Behandeling Beëindiging gaswinning Groningenveld



Verslag van de vergadering van 16 april 2024 (2023/2024 nr. 29)

Aanvang: 9.01 uur

Status: ongecorrigeerd

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Aan de orde is de behandeling van:

  • het wetsvoorstel Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld (36441).

Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Thans is aan de orde de behandeling van het wetsvoorstel 36441, Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld.

Ik heet de staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom in de Eerste Kamer.

De beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan mevrouw Van Langen-Visbeek namens de BBB-fractie.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Langen-Visbeek i (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Welkom collega-Eerste Kamerleden, iedereen die meeluistert, in het bijzonder de staatssecretaris en uiteraard de Groningers. Ik ben een nieuwe woordvoerder op dit langslepende onderwerp en ineens krijg ik te maken met de enorme emotionele druk waarmee dit debat gepaard gaat. Daarom ben ik vrijdag nog naar Groningen geweest, want wij van de BBB vinden het belangrijk om mét de Groningers te plaatsen in plaats van óver de Groningers.

Voorzitter. Toch wil ik wat kwijt over de aanloop naar dit debat. Die verdient in mijn ogen niet de schoonheidsprijs. Kamerleden werden in een bepaalde groep geplaatst, zo van: jij stelt vragen over de beëindiging van de gaswinning in Groningen, dus jij bent tegen de sluiting. Daar kunnen wij kort over zijn: de kraan gaat wat de BBB betreft definitief dicht.

Voorzitter. Het feit dat je alles mag zeggen betekent niet dat je als politicus dit soort dingen moet zeggen. Caroline van der Plas zei het al in de HJ Schoo-lezing. "We spreken wel, maar we praten niet. We horen wel, maar we luisteren niet. Iets kan niet goed zijn als het niet in mijn wereldbeeld past of door gelijkgestemden wordt verkondigd." In de Tweede Kamer, bij uitstek de plaats waar een open gesprek gevoerd zou moeten worden, gebeurt dit aan de lopende band. Dit leidt tot kuddegedrag en verlies aan vertrouwen in de politiek, en nu ook in de Eerste Kamer.

Voorzitter. Deze manier van polariseren zaait onveiligheid in de samenleving, in ieder geval zaait het grote onrust in Groningen. Terwijl de Groningers juist duidelijkheid, stabiliteit en rust nodig hebben. Wij volksvertegenwoordigers pakken onze rol niet meer, de rol van de Eerste Kamer als chambre de réflexion, waar nogmaals inhoudelijk het gesprek gevoerd kan worden, juist bij onderwerpen die de Tweede Kamer vrijwel unaniem hebben gepasseerd.

Antwoorden die door de staatssecretaris in de Eerste Kamer worden gegeven, hebben een juridische waarde. Als je de Groningers echt zekerheid wilt geven, dan moet je in de Eerste Kamer je huiswerk gedaan hebben. De Tweede Kamer voert het politieke gesprek.

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Mevrouw Van Langen-Visbeek komt hier met een soort van reflectie op wat er twee weken geleden gebeurd is in commissiekamer 1 van deze Kamer. Ik hoor haar zeggen dat deze manier van politiseren niet goed is en onrust heeft veroorzaakt. Maar dan heeft mevrouw Van Langen-Visbeek van de BBB-fractie het, neem ik aan, ook over de rol van haar eigen fractie en die van andere fracties die toen om uitstel vroegen, toch?

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Nee, ik heb het juist over hoe dat geframed werd. Het enige wat wij vroegen was de gelegenheid om vragen te stellen. Wij zijn altijd tegen de sluiting geweest, maar ja, omdat je dan vragen wilt stellen, ben je dus ineens niet meer tegen die sluiting. Dat was gewoon framing en dat was gewoon niet goed.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Met alle respect, dat is gewoon niet waar. Zo is het niet gegaan, en dat weet mevrouw Van Langen-Visbeek ook heel goed. De staatssecretaris weet dat ook heel goed; hij heeft toen ook in het commissiedebat dat de dag daarna plaatsvond in de Tweede Kamer geciteerd uit het commissiedebat hier in de Eerste Kamer. Het beslispunt van die dag was, zo stond heel helder geformuleerd, of de commissie kon instemmen met nog een tweede vragenronde. Die vragen zouden dan die vrijdag ingeleverd en ook meteen beantwoord kunnen worden, zodat we vorige week hadden kunnen debatteren. In die extra vragenronde was dus reeds voorzien. Maar waar de BBB-fractie om vroeg, bij monde van de VVD-woordvoerder, de heer Van den Berg, was om uitstel tot na afronding van een geheel andere wet, die behandeld zou gaan worden, gaat worden in de Tweede Kamer, namelijk een wet rondom de gasmarkt en leveringszekerheid. Zo is het gegaan. Ik zou mevrouw Van Langen-Visbeek aanraden het commissiedebat nog een keer terug te kijken.

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Nou, ik heb het teruggekeken en ik weet zeker dat het niet zo bedoeld is. Het kan misschien zo gezegd zijn, maar onze intentie is altijd geweest om zo snel mogelijk te sluiten. Alleen, wij moeten ook ons werk doen. Er zijn nog vragen — daar kom ik nog verder op terug in dit verhaal — maar het werd gebracht alsof wij heel lang wilden … Dat is gewoon niet waar en het is ook heel jammer, ook richting de Groningers — dat is ook wat ik hier zeg — dat hier onrust mee veroorzaakt is. Ik denk dat je daarover na zou moeten denken als je zoiets framet.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Van Apeldoorn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Nee, de BBB-fractie, zo zeg ik tegen mevrouw Van Langen-Visbeek, had moeten nadenken over wat de gevolgen zouden zijn van het procedurevoorstel dat de VVD ook namens de BBB-fractie deed. Het procedurevoorstel was om eerst af te wachten wat er in de Tweede Kamer zou gebeuren met die hele andere wet. Dat is letterlijk zo gezegd. Dat heeft de onrust veroorzaakt. Ik neem er dus echt afstand van dat de BBB-fractie hier nu zegt dat het een framing is geweest van andere fracties die voor onrust heeft gezorgd en voor woede en onbegrip in Groningen. Daar zijn de fracties verantwoordelijk voor die dat procedurevoorstel hebben gedaan. Dus mevrouw Van Langen-Visbeek moet echt even goed nadenken over wat ze nu zegt, want het is echt onjuist.

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Wat de heer Van den Berg gezegd heeft, wist ik natuurlijk niet. Ik heb daar alleen van begrepen dat we nog één ronde vragen gingen doen, niet meer en niet minder. En "niet meer en niet minder" heb ik ook gezegd, hoor je als je dat naluistert. Dus dan denk ik: je wordt in een bepaalde hoek gezet omdat je één week extra vragen wilt stellen. Nou ja, nogmaals. Ik zeg het nog maar eens voor een derde keer: de kraan gaan wat de BBB betreft gewoon definitief dicht. Daar gaan we het vandaag nu verder over hebben, als u het goedvindt voorzitter. Ja?

De voorzitter:

De heer Crone namens GroenLinks-PvdA.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Het is denk ik voor de geschiedschrijving wel goed om eerlijk te zijn. Iedereen zegt "het is zwart" en alle media en ook de staatssecretaris hebben gezien dat er werd gevraagd om uitstel totdat er meer zekerheid was over leveringszekerheid. Daar werd om gevraagd. Toen hebben anderen gezegd: we zouden het debat vorige week al hebben. Dat was ons voorstel geweest, zelfs al eerder. Toen is echt gevraagd om uitstel en er waren al 40 pagina's antwoorden over leveringszekerheid, 40 pagina's. Toen is echt het frame heel duidelijk neergezet door de VVD en de andere fracties die het voorstel gesteund hebben, ook uw fractie: we willen eerst zekerheid over leveringszekerheid. Pas daarna bleek, na die gesprekken … De heer Van den Berg is wat dat betreft wel open en eerlijk geweest en heeft in interviews gezegd: ik wist niet dat het zo lang zou duren, maar dat was niet mijn bedoeling. Het zou u sieren als u ook zegt: het is niet de schuld van de anderen dat ze ons verkeerd begrepen hebben. Als zwart zwart is, moet u niet zeggen dat het wit is.

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Ik zeg ook niet dat het zwart is of wit. Ik weet alleen hoe ik het zelf begrepen heb en daar ga ik nu vanuit. En hoe je dat dan ervaart, als dat zo groot geframed wordt door iedereen, terwijl je zelf weet dat je dat niet zo bedoeld hebt. Dus nou ja, goed. Dat is even een gevoel dat ik wil weergeven.

De heer Van der Goot i (OPNL):

Ik begrijp uit uw woorden dat u iets niet bedoeld had. Dat kan zo zijn, maar dat u zegt dat de framing ligt aan de andere fracties, dat werpt mijn fractie verre van zich. De heer Crone en de heer Van Apeldoorn van de SP hebben dat keurig verwoord en daar sluit ik mij graag bij aan, namens die Groningers. Dit moet ophouden. Gaat u graag verder met het inhoudelijke debat, zeg ik tegen de voorzitter.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, maar niet nadat de Partij voor de Dieren ook nog bij monde van mevrouw Visseren-Hamakers een korte interruptie heeft geplaatst.

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Dank u wel. Zou mevrouw Van Langen dan hier ter plekke willen zeggen dat ze het inderdaad niet zo bedoeld had of kan ze haar excuus aanbieden voor de verwarring die is ontstaan, zodat ze inderdaad afstand neemt de verwarring die is ontstaan in onze commissievergadering twee weken geleden? Want ze was wel degelijk onderdeel van een groep partijen die niet alleen om een tweede schriftelijke ronde vroeg, maar om een combinatie van twee dossiers en dus om uitstel van ons besluit hier in de Eerste Kamer. Dus wil u dan daar vandaag afstand van nemen?

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Nee, want ik heb dat echt niet zo bedoeld. Wij hadden alleen naar aanleiding van die eerste ronde nog één ronde vragen. Er is ook niets aan de hand. We staan hier gewoon de zestiende. We gaan gewoon sluiten. Dan denk ik: waarom is dit zo groot gemaakt? Het maakt je werk en ook uw werk niet, hoor. Dus laten we met z'n allen afspreken dat we gewoon gezamenlijk die procedurevergaderingen houden voor wat ze zijn: procedurevergaderingen.

De voorzitter:

Mevrouw Visseren, tot slot.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Volgens mij waren we dan bij verschillende procedurevergaderingen. Het was volstrekt helder dat het niet alleen om een tweede schriftelijke ronde zou gaan, want anders was al die ophef en ook die onhelderheid in Groningen en in heel het land niet ontstaan. Het ging echt om uitstel van het besluit om het Gronings gasveld te sluiten. Ik begrijp niet hoe u nu een heel ander idee heeft van wat er twee weken geleden op 2 april is gebeurd in onze commissievergadering.

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Ik kan er niks aan doen dat u dat verkeerd begrijpt.

De heer Van Apeldoorn (SP):

"Dat u dat verkeerd begrijpt"? Ik neem aan dat mevrouw Van Langen-Visbeek toch ook gewoon geluisterd heeft naar wat er gezegd is tijdens die vergadering. Er is ook gezegd door de woordvoerder van de VVD dat hij verwachtte — daar heeft hij zich dus in vergist — dat we het dan in ieder geval nog konden afronden voor het einde van dit gasjaar. Dat is 1 oktober. Dat was met verwijzing naar die andere wet waarvan de behandeling nog moest beginnen in de Tweede Kamer. Dan heb je het dus in ieder geval al over een uitstel van een halfjaar. Dan heb je het niet over een tweede vragenronde.

De heer Van den Berg sprak ook namens u, zeg ik via de voorzitter tegen mevrouw Van Langen-Visbeek. Er werd toen gezegd door BBB: er zal straks een procedurevoorstel gedaan worden namens mijn partij. Het werd ook gezegd door de PVV en andere partijen. Iedereen kan het nog een keer nalezen. Nogmaals, ik zal het daarbij laten, maar ik heb er grote moeite mee dat de BBB-fractie het hier nu heeft over framing door andere partijen terwijl de onrust is veroorzaakt door BBB en de andere partijen die met dat procedurevoorstel kwamen. Wat mij betreft — ik sluit me ook aan bij de vorige spreker — zou excuus richting de Groningers bij wie die onrust daardoor ontstaan is, heel erg op zijn plaats zijn.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, mevrouw Van Langen.

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Ik vind dat we gewoon moeten proberen om goed met elkaar om te gaan en dit niet zo op de spits te drijven, maar goed.

De Eerste Kamer toetst wetgeving op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. We zijn dan ook verheugd om te zien dat de staatssecretaris ervoor heeft gekozen om niet direct in de Tweede Kamerbankjes te gaan zitten, maar vandaag het gesprek aan te gaan met de Eerste Kamer. Graag horen we van de staatssecretaris hoe hij op zijn rol terugkijkt. De BBB-fractie gaat, zoals beloofd, de gaswinning in Groningen per direct stoppen, omdat de veiligheid van de Groningers in het geding is. De fractie vindt het belangrijk dat er een goede strategie ligt om Nederland definitief zonder Gronings gas te verwarmen. De vraag aan de staatssecretaris is: is die strategie er, en zo ja, kunt u ons die toesturen? Zo nee, kunt u ons toezeggen dat die er zo snel mogelijk komt? Het is namelijk belangrijk om snel duidelijkheid te hebben over hoe we verdergaan zonder Gronings gas en het gas in de Waddenzee. Daarvoor vragen we een viertal toezeggingen van de staatssecretaris.

Eén. In verschillende landen, zoals Duitsland, hebben ze de aardgaswinning al genationaliseerd, zodat ze minder afhankelijk zijn van het buitenland. De vraag aan de staatssecretaris is: gaan we die kant ook op in Nederland met EBN?

Twee. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de versnelling van gaswinning op de Noordzee? Komt er een Noordzeegasinvesteringsplan en gaat u de vergunningverlening versnellen?

Drie. Kunt u ons toezeggen dat er voldoende opslagcapaciteit is en de opslagen goed gevuld blijven? Dat wil zeggen ten minste 90%, als dat nodig is.

Vier. Blijft er ondanks de oorlog in Oekraïne en de situatie in Israël genoeg lng beschikbaar uit Amerika en Arabische en Aziatische landen en wordt daarvoor de tijdelijke vergunning voor lng in de Eemshaven verlengd? De fractie van BBB wil die duidelijkheid en benadrukt nogmaals niet de deur op een kier te willen houden om te profiteren van gasgeld, zoals in de commissie door sommige partijen werd beweerd. Het Groningenveld moet nu direct worden afgesloten.

Voorzitter. Er zijn in het verleden te vaak beloftes aan Groningen niet nagekomen. Niet voor niets staat voorop ons verkiezingsprogramma "Van Vertrouwenscrisis naar Noaberstaat". Gasunie Transport Services, GTS, brengt jaarlijks in januari een advies uit over hoe Nederland zeker is van gas in het komende gasjaar. De Gasunie ziet in dat advies alleen een potentieel gastekort als het in de winter een etmaal tussen de -11 en -14 graden wordt. In combinatie met de storing in de gasopslag van Norg zou dat problematisch kunnen zijn. Omdat die lage temperatuur de afgelopen twaalf jaar maar drie keer is voorgekomen, schat het kabinet dat in als een te verwaarlozen risico. Maar wat als we weer een winter krijgen als die van '97, of '86 en '87? De gasopslag in Norg is de afgelopen zeven jaar maar één keer uitgevallen. Maar wat als dit toch gebeurt? Bij de dijkversterking houden we rekening met scenario's van eens in de 10.000 jaar. Ik vraag aan de staatssecretaris: zou hier geen risicoanalyse van gemaakt moeten worden, zeker in de huidige geopolitieke situatie? En gaat u dat ook doen?

Zijn er genoeg alternatieven en zijn die snel beschikbaar? De meest voor de hand liggende oplossing is investeren in duurzame energie. Hiermee slaan we twee vliegen in één klap. Met duurzame energie ben je minder afhankelijk van gas, waardoor de kosten lager zijn en je geen schade toebrengt aan het klimaat. Denk hierbij aan kernenergie, warmtepompen en zonnepanelen op dak. Voorlopig lijkt het er echter nog niet in te zitten dat we als land volledig kunnen overstappen op duurzame energie. Het stroomnet zit vol. Recent lazen we in de krant dat onze havenfaciliteiten niet voldoende zijn voor de grote windmolens op zee. Er moeten enorme uitbreidingen plaatsvinden op hoog- en laagspanningsnetten. Er komen schadelijke stoffen vrij van de wieken. De visserijsector wordt nog verder beperkt. De fractie van BBB heeft grote moeite met de nadelige gevolgen van windmolens. Toen ik afgelopen dinsdag naar huis reed, was er een huisarts op de radio die steeds meer patiënten krijgt die lijden aan slapeloosheid door het geluid van windmolens.

De plannen om kerncentrales te bouwen worden steeds ingewikkelder. Er zijn nu eenmaal dagen dat de wind niet waait en de zon niet schijnt. Ik vraag aan de staatssecretaris: gelooft u nog steeds in de oplossing van windparken op zee? Wat heeft het kabinet tot op heden gedaan of gaat het doen om de inzet van kernenergie te versnellen? In Oekraïne schijnt het in vijf tot zeven jaar te lukken om twee kernreactoren te bouwen en dat is een land in oorlog. Dus wie weet komt u met een mooie oplossing om de inzet van kernenergie te versnellen. Wij zijn benieuwd!

BBB wil dat energie ook zonder het Groningenveld in de toekomst betaalbaar, beschikbaar en betrouwbaar blijft. BBB wil de toezegging van de staatssecretaris dat hij met een toekomstplan komt om dat te garanderen en dat hij ons van de uitvoering ervan op de hoogte houdt. De veiligheid van de Groningers staat voor ons voorop. Sluiting moet snel, slim en veilig. De bevingen die er nu nog zijn, komen door drukverschillen. Gaat u onderzoeken wat de beste manier is om de drukverschillen te verkleinen? Graag een toezegging.

Dit besluit zorgt voor meer druk op de gaswinning in de Noordzee en in de zogenaamde kleine gasvelden. De schadeafhandeling van de kleine velden gaat anders dan de schadeafhandeling van het Groningenveld. In de antwoorden op onze vragen lezen we dat het klopt dat van de meer dan 300 gemelde schades een deel nog niet is afgehandeld, maar ook dat van de meer dan 250 meldingen die wel zijn afgehandeld, geen enkele tot schadevergoeding heeft geleid. De fractie van BBB is bang dat hier weer dezelfde fouten worden gemaakt als in het verleden. BBB wil dat de regie voor de schadeafhandeling in Groningen, bij provincie en gemeentes komt te liggen, met minder regels en minder kosten. Voor elke uitgekeerde euro worden door het IMG 78 cent kosten gemaakt. Dat loopt op, want het was eerst 74 cent. En we willen een faciliterende rijksoverheid. Het uitgangspunt is daarbij simpel: elke woning in het aardbevingsgebied moet hersteld, veilig en verduurzaamd uit deze ellende komen. Gaat u zich hiervoor inzetten? Graag een toezegging van de staatssecretaris.

