Plenair Faber-van de Klashorst bij behandeling Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer 2023



Verslag van de vergadering van 28 november 2023 (2023/2024 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.30 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Dank u, voorzitter. Het is geen maidenspeech, maar meer een oudewijvenspeech. Het is mijn afscheidsspeech hier in de Kamer, denk ik. Maar goed, laat ik beginnen; nu het serieuze gedeelte.

Voorzitter. Terwijl heel Nederland de broekriem moet aanhalen, wil het merendeel van de Eerste Kamerleden een grotere broek aantrekken. En dat mag wat kosten. Onze taak is gericht op het beoordelen van wetsvoorstellen, die dikwijls in de hectiek van de Tweede Kamer zijn aangenomen om vervolgens in deze chambre de réflexion buiten de waan van de dag getoetst te worden op uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en rechtmatigheid. Daar krijgen wij, door de bank genomen, ruim de tijd voor. De gemiddelde doorlooptijd van een wetsvoorstel was de afgelopen jaren drie maanden en het gemiddeld aantal beoordeelde wetsvoorstellen per senator is 3,4 stuks per jaar. Dit is inclusief een correctie voor de voorzitter, die in principe geen wetten beoordeelt.

U zou verwachten dat deze werkzaamheden uitvoerbaar zijn naast een eventuele andere betaalde functie. Het senatorschap is immers een parttimebaan en velen hebben dan ook nog een functie elders in de maatschappij. Hierdoor zouden senatoren beter betrokken blijven bij en voeling houden met wat er in de maatschappij leeft. Maar met het voorliggende voorstel vraag je je af of hun voelsprieten in de maatschappij nog wel goed functioneren. Zijn ze zich ervan bewust dat voor een groot deel van de burgers het aan het einde van de maand steevast een worsteling is om de eindjes aan elkaar te knopen? Hoe denkt men dat dit voorstel overkomt bij diezelfde burgers? Het verhogen van het basisbedrag voor iedere fractie van €11.500 naar €110.984 is een verhoging van 965%, bijna tien maal zoveel. En het blijft niet bij dit bedrag, want het wordt ook nog jaarlijks geïndexeerd.

Deze forse verhoging zou als doel hebben de kwaliteit en de continuïteit van het werk van de Eerste Kamer te bewaken door de politiek-inhoudelijke ondersteuning van de fracties uit te breiden en te versterken. Iedere fractie zou hiermee een extra fulltime beleidsmedewerker aan kunnen nemen. Maar is het niet aan de politici zelf, in dit geval de Kamerleden, om een politiek oordeel te vellen? Dat is toch onderdeel van de job? Graag een reactie van de indiener.

Opmerkelijk is dat dit bedrag vrij te besteden is, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van de Regeling uitgezonderde uitgaven. Je vraagt je dan af waarom dit bedrag niet geoormerkt is. Graag een reactie van de indiener.

De voorzitter:

Dessing, PVV.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

PVV? Forum!

De voorzitter:

Forum. Even mijn bril rechtzetten!

De heer Dessing i (FVD):

Voorzitter, dank u wel. Johan Dessing van Forum voor Democratie, aangenaam. Even ter verduidelijking een vraag aan, inderdaad, de PVV. Ik hoor mevrouw Faber zeggen dat het gaat om gemiddeld 3,4 wetsvoorstellen per jaar. Even voor mijn beeld: gaat ze dan uit van een gemiddelde grootte van een fractie? Ik kan me zo voorstellen dat die 3,4 over een gemiddelde fractie gaat. En dan moet mevrouw Faber het toch met mij eens zijn dat er voor een eenmansfractie of een tweemansfractie, zoals in ons geval, een veel hogere druk ligt op de beoordeling van die wetten. Is ze het met mij eens dat met name het voorwerk voor het beoordelen van de rechtmatigheid wel degelijk extra ondersteuning zou kunnen verdienen?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Het klopt natuurlijk dat kleinere fracties een hogere werkdruk hebben. Dat klopt — dat zal ik ook niet ontkennen — maar je moet wel ergens een lijn trekken. Ik heb in het verleden gezien dat de SGP hier met één man zat. Dat was de belangrijkste man van Nederland, dat was meneer Holdijk. Hij voerde zijn functie met verve uit. Ik heb hem nooit horen klagen. Hij deed gewoon zijn werk en buffelde gewoon door. Ik heb hem nooit horen klagen en dat was een eenmansfractie, een eenpitter die het geweldig deed. Meneer Dessing, ik ga u niet onderschatten. Volgens mij moet u dat samen met uw collega ook kunnen.

