De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (PvdD), toe om de Kamer per brief te informeren over de wijze waarop zij de aangenomen Tweede Kamer motie-De Hoop c.s. over het aanbrengen van nestkasten in woongebouwen zal uitvoeren.
Nummer | T03998 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 18 februari 2025 |
Deadline | 1 juli 2025 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Kamerleden | drs. N.K. Koffeman (PvdD) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Besluit Bouwwerken Leefomgeving nestkasten nestvoorziening nieuwbouw woningbouw |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025 (36.600 XXII) |
Handelingen I 2024/2025, nr. 19, item 6, p. 3
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter, de minister ging STOER, met hoofdletters, aan de slag met het schrappen van in haar ogen overbodige regels en vergunningen en pakte daarbij ook het verplicht inbouwen van nestkasten bij nieuwbouw mee. Die nestkasten zijn bedoeld voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen, allemaal dieren waar het slecht mee gaat. Dat vinden wij onverstandig, en dat vinden bouwbedrijven ook. De bouwbranche zegt in een brandbrief aan de minister: "We snappen dat u regels wilt vereenvoudigen, maar schrap de regel over nestkasten niet." Als er op rijksniveau ...
(…)
Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):
Ik kom aan de vraag toe. Toen mocht er een jaar niet gesloopt worden, tot die vleermuis verhuisd was. Wat vindt u belangrijker in dit geval — daar ben ik benieuwd naar — die woningen voor 32 mensen of die ene watervleermuis, die daar zo talrijk zijn?
De heer Koffeman (PvdD):
Ik ben heel blij met deze twee vragen. In de eerste plaats is het zo dat vertegenwoordigers van Bouwend Nederland zeggen: natuurlijk zouden we dat vrijwillig kunnen doen, maar wij willen liever een algemene norm, zodat we allemaal weten waar we aan toe zijn. Dan kan het ook goedkoper worden toegepast, bijvoorbeeld in prefabwoningen. Op het moment dat het een landelijke norm is, weet iedereen waar ze aan toe zijn en welke kosten er gemaakt moeten worden. In dat geval zijn het zeer beperkte kosten. Als ze het vrijwillig doen, betekent het dat het niet gestandaardiseerd is en dus veel kostbaarder. Dus Bouwend Nederland zegt: alsjeblieft, zet die verplichting door. Dat is het antwoord op de eerste vraag. Het antwoord op de tweede vraag, over die vleermuizen, is dat er op dit moment heel veel problemen zijn met bedrijven die isoleren en zeggen: wij moeten al die spouwmuren controleren op vleermuizen en op het moment dat er voldoende nestgelegenheid is voor die vleermuizen buiten de spouwmuren, kunnen we daarvan afzien. Dus ook daarvoor geldt dat de bescherming van de vleermuizen het voor Bouwend Nederland een stuk makkelijker gaat maken in plaats van moeilijker.
Handelingen I 2024/2025, nr. 19, item 6, p. 4
De heer Koffeman (PvdD):
Ik kom inderdaad met de vraag aan de minister om Bouwend Nederland te raadplegen om daar een eenduidige duiding van te krijgen. Als er op rijksniveau geen gestandaardiseerde regelgeving rond nestvoorzieningen komt, hebben we te maken met 342 gemeenten, die allemaal hun eigen regels, aantallen en afmetingen rond nestgelegenheden voorschrijven. Een meerderheid van de Tweede Kamer is het daarmee eens en vreest de gevolgen voor de biodiversiteit. Een motie om niet aan de nestkasten te komen werd daar op 17 december aangenomen. Gaat de minister die motie uitvoeren? Graag een reactie. Heeft de minister de indruk dat iemand van de betrokkenen voorstander is van het schrappen van de nestgelegenheid?
Handelingen I 2024/2025, nr. 19, item 6, p. 12-13
Minister Keijzer:
(…)
Voorzitter. Dan la pièce de résistance, of le pièce de résistance — dat weet ik eigenlijk niet eens, voorzitter — namelijk: de nestkasten. Er is inderdaad een motie van het lid De Hoop aangenomen over het aanbrengen van nestkasten in woongebouwen. Die motie ging ervan uit dat dat nu een verplichting is die in het huidige Bbl zit. Dat is niet zo. Dus dat was al een bijzondere wending van deze discussie. De Kamer heeft mij om een reactie gevraagd op deze motie. Ik ga daar vandaag ook nog een brief over versturen, waarin ik aangeef dat ik die motie op een andere manier uit ga voeren.
Het is een beetje lastig, want dit is natuurlijk bij uitstek een politiek debat dat ik met de Tweede Kamer moet voeren, maar het zou ook een beetje gek zijn als ik de heer Koffeman geen antwoord kan geven, terwijl ik hem dat wel kan geven, maar als u het dan even niet doorvertelt ... Ik ben aan het onderzoeken of ik die nestgelegenheden — daarbij ben ik trouwens geïnspireerd door een foto van de gerestaureerde Notre Dame — onderdeel kan laten zijn van zogenaamde utiliteitsgebouwen. Het idee ontstond een beetje dat ik tegen parende vleermuizen, gierzwaluwen en mussen zou zijn. Nee, integendeel. Maar ik heb wel moeite met dat opnemen in woningen, omdat we gewoon met elkaar afgesproken hebben dat we geen plussen meer doen op duurzaamheidseisen voor woningen. Ik ga nu in gesprek met de sector over of dit een oplossing kan zijn. Maar vertel het alstublieft even niet door, want dan kan ik netjes de Kamer informeren.
Dank u wel.
-
23 april 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 maart 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: Bij brief van 18 februari 2025 heeft de minister van VRO deze toezegging gestand gedaan. De commissie besloot in haar vergadering van 4 maart 2025 niettemin de toezegging als openstaand te beschouwen en in schriftelijk overleg te treden. De commissiebrief van 18 maart 2025 met vragen van de BBB-vragen is op 23 april 2025 door de minister beantwoord. -
18 februari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 februari 2025
toezegging gedaan