T03226

Toezegging Belang van duurzaamheid in het Groeifonds (35.570)



De Minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Van Kesteren (CDA) en Koffeman (PvdD), toe om in de brief die de minister samen met de minister van EZK naar de Kamer stuurt ook met een reflectie te komen op het belang van duurzaamheid in het Groeifonds.


Kerngegevens

Nummer T03226
Status voldaan
Datum toezegging 17 november 2020
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden Mr. N.J.J. van Kesteren (CDA)
drs. N.K. Koffeman (PvdD)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen duurzaamheid
Groeifonds
Kamerstukken Miljoenennota 2021 (35.570)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 3, blz. 15

De heer Van Kesteren (CDA):

De rijksbegroting vaart onder de vlag: we moeten ons uit de crisis investeren. Hierbij zijn twee voorstellen specifiek van belang: de Baangerelateerde Investeringskorting en het Groeifonds. Het dispuut over de economie gaat in de richting van een grotere rol voor de overheid. Mijn fractie ziet hier twee aspecten aan. Er is zeker een duidelijke rol voor de overheid weggelegd als steunpilaar en corrector. Iets anders is of de overheid een sturende rol in de economie moet spelen. Hier heeft mijn fractie twijfels over. De Nederlandse economie behoort tot de sterkste van de wereld door het Rijnlands model; een systeem van verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid, werknemers en werkgevers, en andere institutionele betrokkenen. Binnen die verdeling schept de overheid de voorwaarden voor het ondernemen door beleid op het gebied van bijvoorbeeld belastingen, onderwijs en infrastructuur. Het ondernemen zelf en de daarbij behorende keuzes moeten aan het bedrijfsleven worden overgelaten. Soms is een mengvorm nodig als het gaat om het mogelijk maken van innovaties waarvoor nog geen verdienmodel is. Om die reden steunt mijn fractie het voorstel om een groeifonds in te stellen. Een dergelijk fonds is nuttig, omdat het een duidelijke focus aanbrengt. Dat is minder het geval als investeringen worden overgelaten aan de diverse ministeries. Ook het feit dat er een onafhankelijke groep van deskundigen over de investeringsvoorstellen oordeelt is een voordeel, omdat het de waan van de dag doorbreekt en ook de verwatering van het fonds doet vermijden. In het verleden is dat met fondsen nog weleens het geval geweest. Denk aan het Fonds Economische Structuurversterking, dat op het laatst overal voor werd gebruikt, behalve voor economische structuurversterking. Ook nu is versterking van de economische structuur en van de infrastructuur in ons land nodig. Ons land, en ook Europa, is toe aan de ontwikkeling van sleuteltechnologieën, zoals artificiële intelligentie, robotisering en waterstoftechnologie. Een vraag aan het kabinet ten aanzien van het Groeifonds is wel om duidelijk een onderscheid aan te geven tussen dit fonds en andere fondsen, zoals Invest-NL en Invest International. Een andere vraag is of de nadruk niet meer zou moeten liggen op het gebied van duurzaamheid. Gelet op de ernst van de klimaatcrisis zou hier veel voor te zeggen zijn.

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 8, blz. 5

De heer Koffeman (PvdD):

We zien een crisisbegroting zonder de radicale koerswijziging die nodig is volgens tal van adviesorganen van de regering. Nederland moet niet denken dat duurzaam een extra last of kostenpost is, stelden zij. Toch is dat precies wat het kabinet lijkt te doen.

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 8, blz. 26

Minister Hoekstra:

Vervolgens ga ik in op een aantal vragen van de leden, maar ik zou nog één opmerking vooraf willen maken. Veel van de opmerkingen van de leden van uw Kamer gaan over de governance, de juridische kant enzovoort. De minister van Economische Zaken en ik hebben toegezegd dat wij voorafgaand aan het debat met de Tweede Kamer — ik meen dat dit begin december is — nog zullen komen met een aantal reflecties op precies dat soort punten, die ook gememoreerd zijn tijdens de Financiële Beschouwingen, maar ook tijdens de Algemene Beschouwingen, in de Tweede Kamer en tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen hier. Wij komen dus nog met een aantal aanvullende gedachten, die ook veel van die zorgen of problemen adresseren.

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 10, item 8, blz. 30

Minister Hoekstra:

Voorzitter. Ik ben het eens met de heer Van Kesteren en de heer Koffeman, die nog naar het belang van duurzaamheid verwezen. Dat zal nog een plek krijgen in de brief van de heer Wiebes en mij. Daar zou ik graag naar willen verwijzen.


Brondocumenten


Historie