Goed, voorzitter, ik ga verder. In de toelichting van het voorstel voor een regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer 2023 is — ik citeer — te lezen: "Tot op heden is niet gebleken dat de historisch gegroeide basisbedragen en zetelbedragen door een meerderheid van de fracties als structureel ontoereikend of juist te hoog worden beoordeeld". Hieruit kan je concluderen dat deze bedragen juist goed zijn: niet te hoog en niet te laag. Het verleden laat zien dat de senaat goed functioneerde. Of hebben ze maar een beetje zitten prutsen? Graag een reactie van de indiener.

Het is opvallend dat het vrijwel altijd partijen aan de linkerkant van het politieke spectrum zijn die budgettair nooit genoeg hebben. Kennelijk is hun motto "meer, meer, meer", terwijl de burgers steeds minder en minder krijgen. Waar is nu die zogenaamde solidariteit met de gewone man en de gewone vrouw, die gewoon iedere dag op de kleintjes moeten letten en een tandje bij moeten zetten? Waarom kan deze Kamer dat niet? Graag een reactie van de indiener.

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Ik hoor mevrouw Faber zeggen dat de burger steeds minder inkomen heeft. Dat beeld van de samenleving deel ik, maar ik ben toch echt in de veronderstelling dat dat komt door in de afgelopen jaren doorgevoerde wetgeving waardoor de bestaansonzekerheid is gegroeid. Ik vraag me af of de samenleving beter af zou zijn geweest als de wetten hier beter getoetst waren. Dat is ook mijn vraag aan mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Eigenlijk kan ik hieruit concluderen dat mevrouw Perin-Gopie zegt: "Ze hebben een beetje zitten prutsen. Ze hebben het niet goed beoordeeld. Dat hebben ze niet goed gedaan." Maar ik kan u zeggen dat dit een hele politieke Kamer is. Het gegeven dat de mensen nu minder in de portemonnee hebben, de rekeningen niet meer kunnen betalen en de kachel niet meer aan durven te zetten, komt door partijen aan de linkerkant van het spectrum. Uw partij heeft veel weg van D66; veel van uw punten zijn dezelfde basispunten. Dat zijn dus de partijen die de gezinnen aan de rand van de afgrond brengen. Dat is vooral de linkerkant. Mijn fractie, de PVV, heeft altijd tegen al die belastingverhogingen gestemd. We zijn altijd tegen die energietransitie geweest. We hebben tien jaar geleden al gezegd: dat wordt onbetaalbaar en dat is onuitvoerbaar. De bedrijven worden weggejaagd door die enorme energieprijzen. En als de bedrijven weg zijn, komt de bv Nederland gewoon stil te staan. Het is dus gewoon een politiek spel geweest óf ze hebben zitten prutsen, een van die twee.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik vrees ook dat er sprake is geweest van een politiek spel. Onze taak hier zou moeten zijn om wetgeving te toetsen. Maar is mevrouw Faber ook het volgende van mening? Stel dat je wetgeving beter toetst. Dat wil zeggen dat je niet alleen politiek toetst, maar daadwerkelijk de wetskwaliteit toetst, doordat je voldoende ondersteuning hebt van mensen die er verstand van hebben en die je daarin kunnen adviseren. Zouden wij als Kamer dan niet veel beter wetten kunnen toetsen in plaats van politiek bedrijven?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik kan op twee manieren antwoorden. De eerste beantwoording is: dan zijn Kamerleden dus niet in staat om zelf een oordeel te vellen. Ze hebben heel veel andere ideeën nodig. Er zijn rapporten; informatie kunnen we overal vandaan halen. Politiek-inhoudelijk moeten wij gewoon zelf ons oordeel vellen. Dat is punt één. Punt twee. Het verbaast mij dat mevrouw Perin-Gopie met dit punt komt. Ik heb net een commissievergadering van de commissie Immigratie en Asiel gehad. De minderheid werd daar overruled door de meerderheid. De minderheid kreeg amper de kans om iets in een schriftelijke ronde in te dienen over de spreidingswet of de asieldwangwet. Dat woord mag ik niet noemen, maar ik vind het toch lekker klinken; iedereen snapt dan waar het over gaat. In die commissie heeft onder andere mevrouw Perin-Gopie er continu op gehamerd dat er al een plenair debat aangevraagd moest worden voordat er verslag was uitgebracht en voordat de beantwoording binnen was over deze spreidingswet. En dat was niet één keer; het was puur drammen. Dan moet mevrouw Perin-Gopie nu dus niet zeggen dat wij de tijd moeten hebben om een wet zorgvuldig te behandelen. Ik zie mevrouw Perin-Gopie in de praktijk namelijk iets heel anders doen.