In antwoord op onze vragen zegt u omdat u demissionair bent niet te willen beslissen over verduurzaming van woningen buiten het aardbevingsgebied vanwege de kosten. De fractie van BBB denkt echter dat het inzetten op verduurzaming van woningen een deel van de belofte aan de Groningers inlost dat ze iets terugzien van de gaswinsten. We denken dat dit werkgelegenheid oplevert voor het mkb, de vraag naar gas daalt, het de energiearmoede in Groningen beperkt en het de tegenstellingen verkleint doordat nu in sommige gebieden de scheiding dwars door woonwijken loopt. Deze verduurzaming zou gefinancierd kunnen worden uit het Klimaatfonds. De vraag aan de staatssecretaris is: wilt u toezeggen dit alsnog te onderzoeken?

Sinds kort draait de stikstoffabriek in Zuidbroek. Op de website lezen we het volgende: "De stikstoffabriek brengt de komende tijd mogelijk geluidshinder met zich mee. Er worden machines opgestart en leidingen schoon-/afgeblazen; dat wil zeggen: een hoeveelheid restgas wordt verwijderd uit het systeem. Dat kan gepaard gaan met een krachtig geluid dat in de omgeving hoorbaar is. De meeste activiteiten vinden overdag plaats, maar het opstarten van de hoge torens die stikstof uit de lucht halen gaat ook 's avonds en 's nachts door. Hierbij kan het voorkomen dat er dan ook wordt afgeblazen." De vraag aan de staatssecretaris is: wat doet u om deze nieuwe bron van overlast aan te pakken?

Tot slot, voorzitter. t Het mooi west, ofwel het is genoeg geweest. Te lang hebben we het belang van de regio's ondergeschikt gemaakt aan het belang van de grootstedelijke gebieden. Naar mijn mening had dit nooit zo lang kunnen duren als het in de Randstad gebeurd was. De onbekendheid met de problemen in de regio was voor velen van ons allang bekend, maar werd pas echt onderbouwd in het rapport Elke regio telt! van het CPB. Rijksondersteuningsprogramma's duurden te kort of waren te kleinschalig. Wil de staatssecretaris toezeggen dat dit in Groningen niet het geval zal zijn? Laten we er samen voor zorgen dat de Groningers zich weer serieus genomen voelen. Dit geldt niet alleen voor de Groningers, maar voor alle mensen in de regio: de boeren, de burgers en de bedrijven. Daarnaast blijft de fractie van BBB zich inzetten voor minder regels.

Voorzitter, dank u wel. Tot slot ook dank aan mijn college Bart Kroon, die heel veel heeft gedaan in de voorbereiding van dit debat.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Langen. Mevrouw Visseren.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb tussen alle vragen van mevrouw Van Langen geen nieuwe gehoord. Ik zou zo alle vragen kunnen beantwoorden, maar ik denk dat de staatssecretaris dat beter kan dan ik. Ik heb echt geen nieuwe argumenten gehoord van de fractie van BBB. Waarom heeft BBB op 2 april geprobeerd om besluitvorming over dit dossier uit te stellen terwijl ze eigenlijk geen nieuwe vragen heeft? Wat waren nou voor BBB de belangrijkste redenen om uitstel van dit besluit te willen bewerkstelligen?

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Wij wilden helemaal geen uitstel van het besluit. We hadden vragen en we willen van de staatssecretaris bevestigd hebben dat hij met bepaalde dingen bezig is, dat we daar verslag van krijgen en dat er wat aan gebeurt. Voor de rest is die sluiting en dat het zo snel mogelijk moet voor ons nooit in Frage geweest. Ik weet niet wat u nu weer suggereert, maar dat is gewoon niet zo.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Wat waren voor BBB de belangrijkste vragen die nog moesten worden beantwoord om tot deze besluitvorming over te gaan?

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Die heeft u net allemaal gehoord. Die kunt u zo beantwoorden, dus ik ben ook benieuwd naar het antwoord van de staatssecretaris.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Visseren.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Maar wat zijn, van de 30 vragen die u heeft gesteld, de 3 belangrijkste waarop u antwoord nodig had om tot besluitvorming over te gaan?

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Ze zijn allemaal even belangrijk. Als ik vragen stel, dan heb ik ook graag duidelijkheid en een goede beantwoording. Iets wat in mijn verhaal terugkomt, is bijvoorbeeld die schadeafhandeling. Dat is voor ons een heel belangrijk punt. Er zitten natuurlijk mensen nog op de afhandeling van hun schades te wachten. Het duurt veel te lang en het kost veel te veel geld. Het zou in onze ogen anders moeten. Zo zijn er wel meer dingen. Die vragen heb ik allemaal gesteld. Ik denk niet dat ik mijn hele betoog nog eens hoef te herhalen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van den Berg namens de VVD-fractie.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van den Berg i (VVD):

Voorzitter. In de Eerste Kamer is het goed gebruik dat leden die het woord voeren over een wetsvoorstel waarbij zij op de een of andere manier persoonlijk betrokken zijn, daar bij het begin van hun inbreng iets over zeggen omwille van de transparantie. Dat is voor mij vandaag zeker op zijn plaats. Als hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen is het Groningendossier voor mij dagelijkse kost. Iedereen die in de Groningse regio actief is, weet hoe enorm het leed, het verdriet en de stress, en het langdurig beschaamde vertrouwen van de gedupeerden zijn. En dat alles is veroorzaakt door de overheid zelf. Ik ga daar straks verder op in.

Vanaf 2017 is deze materie voor mij ook object van onderzoek geworden. In het wetenschappelijke en publieke debat heb ik mij ingezet om het onderwerp van regionaal maatschappelijk onbehagen op de kaart te zetten, zowel wat betreft de maatschappelijke onvrede in onder andere Groningen en Drenthe als wat betreft de bestuurlijke regionale samenwerking om als overheden slagvaardig op te treden en het vertrouwen terug te winnen. Daarover zijn tal van publicaties en adviesrapporten van mijn hand verschenen. Drie onderzoeks- en adviestrajecten op verzoek van het bestuur van het Nationaal Programma Groningen gericht op het slagvaardiger maken van het NPG vermeld ik hier specifiek. Dus neemt u van mij aan: ik weet waar ik het over heb en ik voel ook waar ik het over heb. Gegeven die persoonlijke betrokkenheid met Groningen, heb ik dan ook met lede ogen aangezien hoe mijn inbreng in de procedurevergadering over dit wetsvoorstel op 2 april aanleiding heeft gegeven voor ophef. De bedoeling van mijn inbreng op 2 april was om heel helder te maken dat ook dit wetsvoorstel, juist dit wetsvoorstel, in de Eerste Kamer een zorgvuldige behandeling verdient. Andere fracties wilden snelheid laten prevaleren, maar in de ogen van mijn fractie zou dat geen recht doen aan het gewicht van dit dossier tot nu toe, noch aan de ingrijpende consequenties van dit besluit voor de toekomst van Nederland.

Het Groningengasdossier is een van de heftigste en meest impactvolle politieke en maatschappelijke dossiers van de afgelopen decennia. De onzorgvuldige omgang van de overheid met de mensen in het gaswinningsgebied heeft geleid tot onveiligheid, toegebrachte schade aan gebouwen en huizen en grote maatschappelijke onrust. Mensen zijn veel te lang niet gehoord. De versterkingsoperatie en de schadeafhandeling verlopen nog steeds tergend langzaam. Velen in het gebied ondervinden nog elke dag de grote negatieve gevolgen van de eenzijdige belangenafwegingen die door de overheid in het verleden zijn gemaakt. De leden van de VVD-fractie in de Eerste Kamer trekken zich dat ook aan. Wij zijn daarom, met de regering, van mening dat de beëindiging van de gaswinning in het Groningenveld een belangrijke en noodzakelijke stap is om het vertrouwen van de inwoners van het gaswinningsgebied terug te kunnen krijgen. De VVD-fractie zal dit wetsvoorstel daarom steunen.

Voorzitter. De constatering die ik zojuist deed dat het vertrouwen alleen herwonnen kan worden met de beëindiging van de gaswinning, is van groot belang om twee redenen: in de eerste plaats omdat er daarmee zekerheid komt voor Groningen, voor de inwoners van Groningen, en in de tweede plaats omdat vanaf het moment dat je die constatering doet zorgvuldig handelen in het Groningendossier vooral betrekking heeft op het voldoende adresseren van alle neveneffecten van het sluiten van het Groningenveld. En dat is waar het ons om gaat. Want hoe je het ook wendt of keert, de sluiting heeft verstrekkende gevolgen voor heel Nederland en legt een grote aanvullende verantwoordelijkheid op het landsbestuur naar de toekomst toe, namelijk voor de Nederlandse energievoorziening op de korte, middellange en lange termijn in de wetenschap dat er vanuit het Groningengeld geen gas meer gewonnen wordt.

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Ik ben verheugd te horen dat de VVD-fractie ook voor dit wetsvoorstel zal stemmen en ik begrijp van de heer Van den Berg dat hij heel goed begrijpt wat er speelt in de provincie. Wat ik me dan wel afvraag, is waarom de heer Van den Berg in de commissie het l-woord gebruikte, namelijk leveringszekerheid, omdat ook de parlementaire enquêtecommissie aangaf dat leveringszekerheid gebruikt werd als rookgordijn en juist die term zo gevoelig ligt bij de Groningers.

De heer Van den Berg (VVD):

Inderdaad, die term is gevallen in die procedurevergadering, in de commissie. Ik weet hoe gevoelig die term is en wat voor open zenuw die raakt. Tegelijkertijd is dat woord dat met een l begint een term die in alle rapporten en alle adviezen, of het nou van de Raad van State is, van GTS of welke andere instantie ook — de rapporten die voor ons de documenten zijn om dit debat met elkaar te voeren — op een zakelijke manier wordt gebruikt. Ik vind het een belangrijke opdracht voor de Eerste Kamer om aan de ene kant recht te doen aan alle politieke gevoeligheden die bij een onderwerp horen, maar er aan de andere kant ook voor te waken dat we met elkaar in dit huis taboewoorden maken, omdat we ook díe kant ... Ik zou graag willen dat er een andere, mooie term bestaat voor hetgeen we bedoelen, namelijk de zekere energievoorziening in Nederland na sluiting van het Groningenveld. Dat is een hele zin. Ik zou willen dat daar een ander woord voor was, op basis waarvan we met elkaar toch het inhoudelijke gesprek kunnen voeren over hoe we Nederland van gas gaan voorzien op het moment dat Groningen dicht is.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik wil absoluut geen taboe werpen op uitdagingen waar we als land voor staan, maar bij dit wetsvoorstel zou het juist niet de hele tijd over leveringszekerheid moeten gaan, ook omdat de VVD daar zelf naar verwees in het debat in de Tweede Kamer dat daarover gaat. Ik denk dat het sensitiever was geweest richting de Groningers om niet leveringszekerheid als argument te gebruiken om meer de tijd te nemen voor het bestuderen van het wetsvoorstel dat vandaag voorligt.

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Ook de PvdD is blij dat de VVD vandaag voor de definitieve sluiting van het Groningengasveld zal stemmen. De heer Van den Berg had het over zorgvuldigheid in dit dossier. Dan is mijn vraag aan de heer Van den Berg toch: hoe heeft hij in de commissie EZK op 2 april dat verband tussen die twee dossiers kunnen leggen, waardoor al die verwarring in het land is ontstaan? Dus hoe kijkt hij terug op wat er is gebeurd op 2 april, ook gezien zijn betoog voor zorgvuldigheid? Volgens mij was 2 april namelijk niet zorgvuldig.

De heer Van den Berg (VVD):

Waar ik het in mijn betoog hier over zorgvuldigheid heb, betreft dat het maken van afwegingen waarbij niet alleen naar één aspect wordt gekeken, maar waarbij alles op tafel ligt. Daarbij wil ik van tevoren gezegd hebben dat het nooit onze bedoeling is geweest om te tornen aan de toezeggingen die gedaan zijn in het kader van de parlementaire enquête over Groningen, maar wel om met elkaar de zorgvuldigheid te betrachten om goed in kaart te hebben wat er gebeurt na de sluiting van Groningen.

Ik kom terug op het punt waar u specifiek op doelt, namelijk zorgvuldigheid. Ik heb daar ook eerder op gereflecteerd. Wat ik zelf niet scherp had aan het begin van die vergadering, was het tijdpad van de andere wet. In de beantwoording van de vragen die tijdens het paasweekend tot ons kwamen, werd veelvuldig naar die wet verwezen. Mijn indruk daarvan was dat die wet er al bijna was en dat die in elk geval binnen het tijdpad zou vallen dat oorspronkelijk door de regering was aangegeven, maar in de Tweede Kamer per motie naar voren is gehaald. Daar refereerde de heer Van Apeldoorn zojuist ook al aan. Om het gesprek dat de dag erna in de Tweede Kamer zou plaatsvinden hierbij te kunnen betrekken, heb ik dat voorstel gedaan. Achteraf was dat natuurlijk een omissie. Daarvoor steek ik ook de hand in eigen boezem. Ik vind het ook heel vervelend hoe dat aanleiding voor ophef is geweest. Ik heb daar ook op gereflecteerd, dezelfde avond op Twitter, de volgende dag via een verklaring en inmiddels ook in Groningen bij de mensen om wie het gaat.

De voorzitter:

Mevrouw Visseren, tot slot.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Dank voor uw reflectie op de gebeurtenissen. Het blijft mij verbazen dat een collega die zorgvuldigheid zo belangrijk vindt, zonder de details te bestuderen twee dossiers aan elkaar koppelt en voor ophef zorgt in het hele land, omdat het hele land denkt dat de heer Van den Berg voor uitstel van dit besluit pleit. Nogmaals, de heer Van den Berg heeft uitgelegd dat het niet zijn bedoeling was. Maar het blijft me bevreemden dat iemand die pleit voor zorgvuldigheid, een commissiebijeenkomst onzorgvuldig heeft voorbereid.

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Ik ben blij dat de heer Van den Berg de hand in eigen boezem steekt. Ik complimenteer hem daarvoor. Het zou andere fracties sieren als ze hetzelfde doen. Ik vind dat dus mooi. Ik ben ook blij, maar dat was al bekend, dat de VVD-fractie bij monde van de heer Van den Berg aankondigt voor dit wetsvoorstel te gaan stemmen. Voor mijn begrip en voor de Handelingen — daarna kunnen we het wat dat betreft afsluiten — toch nog even de volgende vraag. De heer Van den Berg benadrukt dat een zorgvuldige behandeling ook belangrijk is. Daar staan we natuurlijk allemaal voor in dit huis. Maar er kan ook een moment zijn dat je over bepaald onderwerp zegt: er is al heel lang gediscussieerd en gedebatteerd — al heel lang staat het dichtdraaien van de Groninger gaskraan op de agenda en ook in de Tweede Kamer is er al veel gesproken over leveringszekerheid et cetera — nu is het moment om door te zetten en spoed te maken. Er lag ook een brief van de staatssecretaris die ons vroeg om een spoedige behandeling. Nu zegt de heer Van den Berg opnieuw "ja maar, zorgvuldigheid". Mijn simpele vraag is dan: vindt de heer Van den Berg dat we nu eigenlijk onzorgvuldig handelen en had hij dit wetsvoorstel liever veel later plenair behandeld, zolang het maar voor 1 oktober was?

De heer Van den Berg (VVD):

Dank voor de vraag van de heer Van Apeldoorn. Twee dingen zijn hier belangrijk. Mij wordt de vraag gesteld of ik vind dat de Eerste Kamer hierin onzorgvuldig handelt. Lag niet al alles op tafel waarmee we dit wetsvoorstel bij wijze van spreken direct als hamerstuk hadden kunnen afdoen? Naarmate mijn fractie zich meer in dit onderwerp en dit wetsvoorstel heeft verdiept, zijn bij ons de zorgen toegenomen, met name na de antwoorden op de vragen in de eerste ronde die tijdens het paasweekend kwamen, over wat nu werkelijk goed geregeld is qua alternatieven om straks borg te kunnen staan voor de energievoorziening. Dat is één element. Eigenlijk viel ons dat behoorlijk tegen. Als ik straks de kans krijg om mijn betoog voort te zetten, dan ga ik daar nader op in.

Ten tweede is dit onderwerp geen onderwerp dat door de tijd heen statisch is. Aan de ene kant is het een onderwerp waarover een parlementaire enquête is geweest. Naar aanleiding daarvan zijn er toezeggingen gedaan. Ik zeg het denk ik voor de derde of de vierde keer in mijn termijn: daar tornen wij niet aan. Aan de andere kant zien wij dat de wereld om ons heen op een gigantische manier in beweging is. Als ik even kijk naar de berichtgeving van het afgelopen weekend over zowel de escalatie van het conflict in het Midden-Oosten als de ontwikkelingen aan de fronten in de Oekraïne-oorlog, dan denk ik niet dat wij kunnen zeggen dat alle informatie op tafel ligt en dat we daarvan een soort foto in de tijd kunnen maken. Dat gaat over de externe kant. Het tweede punt dat ik wil benadrukken is de interne kant. Binnen het dossier is er het rapport van GTS van eind maart. GTS stipte nogal wat punten aan op basis waarvan zij zeggen: als je nu gaat sluiten, is de energievoorziening nog niet goed genoeg geborgd. Ik ga daar zo nog nader op in.

