Plenair Van Rooijen bij voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 16 november 2021 (2021/2022 nr. 6)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.10 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Het is heel bijzonder dat de politiek leider van een partij niet in de Tweede Kamer, maar in de Eerste Kamer zit. Dit is het geval zolang onze zetel in de Tweede Kamer gekraakt is. Zetelkraak noemen wij dat.

Ik ga in mijn bijdrage niet schieten op alles wat in politiek Den Haag beweegt. Dat is niet echt om te lachen, maar ik snap het wel. Ik heb beperkte spreektijd en zal bijna geen stellingen betrekken. Dat zal ik doen met het nieuwe kabinet, en dat duurt nog even.

Minister Hoekstra heeft gezegd dat hij diepe zakken heeft. Hij kijkt al in een zak, geloof ik. Ik constateer dat daar wel een gaatje in zit. Dat gaatje wordt met de dag groter. Ik bespaar u de gigagetallen. Mijn fractie vindt dat het kabinet veel beter naar de echte prioriteiten moet kijken en daaruit keuzes moet maken. Er moet niet bij elk probleem en zak met geld worden neergezet. Graag een reactie van de minister.

Als je elke dag luistert naar de herrie, het kabaal, van de maatschappelijke discussies, dan hoor je dat het niet eenvoudig is voor de oudere Nederlanders om daar nog bovenuit te komen. Dit terwijl het aantal 50-plussers elk jaar toeneemt. Er zijn meer dan genoeg onderwerpen waar het belang van de oudere Nederlanders gehoord moet worden. Ik noem er een paar. De gezondheidszorg, als het gaat over kwaliteit, maar ook over betaalbare premies. De woonvoorzieningen. In de vele afgelopen jaren is nog weinig rekening gehouden met speciale woonwensen van senioren, waarbij ook belangrijke thema's spelen als veiligheid en leefbaarheid. Ook de financiële toekomst baart de ouderen zorgen. Tevens maken zij zich zorgen over hun koopkracht.

Voorzitter. Rekenmodellen worden tegenwoordig op zowat alles toegepast. Vooral sinds de uitvinding van de computer hebben rekenmodellen de plaats ingenomen van inzichten en het gezonde verstand. Rekenmodellen lijken zekerheid te bieden. Het gaat echter om schijnzekerheden, omdat het vaak toch gewoon anders gaat. Wie had covid in zijn modellen zitten? Dan zijn al je voorspellingen ineens waardeloos. Als je dan alleen maar met modellen kan werken en niet hebt geleerd om zelf na te denken, om visie op de praktijk en mensenkennis te hebben en om kennis te hebben waar je iets aan hebt, dan zit je vast. Dan wordt het gokken of miskleunen. Dat is niet fijn als het om het belang van de mensen gaat. Gebruik je gezond verstand.

Ik ben bang dat we de prijs van veranderingen onderschatten. Met wat voor lasten zadelen we de mensen straks op? Hoe komen de oudere mensen met geen of een klein pensioen straks uit? 50PLUS zal bij de klimaatpolitiek niet alleen kijken naar de schone lucht, maar ook naar de portemonnee. Het denken in modellen creëert een werkelijkheid die zomaar kan leiden tot — nou komt 'ie — hopeloze verdeeldheid, torenhoge kosten, verarming van veel mensen, een verknoeid landschap en een waardeloze uitkomst. Graag de reactie van de minister.

Het pensioendossier is er het beste voorbeeld van dat de belangen van de ouderen niet veilig zijn als er in Den Haag geen duidelijke, inspirerende en vakkundige presentatie wordt gegeven over de consequenties van de huidige en dreigende pensioenwetgeving. Bij de ouderen groeien de zorgen over twee unieke Nederlandse kroonjuwelen, namelijk de AOW en het aanvullend pensioen. Ik zie alle bewindslieden heel erg voor zich uit staren, maar ik weet niet of ze luisteren.

Bij de ouderen groeien de zorgen over twee unieke Nederlandse kroonjuwelen, namelijk de AOW en het aanvullend pensioen. Deze zijn ooit opgezet als een prachtige zekerheid voor de oude dag. In geen enkel land ter wereld bestaat zo'n voortreffelijk systeem. Welnu, de afgelopen twintig jaar is over die zekerheid steeds grotere onzekerheid ontstaan, of beter gezegd, geschapen. Eerst werd er gesnoeid en toen zelfs gezaagd in de boom van ons pensioenstelsel. 50PLUS is opgericht om een eind te maken aan die discussie en deze kroonjuwelen te beschermen, om weer zekerheid te bieden aan de ouderen in Nederland. Waarom moest er eigenlijk worden gesnoeid en gezaagd? Er komen steeds meer ouderen, werd er vaak gezegd. Dat klopt. Het aantal konden we vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw exact voorspellen. Al veertien jaar worden de meeste pensioenen niet verhoogd. Dat wil zeggen dat ouderen de waarde van hun pensioen fors achteruit zien gaan. De koopkracht van de meeste pensioenen is de afgelopen veertien jaar 25% gedaald. Het is regelrechte achteruitgang.

