T03086

Toezegging De Eerste Kamer op de hoogte houden van de gesprekken met organisaties in de strafrechtketen over de toepassing van de GVM (35.122)



De minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De Blécourt-Wouterse (VVD), toe dat hij de Eerste Kamer op de hoogte zal houden van zijn gesprekken met de organisaties in de strafrechtketen over de toepassing van de GVM.


Kerngegevens

Nummer T03086
Status openstaand
Datum toezegging 16 juni 2020
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden Mr. M.A. de Blécourt-Wouterse (VVD)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel
voorwaardelijke invrijheidstelling
Kamerstukken Wet straffen en beschermen (35.122)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 31, item 3, blz. 19

Mevrouw De Blécourt-Wouterse (VVD):

(…)

Voorzitter. De VVD-fractie vindt het belangrijk dat langgestraften aan wie geen vi is verleend, adequaat worden voorbereid op hun terugkeer in de maatschappij. Via de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel, de GVM, artikel 38z, kan toezicht worden gehouden en kunnen die gedetineerden worden begeleid. Gebleken is echter dat de bekendheid van de GVM zou kunnen worden vergroot. Begin 2020 is door verschillende uitvoeringsorganisaties een voorstel opgeleverd hoe dat kan worden bewerkstelligd. De VVD-fractie zou de minister willen vragen of hij de VVD-fractie de toezegging kan doen dat hij de Eerste Kamer op de hoogte houdt van zijn gesprekken met de organisaties in de strafrechtketen over de toepassing van de GVM.

(…)

Handelingen II 2019-2020, nr. 32, item 2, blz. 10

Minister Dekker:

(…)

Voorzitter. Ik heb al iets gezegd over de mogelijkheden van de Wet langdurig toezicht. Aan de overkant ben ik verschillende malen bevraagd over het instrument van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel. Men zegt: ja, het is leuk dat het instrument er is, maar het is de vraag of het ook wordt toegepast. Dus we werken nu met reclassering, met OM en met ZM om het nadrukkelijker onder de aandacht te brengen en al die tijd en energie die erin zijn gaan zitten werpen ook vruchten af. We zien dat betrokken organisaties recent hebben aangegeven dat er een toename is waar te nemen in het gebruik van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Mevrouw De Blécourt vroeg of ik de Kamer op de hoogte wil houden of die ontwikkeling zich voortzet. Ik zeg dat toe. Dat zal ik doen.

(…)


Brondocumenten


Historie