Plenair Van Rooijen bij behandeling Goedkeuring van het eigenmiddelenbesluit van de Raad van de Europese Unie



Verslag van de vergadering van 18 mei 2021 (2020/2021 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.49 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ook van mijn kant vraag ik om clementie voor de spreektijd, maar ik zal proberen me aan de vijf minuten te houden.

De voorzitter:

Het wordt wel een gewoonte hier.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

In de eerste plaats: fijn dat we vandaag weer met collega Ester kunnen debatteren.

Voorzitter. We spreken over het eigenmiddelenbesluit als opvolger van het besluit uit 2014. Na lange en zware onderhandelingen binnen de Europese Raad is hierover de teerling geworden en dat in tijden van coronacrisis. Het gaat over voor ons land zeer belangrijke onderhandelingen. Het resultaat dat voorligt is voor mijn fractie aanvaardbaar. In de Europese Unie moet je nu eenmaal compromissen sluiten en daarin heeft Nederland zich werkelijk vasthoudend opgesteld.

In mijn korte bijdrage heb ik enkele vragen aan de minister. Veel is al aan de orde gesteld. Een. Wij vinden het een gemiste kans dat binnen de meerjarenbegroting zo weinig is hervormd. Landbouw blijft een budgettaire molensteen die grote stappen bij bijvoorbeeld noodzakelijk innovatie enorm afremt.

Twee. Kan het budgettaire beleid van de Europese Unie en van de lidstaten in de toekomst het beleid van de Europese Centrale Bank en het monetaire beleid geleidelijk ten dele gaan vervangen? En in welke mate kunnen dan hervormingen in de lidstaten hard gemaakt worden? Ik zou willen spreken over "meer hervormende budgetkaders". Draghi eiste van de Europese Unie destijds meer hervormingen. Bij het uitblijven daarvan vond hij dat een extra legitimatie voor een doorgaan met het opkoopprogramma.

Drie. De minister heeft duidelijk gemaakt dat eurobonds niet mogen worden gebruikt voor de financiering van de EU-begroting, waarbij de lidstaten anders dan gezamenlijk aansprakelijk zouden zijn voor de aangegane verplichtingen. Ik laat op dit moment nog in het midden of in het herstelbudget kan worden gesproken van eurobonds avant la lettre. Maar hier wordt toch niet een stap in de richting van eurobonds gezet, zo vraag ik de minister.

Vier. Macron heeft in het voorjaar van 2020 het voorstel voor een herstelfonds gedaan en dat is toen snel door Merkel omarmd. Het Herstelfonds zou eenmalig, tijdelijk en alleen voor het coviddoel bestemd zijn. Wil de minister nog eens bevestigen dat dit het Nederlandse standpunt is en zou moeten blijven? Regeren is vooruitzien. De vraag is uitvoerig aan de orde geweest of hier sprake is geweest van precedentwerking. Het enkele feit dat deze vraag in het advies van de Raad van State en in het debat in de Tweede Kamer uitvoerig aan de orde is geweest, toont aan dat dit wel degelijk een punt van zorg is. De minister antwoordde in de Tweede Kamer "maar wij zijn daar altijd zelf bij". Hoe stellig en hoe sterk is dit standpunt? Kan de minister reageren op het signaal dat Frankrijk en zelfs Duitsland gaven: misschien toch niet eenmalig? Uw Duitse collega Scholz noemde recent het covidherstelfonds — nou komt ie — de weg naar de Europese fiscale unie. Daar is geen woord Frans bij, dunkt me. We zijn dus gewaarschuwd. Niets is zo permanent in de EU als "tijdelijk" en "eenmalig", moeten we vaak constateren.

