Toezegging Tijdelijke geschillencommissie permanent maken indien nodig (33.106 / 32.812) (T01575)
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Smaling (SP), toe om de tijdelijke geschillencommissie - voor geschillen tussen ouders en scholen - permanent te maken wanneer geconstateerd wordt dat deze nog nodig is.
Nummer | T01575 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 oktober 2012 |
Deadline | 1 januari 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs |
Kamerleden | prof. dr. ir. E.M.A. Smaling (SP) |
Commissie | commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | geschillencommissie passend onderwijs |
Kamerstukken | Passend onderwijs (33.106) Kwaliteitsverbetering van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (32.812) |
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 31
De heer Smaling (SP): Punten waarover verder conflict kan optreden, zijn het zorgprofiel van de school, het ontwikkelingsperspectief van het kind, toelating op speciaal onderwijs – vol is immers vol – en de school die door het samenwerkingsverband wordt gekozen. De ouders kunnen naar de klachtencommissie van de school, naar de Commissie Gelijke Behandeling en ten slotte naar de rechter. Hoeveel juridisering hebben wij in het verschiet? Is het dan toch geen optie om een permanente landelijke geschillencommissie in het leven te roepen?
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 64
Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Komt men er uiteindelijk niet met elkaar uit, dan heeft de ouder de mogelijkheid om naar de landelijke geschillencommissie te gaan. Deze geschillencommissie is tijdelijk, maar zoals ik in mijn beantwoording al heb toegezegd, mede naar aanleiding van vragen van de heer Flierman, ben ik bereid om haar zo lang in de benen te houden als wij met elkaar vinden dat het nodig is. In de loop der tijd merken wij vanzelf wel of het een beetje doodbloedt daaromheen of dat het nog steeds een welig tierend gebeuren is. Ik hoop natuurlijk dat het laatste niet het geval zal zijn, maar als het zo is, dan is het goed dat deze commissie er is. In de huidige situatie is er overigens helemaal geen geschillencommissie bij een verschil van mening. In die zin is de positie verbeterd.
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 69-70
De heer Smaling (SP): Het punt van de ouders ging vrij snel. Ik heb gevraagd of de tijdelijke geschillencommissie niet een permanente kan worden. De minister zal misschien antwoorden dat er allerlei instanties zijn waar die ouders terechtkunnen, tot de rechter aan toe, maar dat ziet er toch wel erg bewerkelijk uit. Zou het voor ouders niet aangenamer zijn als de geschillencommissie permanent zou zijn?
Handelingen I 2012-2013, 2, blz. 72
Minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart: Kan de tijdelijke geschillenregeling niet permanent worden? Ik heb al toegezegd dat zij permanent wordt als zij permanent moet worden. Ik heb dit ook aangegeven in de schriftelijke beantwoording, in de nota naar aanleiding van het verslag. Ik zit hier echt niet moeilijk in als wij met elkaar constateren dat de regeling nog nodig is. Afschaffing ervan moet plaatsvinden bij Koninklijk Besluit. Dat kan ik dus ook niet zomaar doen; dat is echt een formeel besluit.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 2, item 8, blz. 52-74
-
behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 2, item 8, blz. 17-37
-
28 mei 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
15 mei 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor PVO over (deels) openstaande toezeggingen
Op 28 mei 2024 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor OCW.
EK, J
-
-
14 mei 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
10 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van PVO en de staatssecretaris van VWS over passend onderwijs - blijven bouwen aan de basis op orde
Op 14 mei 2024 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor OCW.
EK, AA
-
-
12 december 2023
nieuwe deadline: 1 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 december 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van OCW en de minister voor PVO over (deels) openstaande toezeggingen op het gebied van onderwijs
Op 12 december 2023 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor OCW.
EK, C
-
-
27 september 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 september 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor PVO over de openstaande toezegging 'Tijdelijke geschillencommissie permanent maken indien nodig'
voor kennisgeving aangenomen op 27 september 2022
EK, H
-
-
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
30 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor BVOM over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 30 november 2021.