De voorzitter:

Dan stel ik toch voor dat we dit interruptiedebat even gaan afronden. U heeft al een aantal punten genoemd waarop u straks nog nader ingaat en we hebben tot twaalf uur vannacht gepland. Bovendien wordt er gevraagd om spoed. Ik ga dus even ingrijpen. Uw tweede vraag, meneer Van Apeldoorn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Maar ik constateer dan toch dat de heer Van den Berg met veel woorden zegt: als het aan de VVD-fractie had gelegen, hadden we liever uitstel gezien en hadden we liever hier niet gestaan vandaag, want we hadden nog vragen. Volgens mij zegt hij dat in het kader van een zorgvuldige behandeling. Zolang het maar zou zijn afgerond voor het einde van het gasjaar. Althans, dat heeft hij in de commissie gezegd en volgens mij herhaalde hij dat daarnet. Dan rest mij toch nog een vraag. De heer Van den Berg doet nu net alsof in het wetsvoorstel stond: sluiting van het Groningengasveld per 1 oktober. Na een amendement van de Tweede Kamer stond dat er niet meer, maar stond er: sluiting na publicatie in het Staatsblad. Als je op die manier gaat uitstellen, weliswaar geen anderhalf jaar — de heer Van den Berg had zich daarin vergist — maar misschien wel een halfjaar, kan de heer Van den Berg zich dan voorstellen dat het opnieuw heel veel onrust onder de Groningers had veroorzaakt als we het niet vandaag hadden behandeld maar hadden gezegd "we gaan er nog een flink aantal nachtjes over slapen en dan komen we misschien na de zomer een keer plenair terug"?

De voorzitter:

Graag een kort antwoord en vervolgt u dan uw betoog, meneer Van den Berg.

De heer Van den Berg (VVD):

Voor ons is heel erg belangrijk geweest dat de toezeggingen die gedaan zijn in het kader van de parlementaire enquête nagekomen worden. Voor ons is ook heel erg belangrijk dat we op een zorgvuldige manier met alle informatie en met alle inzichten die steeds binnen blijven komen, hier het debat kunnen voeren. Wat ons betreft had het ook eerder gekund, als we meer informatie hadden gehad over de borging. Het gaat ons er niet om dat wij Groningen later dan nodig willen sluiten. Het gaat ons erom dat de neveneffecten van het sluiten van het Groningenveld voldoende geadresseerd zijn.

De voorzitter:

Mevrouw Visseren nog een enkele korte vraag.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Volgens mij komen we heel snel tot de kern van het debat, omdat de VVD het besluit over het sluiten van het Groningenveld koppelt aan vragen over leveringszekerheid. Dan is de vraag aan de VVD: was de VVD bereid om het besluit over sluiting van het Groningenveld uit te stellen als de vragen over leveringszekerheid niet voldoende zouden zijn geweest?

De heer Van den Berg (VVD):

De vraag die mevrouw Visseren stelt impliceert dat wij een soort van voorwaardelijkheid aan dat andere dossier hechten. Die is er niet. Wij wilden wel de informatie boven tafel hebben, omdat wij het van belang vinden voor de zorgvuldige behandeling hier en voor de wetsgeschiedenis om meer en duidelijkere informatie te hebben over die borging van de energievoorziening na sluiting.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat we meneer Van den Berg zijn betoog laten afronden, alvorens eventueel resterende interrupties te plaatsen. Gaat uw gang.

De heer Van den Berg (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik was gebleven bij het volgende. Omdat we Groningen sluiten, hebben we te maken met een grote aanvullende verantwoordelijkheid van het landsbestuur naar de toekomst toe, voor de energievoorziening op de korte, middellange en lange termijn, in de wetenschap dat er uit het Groningenveld geen gas meer gewonnen wordt. Dat is een strategisch vraagstuk van nationaal belang in een wereld die geopolitiek steeds onrustiger wordt. Het is de taak van alle fracties in de Eerste Kamer om ook die verantwoordelijkheid voluit te erkennen en daar recht aan te doen. Anders is naar de mening van mijn fractie alsnog geen sprake van zorgvuldig handelen in het Groningendossier.

De wrangheid van het gesternte waaronder we dit besluit nemen kan niemand ontgaan. We sluiten het hoofdstuk gaswinning in Groningen definitief en om de juiste redenen af, op een moment dat de geopolitieke situatie onzekerder en ongunstiger is dan deze decennialang is geweest, en op een moment dat hernieuwbare energie nog maar deels in onze totale energievraag kan voorzien. De regering staat dus voor een heel serieuze opdracht. Een veelheid aan experts en rapporten benadrukt dat de energievoorziening de achilleshiel van de Nederlandse en Europese strategische autonomie is.

In twee recente rapporten stelt ook GTS — dat is de beheerder van het gastransportnet en de laatste van die rapporten is van 26 maart jongstleden — dat het sluiten van het Groningenveld voor problemen kan zorgen. GTS waarschuwt voor tekorten voor burgers en bedrijven en stelt dat de prijzen enorm kunnen gaan stijgen. Komt er een strenge winter, dan moet alles op alles gezet worden om de gasvoorraden voldoende aan te vullen. Maar krijgen we tijdens een strenge winter te maken met een overspannen gasmarkt, sabotage of een conflictescalatie in het Midden-Oosten of rondom Rusland, dan hebben we een meer dan groot probleem.

Het is daarom moeilijk te begrijpen dat een wetsvoorstel dat de gasmarkt en de zekere energievoorziening voor Nederland zonder Gronings gas regelt, niet al veel eerder en al veel sneller door de regering ter hand is genomen, zodat wij op dit moment in minder onzekerheid dit besluit zouden kunnen nemen. Als je die energiezekerheid in tijden van toenemende geopolitieke onrust goed wil borgen, is er niet één oplossing; die oplossing moet altijd bestaan uit een aantal puzzelstukken. Ik loop de vijf puzzelstukken af die in de ogen van mijn fractie het belangrijkst en meest kansrijk zijn.

Eén: het optimaal benutten van onze eigen gasvelden onder de Noordzee, wat nu nog onvoldoende gebeurt. Een versnellingsplan dat de regering twee jaar geleden in gang heeft gezet, heeft geen zoden aan de dijk gezet. De operators worden nog steeds ontmoedigd doordat het vergunningentraject te lang en onvoorspelbaar is en de investeringsrisico's voor marktpartijen te hoog zijn. Ook uit de nota naar aanleiding van het tweede verslag blijkt dat de staatssecretaris de lat niet hoog legt. Het doel is volgens hem een afvlakking van de daling van de gasproductie op de Noordzee, terwijl de productie in de kleinere Noordzeevelden eigenlijk omhoog moet.

Twee: er is een wettelijke vulverplichting voor de gasvoorraden in de seizoensopslagen nodig. Tot nu toe is die er niet en betoont de regering zich slechts schoorvoetend bereid om deze optie te onderzoeken.

Drie: onze lng-importcapaciteit moet omhoog. Waar deze nu nog tijdelijk vergund is, moet deze permanent gemaakt worden.

Vier: we moeten onze strategische gasreserves vergroten. Daarmee vertraag je het ontstaan van tekorten in geval van onvoorziene omstandigheden. Dat is een dringend advies van GTS uit hun rapportage van eind maart.

Vijf, ten slotte: we moeten net als in andere landen het geval is, meer gas uit Noorwegen betrekken op basis van langetermijncontracten. Dit voorkomt dat je bij een overspannen gasmarkt achteraan in de rij komt te staan. Dat heeft de energiecrisis van 2022 ons wel geleerd.

Het baart mijn fractie zorgen dat deze vijf puzzelstukken tot op heden niet voldoende of niet overtuigend zijn opgepakt. We horen de regering bij elk afzonderlijk puzzelstuk argumenten aandragen waarom het nog niet gebeurd is of wat de relatieve nadelen van elke maatregel zijn. Maar als je dat voor elk onderdeel van de puzzel blijft doen, is het resultaat dus dat je Nederland achterlaat met een onverantwoorde energieonzekerheid in een steeds onrustigere geopolitieke situatie.

Voorzitter. Daarom vraagt mijn fractie de regering om de volgende toezeggingen, die allemaal betrekking hebben op het borgen van de energiezekerheid in Nederland na sluiting van het Groningenveld.

Eén, ten aanzien van Noordzeegas: kan de staatssecretaris toezeggen dat er voor het begin van het volgende gasjaar een Noordzeegasinvesteringsplan komt dat operators in staat stelt economisch aantrekkelijk bestaande en/of nieuwe velden te exploiteren en dat hij daarbij maatregelen biedt die tot versnelling of verkorting van de planologische procedures leiden?

Twee, ten aanzien van de vulverplichting voor capaciteitshouders in gasopslagen: kan de staatssecretaris toezeggen dat een dergelijke vulverplichting er voor het begin van het komende gasjaar gaat komen, zo nodig inclusief een flankerende financiële stimulans en een boetesysteem voor capaciteitshouders?

Drie, ten aanzien van de lng-importcapaciteit: kan de staatssecretaris toezeggen dat de tijdelijke vergunning voor de lng-terminal in de Eemshaven voor het begin van het volgende gasjaar permanent gemaakt wordt en dat die vergunning pas weer mag aflopen nadat alternatieve lng-importcapaciteit is gerealiseerd die de langjarige behoefte dekt?

Vier, ten aanzien van de strategische gasreserve: kan de staatssecretaris toezeggen dat er conform het advies van GTS een noodvoorraad aangelegd zal worden met in eerste instantie een omvang van circa 15 TWh?

Vijf, ten slotte, ten aanzien van de langetermijncontracten met Noorwegen: kan de staatssecretaris toezeggen dat hij er zorg voor gaat dragen dat Noors gas door middel van langetermijncontracten een groter aandeel gaat uitmaken van de Nederlandse energiemix en daarmee de energiezekerheid?

Voorzitter. De VVD-fractie steunt de beëindiging van de gaswinning in het Groningenveld zoals deze wet voorstelt. Ten aanzien van het adresseren van de neveneffecten van deze beëindiging hebben wij wel de nodige zorgen, die we aan de staatssecretaris hebben voorgelegd. Graag horen wij van hem meer over hoe hij op de vijf specifieke onderdelen beter zal borgen dat Nederland na de sluiting van het Groningenveld goed van energie voorzien zal zijn. Alleen indien die borging goed geregeld is, kunnen we echt spreken van zorgvuldig handelen in het Groningendossier.

De voorzitter:

We hadden net afgesproken dat we de heer Van den Berg zijn inbreng even laten afronden, meneer Schalk.

De heer Van den Berg (VVD):

Daarnaast blijft mijn fractie zeer bezorgd over de treurige stand van zaken met betrekking tot de versterkingsoperatie en de schadeafhandeling. De politieke nadruk op het volstorten van de gasputten met beton mag niet afleiden van het feit dat er op het punt van de versterking en schadeafhandeling nog steeds heel weinig voortgang voor de Groningers geboekt wordt.

Voorzitter. Ik sluit af met de opmerking dat mijn fractie het heeft betreurd dat in de maatschappelijke en politieke discussie over de beëindiging van de gaswinning in het Groningenveld door velen een beeld is neergezet dat je ofwel onkritisch voor de definitieve en onomkeerbare sluiting bent en dan maar beter geen verdere vragen zou moeten stellen ofwel dat je tegen de sluiting bent en daarmee geen oog zou hebben voor de ellende en de veiligheid van de Groningers. Mijn fractie is van mening dat de wereld iets complexer in elkaar zit dan dat. Ook in gevoelige dossiers, juist in gevoelige dossiers, moeten we als Eerste Kamer blijven nadenken en de noodzakelijke vragen blijven stellen. Als dat hier niet meer gebeurt, waar dan wel? Het is onze opvatting dat je tegelijkertijd zowel een sterk een inlevingsvermogen en een kraakhelder besef kunt hebben van de ellende en de veiligheid van de Groningers als dat je met grote zorg kunt kijken naar de energievoorziening in Nederland na de sluiting van het Groningenveld gegeven de sterk veranderde geopolitieke situatie waarin we ons bevinden. We leven in een tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten. Ook daar kunnen we en mogen we niet licht over denken. Dat betekent dat Nederland weer energiepolitiek moet gaan voeren. Ons geopolitieke bewustzijn moet omhoog en ons geopolitieke handelen moet versterkt worden.

Voorzitter. Ik dank u en we kijken uit naar de beantwoording van de vragen door de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Schalk, u was eerst. Namens de SGP.

De heer Schalk i (SGP):

Voorzitter, excuses dat ik even had gemist dat we moesten wachten tot het eind van het betoog van de heer Van den Berg. Heel helder wat hij heeft betoogd. Ook dank voor de openhartige manier waarop hij teruggekeken heeft op de afgelopen periode. Wat ik mooi vond, is dat hij nu heel inhoudelijk ingaat op datgene wat zijn echte vragen zijn. Eigenlijk vraagt hij vijf toezeggingen, maar hij heeft ook gezegd: Groningen moet wel dicht. Hoe moeten we dat nu zien? Gaan die toezeggingen nu leidend zijn of mogen we het zo doen dat we met zijn allen zeggen: dit zijn de dingen die we heel graag willen, maar ook als dat niet allemaal kan — misschien kunnen ze niet alle vijf — gaan we toch dicht?

De heer Van den Berg (VVD):

Daar kan ik een heel kort antwoord op geven. Ik denk dat ik een keer of vier, vijf in mijn inbreng heb gezegd dat wij dit wetsvoorstel steunen, dat ik een keer of vier, vijf in mijn inbreng heb gezegd dat wij met de sluiting op de wijze die voorgesteld wordt in deze wet zullen instemmen, maar dat neemt niet weg dat deze vragen gesteld moeten worden en dat ik ook hoop dat we hier toezeggingen over krijgen van de staatssecretaris.

De heer Schalk (SGP):

Daar ben ik het zeer mee eens. Dat maakt het debat ook veel opener, namelijk dat het echt gaat over de dingen die we nu nog graag willen horen en afgerond willen hebben.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Dank aan de heer Van den Berg voor de, denk ik, ruiterlijke en eerlijke schets van hoe het gegaan is, maar op één punt ben ik niet met hem eens. U doet nu net alsof dit onzorgvuldig zou zijn geweest zonder die toezeggingen op die vijf punten, dat onvoldoende rekening is gehouden, ook in de Tweede Kamer, met leveringszekerheid. U weet dat er vorige week een tweeminutendebat is geweest en dat er weken daarvoor ook een groot mondeling overleg is geweest. Er liggen zelfs vijf moties, althans, er liggen veel meer dan vijf moties die vanmiddag in stemming komen die ongeveer uw vijf punten afdekken en nog veel meer. De regering wordt ook opgeroepen om eindelijk eens een keer aan energiebesparing in de eigen gebouwen te doen. Ik vind dus vrij hovaardig, maar ook niet onze rol om op deze toon de Tweede Kamer aan te spreken "jullie willen maar sluiten", met overigens 140 voor, en "jullie hebben helemaal niet nagedacht over leveringszekerheid". Terecht dat u er vragen over stelde. We hebben er 40 pagina's antwoorden over gekregen voor twee weken geleden. De tweede ronde heeft dat nog eens bevestigd. Ik zou dus afstand nemen van de toon dat wij hier te snel zouden willen. U zei: dé Kamer wilde te snel beslissen. Wij dus. Dat is niet waar. Er is nog nooit zo'n zorgvuldig debat geweest. Ik zal straks zeggen dat de toezegging van het kabinet dat we zouden gaan sluiten al van 2018 was.

De heer Van den Berg (VVD):

Ik hoor een paar aannames en een paar insinuaties in de vraag van de heer Crone. Ik recenseer hier niet het werk van de Tweede Kamer. Het ingewikkelde aan de vraag van de heer Crone vind ik dat hij aan de ene kant zegt dat je heel goed moet kijken naar wat er allemaal in de Tweede Kamer gedaan is, en dat hij aan de andere kant zegt: de Eerste Kamer moet haar eigen rol spelen en er worden later vandaag nog moties in stemming gebracht. Daarvan zeg ik: als meneer Crone zegt dat mijn betoog niet moet verwijzen naar wat er in de Tweede Kamer is gebeurd en dat wij ons moeten richten op onze eigen taak, dan stel ik hier ook de vragen die ik graag wil stellen, los van wat er eventueel later nog al dan niet in de Tweede Kamer aan moties wordt aangenomen.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Laten we er geen jij-bak van maken. U zegt zelf steeds, niet alleen twee weken geleden maar ook nu weer, dat het debat nog niet zorgvuldig was geweest en dat dat uw hoofdrol is. Daar ben ik het mee eens. Maar u had dus kunnen vaststellen hoeveel er al is geregeld, tot en met de schriftelijke vragen en antwoorden die we zelf hebben gekregen. Ik neem dus afstand van de wat verwijtende toon die ik proef, namelijk dat het in de Tweede Kamer te snel zou zijn gegaan en wij er dan gelukkig nog eens goed kijken. Die indruk heeft u twee weken geleden en nu net toch gewekt.

De heer Van den Berg (VVD):

Nou, ik benadruk dan maar dat wij hier in de Eerste Kamer vooral gaan over wat wij hier zelf doen en dat wij als fracties en woordvoerders de vragen stellen zoals wij ze graag stellen.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik moet zeggen dat ik het erg jammer vind dat het debat te weinig gaat over het beëindigen van de gaswinning en te veel over de energievoorziening die nodig is. In de ogen van mijn fractie moet het vandaag namelijk gaan over de beëindiging van de gaswinning en alle effecten die dit heeft op mensen die leven in het aardbevingsgebied. Doordat de VVD nu ook de koppeling maakt met geopolitieke ontwikkelingen en het al dan niet meer gebruikmaken van de fossiele energie die nog in het Noordzeegebied zit, krijgt dit debat toch een heel andere wending en gaat het niet over het belang van de Groningers. Dat vind ik toch zeer teleurstellend.

De heer Van den Berg (VVD):

Ik begrijp het punt dat mevrouw Perin-Gopie probeert te maken. Ik meen dat ik in mijn inbreng op verschillende punten heb stilgestaan bij de situatie in Groningen en bij de enorme impact van dit dossier op heel veel levens van de mensen daar. Ik richt mij in mijn vragen en gevraagde toezeggingen op die energievoorziening naar de toekomst toe, omdat wij eigenlijk op het punt van de situatie in Groningen en het beëindigen daarvan geen twistpunt zien. Daar zit het probleem ook niet. Daar zijn we het met elkaar over eens. Wat overblijft — daarom richt een groot deel van mijn betoog zich daarop — zijn de vragen over hoe robuust de energievoorziening in Nederland is nadat we het besluit van vandaag hebben genomen. Wij hoeven niet de degens met elkaar te kruisen over de ernst van de situatie in Groningen. Daar zijn we het met elkaar over eens. We hoeven niet de degens met elkaar te kruisen over de toezeggingen die gedaan zijn in het kader van de parlementaire enquête. Waar mijn fractie graag van de staatssecretaris meer informatie en zo mogelijk toezeggingen over wil, zijn die vijf punten waar ik het naartoe getrechterd heb.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik ben van mening dat een zorgvuldige wetsbehandeling zich beperkt tot de wet die voorligt. Ik zou namelijk graag op een later moment met de collega's hier het debat willen voeren over de energievoorziening, over de manier waarop die moet worden vormgegeven en over hoe we ervoor zorgen dat er voldoende energie in Nederland beschikbaar is. Dat is naar de mening van mijn fractie toch echt een ander debat dan het debat dat we zouden moeten voeren over het beëindigen van de gaswinning in Groningen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Crone namens GroenLinks-PvdA.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter, dank. Wij voeren een belangrijk debat, een historisch debat. Ik volg graag de lijn van de heer Van den Berg over "wat is je persoonlijke betrokkenheid?", ook in het kader van de integriteit en zorgvuldigheid van het debat. Ik was burgemeester van Leeuwarden. Dan vergader je vaak in Groningen, in het provinciehuis. Ik zat op 8 januari 2018 in het provinciehuis van Groningen.

