T03557

Toezegging TAM-IMRO eventueel verlengen (33.118/34.986)



De minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Moonen (D66), toe dat er bereidheid is om de TAM-IMRO eventueel met een of twee jaar te verlengen in het geval gemeenten hierom vragen.


Kerngegevens

Nummer T03557
Status openstaand
Datum toezegging 7 maart 2023
Deadline 1 januari 2025
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Ir. ing. C.P.M. Moonen (D66)
Commissie commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Omgevingswet
verlengingen
TAM-IMRO
Kamerstukken Invoeringswet Omgevingswet (34.986)
Omgevingsrecht (33.118)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 21, item 3 - blz. 28

Mevrouw Moonen (D66):

(…)

“Dan kom ik op mijn volgende punt: de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen, de zogenaamde TAM's, afgekort. Ik heb recent ook heel veel afdelingen gesproken in het land, van Maastricht tot Drachten en van Leeuwarden tot Terneuzen. Ik ben overal geweest. Ik heb daar ook een beeld opgehaald dat er inderdaad nog gemeentes zijn die zeggen dat zij nog niet zo ver zijn, dat zij 1 januari 2024 niet gaan halen. Ik hoorde steeds dat zij dan graag gebruik willen maken van die Tijdelijke Alternatieve Maatregelen, die TAM's, die overbruggingsmaatregel. Nu is het interessant dat het Adviescollege ICT-toetsing en ook GISkit eigenlijk zeggen dat zij een beetje kritisch zijn op die TAM's, want als je dat heel lang volhoudt en doorzet, dan gaan deze gemeentes niet mee in die transitie, want ze leunen op dat oude systeem. Mijn vraag is wat de visie van de minister hierop is. Tegelijkertijd heb ik zelf ervaren dat er in het land behoefte is aan die TAM's. Die behoefte vond ik zelfs zo sterk dat ik alvast in eerste termijn een toezegging vraag aan de minister, ook al krijgen we nog de visie van de minister, om de TAM's voor twee jaar beschikbaar te houden, en dus niet voor een of anderhalf jaar, maar voor twee jaar, conform het advies van het Kennislab, temeer daar het Kennislab eigenlijk opschreef wat ik zelf ook heb opgehaald en herkende bij mijn rondgang door het land.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 21, item 9 - blz. 31

Minister De Jonge:

(…)

“Zou TAM-IMRO ook langer kunnen gaan werken, vragen mevrouw Klip en mevrouw Moonen. De tijdelijke alternatieve maatregelen zijn in het leven geroepen voor het geval een bevoegd gezag onverhoopt klem zou lopen, bijvoorbeeld als de leverancier van een gemeente nog niet de ondersteuning van hun software zou kunnen bieden. Dan kan het bevoegd gezag nog even gebruik blijven maken van de oude IMRO-standaard om plannen voor urgente gebiedsontwikkeling doorgang te laten vinden, zij het dat de functionaliteit dan natuurlijk wel minder is; het is wel suboptimaal. Die optie is aanwezig. Eerst, de vorige keer dat wij die bespreking hadden, was het nog de vraag: weten we dan heel zeker dat het werkt? Nou, toen nog niet, maar nu wel. Dus het gebruik van TAM-IMRO werkt, maar het heeft ook wel nadelen, zoals dubbel werk — straks moet je uiteindelijk toch over op de nieuwe standaard — en ook wel verminderde dienstverlening. TAM-IMRO heeft ook nadelen, dus je zou er eigenlijk ook niet langer mee door moeten gaan dan strikt genomen noodzakelijk is.

Ik zou graag zien dat ieder bevoegd gezag met zijn eigen softwareleverancier die overstap zo snel mogelijk maakt. Maar ik wil nog wel de optie openhouden om langer dan een jaar gebruik te maken van TAM-IMRO, omdat ik weet dat een aantal gemeenten daarop aandringen. Laten we de vinger aan de pols houden. Laten we kijken wat er nodig is. Als we in de loop van volgend jaar ontdekken dat een aantal gemeenten het noodzakelijk achten om die tijdelijke alternatieve maatregel te gebruiken, kan ik medio 2024 alsnog besluiten om dat met een jaar te verlengen.

Vooralsnog hoop ik en verwacht ik dat het niet langer dan een jaar nodig zal zijn. U verwijst ook naar het AcICT. Dat zegt zelf: omdat je wat later in de tijd zit met je invoering, is de kans ook groter dat de meeste gemeenten veel minder gebruik gaan maken van TAM-IMRO dan men van plan zou zijn als de invoeringsdatum 1 januari afgelopen jaar of 1 juli dit jaar zou zijn geweest. Kortom, ik verwacht een verminderd gebruik van die tijdelijke alternatieve maatregelen, liefst niet langer dan een jaar. Maar als het volgend jaar echt nodig zou blijken te zijn, dan wil ik hier niet de grootste showstopper van maken.”

Mevrouw Moonen (D66):

“De minister zegt: we kijken medio volgend jaar wat er nodig is. Maar we zien nu al heel duidelijk bij een aantal gemeentes de behoefte aan en de noodzaak van een langere overbruggingsregeling. Wij nemen deze week of volgende week een besluit over die invoeringsdatum. Het geeft toch veel meer comfort om zekerheid te hebben over die twee jaar beschikbaarheid van die tijdelijke overbruggingsmaatregel? Ik heb daarover ook een toezegging gevraagd. Dat is voor onze fractie belangrijk.”

Handelingen I 2022-2023, nr. 21, item 9 - blz. 32

Minister De Jonge:

“Dat snap ik. Die bereidheid zeg ik graag toe. Als dat nodig mocht blijken, volgend jaar, ben ik bereid om dat besluit te nemen. Waarom niet nu al? Omdat ik denk: zullen we nou eerst eens kijken hoe ver gemeenten kunnen komen ter voorbereiding op 1 januari aanstaande? Ik denk met AcICT dat het gebruik van tijdelijke alternatieve maatregelen echt minder aan de orde zal zijn dan als we eerder tot invoering hadden besluiten.

Mijn inschatting is ook dat men binnen dat jaar best graag over wil stappen op die nieuwe standaard, omdat de eigen softwareleverancier dan sowieso ondersteunt, omdat geen enkele gemeente zit te wachten op dubbel werk, omdat elke gemeente het bedrijven en burgers gunt om de maximale functionaliteit van dat DSO daadwerkelijk te kunnen gebruiken. Ik denk dat die nieuwe standaard uiteindelijk ook de gewenste standaard zal blijken te zijn voor heel veel gemeenten. Maar u vraagt om een toezegging of ik daartoe bereid ben als dat niet zo is. Als een serieuze bos gemeenten het nodig heeft om die tijdelijke alternatieve maatregel langer te gebruiken dan een jaar, dan ben ik daar natuurlijk toe bereid. Ik denk dat we die invoering schouder aan schouder moeten doen. Dus die toezegging heeft u.”


Brondocumenten


Historie