EK, B
-
-
27 maart 2018
nieuwe deadline: 1 januari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 maart 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen op 27 maart 2018
EK, E
-
-
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
29 januari 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 januari 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: N.a.v. de brief (33.106, N) is de deadline verschoven.documenten:-
-
Verslag van een schriftelijk overleg inzake voortgang moties en toezeggingen passend onderwijs
voor kennisgeving aangenomen op 29 januari 2013
EK, N
-
-
Bijlagen bij 33106 ek-N
-
-
2 oktober 2012
toezegging gedaan
Toezegging Verstrekken van woningen aan leraren (36.373) (T03727)
De minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Walenkamp (BBB), toe om met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten te spreken over of zij kansen ziet bij en creatieve ideeën heeft over het met voorrang verstrekken van woningen aan leraren.
Nummer | T03727 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 26 september 2023 |
Deadline | 1 januari 2024 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs |
Kamerleden | drs. P.V.A. Walenkamp MA (BBB) |
Commissie | commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | leraren nieuwkomersonderwijs Nieuwkomersvoorzieningen VNG |
Kamerstukken | Tijdelijke wet tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen in het onderwijs (36.373) |
Handelingen I 2023/24, nr. 1, item 8, p. 2-25
De heer Walenkamp (BBB):
(…)
De achtste vraag. Is de minister het met ons eens dat er veel meer werk gemaakt moet worden om die docenten met spoed woningen te verstrekken? In sommige gemeenten gebeurt dit juist wel, en in andere juist niet. Er zijn heel wat gemeentes die die mogelijkheden wel hebben, omdat er woningen leegstaan. Daar kan iets mee gedaan worden, bijvoorbeeld aan de hand van deze wet. Ziet u die mogelijkheden ook? Of wilt u dit juist niet faciliteren?
De negende vraag: waarom moeten gemeenten een woonvisie schrijven voordat ze deze voorrang mogen invoeren, terwijl er overal woningnood is? Het wordt daarmee nodeloos moeilijk gemaakt. Wij maken ons zorgen over de rechtmatigheid van deze tijdelijke wet. U gaf eerder aan dat u de juridische opties, onder andere de aanwijzingsbevoegdheid, zo beperkt mogelijk wilt inzetten, alleen na toestemming. Kan de minister dan ook garanderen dat er geen onteigening van panden plaatsvindt, en onder welke exacte voorwaarden wel of niet? Daar leven enige zorgen over.
(…)
Minister Paul:
(…)
Dan ga ik door op het onderwerp arbeidsvoorwaarden en leraren. De vraag was of de arbeidsvoorwaarden in orde zijn en of er niet meer werk gemaakt moet worden van het met spoed verstrekken van woningen aan docenten. Dat was de vraag van de heer Walenkamp. Laat ik vooropstellen dat het werk dat leraren en mensen in het onderwijs verrichten ongelofelijk mooi, belangrijk en verantwoordelijk werk is, en dat het ook op een goede manier beloond moet worden, met een goed salaris en andere arbeidsvoorwaarden. Dit kabinet heeft bijna een miljard geïnvesteerd om ervoor te zorgen dat leraren in het primair en voortgezet onderwijs evenveel verdienen. Daarmee is de loonkloof gedicht die er vanuit het primair onderwijs was. Heel recent is in de cao-akkoorden voor p.o. en vo ruim 10% salarisverhoging afgesproken per 1 juli 2023. Daarnaast is door dit kabinet geïnvesteerd in de professionalisering en het verlagen van de werkdruk in het vo, om zo te zorgen voor een aantrekkelijk beroep en uitdagende loopbaanpaden. Daar is dus in de afgelopen periode behoorlijk wat aan gedaan. En terecht, zeg ik erbij. Dat is ook wat moet gebeuren.
Zoals de heer Walenkamp aangaf, is huisvesting aan de gemeenten. Een aantal gemeenten voert inderdaad beleid waarbij aan leraren voorrang wordt gegeven bij de toewijzing van huizen, zoals in Amsterdam en Rotterdam. Dat is bij uitstek iets wat ik daar zou willen laten. Ik voel geenszins de drang om op de stoel van die gemeenten te gaan zitten en om dat van rijkswege te gaan regelen, ook omdat er grote verschillen zijn.
