De minister van Justitie en Veiligheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Veldhoen (GroenLinks-PvdA), toe de discriminatietoets in algemene zin mee te nemen in de invoeringstoets.
Nummer | T04016 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 21 januari 2025 |
Deadline | 1 januari 2026 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Justitie en Veiligheid |
Kamerleden | mr. G.V.M. Veldhoen (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | discriminatie gelijkheid racisme |
Kamerstukken | Wet gegevensverwerking persoonsgerichte aanpak radicalisering en terroristische activiteiten (36.225) |
Handelingen I 2024-2025, nr. 15, item 3 - blz. 1.
Mevrouw Veldhoen (GroenLinks-PvdA):
“Dan een vraag over discriminatie. Gisteren riep de staatscommissie tegen discriminatie en racisme de Nederlandse overheid op om meer werk te maken van het tegengaan van discriminatie. De commissie stelt voor om een discriminatietoets in te voeren. Wij hebben hier ook veel vragen over gesteld in de schriftelijke rondes. Met die discriminatietoets kan worden bekeken welke besluiten en werkwijzen mogelijk discriminatie veroorzaken. Onder andere DUO en de Douane hebben die toets ook al gedaan. Is de minister bekend met deze toets en hoe kan hij bevorderen dat deze toets ook breed wordt ingezet? Hoe ziet hij deze toets in relatie tot deze wet?”
Handelingen I 2024-2025, nr. 15, item 7 - blz. 13.
Minister Van Weel:
“Dan kom ik bij de overige belangrijke zaken. Ik begin met de vraag van mevrouw Veldhoen of we bereid zijn om een discriminatietoets mee te nemen in de invoeringstoets. Het discriminatieverbod geldt uiteraard ook voor de casusoverleggen. Bij de verwerking van bijzondere persoonsgegevens mogen de deelnemers aan het casusoverleg onder geen beding onderscheid maken op basis van onder meer nationaliteit, ras, etnische afkomst, religieuze overtuiging of anderszins. Daarnaast zijn er aanvullende waarborgen tegen discriminatie ingebouwd. Of een casus bespreekwaardig is, moet worden getoetst aan de hand van de objectieve criteria die ik aan het begin van mijn inbreng heb genoemd. Die zijn dus per definitie neutraal. Maar ook in de rechtmatigheidsadviescommissie moet er aandacht zijn voor het tegengaan van risico's op ongelijke behandeling en discriminatie. Het zit dus ingebakken in de wet. In die zin zie ik daar voldoende waarborgen in. Ik zou het wel kunnen meenemen in de invoeringstoets, maar dan meer in algemene zin. In specifieke zin moet het toch echt op een "case by case"-basis gebeuren in de gremia die ik net heb genoemd.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 15, item 7
-
behandeling Verslag EK 2024/2025, nr. 15, item 3
-
21 januari 2025
toezegging gedaan