De voorzitter:

Mag ik enige rust in de zaal, leden? De spreker wordt afgeleid.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Ik sprak de heer Van den Berg aan en hij werd afgeleid, maar daar wacht ik dan even op.

Voorzitter. Ik was burgemeester van Leeuwarden. Op 8 januari 2018 zat ik in het provinciehuis van Groningen in een vergadering met onder anderen de commissaris — hij zit hier ook — René Paas. Opeens voelde ik een enorme schok. 8 januari 2018. Dat was de op één na grootste schok die Groningen ooit heeft meegemaakt, na die beroemde schok in Zeerijp. Een schok van 3,4 op de schaal van Richter. De schok van daarvoor was 3,6, in Zeerijp in 2012. Dat was de grote schok die leidde tot het verdubbelen van de gaswinning door Kamp. Hoe dat is gegaan is daarna geëvalueerd. Het was een grote schok. Eerst dachten we nog: er wordt zeker geheid in de buurt. Maar het was duidelijk een schok door de aardbevingen, midden in het hartje van de stad. De op één na grootste beving in omvang.

Voorzitter. Die beving kon gevoeld worden door 270.000 mensen in Groningen en leidde tot 5.654 schademeldingen. Het was de zesde beving in die maand en er volgden in die januarimaand nog twee. Het kwam tot indrukwekkende fakkeloptochten. De maat was toen voor de Groningers echt vol. Ik voelde dat toen zelf ook. Als je zo'n schok voelt ... Je doet er eerst lacherig over, want je denkt dat er wordt geheid. Ik zei nog: nu gaat mijn nieuwjaarspeech weer over Groninger gas, in plaats van dat ik een keer kan vertellen over de toekomst van Groningen en de provincie. Dit is al zeven jaar geleden. Toen heeft de regering gezegd, bij monde van de heer Wiebes, "wij gaan Groningen sluiten". In 2018 is dat al besloten! Is het dan een overhaast besluit dat we dat nu nemen? Ik vraag het aan de VVD en andere fracties.

Het besluit heeft veel te lang geduurd, want daarmee is — al voor 2012, voor 2018 maar zeker ook in de laatste jaren — de angst, het verdriet, de voortdurende onzekerheid miskend van mensen die niet wisten of hun huis nog veilig was. Vooral bleek de overheid onbetrouwbaar. De heer Van den Berg heeft daar inderdaad zelf heel goede stukken over geschreven. De overheid heeft veel beloofd, maar dat niet gedaan of zelfs dingen averechts gedaan.

Voorzitter. Er werden toen heel veel maatregelen genomen om de emotie en de feiten het hoofd te bieden. De Stad — Groningen heet "de Stad", dat weet u — kreeg tientallen miljoenen om de fundering van het nieuwe Forum extra te versterken. Het UMCG en de Rijksuniversiteit Groningen vreesden grote schade, niet alleen aan het gebouw, maar ook aan gevoelige onderzoeksapparatuur. Er moest zelfs in de Martinitoren meetapparatuur worden opgehangen. Je moet er toch niet aan denken dat die toren scheef zou zakken. Ik geef dit als voorbeelden.

Het had veel erger kunnen worden als we waren doorgegaan met gaswinnen in de hoge mate van de tijd daarvoor. Ik vraag dus iedereen: beseft u zich dat goed? Het was het moment waarop iedereen zei: het wordt alleen maar erger als we niet stoppen. De contouren van het gebied waar bevingen kunnen plaatsvinden, gingen officieel van tafel. Vanaf dat moment was duidelijk dat het overal in Groningen kon gebeuren, niet meer alleen op boerderijen en in kleinere gemeenten, waarvan iedereen dacht: nou ja. Dat was natuurlijk niet terecht, maar zo is het qua gevoel wel gegaan. Het ging dus over schade voor heel veel mensen door het uitputten van de bodem.

Voorzitter. Ik begrijp dan ook niet dat mensen hier soms met droge ogen kunnen zeggen: het levert ons misschien wel 1.000 miljard op, dan geven we toch 100 miljard aan de Groningers ter compensatie? Zo'n domme rekensom staat niet in verhouding tot de emoties en is arrogant en neerbuigend tegenover de onzekerheid die het zou hebben opgeleverd als we waren doorgegaan met winnen.

Voorzitter. In deze orde van grootte moeten we dit debat plaatsen en het tijdverlies. Dan begrijpt u ook hoe groot de schok was toen de kraan in januari jongstleden toch weer openging, terwijl er natuurlijk geen sprake was van een strenge winter. Geen wonder dat mensen toen dachten: zie je wel, alle beloftes zijn niets waard; ze doen toch weer de kraan open. Vorige week was er weer een schok van 2,1. De staatssecretaris was er in de buurt en is er meteen naartoe gereden.

Voorzitter. Het gevoel dat je moet sluiten leeft daar heel diep, omdat er nog steeds bevingen zijn, en die zullen ook niet zomaar ophouden. Vandaar dat ik altijd heb gezegd: we moeten luisteren naar het politieke signaal uit de Tweede Kamer. Zeker na de uiterst zorgvuldige behandeling in de Tweede Kamer en de unanieme besluitvorming aldaar, inclusief een motie om het niet in oktober te sluiten maar liefst per 1 april. Die datum hebben we al laten passeren, dus dan per 1 mei. Dat is ook luisteren naar het politieke signaal en de weerklank daarvan bij de bevolking van Groningen. Vandaar dat onze inzet natuurlijk heel duidelijk is. Het gaat om een groot verlies, waar eindelijk een beetje compensatie voor komt door te sluiten.

Voorzitter. Ik kan er dan ook boos over worden als mensen dan achteloos roepen: dan gaan we toch winnen met de hand aan de kraan. De hand aan de kraan bestaat niet, want de veiligheid en de onveiligheid zijn niet snel te meten. Je kunt als je nu wint niet snel, in korte tijd, zien hoe groot de schade is. Dat hebben we bij het Waddengas gezien, maar dat zal voor de provincie Groningen als geheel ook gelden. Dat doet geen recht aan de ontwrichting en de onzekerheid die juist nu zo groot zijn. Dat wantrouwen is natuurlijk voortdurend een thema geweest en dat is nogmaals bevestigd door de recente beslissingen. Een bijkomend voordeel van de wet is overigens dat bij amendement de winning in de Waddenzee is uitgesloten voor nieuwe vergunningen. Daar is mijn fractie ook blij mee.

Maken wij ons dan geen zorgen over leveringszekerheid, zoals ons impliciet een beetje wordt verweten omdat we de behandeling gewoon wilden voortzetten, in normaal tempo, met zelfs twee vragenrondes? Dat vind ik echt een ernstige beschuldiging die ik verre van mij werp. Er zijn al enorm veel maatregelen genomen voor leveringszekerheid, deels gedwongen door de crisis na de oorlog. Er zijn plotseling crisisplannen gemaakt, allemaal nog eens door het kabinet uitgeschreven in de laatste teksten die we hebben gekregen, maar het gaat verder. De validatie van DNV en GasTerra laat nu zien dat er geen potentieel volumetekort is vanaf het komende gasjaar. Geen potentieel volumetekort, ook niet bij een gasjaar met een koud temperatuurprofiel. Wel schat de een het tekort dat mogelijk ooit zou kunnen ontstaan iets groter in dan de ander, maar alle experts, ook TNO-expert Peters, benadrukken dat er geopolitiek gesproken geen sprake is van tekorten. We hebben veel te veel kolen, gas en olie wereldwijd en dat is lang niet alleen maar in de politiek gevoelige landen, zoals Rusland, aanwezig. Dan is natuurlijk altijd de vraag of je het op tijd hier krijgt, maar er is een overschot aan brandstoffen, niet alleen vanuit klimaatoptiek veel te veel, maar er is überhaupt veel te veel. Het is dus puur een centenkwestie of je bereid bent om het te betalen en natuurlijk of je de landingspunten hebt, de lng-terminals enzovoort. Het is dus wel degelijk — dat heb ik ook in de procedurevergadering gezegd — een centenkwestie of je dit probleem kunt oplossen, want je kunt onbeperkt kopen. Het is zelfs gebleken dat wij ook na de crisis zo rijk zijn dan we daardoor andere landen soms in de problemen brengen, maar niet onszelf.

Het kabinet heeft ook keurig uiteengezet dat er een trits aan mogelijkheden is als er toch nog eens een tekort mocht ontstaan. Laat ik overigens even zeggen dat er is berekend dat er zelfs bij een mogelijke een strenge vorstperiode van -11 graden — ik hoop dat er een keer een periode komt van -11 graden, want het woord "elf" zit in elf steden en bij -11 graden hebben we weer een Elfstedentocht — geen tekort zal ontstaan. Zelfs als er twee opeenvolgende van zulke winters zijn — de kans daarop is 1 op 80.000 jaar — is die kans heel klein, omdat onze voorraden zo groot en robuust zijn dat we daar niet voor hoeven te vrezen. Mocht er dan toch nog een tekort komen, dan hebben we natuurlijk een trits aan mogelijkheden. De eerste is besparen, besparen, besparen. Daarnaast kunnen we de import van lng verhogen. Er komen ook nu nog terminals bij. Daar zijn ook moties over ingediend, die vanmiddag worden aangenomen in de Tweede Kamer. Er wordt dus echt veel meer gedaan aan leveringszekerheid dan hier de indruk wordt gewekt. We kunnen minder exporteren. We kunnen de elektrificatie versnellen en vervangen, en trouwens onmiddellijk inzetten. En we kunnen voor een andere energiemix kiezen. Dus nog los nog van de noodzaak voor het klimaat, is in alle scenario's voorzien dat de leveringszekerheid vrijwel nooit een probleem kan worden als de voorraden maar op peil blijven.

De voorzitter:

De heer Crone heeft nog een minuut, dus ik laat hem zijn betoog even afmaken. Vervolgt u uw betoog.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat we nu de Groningers deze zekerheid geven en vol doorgaan — daar rond ik mee af — met het oplossen van de problemen. Mijn vraag aan de staatssecretaris richt zich dus ook vooral op wat daaraan gaat gebeuren. We lezen nu weer in stukken in NRC dit weekend dat Shell en Esso zich aan elke morele verplichting onttrekken. Ze betalen niet. Ze hebben trouwens in het beroemde jaar 2018 hun aansprakelijkheid voor de schade via de NAM ingetrokken in een klein zinnetje in het jaarverslag, een kille berekenende maatregel. Ze voelden zich niet meer aansprakelijk, maar ze betalen ook nog steeds niet de rekeningen waar overeenstemming over is. Is de staatssecretaris bereid om voor het inlossen van de ereschuld ook bijvoorbeeld beslag te leggen bij Exxon en Shell, zodat ze alsnog zullen betalen? Ik volg graag het advies van de Raad van State. Er zijn in de Kamer ook maatregelen genomen om de olies steeds meer onder druk te zetten om hun verantwoordelijkheid te nemen voor de schade waar zij medeverantwoordelijk voor zijn. Ik zeg dat met enige emotie, maar het hoort toch bij het zakelijk verkeer dat je de schadeveroorzaker aanspreekt op de schade die veroorzaakt is?

De conclusie is voor mij heel helder. De gaskraan moet dicht, onomkeerbaar. Gaswinning kan niet meer en hoeft ook niet gelet op de enorme voorzieningen die we al getroffen hebben voor de leveringszekerheid. Gelukkig zullen wij dan ook vol overtuiging voor deze wet stemmen. Ik zie uit naar de antwoorden van de staatssecretaris.

De voorzitter:

De heer Schalk, namens de SGP.

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. De heer Crone heeft uitvoerig betoogd hoe de leveringszekerheid geborgd is. Mijn vraag aan hem is hoe hij erover oordeelt dat drie maanden geleden of zo, toen het even 6 graden vroor, de waakvlammen aan moesten. Dat heeft ook heel veel onrust teweeggebracht. Was dat toen gewoon niet nodig? Is dat echt een onverstandig besluit geweest of heeft hij daar een ander oordeel over?

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Ik heb net ook impliciet aan de staatssecretaris gevraagd: waarom is dat gebeurd? Dat vergrootte natuurlijk onmiddellijk weer de onzekerheid, want er was helemaal geen kou. We hadden de warmste winter sinds decennia. Hij heeft zich volgens mij ook verontschuldigd en onmiddellijk gezegd: het had niet moeten gebeuren. Dat zal hij straks herhalen, denk ik. Maar uw vraag is terecht.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Baumgarten namens JA21.

Voorzitter: Vos


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Baumgarten i (JA21):

Voorzitter. Vandaag staat het huilen me nader dan het lachen. Na bijna 60 jaar gaswinning uit het Groningenveld is de regering thans voornemens om middels het voorliggende wetsvoorstel een definitief en onomkeerbaar einde te maken aan deze gaswinningsmogelijkheden. Hoe het zover kon komen, is genoegzaam bekend. Vanaf 1986 zijn er meerdere aardbevingen geweest die het leven van duizenden Groningers op de kop hebben gezet. Wat volgde was minstens zo dramatisch. De overheid plengde krokodillentranen. In plaats van ruimschoots de schuld voor de aardbevingen te erkennen en gedupeerden ruimhartig te compenseren voor geleden materiële en immateriële schade, volgde een woud aan bureaucratische en ondoenlijke bewijsvoering dat de Groningers met een kluitje in het riet stuurde als het aankwam op erkenning en compensatie. De parlementaire enquête uit 2023 doet nog een pikant boekje open over de mistige belangenafwegingen en de knieperigheid met betrekking tot compensatieregelingen voor gedupeerde Groningers.

De behandeling van de gedupeerden van de gaswinning resulteerde logischerwijs in een trits aan adviezen en rechtszaken, die er uiteindelijk toe hebben geleid dat de politiek in 2018 heeft toegezegd de gaswinning vanuit het Groningenveld initieel in 2030 en later vervroegd naar 2022 te beëindigen. Welnu, thans ligt qua maatregel dus voor om de gaswinningsputten definitief onklaar te maken door ze te ontmantelen en vol te storten met 450 meter diep cement. Mijn fractie is in het licht van meerdere invalshoeken, waarvan geopolitieke afhankelijkheid de belangrijkste is, niet gerust op de timing en uitwerking van het wetsvoorstel. Ik zal mijn visie hierop met u delen.

Allereerst is er het feit dat er een arbitragezaak voorligt die Shell en Exxon hebben aangespannen tegen de Staat over de schade en gederfde inkomsten uit het Groningenveld. Het is de vraag of deze wet hun niet juist meer troeven in handen geeft om hun claim steviger aan te zetten. Wat is de visie van de staatssecretaris hierop? Voorts kunnen we in de beantwoording op onze schriftelijke vragen het volgende lezen: "Vulmaatregelen maken deel uit van het wetsvoorstel leveringszekerheid gas waar de Minister voor Klimaat en Energie momenteel de laatste hand aan legt, waarna het ter consultatie wordt uitgezet." Als ik het dus goed lees, loopt het voorliggende wetsvoorstel voor op het wetsvoorstel dat de leveringszekerheid moet borgen. Dat is de omgekeerde wereld en in het kader daarvan: kan de staatssecretaris mij überhaupt garanderen dat de gasvoorraden voldoende zijn gevuld om in de gasbehoefte te voorzien in de jaren '24-'25 en '25-'26? Kyos en GTS stellen namelijk dat dat nog niet het geval is en dat er nog risico's bestaan.

In de beantwoording van de schriftelijke vragen leest mijn fractie dat de staatssecretaris dit niet zo serieus neemt omdat de kans op twee achtereenvolgende koude winters 1 op 80.000 zou zijn. Dat zou het KNMI hebben beweerd. Edoch, ik kan deze bewering nergens terugvinden in publicaties van het KNMI. Nou zijn er drie opties. Een: ik moet beter zoeken en zal ze dan vinden. Twee: de staatssecretaris staat te bluffen. Of drie: de staatssecretaris heeft informatie die deze Kamer niet heeft. Optie twee en drie zijn onacceptabel. Ik hoop dus van harte dat optie een het geval is. Graag het antwoord van de staatssecretaris hierop.

Daarnaast vraagt mijn fractie zich af of de leveringszekerheid op korte en langere termijn aantoonbaar geborgd is voor een aanvaardbaar tarief. Met betrekking tot het laatste heb ik wel grote zorgen als ik teruglees in de beantwoording van onze vragen: "Als de schaarste groter is, zal de prijs wel hoger zijn." Dat lijkt zowat met een wegwerpgebaar gelezen te moeten worden, maar hogere gasprijzen hebben voor de meeste mensen heel ingrijpende effecten. De papieren en ideologische werkelijkheid botst hier hard op de noden en behoeften van de burger. Nu zullen sommigen in dit huis daar geen traan om laten, maar ik vind daarnaast het niveau van de Eerste Kamer op dit dossier tranentrekkend. De emologica viert hoogtij. De Eerste Kamer wordt, deels via de media, verwijten gemaakt om onder druk van regering en Tweede Kamer maar gewoon te tekenen bij het kruisje. Ik vind het schokkend.

De aarde beefde de afgelopen weken van de politiek onheuse dynamiek. Partijen die hun mond vol hebben over de staatsrechtelijke rol van de Eerste Kamer als chambre de réflexion hebben geen kans onbenut gelaten om oneigenlijke druk uit te oefenen op Eerste Kamerfracties en senatoren om terecht kritische vragen maar achterwege te laten. Collega-senatoren zijn moedwillig persoonlijk beschadigd. Ik vind en vond het een beschamende vertoning, en dat in een gevaarlijke wereld waarin we het ons simpelweg niet kunnen permitteren deelbelangen boven een algemeen en groter belang te plaatsen. Want laten we heel duidelijk zijn wat de consequenties zijn als we onze gasputten onomkeerbaar dempen: we ontzeggen niet alleen onszelf leveringszekerheid voor energie, maar onze bondgenoten ook. Ook al ben je tegen gaswinning an sich, dan nog zou iedereen in dit huis vanwege het landsbelang tegen onomkeerbaar sluiten moeten zijn. Houd ten minste de waakvlam aan.