De komende jaren wordt een stijgende inflatie verwacht en de pensioenen blijven op zijn best een pas op de plaats maken. Dan daalt de koopkracht dus nog harder. Sommige cijfers spreken al van 40% als de inflatie wat langer aanhoudt. Het belangrijkste probleem voor de pensioenen is de rekenrente. Rekenrente is het misplaatst afknijpen van pensioenindexatie. De pensioenfondsen zijn uitstekende beleggers en zij boeken elk jaar winst op ons gespaarde pensioengeld van tegen de 10%. Van de overheid en van De Nederlandsche Bank moeten zij net doen of de opbrengst wordt bepaald door de kapitaalmarktrente voor de komende 60 jaar, die de laatste jaren zelfs onder nul ligt. Zo zwemmen de fondsen in het geld, maar dat mag niemand zien.

Wat ook niemand mag zien, is de nu aanwezige buffer van 500 tot 700 miljard in de pensioenfondsen. Bij de overgang naar het nieuwe stelsel blijft die buffer achter in de pensioenfondsen. Gepensioneerden zien er nooit meer iets van terug en het recht op inhaalindexatie uit die buffer — daar was de buffer voor bedoeld — verdwijnt definitief: de grote verdwijntruc. Het is eigenlijk nog veel gekker. Omgekeerd doet de overheid namelijk precies het tegenovergestelde. Uw spaargeld levert op het ogenblik niets op, maar de overheid belast het alsof u 4% of meer rente hebt ontvangen. Diezelfde overheid zegt dus dat u meer hebt verdiend aan het sparen dan in werkelijkheid en dat de pensioenfondsen minder hebben verdiend dan in werkelijkheid. Dat is toch aan niemand uit te leggen? De professionele belegger nemen we kennelijk niet serieus en de amateurbelegger wordt overschat en moet daarvoor dokken. Graag een reactie van de minister.

50PLUS heeft tweemaal een initiatiefvoorstel ingediend voor een tijdelijke verhoging van de rekenrente tot 2%. Dan zitten we nog steeds ruim onder de werkelijk gemaakte rendementen, dus het waren meer dan deugdelijke voorstellen. De pensioenen zouden niet alleen worden verhoogd met het stijgen van de welvaart, maar zelfs de achterstand zou kunnen worden goedgemaakt. Omdat onze zetel in de Tweede Kamer gekraakt is, kunnen we daar nu niet veel aan doen, maar gelukkig heeft de Socialistische Partij in de Tweede Kamer ons initiatiefvoorstel overgenomen, waarvoor zeer veel dank. Het komt dus in behandeling en wij zullen het ook hier steunen waar wij kunnen.

De regering heeft samen met werkgevers- en werknemersorganisaties en met de pensioenfondsen een pensioenakkoord gesloten. Dat moet de problemen voor de toekomst oplossen. Het klinkt degelijk, zo'n breed akkoord, maar is het wel degelijk? 50PLUS is in ieder geval mordicus tegen. Dat is niet omdat wij alleen maar nee kunnen zeggen, maar omdat het gewoon geen goed akkoord is. Ik verdiep me er al tien jaar in, dus ik sta voor wat ik zeg. Ouderen zaten trouwens niet eens aan tafel. Terwijl al die organisaties over het menu spraken, waren de ouderen de kalkoen. Het akkoord betekent dat de rechten van gepensioneerden worden onteigend. Het eigendomsrecht van 1.800 miljard pensioengeld wordt fundamenteel aangetast in een beschaafd land als Nederland.

