Plenair Van Rooijen bij behandeling Wet invoering minimumuurloon



Verslag van de vergadering van 7 februari 2023 (2022/2023 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. In de eerste plaats feliciteer ik mevrouw Kennedy-Doornbos met haar maidenspeech, net als nu weer met een grote glimlach op het gezicht. Dat doet goed.

Voorzitter. Wat me ook goed doet, is dat u vandaag 65 jaar bent geworden. Ik wens u nog een lange, goede, gezonde toekomst.

De 50PLUS-fractie wil allereerst waardering uitspreken voor de initiatiefnemers bij dit initiatiefvoorstel Wet invoering minimumuurloon. Ik weet uit ervaring hoeveel werk en tijd de voorbereiding en verdediging van een initiatiefwetsvoorstel vergt. Ik heb in 2018 in de Tweede Kamer het initiatief voor een vaste discontovoet van 2% voor de pensioenen verdedigd. Ik kan u zeggen: dat was een enorm monnikenwerk. Het haalde helaas de eindstreep in januari 2019 niet. Zou het wel zijn aanvaard, dan zou er een grote kans zijn geweest dat de Eerste Kamer in de komende tijd het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen niet zou hoeven te behandelen; een wetsvoorstel dat nu overigens wel is aanvaard door de Tweede Kamer. Niet alleen de coalitiefracties stemden en bloc daarvoor, maar het kabinet wist ook de steun te verwerven van de fracties van de Partij van de Arbeid en GroenLinks, hetgeen de behandeling in de senaat nu in een ander politiek daglicht plaatst. De tijd zal het leren.

Voorzitter. Het kan verkeren. Vooruitlopend op dat pensioendebat debatteren we vandaag over een initiatiefvoorstel van de Partij van de Arbeid en GroenLinks dat ik zojuist noemde. Het getuigt van politieke moed in het algemeen om het gevoelige onderwerp van het minimumloon op de politieke agenda te zetten. Het roept altijd emoties op ter linker- en ter rechterzijde, maar gelukkig in dit initiatiefvoorstel niet.

Het minimumloon, ingevoerd in 1969, heeft sindsdien als een baken gefungeerd voor een sociaal minimum. Het was dan ook logisch dat dit minimumloon tijdens het kabinet-Den Uyl werd aangegrepen om ook de bijstand en de AOW op nettobasis te koppelen aan het nettominimumloon, de zogenaamde netto-nettokoppeling, zes jaar nadien dus. Een bewijs van beschaving. In 1980 kreeg de koppeling van de bijstand en de AOW aan het minimumloon ook een wettelijke basis. Tot vandaag is dit bewijs van beschaving gehandhaafd en heeft het een politieke storm uit het regeerakkoord overleefd door vereende krachten in deze Kamer, niet het minst door mijn fractie en die van de SP en JA21, gesteund door de Partij van de Arbeid en GroenLinks. De koppeling bestaat nu dan ook 43 jaar. De SER schreef in 1966: de zekerheid een zodanig inkomen te verwerven dat iedereen die werkt een sociaal aanvaardbaar bestaan kan hebben. Het is logisch dat "sociaal aanvaardbaar bestaan" ook werd toegepast op de mensen die niet werken, in de bijstand bijvoorbeeld, of die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.

Ons land — het is al gezegd — kent als een van de weinige landen een minimumloon per maand, maar niet per uur en wel op basis van het normale aantal dat in een sector als voltijd geldt, de zogenaamde normale arbeidsduur, de NAD. Met dit voorstel heeft iedereen voor ieder gewerkt uur recht op dezelfde minimumbeloning. Tevens wordt het minimumloon verhoogd, omdat het minimumloon per uur wordt gebaseerd op een 36-urige werkweek, wat overigens wel leidt tot een verhoging van het loon. Willen de initiatiefnemers ingaan op de bezwaren die vandaag ook door vele bezorgde ondernemers in een petitie aan ons zijn aangeboden? Is het mogelijk op de een of andere wijze verlichting aan te brengen door een eenmalige verlaging van bijvoorbeeld de werkgeverslasten en wellicht dan specifiek gericht op het mkb? Sommige collega's spraken daar ook al over.

Het UWV heeft in de uitvoeringstoets aangegeven dat met het verhogen van het minimumloon het effect optreedt dat het verlies aan uitkering aanzienlijk hoger kan zijn dan de verhoging van het loon. De initiatiefnemers erkennen dit effect en merken op dat dit inherent is aan de wet- en regelgeving. Deze negatieve effecten zullen ook optreden bij andere verhogingen van het minimumloon. Het is onvermijdelijk dat het wetsvoorstel pas in werking kan treden per 1 januari 2024. Vanwege de wijziging van onder meer artikel 8 van de Wet minimumloon, WML, dienen maar liefst zeventien AMvB's en negen ministeriële regelingen te worden aangepast.

In de schriftelijke voorbereiding is speciaal aandacht gevraagd voor de effecten van het voorstel op het ontvangen en mogelijk terugbetalen van toeslagen. Het hogere inkomen zal leiden tot lagere toeslagen. In dit stelsel zijn mensen zelf verantwoordelijk voor wijzigingen in hun inkomen. De tweejaarlijkse verhoging van het minimumloon wordt nu zo veel mogelijk automatisch meegenomen in het zogenaamde MAC-proces. De Belastingdienst geeft in zijn toets aan dat een hoger inkomen door het verhogen van het minimumloon ervoor kan zorgen dat het recht op toeslagen afneemt voor een grote groep die niet in het MAC-proces wordt meegenomen. Deze mensen moeten tijdig hun nieuwe hogere loon opgeven. Als ze dat niet doen, zullen veel mensen het te veel ontvangen bedrag aan toeslagen moeten terugbetalen. Mijn fractie vraagt de minister of er niet een landelijke communicatiecampagne nodig is om de burgers heel goed op dit risico en hun handelingsplicht te wijzen. We moeten op dat punt echt nieuwe problemen voorkomen. Is zij daartoe bereid?

Voorzitter. De 50PLUS-fractie steunt dit wetsvoorstel. Het raakt het sociale bestaan en het is ook een kwestie van beschaving. Ik zie uit naar de antwoorden van de initiatiefnemers en uiteraard ook naar die van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Dan is het woord aan de heer Dessing namens Forum voor Democratie.