De voorzitter:

We gaan hier niet de commissievergadering over doen. Mevrouw Perin-Gopie, uw derde en laatste vraag?

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik ben even helemaal afgeremd. Ik heb geen antwoord op mijn vraag gehoord. Mevrouw Faber begon namelijk over iets heel anders dan over het voorstel dat we hier met elkaar bespreken. Ik wilde alleen dat punt nog even maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Faber, vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Volgens mij is mevrouw Perin-Gopie nu door haar argumenten heen. Maar goed, ik ga verder.

De afgelopen verkiezingen hebben niet alleen laten zien dat een groot deel van de burgers het gegraai in de portemonnee spuugzat is, maar hebben ook laten zien dat je met €0 budget toch je doel kan bereiken en de grootste partij van Nederland kan worden. Geld is niet altijd de oplossing; het gaat om mentaliteit, gedrevenheid, passie en idealisme. Gewoon de mouwen opstropen, niet zeuren en aan de slag gaan. Uiteraard met het huidige budget.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. De heer Schalk heeft nog een vraag voor u.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb één vraag aan mevrouw Faber. Die zou ze kunnen wegwuiven als een als-danvraag. Maar ik stel 'm toch. Als je even loslaat of je het nu wel of niet met het voorstel eens bent, is mevrouw Faber het er dan wel mee eens dat de kleinere fracties in ieder geval een groter deel van die extra middelen krijgen dan de grote fracties?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik ga niet mee in dit voorstel, dus ik kan ook daarin niet meegaan. Ik begrijp wel wat meneer Schalk zegt, namelijk dat het voor kleinere fracties moeilijker is. Dat begrijp ik. Ik gaf het voorbeeld van uw partijgenoot van destijds, meneer Holdijk, die hier gewoon zijn functie uitstekend uitvoerde. Daar was totaal niets op aan te merken. Dus het kan wel. Ik begrijp wel dat het een grote druk geeft.

De heer Schalk (SGP):

U zult mij niet horen klagen over die grote druk. Dat heeft u ook niet gehoord. Het ging mij even om het volgende. Op het moment dat er budget komt, vind je dan dat het een betere verdeling is om kleine fracties wat meer te bieden dan grote fracties? Dat is eigenlijk de wat "cleane" vraag.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dat begrijp ik, maar op het moment dat ik daarin meega, ben ik het eens met het voorstel, want het voorstel is onder andere daarop gericht. Ik begrijp uw vraag, maar ik kan er niet in meegaan.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. Dan geef ik het woord aan de heer Janssen namens de SP.