Plenair Van Rooijen bij behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 12 juli 2021 (2020/2021 nr. 45)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.42 uur


De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Ik vervang mijn fractiegenoot, mevrouw Baay-Timmerman, die verhinderd is.

Voorzitter. Vandaag zijn we in dit huis bijeen op de een-na-laatste dag van het parlementaire jaar om de wijziging in de Twm in verband met de regeling van het vereiste van goedkeuring bij wet van een koninklijk besluit tot verlenging als bedoeld in artikel VIII, lid 3, van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 te bespreken. Aanleiding voor dit wetsvoorstel is de motie-Janssen c.s. die op 27 oktober 2020 door de Eerste Kamer is aangenomen. Op 23 februari 2021 is de motie-De Boer c.s. over delegatie onder vereiste goedkeuring bij wet aangenomen onder 35526, AK. Daarin werd de voorkeur uitgesproken voor de modaliteit van delegatie onder het vereiste van goedkeuring bij wet. Beide moties zijn mede namens mijn fractie door mij ondertekend. Eind goed, al goed, zou ik zeggen. Ik moest even denken aan een parafrasering van no taxation without legislation. Ik zou willen zeggen: no restrictions without legislation.

De gekozen modaliteit is die onder punt 8 uit de brief van de minister van VWS van 19 februari 2021 met betrekking tot de modaliteiten bij de uitvoering van de motie-Janssen. In het debat van oktober vorig jaar had ik zelf ook namens mijn fractie een motie ingediend onder 35526, K, voor een zware voorhangprocedure. Die werd verworpen, maar er is voortschrijdend inzicht gebleken.

Vooraf een schets van de systematiek van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 tot op heden. De maatregelen die moeten worden genomen om de verspreiding van het virus COVID-19 tegen te gaan, worden geregeld in die tijdelijke wet Twm en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Besluiten die worden genomen op grond van de tijdelijke wet Twm kunnen van grote maatschappelijke betekenis zijn. Niet alleen raken ze aan bepaalde grondrechten van de burger, maar ze grijpen ook diep in op het persoonlijk leven. Ik denk hierbij aan de lockdown van de afgelopen maanden, het verplicht thuiswerken, het sluiten van de scholen en alle andere vrijheidsbeperkende maatregelen die sinds vorig jaar maart zijn genomen om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

Zoals ook wordt beschreven in de memorie van toelichting, is in de huidige tijdelijke wet Twm voorzien in een voorhangprocedure voor zowel de Tweede als de Eerste Kamer over het verlengingsbesluit dat elke drie maanden moet worden genomen. Bij koninklijk besluit wordt dan de geldingsduur van de wet of van de verschillende aangewezen onderdelen, verlengd met telkens drie maanden. Vervolgens wordt het ontwerp aan de Staten-Generaal overlegd. Niet eerder dan een week na het moment van overlegging vindt de uiteindelijke voordracht voor dat besluit plaats. Daarnaast wordt de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord over de krachtens hoofdstuk Va, geldende maatregelen voorafgaand aan het verlengingsbesluit.

Tot zover de stand van zaken zoals deze vanaf 1 december 2020 in werking is getreden.

Voorzitter. Dit wetsvoorstel regelt dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer van de Staten-Generaal het recht krijgt om in de toekomst een bij koninklijk besluit vastgestelde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19, Twm, ongedaan te maken en daarmee de werkingsduur van de Twm definitief te beëindigen. De directe aanleiding hiervoor was de motie-Janssen, gevolgd door de motie-De Boer, waarin de voorkeur van de Eerste Kamer is uitgesproken. Delegatie onder het vereiste van goedkeuring bij wet houdt in dat de regering direct na plaatsing van het koninklijk besluit tot verlenging in het Staatsblad een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer moet indienen, waarbij advisering door de Afdeling advisering van de Raad van State achterwege kan blijven, dat strekt tot goedkeuring van het koninklijk besluit. Als de Tweede of de Eerste Kamer het wetsvoorstel verwerpt, vervallen met vrijwel onmiddellijke ingang alle — let wel: alle — bepalingen waarvan de werkingsduur werd verlengd. Verwerping van het goedkeuringswetsvoorstel heeft tot gevolg dat de Tijdelijke wet maatregelen ophoudt te bestaan en er geen wettelijke maatregelen meer kunnen worden getroffen ter bestrijding van de epidemie van COVID-19 of een directe dreiging daarvan. De betreffende ministeriële regelingen en het Tijdelijk besluit veilige afstand vervallen daarmee van rechtswege. Omdat het onwenselijk is om een voorhang- en nahangprocedure te combineren komt de in de Twm opgenomen voorhangprocedure voor het verlengingsbesluit te vervallen.

Voorzitter. Mijn fractie is verheugd dat de Eerste Kamer meer bepalende zeggenschap verkrijgt met dit nieuwe wetsvoorstel. Het gaat hier immers niet over zomaar een wetsvoorstel, maar over een wet die ondanks zijn tijdelijke aard verstrekkende gevolgen heeft. Wij zullen als fractie van 50PLUS dan ook voor gaan stemmen. Desondanks hebben wij toch een paar vragen. Waarom is gekozen voor deze insteek, waarbij er voor- of tegengestemd kan worden door beide Kamers? En dat terwijl het heel aannemelijk is dat er bijvoorbeeld wel een meerderheid is voor de afstandsregeling maar niet voor de andere maatregelen. Met deze voorliggende wet zou de gehele verlenging van de Twm ongedaan gemaakt kunnen worden en daarmee eindigt de werking van de Twm definitief. Mijn vraag aan de minister is: is dit gezien de meest actuele stand van zaken, met een onvoorstelbare toename van het aantal besmettingen, wel de meest verstandige keuze op dit moment? Is er werkelijk geen andere tussenoplossing mogelijk?