Ten slotte punt vijf. Het aflossen van de leningen voor herstel zou moeten plaatsvinden uit bezuinigingen in het EU-budget, uit hogere bijdragen van de landen en volgens sommigen uit EU-belastingen. Deelt de minister onze opvatting dat de EU-begroting gefinancierd moet blijven op basis van het bruto nationaal product? Mijn fractie is in beginsel geen voorstander — dat wil ik hier duidelijk zeggen — van Europese belastingen en zeker niet van de financial transaction tax, die rampzalig zou uitpakken voor onze pensioenfondsen. Graag een reactie van de minister. Belastingheffing behoort het prerogatief van de lidstaten te blijven met maximale eigen democratische controle. Het is al gezegd door collega Essers: no taxation without representation. Deelt de minister onze opvatting dat ons vetorecht moet blijven bij fiscale voorstellen in de EU? We weten allemaal dat dat vetorecht eigenlijk ook het recht is om het niet te hoeven gebruiken.

Voorzitter. Tot slot nog vier vragen aan de minister over de lange termijn, buiten wat nu voorligt. Een. Wat mist in NextGenerationEU is een aanpak om de veel te hoge overheidsschulden in een aantal landen, waaronder Italië, Spanje, Portugal, Frankrijk, België en Griekenland, aan te pakken. Er wordt te veel op gehoopt dat deze landen uit de problemen kunnen groeien. Dat lijkt me niet zo eenvoudig. Er zal op de middellange en lange termijn niet te ontkomen zijn aan bezuinigingen in die landen. Anders blijft het risico van een nieuwe schuldencrisis met ook druk op de houdbaarheid van de euro bestaan. Twee. Aan de opschorting van de begrotingsregels moet zo spoedig mogelijk een einde komen. Er zullen voorstellen voor nieuwe regels moeten komen. Voor ons land is het cruciaal dat die nieuwe regels het terugdringen van schulden in een redelijk tempo bevorderen en niet onmogelijk maken. Drie. Als schulden weer op houdbare paden zitten, kan de Europese Centrale Bank zo nodig rentes verhogen, zonder angst te hebben een financiële crisis uit te lokken en de euro in het geding te brengen. Het nu echter druk op de ECB uitoefenen om de QE, het opkoopprogramma, te stoppen, zou contraproductief zijn. Dat lokt zo'n crisis nu eenmaal uit. De kans dat de weg naar normalere rentes wordt ingezet is het grootst als de overheidsfinanciën op een houdbaar pad komen.

Voorzitter, ten slotte. De ECB is bezig met een evaluatie van zijn strategie. Gevreesd moet worden dat hij net als de Fed wil overgaan op het streven naar een gemiddelde inflatie van net onder de 2%. Dat kan voor ons pensioenstelsel, voor onze spaarders en de middenklasse heel slecht uitpakken. Die boodschap zou ik de minister best willen laten inbrengen in de eurogroep. Onze gepensioneerden betalen de rekening immers. De afgelopen dertien jaar is er niet geïndexeerd. Dat betekent een koopkrachtdaling van dat pensioen van 20%. Los van het pensioenakkoord staat vast dat de komende zes jaar ook niet geïndexeerd zal worden. Dat betekent in 20 jaar, tussen 2008 en 2028, 40% daling van de pensioenen van mensen die daar 40 jaar hard voor gewerkt hebben.

Na het betoog dat ik zojuist aan het slot heb gehouden, verwijs ik ook nog naar de position paper van de Studiegroep ECB …

De voorzitter:

Meneer Van Rooijen, wilt u gaan afronden?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

… onder leiding van Lex Hoogduin, geschreven naar aanleiding van de motie Omtzigt/Bruins van november 2019 onder de titel: "Enige economische en juridische aspecten van de ECB-opkoopprogramma,s".

Voorzitter. Ten slotte willen wij nog geacht worden te hebben voorgestemd bij de motie-Koole die vanmiddag aan de orde is geweest.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dat laatste staat daarmee in de Handelingen. Het maakt geen verschil uit voor de stemmingen, zoals u weet.

Dank, meneer Van Rooijen. Wenst een van de leden in eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik de vergadering voor de dinerpauze tot 18.15 uur.