We moeten daarnaast denken aan onze bondgenoten in de NAVO, want Rusland bonkt op de deur. Poetin is tot alles in staat en als hij de NAVO aanvalt, is de ellende niet te overzien en zitten we dus mogelijk ongevraagd en ongewenst in een oorlog. Dat is helaas geen ondenkbeeldig scenario. Dan zouden wij dus onze energiezekerheid op orde moeten hebben, niet alleen voor ons, maar ook voor onze bondgenoten. Maar wat lees ik in de beantwoording van onze vragen? "Tijdens de NAVO Top in 2023 heeft Nederland, samen met de andere bondgenoten, ingestemd met de NAVO doelstelling om de nationale paraatheid ten opzichte van langdurige energie-verstoringen het hoofd te bieden en daarin ook bij te dragen aan toegang tot en steun aan militaire operaties. Onder coördinatie van de NCTV wordt er momenteel gewerkt aan de uitwerking van deze doelstellingen." Oftewel, de doelstellingen voor leveringszekerheid in crisissituaties zijn nog niet uitgewerkt, laat staan geëffectueerd, maar onderwijl gaan we wel technisch onomkeerbare stappen nemen in het Groningenveld.

Ik vind het onbestaanbaar. Het is de verkeerde volgorde der dingen. Sterker nog, wij maken ons afhankelijk van onder andere Qatar voor de levering van lng. Is de staatssecretaris het met mij eens dat levering vanuit Qatar in het licht van de Europese beïnvloedingsagenda die dit land nastreeft als ook de financiering van terroristische organisaties die dit land pleegt volstrekt onwenselijk is? Die levering van ver maakt ons, los van de extra CO2-uitstoot, extra kwetsbaar mocht er inderdaad een oorlog uitbreken. Heeft de regering nagedacht over hoe de aanvoerroute te beschermen is tegen potentiële vijanden? Wat is ons back-upplan voor het geval dat de aanvoerroute wordt geblokkeerd? Is hier überhaupt voldoende over nagedacht of is de emotie zo sterk dat we dit risico maar voor lief moeten nemen? Ik hoop op dit punt gerustgesteld te kunnen worden door de staatssecretaris.

Voorzitter, tot slot. Over het al dan niet winnen van gas in Groningen gaan we het niet eens worden. Daar staat mijn fractie nu nagenoeg alleen in. Dat is nu eenmaal de politieke werkelijkheid, maar JA21 denkt bij de behandeling van het wetsvoorstel aan het landsbelang. Los van winning of niet, is het in het kader van een oorlog op dit continent en niet voldoende geborgde leveringszekerheid, zeker niet in crisissituaties, onverstandig en niet wijs om de putten definitief onklaar te maken. Het zou een beslissing zijn op basis van emotie en niet op basis van ratio en dat is dit huis onwaardig. Ik heb nog een laatste vraag aan de staatssecretaris in deze termijn: welke mogelijkheden naast het storten van 450 meter diep cement zijn er nog meer voor het sluiten van de putten? Zijn er mogelijkheden die minder definitief zijn, zoals tijdelijke pluggen? Zijn deze mogelijkheden overwogen? Wij overwegen overigens een motie op dit punt.

Mevrouw de voorzitter, ik zie uit naar de antwoorden van de regering en van de staatssecretaris in het bijzonder. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Baumgarten. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van der Goot van OPNL.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van der Goot i (OPNL):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Welkom aan de staatssecretaris en ook welkom aan alle mensen die in Groningen meekijken naar dit debat, een voor sommigen emotionele gebeurtenis en voor anderen een belangrijke gebeurtenis. Ik moet mijn betrokkenheid bij Groningen hier onderkennen aan het begin van dit debat. Ik ben inwoner van de stad Groningen. Weliswaar ben ik daar niet geboren — waar je geboren bent, schijnt wel belangrijk te zijn de laatste tijd — maar ik ben inwoner van Groningen en ik ken alle verhalen van vrienden en kennissen die daarbij betrokken zijn.

Mevrouw de voorzitter. Politiek Den Haag en de parlementaire pers zijn dit voorjaar uiteraard geheel in de ban van de formatieonderhandelingen en van de interactie tussen die onderhandelingen en het politieke handwerk in de Tweede Kamer. Het gaat met vallen en opstaan, als we mogen afgaan op de vele analyses en beschouwen in de media. Veel dossiers komen daarbij aan bod, zoals de stikstofkwestie, de publieke omroep en de plaats van de NPO daarin, de noodzakelijke steun aan Oekraïne — al vaak genoemd vandaag — Beethoven in Brainport en noem maar op. Eén dossier leek daarvan te worden gevrijwaard: de gaswinning in Groningen. Best logisch eigenlijk, na de parlementaire enquête. Maar plotseling, bijna uit het niets, vlamde op dinsdag 2 april de discussie op over het wel of niet beëindigen van de aardgaswinning in het Groningenveld en, zo ja, wanneer precies en hoe definitief. Dat gebeurde in een zogeheten procedurevergadering, in feite een commissievergadering van de Eerst Kamer.

De koppeling van die discussie aan het begrip "leveringszekerheid" — dat is in Groningen een beladen begrip, omdat juist dat woord in de afgelopen dertien jaar door opeenvolgende kabinetten-Rutte misbruikt werd ten bate van de eigen overheidsfinanciën — was plotseling weer terug van weggeweest, tot verrassing of, beter nog, ontzetting van de inwoners in de provincie Groningen. Vooral toen aanvankelijk leek dat de VVD-fractie in de Eerste Kamer de suggestie had gedaan om dit wetsvoorstel over sluiting van het Groningenveld te koppelen aan de behandeling aan een ander, geheel nieuw wetsvoorstel over leveringszekerheid. Dat zou, zo bleek al snel, al met al nog meer dan een jaar duren. De reactie van staatssecretaris Vijlbrief is breed aan bod gekomen in de media en mag daarom bekend worden verondersteld. De reacties uit de regio daarentegen, uit Groningen in dit geval, zijn in deze Kamer wellicht toch wat onderbelicht gebleven.

Staat u mij toe, mevrouw de voorzitter, om daar kort bij stil te staan. Provinciale Staten van Groningen hielden een dag later al, op woensdag 3 april, een spoeddebat over wat er in de Eerste Kamer aan de hand was. Je kunt natuurlijk zeggen: fijn om te zien dat de senaat in de regio leeft. Maar in Groningen beleefde men dat anders. In een motie riepen de leden van Provinciale Staten de Eerste Kamer uitdrukkelijk op om het wetsvoorstel snel en plenair te behandelen. Verder spraken de Statenleden in de motie uit dat per direct wettelijk moet worden vastgelegd dat de gaswinning in Groningen definitief stopt en dat het wetsvoorstel absoluut niet mag worden gekoppeld aan het wetsvoorstel Gasmarkt en leveringszekerheid. Voor de Handelingen stel ik hier ook vast dat slechts twee fracties tegen deze motie stemden: de PVV en de VVD. Later diezelfde middag op woensdag 3 april werd evenwel duidelijk dat de koppeling met het wetsvoorstel Gasmarkt en leveringszekerheid op een misverstand berustte. Onze VVD-collega Caspar van den Berg wilde die indruk meteen wegnemen. Allereerst dank voor die snelle reactie of, zo u wilt, correctie. Ook vandaag hebt u omstandig hierop gereflecteerd, samen met ons in dit huis. De mensen in Groningen hebben dit vandaag ook kunnen zien. Het was een verstandige reactie van het lid Caspar van den Berg, geheel in lijn met wat ik van huis uit heb meegekregen. Het was een reactie die zich laat samenvatten met een citaat uit Spreuken 15:32 — mijn collega weet waarschijnlijk waarover ik het heb: "Wie zich niet laat terechtwijzen, doet zichzelf tekort. Wie berispingen ter harte neemt, wint daarbij."

Was met die terechte correctie het vertrouwen in de regio, meer specifiek in Groningen, weer hersteld? Helaas, integendeel. Iedereen kent het gezegde "vertrouwen komt te voet en gaat te paard". De reactie in Groningen was dan ook: we zijn pas gerustgesteld als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel heeft aangenomen. Zo diep zit het wantrouwen in Groningen. In Fryslân zouden we zeggen: it is mei sizzen net te dwaan.

Echter, niet alleen het politieke vertrouwen tussen de regio en Den Haag heeft een knauw gekregen. Erger is hoe dit is aangekomen bij de mensen in Groningen. Groningers die deels al getraumatiseerd waren als gevolg van jarenlange onzekerheid rond mijnbouwschade en misschien nog wel meer als gevolg van het hele circus rond schadeherstel, kregen opnieuw een opdonder. Zoals een inwoner van de provincie Groningen het in het Dagblad van het Noorden van 11 april kort en krachtig verwoordde: "Verdorrie, dacht ik vorige week. Ik kijk met angst naar Den Haag, naar wat daar gebeurt. Hoe halen ze het in hun hoofd? Dat gejojo zorgt voor zo veel onzekerheid." Ook ons eigen gedrag en woordgebruik in deze Kamer doen ertoe. De reacties uit Groningen laten zien dat de boodschap van de parlementaire enquête naar de gaswinning nog niet helemaal tot ons in deze Kamer is doorgedrongen en dat wij het effect van onbewust of onzorgvuldig woordgebruik op onverwerkte trauma's onderschatten. De onderwerpen leveringszekerheid en gaswinning in relatie tot het Groningenveld zijn zo'n trigger geworden dat het telkens weer naar boven halen van het L-woord het trauma weer oprakelt. Herstel van vertrouwen is cruciaal. Daarvoor is rust nodig en veel tijd. Bovendien moet daaraan hard worden gewerkt.

Je kunt veel over staatssecretaris Vijlbrief zeggen, maar één ding is zeker: hij heeft van dat herstel van vertrouwen werk gemaakt. Vanaf de eerste dag dat hij staatssecretaris werd in het kabinet-Rutte IV deed hij wat in dit dossier van de gaswinning in Groningen jaren te weinig is gedaan. De politiek commentator van het Friesch Dagblad, Henk van der Laan, verwoordde dat in zijn wekelijkse rubriek De Haagse week van 6 april als volgt: "Hij ging elke week een dag naar Groningen en ging daar luisteren en niet meteen dingen beloven. Daardoor slaagde hij in twee andere belangrijke dingen: rust in het dossier en herstel van vertrouwen." Die rust en dat vertrouwen waren na 2 april opeens weer weg. Daar was hij weer, de kloof tussen politiek Den Haag en de regio. Die kloof is niet alleen schadelijk voor de regio, maar ook voor de Randstad. Drie adviesraden hebben daar iets meer dan een jaar geleden een advies over aangeboden aan het kabinet. Dat advies, Elke regio telt!, werd door het kabinet omarmd. Het aanpakken van die kloof is niet alleen voor de regio van belang, maar voor heel Nederland.

Zoals de politiek commentator van de Volkskrant, Kustaw Bessems, op zaterdag 6 april in reactie op het commissiedebat in de Eerste Kamer het verwoordde: "Het is meer dan zomaar een politiek ongeluk dat we afgelopen week zagen. Het maakt duidelijk welke prijs we als land betalen voor het negeren van burgers in nood en voor jaren van opzichtige onbetrouwbaarheid, tot aan een verzachte geopolitieke positie aan toe." Zoals u weet, raakt het negeren van de burger door de overheid niet alleen de burger in het gasdossier in Groningen of in de toeslagenaffaire. Het raakt ook de inwoners rond Schiphol en Tata Steel, om maar een paar voorbeelden van een nalatige overheid te noemen.

Hoe dan ook, tegen die achtergrond en gegeven de politieke context is het op zich evenwel alleszins billijk om rond dit wetsvoorstel vragen te stellen over leveringszekerheid. Daar wil onze fractie zeer duidelijk over zijn. Verschillende fracties hebben dat gedaan in twee schriftelijke rondes. Dat is overigens gebruikelijk in de Eerste Kamer wanneer een wetsvoorstel in behandeling wordt genomen. De OPNL-fractie heeft weliswaar niet zelf gebruikgemaakt van beide rondes, maar met belangstelling de vragen van de collega-senatoren en de antwoorden van de staatssecretaris gelezen. We zijn bijzonder blij met de discussie en de voorbeelden en de vragen die collega Van den Berg vandaag heeft gesteld. Het zijn op zich terechte vragen die gesteld moeten worden, zelfs in de context van deze wet. Sommige mensen zeggen: dat zou je niet mogen doen. Dan kunnen we het woord "energievoorziening" gebruiken in plaats van "leveringszekerheid"; dat klinkt al een stuk prettiger in Groningen. Het is goed dat die vragen gesteld worden en het is goed om vanavond naar de antwoorden van de staatssecretaris te luisteren. Daar zijn wij natuurlijk benieuwd naar.

Ook wat onze fractie betreft kan vandaag stemming over het wetsvoorstel plaatsvinden. Wel heeft deze fractie nog een vraag over het sluiten van de productieputten in het Groningenveld. De indruk in den lande schijnt te zijn dat met de beëindiging van de gaswinning op dag één ook wordt begonnen met het volstorten van putten met beton. Ik zie de foto van Hans Vijlbrief al bij de eerste stort. Dat optreden wil ik evenwel de staatssecretaris ontraden. Te denken valt aan een andere suggestie. Misschien mag de Groninger gedeputeerde Susan Top, verantwoordelijk voor de mijnbouwzaak in Groningen, dat doen of iemand anders voorstellen. Daarbij hoort natuurlijk een plaquette met een tekst als "hier werd de eerste winningsput volgestort met beton" plus een mooi, toepasselijk gedicht in het Gronings.

Deze fractie wil de voortvarendheid van de staatssecretaris en het kabinet niet onderschatten, hoewel de vragen van collega Caspar van den Berg pertinent zijn. Maar ook bij de uitvoering van dit traject past zorgvuldigheid. Uit een bericht op de website van het Staatstoezicht op de Mijnen, SodM, wordt duidelijk dat de winningslocaties één voor één worden verwijderd en dat het SodM erop toeziet dat de gasputten goed en permanent worden afgesloten.

De voorzitter:

Wilt u afronden?

De heer Van der Goot (OPNL):

Ja, mag ik nog een halve minuut? Belangrijk is dat de NAM de langetermijneffecten van gaswinning zoals bodemdaling en bodemtrilling moet blijven monitoren. Zo nodig kan het SodM de NAM aanspreken op de gevolgen van de gaswinning in Groningen, ook als ze daar allang mee is gestopt, aldus het bericht op de website.

Een reconstructie in NRC van afgelopen zaterdag roept bij deze fractie nog wel wat vragen op. Collega Crone heeft er ook naar verwezen. Dat zijn vragen over de rol van de NAM en de rol van het minister van Financiën ten opzichte van het ministerie van BZK en EZK inzake het Groningenveld. Je kunt dat bericht op twee manieren lezen. Het is goed nieuws dat deze vechtscheiding nu niet over de rug van de Groningers wordt gevoerd, maar tussen de rijksoverheid en de NAM en de eventuele andere betrokken partijen. Daar hoort die thuis. Wel maakt deze fractie zich zorgen over de houding van Financiën richting de beide andere departementen. In plaats van als departementen samen met elkaar op te trekken, wordt in de reportage van NRC de indruk gewekt dat dit niet of onvoldoende het geval is. Ik hoop dat de staatssecretaris mij vandaag ook in dat opzicht kan geruststellen. Ik zie uit naar uw beantwoording.

Mevrouw de voorzitter, hiermee ben ik gekomen aan het einde van mijn bijdrage. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Apeldoorn van de fractie van de SP.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Apeldoorn i (SP):

Dank u, voorzitter. Het had al eerder gekund en gemoeten, maar nu kunnen we dan toch als Eerste Kamer vanavond het historische besluit nemen de gaskraan in Groningen definitief dicht te draaien. Daarmee is de ellende voor Groningers, de inwoners van het aardbevingsgebied, echter nog lang niet voorbij. Maar als je het nu hebt over een nij begun — als geboren en getogen Groninger zeg ik toch met enige trots deze Groningse woorden in de plenaire zaal — dan is het met beton vullen van de gasputten wel echt essentieel. Opdat er in ieder geval aan deze onzekerheid voor Groningers een eind komt. Opdat we als politiek laten zien dat Groningers nu echt boven gas gaan.

Richting de fractie van JA21 zeg ik: dat we Groningers boven gas laten gaan, is een rationeel besluit en geen op emotie gebaseerd besluit. Dat betekent wat mijn fractie betreft ook dat we het, althans in de context van het Groningse gasveld, niet langer gaan hebben over leveringszekerheid. Dat is een voor Groningen besmette term, juist omdat er jarenlang volkomen ten onrechte mee geschermd is. De parlementaire enquêtecommissie — het is al eerder gezegd vandaag — spreekt van een rookgordijn, "het rookgordijn van leveringszekerheid".

Ik was dan ook, voor wie dat niet al duidelijk was, oprecht verbijsterd toen hier een aantal partijen — PVV, BBB en VVD — onder aanvoering van laatstgenoemde in de commissievergadering van twee weken geleden als donderslag bij heldere hemel aankondigden te willen wachten met de behandeling van dit wetsvoorstel tot na afronding in de Tweede Kamer van een heel ander wetsvoorstel over gasleveringszekerheid, waarvan de behandeling in de Tweede Kamer op dat moment nog moest gaan beginnen. Voor de volledigheid en voor de Handelingen zeg ik er nog maar eventjes bij hoe het in werkelijkheid gegaan is in die procedurevergadering. Opnieuw verdriet, pijn en woede bij veel Groningers, terecht onbegrip over zo veel ongevoeligheid. Wat een onnodig en pijnlijk geblunder!

Voorzitter. Een dag na deze politieke blunder publiceerden de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeksinstituut Nivel een nieuw rapport dat laat zien dat de gezondheid van mensen die meer dan één keer schade hebben gehad aan hun woning alleen nog maar verslechterd is. Een week eerder toonden onderzoekers van de Hanze in opdracht van het Instituut Mijnbouwschade opnieuw aan hoe onder kinderen en jongeren de voor Groningen rampzalige gevolgen van de gaswinning hebben geleid tot gevoelens van onveiligheid en ontworteling, en tot verlies van identiteit, levensplezier en toekomstperspectief.

