T01680

Toezegging Europees handelsverbod pelsdieren (30.826/32.369/33.076)



De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Sylvester (PvdA), toe aan de Kamer terug te koppelen hoe een mogelijk handelsverbod op pelsdieren in Europa ligt, wanneer dit onderwerp in Europees verband aan de orde zal zijn, en wat de inbreng van de Nederlandse regering hierbij is.


Kerngegevens

Nummer T01680
Status voldaan
Datum toezegging 11 december 2012
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden dr. J.J. Sylvester (PvdA)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen EU
handelsverbod
pelsdieren
Kamerstukken Novelle Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (33.076)
Novelle Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (32.369)
Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (30.826)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 11, item 10, blz. 77-80

Mevrouw Sylvester (PvdA):

Bij de behandeling in de Tweede Kamer viel het ons op dat er een motie is aangenomen waarin de regering wordt gevraagd, een Europees handelsverbod in pelsdieren te bevorderen. Is daar al concrete uitvoering aan gegeven?

Minister Kamp:

Ook heeft mevrouw Sylvester gevraagd om een Europees handelsverbod voor pelsdieren. Een handelsverbod van Nederland alleen is niet mogelijk, dat zou in strijd zijn met de regels van de Europese Unie voor de interne markt. Wat wel kan, is dat de Europese Unie tot iets dergelijks besluit, na een heel lange en zorgvuldige procedure. Er is echter geen enkel zicht op een meerderheid in Europa die dat op dit moment wil. Ik wil daar geen verwachting wekken. Bovendien lijkt het mij, maar dat moet ik nog verder uitzoeken, dat er op dit punt ook strijd is met het wereldhandelsverbod van de WTO. Je kunt daar niet zomaar op grond van ethische overwegingen een handelsverbod invoeren. Ik zie op korte termijn dus nog niet zoiets gloren, maar ik denk dat er zeker een gelegenheid zal zijn om er in Europees verband eens over van gedachten te wisselen. Dat zal gebeuren en ik zal mij dan beraden op de Nederlandse inbreng daarbij. Daar zijn namelijk ook nog allerlei dingen over te zeggen. Vervolgens zal ik aan de Kamer terugkoppelen hoe deze zaak in Europa ligt.


Brondocumenten


Historie