(…)
De heer Walenkamp (BBB):
(…)
U gaf aan dat u, c.q. uw voorganger, de afgelopen jaren veel heeft gedaan aan de loonkloof. En u gaf aan dat u rond woningen wat heeft gedaan. Ik zou u toch willen verzoeken de toezegging te doen om richting de VNG serieus werk te maken van een duidelijke suggestie. Ik houd namelijk niet zozeer van aanwijzingen. Ik ben al heel lang leraar. Heel veel leraren moeten van plek a naar plek b en ze verdienen vaak niet zo veel of ze hebben andere problemen. Ik hoop toch echt dat u de VNG zover krijgt een bepaalde urgentieregeling te organiseren, zeker voor leraren die nog niet bevoegd zijn, maar wel bekwaam. Zij zitten vaak in een lagere schaal en hebben nog geen vaste baan, maar een tijdelijk contract. Zij zitten dus vaak in een veel mindere arbeidspositie. Ik zou u willen vragen om op dat punt een toezegging te doen.
(…)
De heer Walenkamp (BBB):
In eerste en tweede termijn heb ik een punt aangekaart dat hier breed leeft. Nogmaals dank voor uw toezeggingen, en ook voor de uitleg dat u alleen iets gaat uitvoeren na die vijf jaar, omdat het dan nog een keer terugkomt. Maar ik heb nog een specifiek punt genoemd, als u mij toestaat dat nogmaals aan te kaarten, meneer de voorzitter, namelijk het punt van verhuizingen van leraren. De minister heeft dat meerdere malen gehoord. Heel veel leraren of mensen die in opleiding zijn, hebben een tijdelijk contract en hebben dus heel veel moeite om ergens op een nieuwe plek te komen en te gaan werken. U gaf eerder aan dat u bereid bent erover na te denken en in gesprek te gaan. Ik heb net in tweede termijn gevraagd of u zo vriendelijk zou willen zijn om de VNG ertoe op te roepen hier iets aan te doen. Die toezegging heb ik gevraagd aan de minister.
Minister Paul:
Ik kan natuurlijk in gesprek gaan met de VNG, maar ik zou daarbij het volgende willen aantekenen. Ik vind dat een lastige discussie, want waar wij de zaak bepleiten van leraren, van mensen in het onderwijs, kun je net zo goed een zaak, een case, maken voor verpleegkundigen, mensen die bij de politie werken en allerlei andere hardwerkende Nederlanders die op dit moment misschien ook moeite hebben met het vinden van een huis. Ik wil daar dus verder niet in treden. Volgens mij heb ik aangegeven dat dat bij gemeenten ligt en dat gemeenten daarin hun beleid kunnen ontwikkelen. Natuurlijk kan ik daarover met de VNG van gedachten wisselen. Maar het zal van mijn kant geen hard verzoek zijn om daar specifiek voor het onderwijs beleid op te maken.
De heer Walenkamp (BBB):
Erkent de minister dat het een zeer groot probleem is?
Minister Paul:
Volgens mij zien we allemaal dat er op dit moment problemen zijn op de woningmarkt, maar mijn punt is dat dat breder gaat dan leraren of het onderwijs. Ik vind het lastig om dan een dergelijk verzoek op te leggen of daar op een dwingende manier mee om te gaan, omdat ik zie dat in ieder geval een aantal gemeenten daar aan de ene kant al prima beleid op maakt. In andere gemeenten speelt dat aan de andere kant helemaal niet. Het is dus ook nog eens heel erg afhankelijk van de situatie. Ik vind het ook lastig — nu verval ik een beetje in herhaling, maar ik zeg het toch — omdat er een heleboel andere beroepsgroepen zijn waarvoor dit ook geldt. Ik vind het dus niet aan mij om daar dan een zaak van te maken.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Walenkamp.
De heer Walenkamp (BBB):
We spreken nu met de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, vandaar dat ik dit nu hier bespreek. Dit is echt een punt van aandacht. Bent u in algemene zin bereid om dat alstublieft serieus bij VNG aan te kaarten?
Minister Paul:
In algemene zin ben ik daar zeker toe bereid. Als daar kansen liggen en VNG daar creatieve ideeën over heeft; prima.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 1, item 8
-
28 mei 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
15 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor PVO over (deels) openstaande toezeggingen
Op 28 mei 2024 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor OCW.
EK, J
-
-
26 september 2023
toezegging gedaan