Decennialang gingen het gas, de inkomsten voor de Staat en de winstmaximalisatie van Shell en Esso boven de veiligheid en gezondheid van Groningers. Daar komt dan nu definitief een einde aan. Het is voor mijn fractie heel belangrijk dat dit onomkeerbaar is en dat die putten echt dichtgaan. Beton erin, deksel erop, opdat Groningers niet opnieuw opgeschrikt hoeven te worden zoals afgelopen winter, toen geheel onnodig de gaskraan toch weer even opengedraaid werd of op waakvlamniveau werd gezet. Alleen zo kan er echt een einde komen aan dit deel van de onzekerheid, die veel Groningers al jarenlang uit de slaap houdt. Want hoewel er al jarenlang gepraat wordt over het afsluiten van het Groningenveld bleven Groningers hierover in onzekerheid verkeren en durfden zij er niet op te vertrouwen dat het ook echt zou gebeuren. Juist dat maakt wat hier twee weken geleden in commissiezaal 1 gebeurde zo onbegrijpelijk.

De heer Baumgarten i (JA21):

Ik hoor de heer Van Apeldoorn zeggen dat het sluiten van het Groningenveld een rationeel besluit is. Het zal u niet verbazen dat mijn fractie dat totaal anders ziet. Ik ben wel benieuwd naar de mening van de heer Van Apeldoorn over een situatie waarin zich toch een oorlog zou voordoen. Hoe kijkt hij aan tegen leveringszekerheid in die situatie?

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ik zeg tegen de heer Baumgarten: we kunnen altijd een debat voeren over leveringszekerheid, maar dat debat is in de context van de sluiting van het Groningenveld wat mij betreft uitgebreid gevoerd in de Tweede Kamer. Daar zijn ook eindeloos vragen over beantwoord in de Tweede Kamer en nu ook in de Eerste Kamer. De staatssecretaris heeft honderden vragen beantwoord. Daarmee is dat wat mij betreft afgedaan. Natuurlijk moeten we het hebben over de energievoorziening. Het punt is echter dat het besluit genomen is, ook al zijn er vragen over leveringszekerheid, ook al hebben we vragen over hoe we bijvoorbeeld sneller van het gas af moeten komen. De heer Baumgarten zal het daar niet mee eens zijn, maar dat moeten we sowieso doen, ook om heel andere redenen. Als het gaat om vergroening en klimaat moeten we ook sneller toe naar hernieuwbare energie, naar zon en wind. Daar zijn wij als partij hartstikke voor.

Daar kunnen we, en moeten we, het debat over voeren. Maar dat gaan we niet doen in de context van het sluiten van het Groningenveld, want daarvan is gezegd: die leveringszekerheid is jarenlang als rookgordijn gebruikt en de Groningers zijn daar de dupe van geweest. Nu is het tijd dat Groningers boven gas gaan. Ook al zijn er vragen over leveringszekerheid, dan nog mag dat niet langer ten koste gaan van de veiligheid en de gezondheid van de Groningers, van de inwoners van het aardbevingsgebied. Dat is het punt. Daar maak je een rationele afweging.

Natuurlijk is leveringszekerheid een publiek belang, maar de veiligheid van Groningers is dat ook. De veiligheid van de mensen die daar wonen, die niet weten wat er gebeurt als er een echt grote aardbeving komt, of ze dan wel veilig zijn en of hun huis niet volledig zal instorten. Mensen die daar slapeloze nachten van hebben en in één jaar tijd misschien wel 60 man over de vloer krijgen om te kijken wat voor herstelwerkzaamheden er moeten plaatsvinden. Aan die onzekerheid moet een einde komen en dat is ook een publiek belang, de veiligheid en de gezondheid van Groningers. Rapport na rapport heeft aangetoond dat hun gezondheid achteruit is gegaan door die onzekerheid.

De heer Baumgarten (JA21):

Ik constateer dat de heer Van Apeldoorn eigenlijk ook niet weet hoe het zit met de leveringszekerheid, bijvoorbeeld in conflictsituaties, en dat hij het met mij eens is dat die onzekerheid nog niet is weggemanaged. Daarmee blijf ik er toch van overtuigd dat dit vooral een emotioneel standpunt is.

De heer Van Apeldoorn (SP):

JA21 roept hier allerlei angstbeelden op van Poetin die misschien de NAVO gaat aanvallen. Daar kunnen we een heel ander debat over voeren. Dat zullen we vandaag niet doen. Als de derde wereldoorlog uitbreekt, dan hebben we inderdaad een probleem. Mijn voorspelling zou zijn dat we dan al snel in een kernoorlog zitten. Dan hebben we het Groninger gasveld ook niet meer nodig. Natuurlijk moet je nadenken over noodscenario's, maar niet over de ruggen van Groningers.

Mijn punt is heel erg duidelijk geworden uit het rapport van de enquêtecommissie. Ik raad de heer Baumgarten toch aan om dat nog eens door te lezen. De Staat heeft een afweging van publieke belangen te maken. Leveringszekerheid is natuurlijk een publiek belang. Dat wij in het verleden gas hadden, was een publiek belang. Maar er is ook altijd een ander publiek belang geweest, namelijk het publieke belang van Groningers, van hun veiligheid en van hun gezondheid. Dát publieke belang is jarenlang genegeerd en het publieke belang van de gasleveringszekerheid is daar in die tijd boven gesteld. Dat gebeurde op een manier die op basis van de cijfers niet klopte, want ook met het oog op de leveringszekerheid had de gaskraan eerder, in ieder geval deels dichtgedraaid kunnen worden en had de gaswinning al eerder verminderd kunnen worden. Dat is niet gebeurd, want er werd gezegd: dan komen er omaatjes in Limburg in de kou te zitten. Dat bleek later niet waar te zijn.

Nu, in 2024, zitten we in een heel andere situatie dan tien of twintig jaar geleden. We hebben nu het gas al — gelukkig, zeg ik nogmaals ook om andere redenen — veel minder nodig dan in het verleden het geval was.

De voorzitter:

Tot slot de heer Baumgarten.

De heer Baumgarten (JA21):

Ik constateer toch nog steeds dat de leveringszekerheid met onzekerheden omgeven is en dat het wetsvoorstel dat die zekerheid zou moeten borgen, nog niet geregeld is. De heer Van Apeldoorn walst er wat mij betreft toch gemakkelijk overheen. Er is wat mij betreft ook nog zoiets als "landsbelang boven — met alle respect — het belang van de Groningers". Daarmee wil ik nadrukkelijk níét zeggen dat de Groningers goed behandeld zijn. Ze zijn niet goed behandeld. Geen discussie daarover wat mij betreft.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, meneer Van Apeldoorn.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Ja, ik vervolg mijn betoog. Het is duidelijk dat voor JA21 gas nog steeds boven Groningers gaat. Gelukkig dat de VVD en consorten echter na alle ophef op hun schreden zijn teruggekeerd en dat er nu dus eindelijk een einde gaat komen aan dit deel van de onzekerheid waarin Groningers al zo veel jaar verkeren. Daarom is mijn fractie ook blij met het amendement-Beckerman waarin is vastgelegd dat de gasputten direct gedicht worden na publicatie van dit wetsvoorstel in het Staatsblad.

Voorzitter. Ik zei het al: daarmee is de ellende voor de gedupeerden nog lang niet voorbij. In de eerste plaats is met de sluiting van het Groningse gasveld het gevaar van aardbevingen nog niet geweken. Vorige week vond er nog weer een aardbeving plaats midden in het voormalige gaswinningsgebied. Niemand weet hoeveel aardbevingen er mogelijk nog zullen volgen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij Groningers de zekerheid kan geven dat, hoe lang het ook moge duren, de verantwoordelijkheid voor toekomstige gevolgschade gewoon overeind blijft, indien nodig voor nog een hele generatie.

Veel onzekerheid is er ook nog over het schadeherstel en de noodzakelijke versterking. Daarover heeft mijn fractie ook nog enkele vragen. Is de staatssecretaris het met mij eens dat de versterkingsoperatie nog steeds veel te traag verloopt? Welke factoren zorgen voor deze vertraging? Heeft dit te maken met onduidelijkheid rondom de verduurzaming, met een onderschatting van de werkzaamheden of met nog steeds een teveel aan bureaucratie? Graag een reactie van de staatssecretaris.

Wat betekent die vertraging voor het doel om alle huizen in 2028 versterkt te hebben? Welke zekerheid kan de staatssecretaris hier Groningers geven? Wat kan hij en eventueel zijn opvolger eraan doen om ervoor te zorgen dat niet ook deze belofte aan de gedupeerden weer verbroken wordt? Ziet hij hier nog obstakels, en zo ja, hoe kunnen die uit de weg geruimd worden? Klopt het, zo vraag ik de staatssecretaris, dat er nog steeds vaak werkzaamheden stilliggen omdat de toestemming er niet is?

Dan het probleem van de onuitlegbare en ontwrichtende verschillen als het gaat om zowel het herstel als de versterking van huizen. In hetzelfde dorp, of zelfs in dezelfde straat, wordt de ene groep huizen wel versterkt en de andere niet. Het is goed dat met een amendement van GroenLinks-PvdA en de SP in de Tweede Kamer het voorkomen van nieuwe verschillen ook in dit wetsvoorstel geborgd is. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan wel of dit betekent dat het advies van de Commissie Verschillen, de commissie-Van Geel, hiermee onverkort uitgevoerd gaat worden.

Als het gaat om de schadeafhandeling moeten we het ten slotte ook nog hebben over Shell en Esso. Deze bedrijven, die vele miljarden hebben verdiend aan het Groningse gas ten koste van de veiligheid en de gezondheid van Groningers, willen nog steeds het onderste uit de kan. Dus hebben ze vorig jaar ook een arbitragezaak aangespannen. De staatssecretaris was daar terecht geschokt over. Mijn fractie vindt dit ontluisterend en onbestaanbaar. Klopt het, zo vraag ik de staatssecretaris, dat de olies nog steeds de boel vertragen, en dat zij, doordat zij nog steeds winstmaximalisatie voor hun aandeelhouders boven de belangen van Groningers stellen, voor onnodige vertraging zorgen? En klopt het dat zij feitelijk weigeren om hun schuld in te lossen en de rekening voor de rampzalige gevolgen van de door hen gedane gaswinning weigeren te betalen? Zo ja, wat zijn dan de gevolgen hiervan? Anderen hebben er ook al op gewezen; we hebben allemaal de onthutsende reconstructie in NRC Handelsblad van dit weekend kunnen lezen. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij zich herkent in dit geschetste, ontluisterende beeld — niet of hij zich daarin herkent, maar of hij het ontluisterende beeld herkent — en of hij onze zorgen deelt over de gevolgen van deze weigerachtigheid van de NAM.

Tot slot, voorzitter: het definitief sluiten van de Groningse gasputten is slechts een stap, maar wel een heel belangrijke en absoluut noodzakelijke stap in het maken van een nij begun en in het inlossen van onze ereschuld, een stap op de lange weg naar het herstel van het leed dat Groningers is aangedaan en naar het herstel van hun vertrouwen. Ik heb het nu niet over hun vertrouwen in de overheid, dat begrijpelijkerwijs weg is en misschien voor een hele generatie nooit helemaal terug zal komen, maar ik heb het wel over het herstel van hun vertrouwen in de eigen toekomst, waardoor ze kunnen uitzien naar een toekomst zonder permanente stress en zonder een permanent gevoel van onveiligheid in hun eigen huizen in het hele Ommeland.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Perin-Gopie van de fractie van Volt.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Ik zal kort en duidelijk zijn: Volt is voor het beëindigen van de gaswinning in Groningen en daarom ook voor het wetsvoorstel, ook zodat we zeker weten dat we in de toekomst niet terug zullen grijpen naar het Groninger gas en dat Nederland op zoek gaat naar een duurzame energiemix die niet ten koste gaat van Nederlanders die in Groningen wonen.

Voorzitter. Om een beeld te geven van hoe bizar de situatie is voor de inwoners in het aardbevingsgebied, wil ik graag een casus schetsen van een woning in Appingedam, een prachtige grote woning daar, met twee schoorstenen. De woningeigenaren waren zich niet bewust van het gevaar van deze schoorstenen. Ze wisten natuurlijk wel dat ze in het aardbevingsgebied woonden. Toen er op een gegeven moment onderzoek werd ingesteld naar de aardbevingsbestendigheid van de woningen in het gebied, kwamen er allerlei mensen over de vloer, een adviseur, een inspecteur, een constructeur en vele andere deskundigen, om rapporten op te stellen over de veiligheid van hun woning. De bewoners wisten natuurlijk dat ze in het aardbevingsgebied woonden, want ze hadden de laatste twintig jaar geregeld aardbevingen ervaren en gehoord en trillingen gevoeld. Na maanden wachten op het rapport bleek dat een van de twee schoorstenen een hoog risico had om te zullen instorten bij een volgende aardbeving; een levensgevaarlijke situatie dus in huis. Het risico dat bij een beving een deel van je huis instort brengt bij deze mensen een gevoel van onveiligheid, maar ook machteloosheid. Er kwam ook weinig vertrouwen. Want je zou denken, met zo'n rapport, dat er heel snel iets wordt gedaan aan deze schoorstenen, maar dat gebeurde niet. Het duurde maanden.

Voorzitter. Dit is natuurlijk maar één voorbeeld, maar wel een voorbeeld dat heel beeldend is en herkenbaar is voor vele inwoners van het aardbevingsgebied, want heel veel inwoners van Groningen hebben dergelijke ervaringen. Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeksinstituut Nivel blijkt dat mensen die vaker schade aan hun woning hebben gehad, een slechtere gezondheid hebben. Stressgerelateerde klachten en chronische gezondheidsproblemen komen vaker voor bij mensen in het aardbevingsgebied. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen die meerdere keren schade hebben gehad structureel vaker boos zijn, zich machteloos voelen en minder hoopvol zijn. Zij hebben ook minder vertrouwen in de overheid. Dat vind ik dan ook helemaal niet gek.

Alsof dit nog niet genoeg is, blijkt ook uit onderzoek van de Hanzehogeschool dat levens van kinderen en jongeren flink worden ontwricht door de aardbevingsproblematiek, zo erg zelfs dat kinderen en jongeren last hebben van gevoelens van onveiligheid, ontworteling, verlies van identiteit, verlies van levensplezier en verlies van toekomstperspectief. Op de lange termijn worden zelfs onderwijsachterstanden verwacht. Dit zou toch niet moeten kunnen in een welvarend land als Nederland.

De enquêtecommissie over de Groninger gaswinning deelde ook het beeld dat er veel fout is gegaan in Groningen. Zij trok een aantal belangrijke conclusies, namelijk dat de overheid de ernst van de situatie in Groningen structureel heeft onderschat, dat de schadeafhandeling gebrekkig is geweest en dat kennisontwikkeling over het Groningenveld doelbewust beperkt gehouden werd. Het belang van de Nederlanders in Groningen werd onvoldoende meegewogen in de besluiten en het vraagstuk van leveringszekerheid werd gebruikt als rookgordijn. Dat laatste leek onlangs weer te gebeuren hier in deze Kamer. Dat moet vanaf nu afgelopen zijn.

Voorzitter. Vandaag kunnen we stappen zetten in het herstel van vertrouwen door de wet aan te nemen, geen voorbehoud te maken, geen nieuwe rookgordijnen te gebruiken en snel over te gaan tot stemming voor deze wet, want de Groningers verdienen deze duidelijkheid.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Holterhues van de fractie van de ChristenUnie.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Holterhues i (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. Bij de voorbereiding van deze bijdrage heb ook ik met veel mensen uit Groningen gesproken die direct geconfronteerd worden met de gevolgen van de aardbevingen in Groningen. Ik heb gesproken met een wethouder in een dorp waar veel huizen flinke schade hebben ondervonden, met Statenleden uit Groningen en Drenthe die grote zorgen hebben over het perspectief van Groningers en mensen in Drenthe, en met een juriste die schade afhandelt. Zonder uitzondering schetst eenieder een droevig beeld, hetgeen ook wordt bevestigd door de internetconsultatie.

Voorzitter. Het is geen geheim dat de ChristenUnie zich de afgelopen jaren heeft ingespannen om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk te beëindigen. Er is sprake van een ongekend systeemfalen met een rampzalige impact voor Groningers. De aardbevingen als gevolg van de gaswinning zullen nog jarenlang van invloed zijn op de samenleving in Groningen en in Noord-Drenthe.

Naast het herstel van fysieke en emotionele schade gaat het ook om het herstel van vertrouwen in de overheid, gaat het om het welzijn van kinderen en jongeren en gaat het om de economie in Groningen. In die zin is de bijdrage van mijn fractie aan dit debat duidelijk. Wij willen zo snel mogelijk de gaswinning stopzetten. Het wetsvoorstel dat hier voorligt, is naar het oordeel van mijn fractie proportioneel, uitvoerbaar en handhaafbaar. Met dit wetsvoorstel zetten we definitief een punt achter de oorzaak van alle ellende en kan er eindelijk een einde komen aan de voortdurende angst dat de overheid toch weer besluit de gaskraan open te draaien.

Het stopzetten van de gaswinning is naar het oordeel van mijn fractie de enig denkbare en de enig geloofwaardige weg naar herstel van vertrouwen in de overheid. Alle andere mooie woorden vallen in het niet als dit besluit niet met volle overtuiging wordt genomen. Het definitief stopzetten van de gaswinning is ook zonder enige uitzondering wat ik zelf te horen heb gekregen van Groningers in de gesprekken die ik heb gevoerd. Mijn fractie is dan ook verheugd dat — we hebben dat al een aantal keer besproken — na enig geharrewar de plenaire behandeling toch snel kan plaatsvinden.

Wij willen in dit debat een aantal vragen stellen die gerelateerd zijn aan het stopzetten van de gaswinning in Groningen. Overigens niet alleen in de provincie Groningen, maar ook in Noord-Drenthe, zoals in de gemeenten Noordenveld, Tynaarlo en Aa en Hunze. In het verslag naar aanleiding van dit wetsvoorstel zijn vragen gesteld door verschillende fracties over of het definitief stopzetten van de gaswinning risico's oplevert voor de rest van Nederland, mede gelet op de geopolitieke verhoudingen. De indruk zou kunnen ontstaan dat deze fracties zich afvragen of toch niet de waakvlam aan moet blijven. Sommige zeggen dat ook expliciet. Er is immers nog circa 4 miljard kubieke meter aan gasvoorraad aanwezig. Hoewel mijn fractie deze vragen begrijpt, staan ze naar ons oordeel niet in verhouding tot wat de Groningers is aangedaan.

