Minister Van der Hoeven zegt toe om over twee jaar, als de evaluatie er is, te praten over leerlingen die niet van plan zijn om na het vmbo in de richting van het ROC door te stromen.


Kerngegevens

Nummer T00131
Oorspronkelijke nummer tr_OND_2004_8
Status voldaan
Datum toezegging 24 juni 2003
Deadline 24 juni 2005
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Commissie commissie voor Onderwijs
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Kamerstukken Regeling leer-werktrajecten vmbo (28.444)


Uit de stukken

Handelingen EK 2003-2004, 30-911 e.v.

[…]

Mevrouw Linthorst (PvdA):

Er zijn leer-werktrajecten omdat het doeners zijn en dan moeten ze vervolgens toch weer naar een ROC, dus in de schoolbanken. Daar zijn het niet de kinderen naar, want daarvoor zijn nu juist die leer-werktrajecten opgezet. Zo blijft er ook een negatieve connotatie omheen hangen. Zo bouw je toch eigenlijk het voortijdig afhaken van die groep op het mbo al in? Is het nu niet mogelijk om zo’n leer-werktraject, dus het al doende leren, uit te breiden tot een volwaardige leerweg, zodat die kinderen met dat doen dat niveau 2 kunnen halen, zonder dat zij daarvoor een mbo-diploma hoeven te halen?

Minister Van der Hoeven:

Ik zie het probleem, maar dat lijkt mij ook oplosbaar. Het afsluiten van het vmbo met een leer-werktrajectdiploma geeft toegang tot het ROC en sluit daar ook op aan. Daar komen ze niet in de schoolbanken, want er is sprake van een doorlopende leerlijn. Niet voor niets hecht ik aan die afspraken met de ROC’s en dus ook met de AOC’s omdat daarmee die doorlopende leerwegen worden geregeld. Als mevrouw Linthorst zegt dat het probleem wordt voorkomen als van het leer-werktraject een soort van vijfde leerweg wordt gemaakt, dan ontkent zij de verschillen tussen de diverse leerwegen van het vmbo. Ik wil ernaar toe dat daarin niet alleen de klassieke leerroute mogelijk is, maar ook die leer-werktrajecten met die doorstroom voor degenen die daarvoor in aanmerking komen, die zogenaamde doeners. Ik hecht zeer aan die doorstroom in de richting van het ROC, want als wij dat niet goed regelen, staan die kinderen straks met lege handen en dat moeten wij toch voorkomen.

Mevrouw Linthorst (PvdA):

Voorzitter. Ik waardeer de inzet van de minister om de toegang tot het ROC voor deze leerlingen te garanderen, maar er zijn ook leerlingen die dat niet willen, die hun buik vol hebben van school. Wat moeten wij daarmee?

Minister Van der Hoeven:

Laten wij daarover praten als wij de evaluatie hebben, dus over zo’n twee jaar. Dan zal ook duidelijk zijn hoeveel leerlingen inderdaad de buik vol van school hadden. Mij valt in ieder geval op dat bij de leerlingen die de kans krijgen om via het leerwerktraject iets te doen helemaal niet de buik vol van school hebben. Zij ontdekken dat zij in combinatie kunnen gaan leren en ook dat de wereld niet ophoudt aan het eind van het vmbo maar dat ze nog verder kunnen. Dat is pure winst.

[…]



Historie

  • 15 juni 2005
    Voortgang:
    documenten:
    • -   
      TK 24.578 / 30.079, nr. 71 (evaluatie)
  • 24 juni 2003
    toezegging gedaan