Stemming moties Wet maatschappelijke ondersteuning



Verslag van de vergadering van 8 juli 2014 (2013/2014 nr. 38)

Aanvang: 17.57 uur

Status: gecorrigeerd


Stemmingen moties Wet maatschappelijke ondersteuning

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015),

te weten:

de motie-Flierman c.s. over het waarborgen van de continuïteit van onafhankelijke cliëntondersteuning (33841, letter N);

de motie-Barth c.s. over bij het verdeelmodel voor de verdeling van het budget Wmo 2015 rekening houden met sociaal-economische, demografische en gezondheidsverschillen tussen de gemeenten (33841, letter O);

de motie-Slagter-Roukema c.s. over uitstel van een definitieve beslissing over de omvang van de bezuiniging (33841, letter P);

de motie-Slagter-Roukema c.s. over de invoering van de wet uitstellen tot 1 januari 2016 (33841, letter Q).

(Zie vergadering van heden.)


Mevrouw Faber-Van de Klashorst i (PVV):

Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Wij hebben nu twee dagen gedebatteerd over het voorliggende wetsvoorstel. Wij weten hoe de kaarten liggen. Het is duidelijk dat er binnen de fracties sprake is van uniformiteit. Mijn fractie trekt daarom bij dezen haar verzoek om hoofdelijk te stemmen in.


De heer Thissen i (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag ben ik gebeld door de fractie van de SGP. Men meldde mij dat de heer Holdijk, de fractievoorzitter van de SGP in deze Kamer, ernstig ziek is. Men vroeg mij of mijn fractie bereid was om te pairen. Op die vraag heb ik spontaan en direct met ja geantwoord. Politieke opportuniteit is één ding, maar daarboven gaat altijd de menselijke waardigheid. Die hebben wij vooral in de Eerste Kamer hoog te achten. Ik hecht er daarom aan dat we vanavond hoofdelijk stemmen over het wetsvoorstel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

De fractie van de PVV heeft voorgesteld om het verzoek van die fractie om hoofdelijk te stemmen in te trekken. Door de fractievoorzitter van GroenLinks wordt nu voorgesteld om de hoofdelijke stemming te handhaven. Ik heb veel geroffel gehoord. Ik vraag mevrouw Faber of zij haar voorstel in stemming wenst te brengen. De hoofdregel van artikel 108 van het Reglement van Orde is dat er hoofdelijk wordt gestemd over wetsvoorstellen. Op voorstel van de voorzitter of een van de leden kan de Kamer besluiten dat bij zitten en opstaan wordt gestemd. Mevrouw Faber heeft de reactie van de Kamer gehoord. Mijn vraag aan haar is, of zij wil dat er wordt gestemd over haar voorstel om te stemmen bij zitten en opstaan, of niet?

Mevrouw Faber-Van de Klashorst i (PVV):

Voorzitter. Ik stel voor om te stemmen bij zitten en opstaan, tenzij een ander lid natuurlijk hoofdelijke stemming aanvraagt.

De voorzitter:

Dat is net gedaan door de heer Thissen. We houden het dus bij hoofdelijke stemmingen.

Er is gevraagd om eerst over de moties te stemmen met het oog op de mogelijkheid dat de uitkomst van die stemmingen van invloed is op het stemgedrag met betrekking tot het wetsvoorstel. Voor het wetsvoorstel is hoofdelijke stemming gevraagd. Wij zullen derhalve ook over de moties hoofdelijk stemmen.

Hebben alle leden de presentielijst ...

De heer Van Boxtel i (D66):

Voorzitter. Toch nog even om het u makkelijk te maken. Wij hebben full support gegeven aan het voorstel van de heer Thissen om gewoon hoofdelijk te stemmen over het wetsvoorstel. Maar hoofdelijke stemming over de moties is wat mij betreft niet nodig. Mijn voorstel zou zijn over de moties bij zitten en opstaan te stemmen en over het wetsvoorstel hoofdelijk.

De heer Hermans i (VVD):

Voorzitter. Het lijkt mij toch het beste om ook over de moties hoofdelijk te stemmen. Als je kijkt naar de situatie lijkt het mij by far het beste dat iedereen daarover persoonlijk zijn mening geeft.

De voorzitter:

Mijnheer Van Boxtel, u hebt gehoord dat ik heel snel kan lezen, dus misschien kunnen we ook heel snel hoofdelijk stemmen over alle moties.

We beginnen met de motie op letter N (33841).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over de moties.


De heer De Lange i (OSF):

Voorzitter. De eerste twee van de vier moties zijn naar de mening van mijn fractie overbodig, want daarover zijn al min of meer toezeggingen gedaan. Daar kunnen we dus tegen stemmen. We zullen voor de laatste twee moties stemmen.


Mevrouw Frijters-Klijnen i (PVV):

Voorzitter. Een stemverklaring over de motie onder letter Q. Wij zijn tegen de wet, maar als ze wordt aangenomen, zijn wij voor uitstel van invoering. Dus stemmen wij voor die motie.