Er is een nieuw tijdperk aangebroken, een tijdperk van eerherstel voor de Groningers, maar ook een tijdperk waarin de Nederlandse economie niet meer afhankelijk kan en mag zijn van Gronings gas, de zogeheten "Dutch disease". De gasbubbel in Groningen is verre van een incentive gebleken om de Nederlandse economie duurzaam te innoveren en de energieafhankelijkheid van industrie en huishoudens te verminderen. Het is daarom goed om niet langer vast te houden aan het Groningse gas, maar daadkrachtige stappen te zetten in de richting van een duurzame economie. Het stoppen van de gaswinning dient daarin als een van de incentives om minder afhankelijk te zijn van gas en andere fossiele brandstoffen. Vraag aan de staatssecretaris: zijn de aanvullende maatregelen voor verduurzaming en andere back-upmaatregelen bewezen voldoende om een acuut tekort waarbij er directe risico's zijn voor Nederlandse huishoudens en ziekenhuizen op te kunnen vangen? Er is ook de vrees in Drenthe, Overijssel en Friesland dat als in Groningen de gaswinning definitief wordt stopgezet, de kranen in Drenthe, Overijssel en Friesland verder open gaan. Kan de staatssecretaris deze vrees wegnemen en een toezegging hierop doen?

Bij de afhandeling van de schadeclaims is er grote ongelijkheid ontstaan tussen gedupeerden. Er zijn letterlijk straten waar het ene huishouden een compleet nieuw huis krijgt en het andere huishouden met precies dezelfde schade nauwelijks schadevergoeding krijgt. Dit komt onder andere door een opeenvolging van verschillende regimes. Zo is er op een gegeven moment voor gekozen om van gebiedsgericht naar projectgericht te gaan in de aanpak. De redenering hierachter was dat huizen die er het ergst aan toe waren het eerst werden aangepakt, waarna er weer een andere regeling kwam. Dit resulteerde in andere normen, andere adviezen en de betrokkenheid van andere bureaus. Dergelijke verschillen worden als zeer onrechtmatig en onrechtvaardig ervaren en dit leidt weer tot onzekerheid, onderlinge onvrede en sociale ontwrichting. De commissie-Van Geel constateert dat er binnen en tussen wijken grote verschillen in beoordeling voor schadeherstel zijn ontstaan en heeft aanbevelingen gedaan om deze ongelijkheid te voorkomen.

Hoe kijkt de staatssecretaris naar deze situatie? Is de staatssecretaris het met mijn fractie eens dat dit onwenselijk is? Hoe verhoudt zich dit tot de belofte voor het inlossen van een ereschuld? De staatssecretaris neemt de aanbevelingen van de commissie-Van Geel slechts ten dele over. Wat zijn hiervoor de redenen en hoe spelen financiële argumenten een rol in deze keuzes? Het wordt nog weleens vergeten dat inwoners van Noord-Drenthe ook schade hebben ondervonden van de aardbevingen. Hoe gaat de staatssecretaris om met meldingen van schade van Drentse inwoners die hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt worden door aardbevingen die op Duits grondgebied plaatsvinden?

Voorzitter. Er moet een nieuw perspectief komen voor Groningen. We zijn verheugd te constateren dat er verschillende agenda's zijn die nauw met elkaar verbonden zijn en hier handen en voeten aan moeten geven. Toen de mijnen in Limburg sloten, had dit grote gevolgen voor de werkgelegenheid in Limburg. We moeten erop bedacht zijn dat niet hetzelfde gebeurt in de provincie Groningen. In 2019 bracht het SCP naar buiten dat de provincie Groningen de meeste arme gemeenten van heel Nederland heeft. In 2023 zagen we al een flinke krimp van de Groningse economie, van 13%, als gevolg van het stoppen met de gaswinning. Met name in de Eemsdelta, Delfzijl en omstreken, heeft het stoppen van de gaswinning grote impact op de werkgelegenheid. Dit is nu al gaande. Zo is de NAM het personeelsbestand aan het afbouwen. Thans is er veel werkgelegenheid gemoeid met de renovatie en de versterking van huizen, maar op een gegeven moment zal dit eindig zijn.

Werk en inkomen zijn onmisbare pijlers in het welzijn en perspectief van Groningers. Er is een economische agenda opgesteld die samen met de Groningers bouwt aan economisch perspectief. In deze agenda zijn speerpunten opgenomen die betrekking hebben op bijvoorbeeld de energietransitie, de economie van het landelijke gebied, het ondernemings- en vestigingsklimaat en de infrastructuur. Om bij deze agenda tot een succesvolle uitvoering te komen is een gedegen langetermijnvisie nodig waarin de Groningse economie zich op een duurzame manier kan ontwikkelen. Hoe zorgt de staatssecretaris ervoor dat er effectieve investeringen worden gedaan die bijdragen aan een robuuste economie in Groningen en Drenthe? Hoe borgt de staatssecretaris dat de baten van de investeringen in de Groningse economie ten goede komen aan de Groningse burger en niet weer grotendeels wegvloeien naar de rest van Nederland?

Voorzitter. Naast de economische impact hebben de gaswinning en het stopzetten daarvan ook een sociale component. Er is naast materiële schade ook veel emotionele schade geleden en er is armoede. Mijn fractie is verheugd dat ook hier aandacht voor is, want het laatste punt waar mijn fractie de aandacht op wil richten is de zachte kant. Met het stopzetten van de gaswinning, het afhandelen van de schade en het creëren van werkgelegenheid zijn we er niet. Ik noem een paar voorbeelden die uit de gesprekken die ik heb gevoerd naar voren kwamen. Veel jongeren missen perspectief. Ze hebben door de hele gang van zaken weinig vertrouwen gekregen in de overheid en vinden het moeilijk om autoriteit te aanvaarden. Er zijn mensen wier huis onbewoonbaar is verklaard. Ja, ze krijgen er een nieuw huis voor in de plaats, maar de plek waar ze zijn opgegroeid is verdwenen, de geschiedenis uitgewist. Er zijn situaties waarin de bestaande regelgeving niet hetzelfde aantal huizen mag worden teruggebouwd, waardoor inwoners gedwongen worden om op een andere plek te gaan wonen. Mensen leveren jaren van hun leven in aan procedures, het slopen van huizen en bouwen van nieuwe huizen. In elke levensfase heeft dat een enorme impact, maar helemaal voor ouderen in de laatste fase is dat schrijnend. Zo moeten alle inwoners van het verzorgingshuis Hunsingoheerd in Uithuizen binnenkort voor ten minste anderhalf jaar in noodwoningen aan de rand van Uithuizen gaan wonen. Sommigen maken een oplossing niet eens meer mee. Via het Platform Kerk en Aardbevingen horen we dat er soms gebrekkige communicatie is. Veel gebeurt om mensen heen met een focus op de zaak in plaats van op de mens. Er komen bijvoorbeeld ineens raamkozijnen terwijl dat van tevoren niet goed is gecommuniceerd. Assertieve mensen komen er wel, maar veel mensen raken teleurgesteld, hetgeen weer leidt tot wantrouwen in de politiek.

Het heeft onze fractie en veel mensen in Groningen goedgedaan dat de staatssecretaris emotioneel reageerde op het uitstel van de behandeling van dit wetsvoorstel in deze Kamer. Daaruit bleek een grote betrokkenheid. Mijn fractie wil blijvend aandacht vragen voor de emotionele schade die is geleden. Dit is niet de kant van maakbare technocratische oplossingen. Dit is de kant van geestelijk verzorgers, van predikanten en pastores die proberen mensen te begeleiden die ook door een rouwproces heen moeten, de kant van de menselijkheid.

Wij zien uit naar de beantwoording van onze vragen door de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan is het woord nu aan mevrouw Aerdts van D66.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Aerdts i (D66):

Voorzitter. Mijn fractie is erg blij dat we vandaag, helaas wat later dan we graag hadden gezien, maar gelukkig toch nog voor het meireces, spreken over het definitief stoppen van de gaswinning in Groningen. Dat het urgent is, bleek al uit de aardbeving die vorige week plaatsvond bij Zeerijp, met een kracht van 2,1 op de schaal van Richter. Ik wil ook graag complimenten maken aan zowel de staatssecretaris als de mensen op het departement. Zij hebben deze vragenrondes zo snel voor ons beantwoord dat we dit debat vandaag inhoudelijk goed kunnen voeren.

Nu we met elkaar, onder andere na uitgebreid wetenschappelijk onderzoek en onderzoek in Groningen en tijdens het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie, hebben vastgesteld dat er geen veilige gaswinning kan plaatsvinden in Groningen, is de D66-fractie blij dat we hier vandaag eindelijk de juiste, rationele conclusie aan verbinden en de gaswinning volledig stopzetten. De Groningers boven gas. Een aantal van mijn voorgangers, waaronder de heer Van der Goot, hebben al uitgebreid gesproken over de impact van de gaswinning op de mensen in Groningen. Ook het onderzoek van de Hanze werd al een aantal keer aangehaald. Een van de meest schrikbarende conclusies is dat kinderen onmacht, fatalisme en een verlies van vertrouwen in de overheid en, misschien nog wel erger, in zichzelf ervaren. Want laten we wel wezen: het gaat hier om kinderen en jongeren. Dit laat ons zien dat de gedane schade en het geknakte vertrouwen nog generaties door kunnen werken. We spreken over families die hun leven soms jarenlang on hold hebben moeten zetten. We hebben gezien dat dit heeft geleid tot een onherstelbaar beschadigd vertrouwen. Zelfs als de huizen straks zijn versterkt en de schade is hersteld, zijn we er nog lang niet als het gaat om het herstellen van het vertrouwen van de Groningers. Om dat te herstellen, is veel meer nodig.

De D66-fractie ziet ook echt een rol voor deze Kamer om hierin haar verantwoordelijkheid te nemen, voor deze generatie maar ook voor de toekomstige generaties. Groningers hebben dit ervaren als een mes in hun rug. We hebben een aantal keren gesproken over wat hier aan het begin van de maand gebeurde. We zagen heel veel woede. We hoorden ook dat iemand zei: ach, het verbaasde me eigenlijk al niet meer. Zo'n reactie is eigenlijk nog erger dan die woede. Dat is berusting. Ik sluit me dan ook heel graag aan bij de woorden die al gezegd zijn over deze staatssecretaris. Hij ging elke week naar Groningen, maar vooral heeft hij geluisterd naar de mensen met een zachte stem.

Natuurlijk is ook het garanderen van de energievoorziening voor de D66-fractie van groot belang. De cijfers zijn in alle voorgaande bijdragen al naar voren gekomen. Ze drukken ons nog eens nadrukkelijk met de neus op de feiten: we moeten vaart maken met de energietransitie in brede zin en onze behoefte aan gas moet omlaag. Misschien is het volgende toch nog een punt om te maken. Een aantal fracties heeft hier uitgebreid gesproken over de geopolitieke situatie. Dit zijn soms partijen die in het verleden de energietransitie juist hebben tegengehouden. Het vertragen van die transitie heeft ons juist afhankelijker gemaakt van Russisch en Gronings gas, met hogere prijzen als gevolg. We hadden al veel verder kunnen zijn.

De D66-fractie is heel blij dat het amendement-Tjeerd de Groot in de Tweede Kamer is aangenomen. Daarmee is in de wet die we vandaag bespreken, vastgelegd dat er geen nieuwe vergunningen zullen worden afgegeven voor gasboringen in de Waddenzee. Mijn fractie ziet dit als een mooie stap voor de Waddenzee: grutto's boven gas. Het zou een historisch moment zijn als wij vandaag instemmen met deze wet en definitief een punt zetten achter de gaswinning in het Groningenveld. Maar we moeten niet vergeten dat het leed voor veel Groningers daarmee nog niet geleden is. Het was de bedoeling dat iedereen eind vorig jaar al duidelijkheid zou hebben over de veiligheid van hun huis. Dat is niet gelukt. Dat is niet niks. Nog steeds hebben duizenden huishoudens überhaupt geen zekerheid; geen zekerheid of ze vanavond veilig naar bed kunnen gaan. Zou de staatssecretaris kunnen aangeven wat de stand van zaken is? Kunnen alle Groningers wel voor 1 juli duidelijkheid hebben over de veiligheid van hun huis? Zou de staatssecretaris ook kunnen aangeven wanneer we de eerste Staat van Groningen tegemoet kunnen zien en of wij als Eerste Kamer direct een afschrift zouden mogen ontvangen?

Vorig jaar, tijdens het debat over de versterking van gebouwen in de provincie Groningen, op 11 april, heeft de staatssecretaris aan mijn voorganger, Henk Pijlman, de toezegging gedaan om het in eigen beheer aanpakken van de versterking onder de aandacht van de NCG te brengen en om ruchtbaarheid aan de regeling te geven. Zou de staatssecretaris kort willen ingaan op de stand van zaken betreffende deze regeling? Ik zou ook nog graag willen stilstaan bij de overheadkosten die worden gemaakt bij de versteking en het herstel. Tijdens het vorige debat in deze Kamer, maar ook al tijdens het debat in de Tweede Kamer, is er stilgestaan bij de hoge percentages. De staatssecretaris heeft toen aangegeven dat hij dit nauwlettend in de gaten gaat houden. Ik zou hem willen vragen hier wat concreter op in te gaan.

Zou de staatssecretaris ook nog kunnen aangeven wat het betekent als wij vandaag met deze wet zouden instemmen? Lukt het dan inderdaad om op 1 mei 2024 definitief te stoppen met de gaswinning en de putten dicht te gooien?

Voorzitter, ik rond af. Ik zou graag een oproep aan mijn collega's in de Kamer willen doen om inderdaad vandaag na afloop van het debat direct te stemmen, zodat we de Groningers vanavond hopelijk met een rustiger gemoed naar bed kunnen laten gaan.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Aerdts. Ik schors voor vijf minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan mevrouw Visseren-Hamakers van de Partij voor de Dieren.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Weet u nog waar u was op tweede kerstdag in 1986, toen de aardbeving in de omgeving van Assen plaatsvond, vraag ik aan alle aanwezigen. Deze aardbeving in 1986 vormde voor de bewoners een kantelpunt, volgens het rapport van de enquêtecommissie, ondanks dat er voor dat jaar ook al aardschokken waren geweest. 1986, voorzitter! Dat is bijna een hele levensgeschiedenis geleden. De meeste mensen die het zich nog als de dag van gisteren kunnen herinneren, zijn gedupeerden, die zich sindsdien niet of nauwelijks gehoord voelen. Zo lang hebben inwoners van Groningen op gerechtigheid moeten wachten, ruim 1.600 aardbevingen en meer dan 267.000 schademeldingen lang.

Voor de Partij voor de Dieren kan het definitief sluiten van het Groninger gasveld niet snel genoeg komen. Het wordt tijd om de belangen van de Groningers boven gas te plaatsen, of in bredere zin de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van inwoners te prioriteren over winst. De terugtrekkende beweging van conservatieve politieke partijen op 2 april in onze Kamer is tegelijkertijd uiterst pijnlijk en herkenbaar. Vragen over leveringszekerheid van fossiele brandstoffen waren voor deze partijen blijkbaar belangrijker dan helderheid voor de Groningers, terwijl de staatssecretaris en detail heeft aangegeven dat de kans op problemen ten aanzien van de leveringszekerheid bijzonder klein is. De VVD en de BBB hebben vandaag in het debat gezegd dat het niet hun bedoeling was om de besluitvorming over sluiting van het Gronings gasveld uit te stellen en dat zij voor de wet zullen stemmen. Gelukkig, maar ik neem het de partijen die op 2 april pleitten voor het combineren van de behandeling van het besluit over sluiting van het Gronings gasveld en discussies over leveringszekerheid kwalijk dat ze nogmaals de indruk hebben gewekt dat er redenen zouden kunnen zijn om het Gronings gasveld niet te sluiten. Dat waren niet alleen de BBB en de VVD, maar ook de PVV, JA21, Forum voor Democratie en 50PLUS, met een twijfelende SGP.

Voorzitter. De Partij voor de Dieren heeft nog een aantal vragen aan de staatssecretaris.

De voorzitter:

Maar niet dan nadat er een vraag aan u is van de heer Schalk.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb natuurlijk teruggekeken naar dat commissiedebat. Ik heb tot drie keer toe gezegd: voor de SGP is het glashelder; Groningen gaat dicht. Ik zou dat eigenlijk ook wel graag bevestigd willen zien door degene die aanwezig was, en dat was mevrouw Visseren.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

Ja, dat klopt. Ik zei ook "een twijfelende SGP". Ik stel ook uw houding in dat commissiedebat op prijs, waarin u inderdaad probeerde om de andere partijen in het debat ertoe te bewegen om in een tweede schriftelijke ronde zich uit te spreken over hoe zij in dit debat stonden. Maar u zat wel echt tussen de twee groepen partijen in, dus vandaar dat ik dat ook zo wilde memoreren.

De heer Baumgarten i (JA21):

Ik constateer qua stellingname door mevrouw Visseren-Hamakers toch een bepaalde mate van polarisatie. Dat is in ieder geval hoe het op mij overkomt. Er lijkt een soort goed-foutdenken gepropageerd te worden. Daar ben ik wars van. Maar ik wil er ook even inhoudelijk op reageren. Wat in ieder geval voor mijn fractie geldt, is dat wij belangenafwegingen maken. Wij kijken daarbij naar beslissingen in het kader van het landsbelang, die wellicht zeker pijnlijk kunnen zijn voor een kleinere groep, absoluut. Maar het gaat ons uiteindelijk toch om het landsbelang. Zulke keuzes zijn pijnlijk en die vergen moed, ook van deze Kamer. Wat dan niet helpt, is een kleine groep, een benadeelde groep, naar de mond te praten. In het algemeen belang moet Groningen wat ons betreft openblijven. Daarbij staat ook het belang van de Groningers voorop.

De voorzitter:

En uw vraag is?

De heer Baumgarten (JA21):

Daarvoor moeten kosten noch moeite gespaard worden, ook uit eventuele gasbaten. Dat is het punt dat ik maar even wilde maken.

De voorzitter:

U heeft geen vraag voor mevrouw Visseren?

De heer Baumgarten (JA21):

Ik heb een opmerking gemaakt.

Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):

In reactie op de heer Baumgarten: het Gronings belang ís het landsbelang wat de Partij voor de Dieren betreft.

Voorzitter. De Partij voor de Dieren heeft nog een aantal vragen aan de staatssecretaris. Ten eerste wil mijn fractie graag een update horen van de staatssecretaris over de voortgang van het herstellen van de schade en de ontwikkeling en de implementatie van de economische en sociale agenda voor Groningen. De staatssecretaris meldt ook dat van de negen grootgebruikers van laagcalorisch gas er inmiddels vijf zijn omgebouwd en dat er vier vertraging hebben opgelopen. Mijn fractie hoort graag een update over deze vertraagde bedrijven. Wie zijn het en wat is de reden van deze vertraging? Hoe staat het met de omschakeling van de kleinere grootgebruikers van laagcalorisch gas?

