T02226

Toezegging Rust in het bestel (34.264)



De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe deze erkenningsperiode van 2016–2020 geen verdere wijzigingen in het publieke mediabestel door te voeren.


Kerngegevens

Nummer T02226
Status voldaan
Datum toezegging 2 februari 2016
Voormalige Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen erkenningsperiode
mediabestel
Kamerstukken Toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst (34.264)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 23

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Wat is de visie van de staatssecretaris? Als geschetst wordt dat na dit wetsvoorstel de rust moet terugkeren, wat garandeert hij dan als inkomsten teruglopen? Ik krijg ook daarover graag een heldere uitspraak, niet alleen in verband met deze concessieperiode, maar ook met die daarna.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 33-34

Staatssecretaris Dekker: Ik hoorde mevrouw Bikker vragen: als we hier nu mee instemmen, kunnen wij er dan van uitgaan dat we het niet alleen voor deze concessieperiode, maar ook voor de komende concessieperiode laten zoals het is? De heer Schnabel daarentegen zei juist dat die eigenlijk nog maar het begin is. Hoe ga je nu doorpakken? Ik wil daar een open en eerlijk antwoord op geven. Ik vind dat na dit wetsvoorstel de publieke omroep in Nederland de tijd en de rust moet krijgen om een aantal dingen goed op orde te krijgen. Men moet niet op heel korte termijn weer geconfronteerd worden met nog weer een grote stelselwijziging. Als dit wetsvoorstel het haalt, en dat hoop ik, dan denk ik dat we daarmee de laatste stap zetten in wat dit kabinet doet om de landelijke publieke omroep te moderniseren voor de erkenningsperiode van 2016 tot 2020.

(...)

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Ik ben blij dat ik de staatssecretaris heb laten uitspreken. Ik hoor hem eerst zeggen "deze kabinetsperiode" en later "deze concessieperiode". Ik neem aan dat hij bedoelt dat de rust in ieder geval voor deze concessieperiode zal gelden. Dat krijg ik graag bevestigd.

Als je een voorstel doet om de omroep toekomstvast te maken, klaar om te sturen op de uitdagingen van de toekomst, dan is een tijdsbestek tot 2020, maar drieënhalf jaar waarin de invoering nog voor een groot deel moet plaatsvinden, betrekkelijk kort. Vanwaar dat geringe vertrouwen? Ik neem toch aan dat wij hier wetgeving aannemen die de publieke omroep flexibiliteit geeft om in te gaan op de uitdagingen en dat wij uitgaan van de kracht die er is.

Staatssecretaris Dekker: Ik ben dat helemaal met mevrouw Bikker eens. Ik bedoelde deze concessieperiode. Deze kabinetsperiode heeft nog een jaar te gaan. Dit is een grote structuurwijziging. Dan moet je ze de tijd gunnen om te laten zien dat het kan werken. Ook in andere sectoren zien we soms dat de ene verandering de andere weer veel te snel opvolgt. Dat is ook niet goed. Ik zou Hilversum graag die tijd gunnen. Ik gun ze ook het vertrouwen om te laten zien dat het kan. Ik geloof daarin. Wij hebben een goede publieke omroep; een aantal leden heeft al daaraan gerefereerd. Vergeleken met andere landen krijgen wij veel value for money. Als wij dat weten te behouden, dan zie ik geen reden voor een grootscheepse wijziging.

(...)

Kamerstukken I 2015/16, 34 264, H, p. 1

Tijdens het debat in uw Kamer vroeg de ChristenUnie-fractie aandacht voor rust in het publieke mediabestel. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen, zie ik in ieder geval in deze erkenningsperiode van 2016–2020 geen reden tot verdere wijzigingen in het bestel. Dat geeft de omroeporganisaties en de NPO de rust en ruimte om te werken aan hun gezamenlijke strategie en goede uitvoering daarvan, zoals beschreven in het Concessiebeleidsplan 2016–2020.


Brondocumenten


Historie