Dit wetsvoorstel, waarbij de Eerste Kamer meer bepalende zeggenschap verkrijgt, versterkt de betrokkenheid als geheel. Daar bestaat wat onze fractie betreft geen twijfel over. Tegelijkertijd maken wij ons grote zorgen over de nu ontstane situatie, waarin de deltavariant ongekend om zich heen grijpt. Het is uitermate verstandig om ervoor te zorgen dat er snel en adequaat kan worden opgeschaald met maatregelen om de verspreiding van het covidvirus onder controle te krijgen. De alles-of-nietsprocedure, zoals die nu voorligt, roept vragen op bij oplopende besmettingen. Graag een extra toelichting van de minister op deze actualiteit in relatie tot dit wetsvoorstel.

Het voorliggende wetsvoorstel is ingediend op 25 juni. Op 26 juni is stap 4, met verdere versoepelingen, ingegaan. Ik zou dat toch wel een omineuze timing willen noemen, al is dat een constatering achteraf. Wij moeten met treurnis vaststellen dat er bij de versoepelingen blijkbaar te weinig geleerd is van alles wat zich in de vorige zomer heeft afgespeeld. Dat was ook mijn eerste beeld toen ik zag dat de versoepelingen van stap 4 werden aangekondigd. Hoe is het mogelijk? Hebben we niet geleerd van de zomer van vorig jaar?

Voorzitter. Bij het inperken van de grondrechten is te allen tijde een grondige juridische onderbouwing nodig en een toetsing aan de criteria noodzakelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit. Daarnaast is het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State altijd van groot belang. Kan de minister nogmaals toelichten waarom hij van mening is dat het uitsluiten van het horen van deze afdeling over de goedkeuringswet gerechtvaardigd is? Naar onze mening is de motivering van doublure niet voldoende. Graag nogmaals een toelichting.

Voorzitter. Zoals de situatie nu is, ziet het er niet naar uit dat mensen die een eerste vaccinatie hebben gehad op tijd een tweede vaccinatie kunnen halen om goed beschermd te zijn tegen de deltavariant, die besmettelijker is dan de Britse variant. Naar de mening van onze leden is het niet alleen zo dat, als de deltavariant zo explosief rondgaat onder jongeren, de kans groot is op nieuwe mutanten die een bedreiging kunnen vormen voor de bescherming door vaccinaties, maar ook dat het risico op long covid en de daarbij behorende druk op de zorg nog voor behoorlijke problemen kan zorgen. Hiermee komt de zorgcontinuïteit in gevaar. Immers, er is ook nog een tsunami aan herstelzorg die moet worden opgepakt en bovendien kan er nog een griepgolf verwacht worden dit najaar.

Op dit moment lopen grote groepen veertigers, vijftigers en zestigers die nog niet volledig gevaccineerd zijn een groter risico alsnog ziek te worden of zelfs te moeten worden opgenomen. Ook ouderen en kwetsbaren bij wie het vaccin niet volledig aanslaat, lopen gevaar. De minister is ongetwijfeld bekend met het fenomeen dat vaccinatie beschermt tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname, maar niet volledig tegen besmetting. En de bescherming van één vaccinatie is een stuk lager uitgedrukt. Met andere woorden, als de besmettingen onder de jongeren oplopen en de groepen veertigers en vijftigers, hun ouders, nog niet volledig zijn ingeënt, is het volgens onze fractie wachten op toename van de ziekenhuisopnames op de verpleegafdelingen en wellicht op de ic's. Wat denkt de minister hieraan te gaan doen? Is de minister op dit moment nog steeds van mening dat de grondslag voor het verlengen van de avondklok niet verlengd zal moeten worden? Zo ja, dan graag een uitgebreide toelichting, want de besmettingscijfers zien er niet rooskleurig uit.

Voorzitter. De slotvraag die ik nog heb, is: is de minister bereid om, wat ik dan maar noem, een soort calamiteitenwet te gaan voorbereiden opdat, als deze wet vervalt, er snel maatregelen kunnen worden getroffen die onderscheid kunnen maken naar soort aanpak en soort probleem: sluitingen, avondklok, mondkapjes en dergelijke?

Voorzitter. Ik heb het mondkapje toch nog even meegenomen, omdat ik vandaag hoorde dat in het OLVG-ziekenhuis in Amsterdam de mondkapjes weer verplicht worden. Dat is toch een signaal dat het mondkapje wegdoen — ik heb het even niet over het liedje van de minister — misschien toch niet zo verstandig was, want het dragen van een mondkapje, ook buiten en zeker binnen, in de winkels, is een signaal dat we nog lang niet toe zijn aan een echt open samenleving.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan mevrouw De Bruijn-Wezeman namens de fractie van de VVD.