De heer Thissen i (GroenLinks):

Voorzitter. De eerste drie moties zullen wij steunen. De laatste motie onder letter Q steunen wij niet. Uitstel van de invoering van een wet waarmee wij het inhoudelijk eens zijn, maar niet qua budgettair kader, kunnen we de gemeenten niet aandoen, de professionele organisaties niet en de mensen niet, want dat zou alleen maar meer onzekerheid teweegbrengen. Daar zijn wij niet voor, dus we zullen deze motie niet steunen.


Mevrouw Scholten i (D66):

Voorzitter. De motie onder letter N zullen wij steunen, ervan uitgaande dat de ondertekenaars van de motie hebben bedoeld dat in de afdoende waarborgen een inspanningsverplichting zit om de doelen te bereiken. De motie onder letter O zullen we steunen. De andere twee moties zullen wij niet steunen, want beide ondergraven de doelstellingen van deze wet.


Mevrouw Slagter-Roukema i (SP):

Voorzitter. De fractie van de SP zal voor de vier moties stemmen. Dat is duidelijk: twee moties zijn door onszelf ingediend. Daarnaast zullen we tegen het wetsvoorstel stemmen, omdat wij, zoals meerdere malen door ons is betoogd, vinden dat het te snel wordt ingevoerd en er te weinig budget is. Maar ik hoef het allemaal niet nog een keer toe te lichten.

De voorzitter:

Dit was alleen de stemverklaring over de moties en nog niet over het wetsvoorstel, maar u hebt uw stemverklaring alvast afgegeven.

In stemming komt de motie-Flierman c.s. (33841, letter N).

Vóór stemmen de leden: Meijer, Nagel, Popken, Postema, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Slagter-Roukema, Sörensen, Van Strien, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries-Leggedoor, De Vries, Witteveen, Backer, Barth, Beckers, Van Beek, Beuving, Van Bijsterveld, Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Bruijn, Van Dijk, Duivesteijn, Dupuis, Duthler, Elzinga, Engels, Essers, Ester, Faber-Van de Klashorst, Flierman, Franken, Frijters-Klijnen, Ganzevoort, Gerkens, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koffeman, Kok, Koning, Koole, Kops, Kox, Kuiper, Van der Linden, Linthorst, Lokin-Sassen en Martens.

Tegen stemt het lid De Lange.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 72 tegen 1 stem is aangenomen.

In stemming komt de motie-Barth c.s. (33841, letter O).

Vóór stemmen de leden: Meijer, Nagel, Popken, Postema, Quik-Schuijt, Reuten, Ruers, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Slagter-Roukema, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries-Leggedoor, De Vries, Witteveen, Backer, Barth, Beckers, Beuving, Van Bijsterveld, Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Bruijn, Duivesteijn, Dupuis, Duthler, Elzinga, Engels, Essers, Ester, Flierman, Franken, Ganzevoort, Gerkens, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koning, Koole, Kox, Kuiper, Van der Linden, Linthorst, Lokin-Sassen en Martens.

Tegen stemmen de leden: Reynaers, Sörensen, Van Strien, Van Beek, Van Dijk, Faber-Van de Klashorst, Frijters-Klijnen, Koffeman, Kok, Kops en De Lange.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 62 tegen 11 stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Slagter-Roukema c.s. (33841, letter P).

Vóór stemmen de leden: Meijer, Nagel, Popken, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Slagter-Roukema, Sörensen, Van Strien, Strik, Thissen, Vos, Van Beek, Van Dijk, Elzinga, Faber-Van de Klashorst, Frijters-Klijnen, Ganzevoort, Gerkens, Koffeman, Kok, Kops, Kox en De Lange.

Tegen stemmen de leden: Postema, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Vlietstra, De Vries-Leggedoor, De Vries, Witteveen, Backer, Barth, Beckers, Beuving, Van Bijsterveld, Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Bruijn, Duivesteijn, Dupuis, Duthler, Engels, Essers, Ester, Flierman, Franken, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Hoekstra, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koning, Koole, Kuiper, Van der Linden, Linthorst, Lokin-Sassen en Martens.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 25 tegen 48 stemmen is verworpen.

In stemming komt de motie-Slagter-Roukema c.s. (33841, letter Q).

Vóór stemmen de leden: Meijer, Nagel, Popken, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Slagter-Roukema, Sörensen, Van Strien, Terpstra, De Vries-Leggedoor, Van Beek, Van Bijsterveld, Brinkman, Van Dijk, Elzinga, Essers, Faber-Van de Klashorst, Flierman, Franken, Frijters-Klijnen, Gerkens, Hoekstra, Koffeman, Kok, Kops, Kox, De Lange, Van der Linden, Lokin-Sassen en Martens.

Tegen stemmen de leden: Postema, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Strik, Swagerman, Sylvester, Thissen, Vlietstra, Vos, De Vries, Witteveen, Backer, Barth, Beckers, Beuving, Van Boxtel, Bröcker, Broekers-Knol, Bruijn, Duivesteijn, Dupuis, Duthler, Engels, Ester, Ganzevoort, Fred de Graaf, Thom de Graaf, De Grave, Hermans, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koning, Koole, Kuiper en Linthorst.

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met 32 tegen 41 stemmen is verworpen.