Intussen is de indiening van de nieuwe pensioenwet weer uitgesteld, tot volgend jaar. Het voorstel dat er lag, kreeg wel heel veel kritiek. 50PLUS constateert dat het juridisch aan alle kanten rammelt, dat de rechten van gepensioneerden worden onteigend en dat de wet in de praktijk onuitvoerbaar zal blijken. De vakbonden zien dat er niets terecht gaat komen van de door hen beloofde indexatie van de pensioenen, maar ze hebben wel hun handtekening gezet, net als de partij van de Arbeid. Omdat ze zich blindstaarden op een langzamere verhoging van de AOW-leeftijd, hebben ze het pensioenstelsel verkwanseld. Wat schieten de vakbonden tekort tegenover de gewone mensen, onder wie honderdduizenden leden en oud-leden. De 50PLUS-fractie vindt dat bij de pensioenhervorming de bestaande rechten in het huidige stelsel moeten blijven en dat nieuwe opbouw alleen in het nieuwe stelsel mag plaatsvinden. Shell en Unilever hebben dat al. Dus twee stelsels naast elkaar, zoals het geval is in alle landen waar een pensioenhervorming heeft plaatsgevonden. Geen onteigening, geen invaren en geen massale processen bij de rechters in Nederland en Luxemburg.

Het invaren wordt ook een juridische valkuil, zo voorspel ik. Pensioenfondsen hebben geen zin in twee stelsels en alleen daarom willen zij dat er wordt onteigend. Zij beweren dat het te ingewikkeld is, maar dat is het helemaal niet. Het is juist eenvoudig.

Mijn fractie is het eens met Pieter Omtzigt dat de sociale partners niet mogen beslissen of fondsen wel of niet invaren. Daar gaan de deelnemers zelf over. Er is een individueelbezwaarrecht opgenomen in artikel 83 van de Pensioenwet en dat moet blijven. De 50PLUS-fractie waarschuwt er ook voor dat er een grote korting moet plaatsvinden voordat er moet worden ingevaren. Je krijgt daarna wel indexatie, maar over een veel lager startpensioen.

Voorzitter. Ten slotte de koopkracht van de AOW'ers. Het leven wordt veel duurder; de gasrekening, de boodschappen en de benzine. Hoe moet iedereen dat straks nog kunnen betalen, vooral ook de ouderen met alleen AOW en een klein pensioentje, van wie de AOW een beetje stijgt en het pensioen niet? 50PLUS eist indexatie van de pensioenen in 2022 met terugwerkende kracht voor de pensioenfondsen met een actuele dekkingsgraad van 105% in plaats van de beleidsdekkingsgraad. De laatste is destijds ingevoerd om kortingen te voorkomen en niet om indexatie te beperken. Het alternatief van 50PLUS voor de eis van pensioenindexatie is onze eis om de AOW-uitkering eenmalig te verhogen in de vorm van een AOW-duurtetoeslag van €200 in 2022. De ouderenkorting wordt in 2022 met een schamele €23 verhoogd. Graag een reactie van de minister. Onze fractie overweegt om in de tweede termijn moties in te dienen over de verbetering van de koopkracht in 2022.

Ik zie de antwoorden van de bewindslieden tegemoet.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is nu het woord aan de heer Schalk namens de fractie van de SGP. Maar er is eerst nog een interruptie voor de heer Van Rooijen van mevrouw Prast van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Prast i (PvdD):

Ik moest even nadenken, vandaar dat ik wat traag was. Ik heb niet zozeer een vraag — meestal stel je een vraag als je interrumpeert. De mensen die naar het debat kijken, zouden kunnen denken: wie zwijgt, stemt toe. Daarom zou ik willen zeggen: les één van de corporatefinance-theorie is dat je toekomstige verplichtingen moet verdisconteren met de marktprijzen. Daar wil ik het bij laten.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Om het misverstand te voorkomen dat niet reageren instemming betekent, wil ik daar het volgende op zeggen. Toekomstige verplichtingen moet je inderdaad verdisconteren. Dat heb ik vroeger ook op de NEH in Rotterdam geleerd. Maar tegenover de verplichtingen die ontstaan door pensioentoezeggingen staan premies die enorm goed belegd worden. Die premies hebben ertoe geleid dat de laatste 15 jaar de pensioenpot van 500 miljard door rendementen gegroeid is naar bijna 2.000 miljard. Met andere woorden: tegenover de verplichtingen die op dit moment zelfs tegen de absurde 0% worden verdisconteerd, staan beleggingen, staat een vermogen dat ieder jaar 7% tot 10% oplevert. Dat is scheef. Je moet contant maken. Als je alleen maar een verplichting hebt, dan moet je contant maken. Maar als je een verplichting hebt die staat tegenover het bezit van minstens datzelfde bedrag, namelijk bijna 2.000 miljard, dan is dat een heel verstandige situatie, waarin je met een hogere verdiscontering moet kunnen werken dan de huidige marktrente.

