaat dit wetsvoorstel zorgen voor een veerkrachtige natuur binnen die Natura 2000-gebieden? Ik denk dat het een stap vooruit is en dat zeker heel veel gebieden in Nederland — of in ieder geval een aanzienlijk deel ervan — er enorm op vooruit gaan met wat er nu voorligt. Maar er zijn ook hele kwetsbare gebieden in Nederland. Dat is een heel klein stukje van Nederland. Ik hoor mijn collega's zeggen dat wij zo veel natuur in Nederland hebben. Dat is gewoon niet zo. We hebben een klein oppervlakte natuur in Nederland en dat staat onder grote druk. Dat hoor ik de minister ook steeds zeggen. Wij vinden dan ook dat we daar heel pal voor moeten staan en dat we daar geen enkel risico mee moeten nemen.

Ik ben daar niet gerust op. Dat zit 'm met name in de antwoorden over het verslechteringsverbod. Ik denk niet dat we dat drooghouden bij de rechter. En het zit 'm ook in de onduidelijkheid over de maatregelen op de lange termijn. Ik snap dat we dat nu nog niet weten, ik ben blij dat we daarmee aan de slag gaan, maar ik zou willen dat we dat op voorhand weten, dus voordat we de wet goedkeuren.

Dan buiten het hek. Gaat het goed met de natuurontwikkeling buiten het hek? Ook daarvoor zetten we heel veel stappen met het pakket dat er vandaag ligt. Maar er zitten ook nog wel heel veel onzekerheden in. Die stallen, de techniek van de stallen; we hopen dat dat goed werkt, maar in het verleden heeft dat heel vaak slecht gewerkt. Het voer; we hopen dat het werkt, maar er zitten nog heel veel haken en ogen aan. We weten niet of het daadwerkelijk zo grootschalig ingezet kan of gaat worden. Daarbij missen we ook een paar dingen. We hebben het daar vandaag niet over gehad, maar ik noem het grondbeleid, de rol van de banken daarin. Nemen wij voldoende stappen om boeren het vertrouwen te geven om echt grootschalig die omslag te maken? De minister heeft in haar periode enorm de koers verzet, maar ik denk dat het nog harder moet en dat we het sneller moeten doen.

Dat heeft ook te maken met het laatste punt: ondersteunt dit wetsvoorstel de mensen in onze samenleving? Ik denk wij met z'n allen — en dan kijk ik ook naar mijn collega's — niet alleen moeten kijken naar de boeren, maar dat wij ook moeten kijken naar de bouwers, dat wij ook moeten kijken naar de mensen in de woningen en dat wij ook moeten kijken naar de mensen die heel veel van de natuur houden en willen dat die beschermd wordt.

Alles overwegende ga ik mijn fractie daarom adviseren om tegen te stemmen. Dat is niet omdat ik het werk van de minister niet waardeer, maar omdat ik vind dat er ook echt partijen moeten zijn die moeten blijven staan voor wat we moeten doen. En dat is zekerheid bieden aan de natuur.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Dan geef ik het woord aan de heer Janssen namens de SP, maar dat doe ik pas nadat ik de heer Pijlman het woord heb gegeven om nog een interruptie te plaatsen naar aanleiding van het betoog van mevrouw Kluit.

De heer Pijlman i (D66):

Ik heb toch een vraag. Mevrouw Kluit is heel kritisch. Nou, daar is niks mis mee. Dat is zij altijd. Maar wat mist zij nu echt in deze wet? Welke maatregelen hadden er nu toegevoegd moeten worden om GroenLinks over de streep te trekken?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik denk dat het er twee zijn. Wat ik al zei: ik heb veel vragen gesteld over het verslechteringsverbod. Kunnen wij daadwerkelijk op voorhand zeggen dat wij dat naleven? Het antwoord daarop namens mijn fractie is "nee". Dat is het eerste punt. Is het hard genoeg om te voorkomen dat wij nog een verdere achteruitgang zien? Sommige partijen zeggen: laten we kiezen voor robuuste, grootschalige natuur. Meneer Otten, dat spreekt mij heel erg aan, want daar zit natuurlijk een grote oplossing. Maar de partijen die er aan de ene kant voor pleiten om niet te veel met postzegeltjes bezig te zijn, komen aan de andere kant nooit met voorstellen om half Nederland of bijvoorbeeld de verbinding Veluwe-Oostvaardersplassen nu eens ruimhartig aan te leggen. Ik blijf gewoon wachten op dat soort voorstellen.

Het tweede punt is het volgende. Wij kijken nu tot 2035. Zelfs daarvan weten we niet helemaal hoe we daar komen. Het wordt dus een beetje een mist. Dat is te kort voor mijn fractie. Wij vinden dat wij naar 100% hectares moeten gaan, en ook in 2050. We hebben zelf een voorstel daarvoor ontwikkeld. Daaruit blijkt dat je in 2040 dan eigenlijk al het werk gedaan moet hebben, om in 2050 op 100% gezonde instandhouding te zitten.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Pijlman.

De heer Pijlman (D66):

Die achteruitgang, dat snap ik. Maar dan zit je weer in die kritische houding. Maar wat ik mis, is: welke maatregelen had u nu graag extra toegevoegd willen zien? Wat zijn nu de maatregelen die GroenLinks in deze wet mist, waardoor u er niet mee kunt instemmen?

De voorzitter:

Graag een beknopt antwoord, mevrouw Kluit.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik zou zeggen: lees onze doorrekening, want daar staan een heleboel maatregelen in. Ja, dat is een kort antwoord, maar dat is om aan onze voorzitter tegemoet te komen.

De voorzitter:

Dank u. We zijn het eens.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Oké, ik volg de voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Kluit. Ik volg u ook. Dan is het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.