T03239

Toezegging Financial Transaction Tax (35.711)



De minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Rooijen (50PLUS), toe dat gedurende de demissionaire periode van het huidige kabinet de financial transaction tax er niet komt.


Kerngegevens

Nummer T03239
Status voldaan
Datum toezegging 18 mei 2021
Deadline 1 januari 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Financiën
Kamerleden drs. M.J. van Rooijen (50PLUS)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen belastingheffing
Eigenmiddelenbesluit
pensioenfondsen
financial transaction tax
Kamerstukken Goedkeuring nieuw Eigenmiddelenbesluit van de Europese Unie (35.711)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 37, item 5, blz. 28

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ten slotte punt vijf. Het aflossen van de leningen voor herstel zou moeten plaatsvinden uit bezuinigingen in het EU-budget, uit hogere bijdragen van de landen en volgens sommigen uit EU-belastingen. Deelt de minister onze opvatting dat de EU-begroting gefinancierd moet blijven op basis van het bruto nationaal product? Mijn fractie is in beginsel geen voorstander — dat wil ik hier duidelijk zeggen — van Europese belastingen en zeker niet van de financial transaction tax, die rampzalig zou uitpakken voor onze pensioenfondsen. Graag een reactie van de minister. Belastingheffing behoort het prerogatief van de lidstaten te blijven met maximale eigen democratische controle. Het is al gezegd door collega Essers: no taxation without representation. Deelt de minister onze opvatting dat ons vetorecht moet blijven bij fiscale voorstellen in de EU? We weten allemaal dat dat vetorecht eigenlijk ook het recht is om het niet te hoeven gebruiken.

(…)

Handelingen I 2020-2021, nr. 37, item 5, blz. 45

Minister Hoekstra:

Dan vroeg de heer Koole nog naar de invoering van de koolstofheffing, de financial transaction tax — de heer Van Rooijen sprong meteen op; die was daar minder enthousiast over — en de digital services tax. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de fiscale voorstellen en voorstellen voor nieuwe eigen middelen. Het indicatieve tijdpad uit de routekaart van de Commissie ziet er als volgt uit. In juli 2021 komt er een voorstel voor de koolstofheffing aan de grens. Twee: er komt dan ook een digitale heffing. Drie: een emissiehandelssysteem ETS. Dat komt dus relatief snel. Tegelijk met deze voorstellen komen de voorstellen voor de nieuwe eigen middelen die hierop gebaseerd zijn. Dan zou de Raad in de zomer van 2022 moeten besluiten over de introductie van eventuele nieuwe eigen middelen per 1 januari 2023. Om helemaal compleet te zijn: in juni 2024 wordt dan een voorstel van de Commissie verwacht voor een financial transaction tax, inclusief een voorstel voor eigen middelen op basis van die financial transaction tax. Daarbij geldt overigens dat Nederland vanaf het begin heeft gezegd dat we er niet enthousiast over zijn. Dat vind ik overigens ook zeer verdedigbaar. Als je het namelijk pondspondsgewijs zou doen en je je realiseert dat de Nederlandse beurs net zo groot is als de Italiaanse beurs en er in belangrijke mate ook geld van Nederlandse gepensioneerden overheen gaat, dan kom je tot vrij extreme verdelingsvraagstukken als je daartoe zou overgaan. Dus het is niet een besluit dat door dit kabinet is genomen maar door een vorig kabinet. Daarom is er ook breed aarzeling over in de Nederlandse politiek, zo is mijn waarneming, maar dit is de tijdlijn waar de heer Koole volgens mij naar vroeg.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dank voor de opmerkingen over de financial transaction tax en de context die daarbij is geschetst. Het zou een ramp voor onze pensioenfondsen zijn. We zijn eigenlijk het enige land dat zo'n groot pensioenprivaatstelsel heeft waar inmiddels zo'n 1.700 miljard doorheen loopt, met alle transacties van dien. Is in Brussel voldoende duidelijk dat naar analogie van wat de Fransen "l'exception française" noemen, in dit geval zou moeten gelden "l'exception néerlandaise"? Want dit zou werkelijk onevenredig de gepensioneerden maar ook de mensen die 40 en 50 zijn en die nu sparen voor hun pensioen, treffen. Wie verzint het dat fondsen die al niet kunnen indexeren, dadelijk nog worden wegbelast door een nieuwe belasting op het werk dat ze doen met de gelden van de werknemers?

Minister Hoekstra:

Ik realiseer me dat ik het p-woord met nog meer voorzichtigheid had moeten uitspreken, want ik had kunnen weten wat ik over me af zou roepen. Volgens mij is de positie van het huidige demissionaire kabinet bekend in Brussel. Ik verzeker de heer Van Rooijen dat gedurende de demissionaire periode van dit kabinet die FTT er niet komt.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Maar regeren is vooruitzien. Ik wil de minister niet ontlokken wat een nieuw kabinet moet doen, maar ik mag toch aannemen dat deze minister en zijn partij in onderhandelingen steeds duidelijk zullen zeggen: dit is voor ons een brug te ver.

Minister Hoekstra:

Ik verwees niet voor niets net naar die pensioenfondsen en naar de situatie van die effectenbeurs. Het is een groot goed in Nederland dat die relatief groot is. Dus ik vind het echt logisch om daaraan vast te houden. Ik zal hier niet de verschillende petten op en af gaan doen want dan maak ik het voor de leden wel erg ingewikkeld. Ik vind wel dat in Brussel merkwaardig genoeg weinig wordt gesproken over een tussenvariant, waarbij lidstaten allemaal zouden overgaan tot een bepaald soort belasting waarbij je het speelveld harmoniseert maar de opbrengsten toekomen aan de lidstaten. Dan heb je namelijk niet het probleem dat de een zich onevenredig bevoor- of benadeeld voelt; lidstaten voelen zich overigens niet vaak onevenredig bevoordeeld maar zeker wel benadeeld. Dat heb je dan niet. Tevens zou je het andere probleem van heel verschillende regimes kunnen oplossen. Dat is bijvoorbeeld ook iets wat we met de vliegbelasting proberen te realiseren. Er zitten inmiddels meer landen op de koers van die vliegbelasting. Het liefste zou je dat willen op het gebied van een gemeenschappelijk speelveld. Tegelijkertijd: als je dat dan vervolgens allemaal aan Brussel zou afdragen, dan kan je op je vingers natellen dat Duitsland, Frankrijk en Nederland een onevenredig deel van de rekening betalen omdat de meest gebruikte luchthavens in continentaal Europa liggen in Duitsland, Frankrijk en Nederland.


Brondocumenten


Historie