Het krankzinnige is dat toen we in 2005 van een vaste rekenrente naar een variabele gingen, dat alleen gebeurde omdat het ABP dreigde te moeten korten vanwege de internetcrisis. En omdat toen de marktrente 5,2% was, schoot de dekkingsgraad van het ABP omhoog en hoefde er niet gekort te worden. De hele pensioensector is in die lobby van het ABP gestapt en er ook ingetuind. De marktrente die toen 5% was — die omhoog kan en ook hoger was — kan ook dalen. Vervolgens is het eerst van 4% naar 5% gegaan en nu van 5% naar 0%, of zelfs min 0,5%. Dat had niemand voorzien. Wat men had moeten doen, en wat 50PLUS een aantal jaren geleden in haar voorzichtigheid ook heeft gezegd, nadat men eerder de blunder, de weeffout, van de variabele marktrente had gekozen voor het pensioenstelsel, was: laten we er in ieder geval een bodem in leggen van 2%. Ik heb mensen gesproken, van wie ik geen namen zal noemen, die 3% ook goed verdedigbaar vonden. Vier jaar geleden hebben we, overigens tijdelijk, gekozen voor een bodemrente van 2%. Dat is heel voorzichtig als je naar die superrendementen keek.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Het werd in de Tweede Kamer weggehoond, maar het komt nu, dankzij de SP en 50PLUS, terug in de Tweede Kamer en voor de gemeenteraadsverkiezingen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Van der Linden.

De heer Van der Linden i (Fractie-Nanninga):

Ik heb in mijn eerste termijn gewezen op de inflatie die nu gaande is en ook op de beperking voor pensioenfondsen doordat zij verplicht zijn een groot deel van hun beleggingen in niet-renderende en risicovolle staatsobligaties te beleggen. In het nieuwe pensioenakkoord wordt dat vrijgelaten in een totaalpakket. U bent fel tegenstander, zeg ik via de voorzitter, van dat nieuwe pensioenakkoord en dat nieuwe stelsel. Maar zou u wel een voorstel kunnen steunen waarbij we het kabinet oproepen om dat onderdeel eruit te halen en pensioenfondsen sowieso vrijer te laten in hun beleggingen, waarbij ze niet meer vastzitten aan die obligaties, maar ze vrij kunnen kiezen waarin ze beleggen en wellicht nog hogere rendementen kunnen behalen?

De voorzitter:

Meneer Van Rooijen, graag een bondig antwoord.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Wat zegt u?

De voorzitter:

Graag een bondig antwoord, als het enigszins kan.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

We praten over een onderwerp waarvan in Nederland, en zeker in de Tweede en Eerste Kamer, bijna niemand iets begrijpt. Het kost altijd enige uitleg om dit onderwerp te adresseren.

De voorzitter:

Begint u.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

In de eerste plaats: in de herstelplannen van De Nederlandsche Bank staat dat naarmate je in onderdekking zit, je steeds meer in waardeloze staatsobligaties moet beleggen. Je gaat dus van de regen in de drup. In het pensioenakkoord, waar wij mordicus tegen zijn, staat dat het overrendement vooral naar de werkenden, de jongeren, gaat. Overrendement is het rendement dat gemaakt wordt boven de risicovrije rente, wat toch stiekem in dat nieuwe stelsel blijft. Maar daar komen we nog wel op terug. Zij mogen tot 150% in die pot beleggen. Ze mogen daar zelfs voor lenen. Ze lenen dat dan van de ouderen. En wat krijgen de ouderen? Die krijgen het zogenaamde beschermingsrendement. Dat is de risicovrije rente met een heel klein pietsie uit die overwinst. De overwinst in dat nieuwe stelsel gaat dus naar de werkenden en niet naar de ouderen. Sterker nog, de ouderen worden via het lifecyclebeginsel straks door de sociale besturen gedwongen om te beleggen in obligaties. Want, zeggen ze, die ouderen die zijn wel wijs, maar die moeten we eigenlijk bevoogden, want die willen geen risico lopen. Die moeten dus beleggen in waardeloze, risicovrije obligaties.

De voorzitter:

Dank u wel.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Zo wordt er omgegaan met ouderen via het beschermingsrendement.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer van der Linden, uw vraag is hiermee beantwoord?

De heer Van der Linden (Fractie-Nanninga):

Ik interpreteer het als een "ja".

De voorzitter:

Dank u. Dan gaan we naar de heer Schalk namens de SGP.