Voorzitter. De Partij voor de Dieren maakt zich grote zorgen over de houding van de NAM, inclusieve Shell en Exxon, in dit dossier. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen met deze bedrijven en wat zijn hierbij de risico's voor de Staat? Wij horen ook graag hoe het zover heeft kunnen komen. Vorige week hadden we in de Eerste Kamer een mondeling overleg met de minister van Financiën over de coronasteun aan KLM, waar zich hetzelfde patroon ontvouwt: de Staat wordt door grote bedrijven consequent aan het lijntje gehouden, wat miljarden belastinggeld kost.

Welke lessen trekt het kabinet uit deze problematische publiek-private samenwerkingen, vraag ik de staatssecretaris. Worden zulke dossieroverstijgende lessen getrokken? Zulke lessen worden genoemd als aanbevelingen in het rapport van de enquêtecommissie, maar wat is hier concreet mee gebeurd? Welke andere publiek-private samenwerkingen heeft de Staat met Shell en Exxon en hoe verlopen die? Overweegt het kabinet met deze partijen in zee te gaan voor boringen op de Noordzee? Een slechte woordgrap, maar best grappig. Dit zou de Partij voor de Dieren zeer onverstandig vinden, niet alleen omdat wij tegen boren op de Noordzee zijn, maar ook gezien de reputatie van deze bedrijven en hun rol in Groningen.

Voorzitter, ik houd het kort. Ik wil afronden met een groot compliment aan de staatssecretaris, die against all odds de Groningers boven economische gasbelangen blijft plaatsen. Ik kijk uit naar de reactie van de staatssecretaris op mijn vragen en hoop dat de Eerste Kamer vandaag een definitief punt zet achter het winnen van gas uit het Groninger gasveld.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Visseren. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bovens van het CDA.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Bovens i (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Laat ik beginnen met datgene te doen waarvoor deze wet in wezen bedoeld is, namelijk zekerheid bieden aan Groningen. We zijn daarin volstrekt duidelijk: de CDA-fractie zal, net zoals onze collega's in de Tweede Kamer op 12 maart hebben gedaan, vóór de wet stemmen.

Voor mijn fractie is dat een bewuste keuze, geen onvermijdelijkheid. Want natuurlijk is er een discussie mogelijk over tempo en aard van het stoppen met het winnen van gas. De Raad van State heeft niet voor niets over een balans tussen leveringszekerheid en veiligheid gesproken, met andere woorden over een balans waar je verschillende wegingen over kunt maken. Die discussie mag ook een rol spelen bij de zorgvuldige behandeling van de wet in deze Kamer. Maar sluit dan alstublieft niet uw ogen voor het feit dat alleen al het woord "leveringszekerheid" in Groningen als een rode lap op de stier werkt.

Dat je kiest voor afbouw en stoppen van de gaswinning in Groningen en Noord-Drenthe is voor ons eigenlijk al ruim tien jaar een gegeven. Iedereen die óf uit het gebied komt, óf er bekend is óf er zich in heeft verdiept, moet de pijn en het verdriet van de mensen aldaar inmiddels wel snappen. Waar de materiële schade wellicht nog enigszins te vergoeden of te repareren valt, is dat onmogelijk als het om fysieke veiligheid, het gevoel van veiligheid, de gezondheid, de emoties en dus het welbevinden van inwoners gaat. Mijn fractie kiest uitdrukkelijk voor veiligheid en gezondheid en kiest hiermee voor Groningen. Steken we dan de kop in het zand inzake de discussie over leveringszekerheid? Nee, integendeel, maar die discussie woedt al meer dan twaalf jaar en is uitgebreid beschreven in het rapport van de parlementaire enquêtecommissie.

Als laatste element van die discussie bleef de vraag nog over of je in Groningen nog een soort van waakvlamsituatie overhoudt. Voor mijn fractie gaf de brief van het Staatstoezicht op de Mijnen van juni 2023 daar eigenlijk al een afdoende antwoord op. Ook de waakvlamsituatie is onveilig; dat stond daar klip-en-klaar. Daarbovenop heeft de regering ons inziens uitputtend en overtuigend aangetoond dat de leveringszekerheid geborgd is. Dat is gebeurd in de toelichting op de wet en in de beantwoording van vragen van de Tweede Kamer en van die van collega's hier in de eerste schriftelijke ronde. Mocht er nog een spoortje van twijfel bij collega's zijn geweest, dan was de beantwoording van de staatssecretaris op 28 maart nogmaals, en voor ons ten overvloede, klip-en-klaar.

Een derde argument is echter van meer morele en principiële aard. Leveringszekerheid vergt ook andere politieke keuzes, bijvoorbeeld met betrekking tot vergunningverlening voor gaswinning op de Noordzee, het tempo van energiebesparingsmaatregelen, snellere omschakeling naar duurzame vormen van energie of het inschakelen van kernenergie enzovoort, enzovoort. Als je met het oog op leveringszekerheid toch wilt blijven denken aan gaswinning in Groningen, doet dat iets met het vertrouwen van Groningers in de nationale politiek. Het zou opnieuw het breken van beloftes inhouden en daar doet het CDA niet aan mee.

Voorzitter. Als je zoals ik bijna 40 jaar politiek en maatschappelijk actief en medeverantwoordelijk bent geweest voor de voortdurende herstructurering van het voormalige mijnbouwgebied Zuid-Limburg, is de neiging groot om nu uit te weiden over de verhouding tussen een winningsregio en de nationale politiek. Ik zou kunnen spreken over herstructureringen, over nog steeds optredende vervolgschades, over vertrouwen, over pijn, over ereschuld, ja, zelfs over excuses. Ik heb de afgelopen weken vele malen een déjà-vugevoel gehad. Mijn toenmalige collega-commissaris René Paas heeft een paar jaar geleden bij mij de vele rapporten en onderzoeken over de mijnsluitingen in Zuid-Limburg opgevraagd. We spraken en spreken nog af en toe over de verschillen en de overeenkomsten, maar dan in beschouwende zin. Maar het is vandaag niet het moment om hier dat grote Groningendebat te houden en daarop in te gaan. Dat debat is immers verleden jaar al deels gevoerd naar aanleiding van de Tijdelijke wet Groningen, maar het zal zeker nog in deze senaat terugkeren. Er is immers nog genoeg om ongerust over te zijn. Mijn fractie hoort nog steeds van vertragingen bij het versterken van woningen, van voortdurende onzekerheid. Kortom, de uitvoering kent nog zo z'n problemen. Ook mijn fractie las met enige zorg het NRC-artikel van het afgelopen weekend. Wellicht kan de staatssecretaris ingaan op de actuele stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van die tijdelijke wet.

Mevrouw de voorzitter. Is het herstel van gebouwen al een zaak van lange adem, het herstel van vertrouwen kost nog veel meer tijd. Het eerste kost geld en vraagt knopen doorhakken en faciliteren. Het tweede vraagt standvastigheid, betrouwbaarheid, moed, empathie en eerlijkheid. Mijn fractie wil de staatssecretaris zeker complimenteren met deze getoonde eigenschappen. Het Rijk moet nu aan de slag. Het Rijk moet leveren. Als senator, als Zuid-Limburger en als christendemocraat die gespreide verantwoordelijkheid als een van zijn uitgangspunten herkent, wens ik de Groningers toe: "Haw pin". Dat is "hou vol"; en hou zo veel mogelijk je eigen regie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Dessing van de fractie van Forum voor Democratie.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Dessing i (FVD):

Voorzitter, dank u wel. We bespreken vandaag het wetsvoorstel om de gaswinning in Groningen per 1 oktober van dit jaar te beëindigen. Vorige week werd tijdens de procedurevergadering in de commissie EZK alsnog besloten om dit uiterst ingrijpende wetsvoorstel met spoed hier in de Eerste Kamer te behandelen. Wordt dit voorstel aangenomen, dan komt er definitief een einde aan ruim 60 jaar gaswinning in Groningen. In de ogen van Forum voor Democratie zou dat een kolossale fout zijn die niet alleen grote negatieve gevolgen heeft voor Nederland als geheel maar die ook de belangen van de Groningers zelf ernstig schaadt.

Staat u mij toe u even mee te nemen naar het jaar 1963. De eerste boring is een feit. Het grootste gasveld van Europa zal in de jaren die volgen onze verzorgingsstaat gaan opbouwen. Als gevolg van de oliecrisis in de jaren zeventig van de vorige eeuw besloegen de aardgasbaten in het begin van de jaren tachtig bijna 20% van de inkomsten van de rijksoverheid. De aardgasbaten vloeiden direct door naar de staatskas. Iedereen was in zijn nopjes met deze vondst, en vele infrastructurele projecten en andersoortige overheidsuitgaven hebben hierdoor plaats kunnen vinden.

Nederland heeft door de keuze om dit geld gelijk uit te geven ook een dure les geleerd, een les die internationaal bekend is komen te staan als de Dutch disease. Onze munt, destijds de gulden, werd door die directe investering van de aardgasbaten in de eigen economie zo sterk dat de concurrentiepositie van Nederland verslechterde, met hoge werkloosheid en een sterk verminderde export tot gevolg. Een land als Noorwegen leerde van onze fout en bracht de aardgasbaten onder in een staatsvermogensfonds. Als Nederland dat van meet af aan ook zou hebben gedaan, dan zou het saldo van ons nationale fonds volgens onderzoek van de Rekenkamer op 1 januari 2014 bijna 350 miljard zijn geweest. Wat we kunnen concluderen is dat de vondst van het Groninger gasveld en de besteding van de inkomsten hiervan ons veel hebben geleerd. Zouden we het achteraf anders hebben gedaan? Dat lijkt wellicht evident.

Voorzitter. Waarom haal ik dit voorbeeld aan? Het geeft weer dat wij, nadat wij als eerste in Europa een grote bodemschat hadden ontdekt, wellicht achteraf ook de opbrengsten anders hadden kunnen investeren. Noorwegen heeft duidelijk geleerd van onze fout en het anders aangepakt. Nu zijn wij als Nederland opnieuw de eerste én de enige die het grootste gasveld van Europa definitief afdankt. Grofweg 1.000 miljard euro aan waardevol gas in de Groningse bodem wordt afgeschreven in plaats van dit op een verantwoorde manier ten bate te laten komen van alle Nederlanders en de komende generaties.

Een roekeloze beslissing van onze bestuurders, die zich niet laat baseren op feiten maar op emoties. Inmiddels, ruim 60 jaar na de eerste boring in het Groningenveld, is van het positieve sentiment van toen immers weinig meer over. Het heeft allereerst plaatsgemaakt voor geheel terechte woede bij de Groningers. Forum voor Democratie begrijpt die woede heel goed, maar deze woede is niet zozeer het gevolg van geleden schade maar van de lakse en verwijtbare houding van deze overheid bij de afhandeling en de compensatie van die schade. Ik citeer uit het onderzoeksrapport Groningers boven gas van 24 februari 2023: "Soms is niet eens de beschadiging van het huis zelf het vervelendste, maar de rompslomp die deze met zich meebrengt. Schade melden en wachten op een reactie, op een opname, op een schaderapport, op vergoeding van de schade. Het wachten geeft niet alleen onrust, het heeft ook voortdurend effect op beslissingen in het dagelijks leven. Het is niet logisch om de woonkamer te schilderen terwijl de schade nog niet is hersteld of om te solliciteren naar een nieuwe baan ergens anders wanneer onduidelijk is of het huis verkocht kan worden. De aanhoudende onzekerheid frustreert enorm". De onderzoekscommissie concludeert: "bewoners raken de zeggenschap over hun eigen leven kwijt, omdat ze wachten op de afhandeling van hun schade".

Voorzitter. Forum voor Democratie heeft dan ook alle begrip voor de woede en frustraties die de Groningers voelen. Wij onderschrijven de hoofdconclusie uit het onderzoeksrapport Groningers boven gas, dat Nederland een ereschuld heeft aan Groningen en deze schuld móét inlossen. Ons land heeft in de afgelopen decennia immers flink geprofiteerd van de aardgasbaten uit het Groningenveld. 363 miljard euro vloeide in de schatkist, terwijl 66 miljard euro als winst naar aandeelhouders als Shell en ExxonMobil ging. En Groningen? Dat bleef achter met de lasten, de schade, het eindeloze uitstel van de compensatie en de daarbij behorende onzekerheid.

Vanaf het begin van de gaswinning is er te weinig oog geweest voor de regio en voor de risico's van huishoudens in het winningsgebied. Nog steeds zijn veel mensen in onzekerheid over de afwikkeling van schadeclaims. Dat daarover al jaren debat na debat wordt gevoerd zonder dat de bestuurders het voor elkaar krijgen om het probleem gewoon op te lossen, is een schandaal. Wat Forum voor Democratie betreft worden de Groningers dan ook op zeer korte termijn ruimhartig financieel gecompenseerd voor deze lasten, allereerst natuurlijk met de geraamde 8,8 miljard euro voor schadeherstel en versterking van de gebouwen. Daarbovenop zouden we eenvoudig 100 miljard euro kunnen vrijmaken voor het aflossen van de in het onderzoeksrapport genoemde ereschuld aan Groningen. Dat is bijna twee ton per Groninger.

Dit laatste kan echter alleen verantwoord gebeuren wanneer we de 1.000 miljard euro aan gas die nog in de grond zit ook daadwerkelijk kunnen winnen. En daar komt de zo voor de hand liggende oplossing in het gedrang. Want achter de schuldbewuste reacties op de emotionele verhalen van de gedupeerde Groningers gaat een politieke agenda schuil waarin gas geen enkele rol meer speelt. De klimaatalarmisten van VVD, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks-Partij van de Arbeid enzovoorts willen de gaswinning hoe dan ook stoppen. In plaats van jaren geleden al 8,8 miljard euro vrij te maken voor geleden schade en om bevingsbestendig te bouwen, hebben onze bestuurders het al die tijd grandioos laten afweten.

Ik heb nog één zin, voorzitter.

De voorzitter:

Nog deze zin en dan heeft u een interruptie van de heer Crone.

De heer Dessing (FVD):

Nu de emoties bij de Groningers begrijpelijkerwijs hoog zijn opgelopen, hebben deze partijen een excuus om rigoureuze maatregelen te nemen, namelijk het sluiten van het gehele veld onder het mom van veiligheid.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Ik reken ook graag, maar ik kan nooit zo goed tegen domme sommetjes. U moet mij dus helpen, want misschien is wat u zegt slimmer dan ik denk. 1.000 miljard. Hoe snel gaat u winnen? Wanneer komt dat geld dan boven de grond? Gaan we onmiddellijk weer winnen? Of gaan we daar 10 jaar over doen of 50 jaar?

De heer Dessing (FVD):

Wat ons betreft kan de gaswinning gewoon doorgaan en is dat veilig. Ik kom daar straks in mijn betoog nog op terug.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Stel dat we er 5 miljard per jaar uit halen, in geld. Gaan we dan de Groningers die 5 miljard pas tien jaar later betalen, enzovoorts, terwijl de schade er nu is? Je moet die huizen natuurlijk van tevoren versterken. Ik heb al gezegd dat in 2018 de grootste beving op één na in de stad Groningen was. Gaan we de stad Groningen eerst ondergraven met die boringen in de komende tien, twintig jaar? Maar dan hebben we die 1.000 miljard nog niet, snapt u? Je moet altijd eerst geld verdienen voordat je het kan uitgeven. Dat is een goed principe in mijn partij. U geeft al geld uit voordat het verdiend is, maar de schade ontstaat natuurlijk eerder. De schade gaat onmiddellijk weer beginnen.

De voorzitter:

Meneer Crone, graag via de voorzitter. Ik geef nu het woord aan de heer Dessing.

De heer Dessing (FVD):

Ik kom daar in het vervolg van mijn verhaal op terug. Een onderdeel van mijn verhaal — daarom begon ik de inleiding ermee, maar ik ga het straks verder uitwerken — is dat we er ook in een veel eerder stadium voor hadden kunnen kiezen om een pot te maken waarmee we al veel eerder preventieve maatregelen hadden kunnen nemen om te zorgen dat Groningen aardbevingsbestendig zou blijven.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Dan bevestigt de heer Dessing mijn stelling: er is nu geen geld, we moeten eerst gas winnen uit Groningen, dan gaan ze dus schade lijden en aan het eind krijgen ze geld terug. Dus eerst de schade, eerst de onzekerheid. Zo kan je toch niet beleid voeren? Preventiebeleid moet je van tevoren voeren. Maar dat kan niet, want in 2018 bleek al dat er zelfs in het hart van de stad Groningen schokken waren. U heeft daar nu geen geld voor.

De heer Dessing (FVD):

Ik kom daar straks in mijn verhaal nog op terug.

Vanzelfsprekend is de veiligheid van de Groningers ook voor Forum voor Democratie van groot belang. Maar hoe onveilig is Groningen eigenlijk vanwege de gaswinning? Ik zeg dit met alle respect, maar toch. Er is nog nooit iemand in Groningen overleden als gevolg van een aardbeving. Er is zelfs nooit iemand gewond geraakt in Groningen en er is geen enkel gebouw ingestort als direct gevolg van een aardbeving. De zwaarste aardbeving vond plaats bij Huizinge in 2012. Met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter wordt deze omschreven als een lichte aardbeving, die volgens de hoofdseismoloog van het KNMI voelt alsof er een zware vrachtwagen langs je huis rijdt. In Japan bouwt men flatgebouwen die bestand zijn tegen zware aardbevingen tot wel 7 op de schaal van Richter.

De voorzitter:

Een interruptie van mevrouw Visseren-Hamakers.

Mevrouw Visseren-Hamakers i (PvdD):

Als we schade alleen maar belangrijk vinden als mensen komen te overlijden, dan begrijp ik het betoog niet meer. Ik heb geen vraag aan de heer Dessing.

De heer Dessing (FVD):

Dan raad ik mevrouw Visseren aan om toch iets beter naar mijn betoog te luisteren, want dat heb ik absoluut niet gezegd.

Ik ga door. Het innovatieve, vindingrijke Nederland zou niet in staat zijn om zijn noordelijkste provincie bestendig te maken tegen lichte aardbevingen. Maar de oplossingen zijn zelfs al voorhanden. Bijna tien jaar geleden werd in het kader van een prijsvraag van de NAM de zogeheten spouwdonut ontwikkeld. Dit is een opblaasbare donut, die, zoals de naam al suggereert, in de spouwmuur wordt geplaatst. Deze donut is niet alleen uitstekend in staat om woningen tegen aardbevingen te beschermen, hij is ook goedkoop én eenvoudig, dus snel, aan te brengen, zonder dat bewoners hun huis hoeven te verlaten. Hoewel de donut werd gezien als de perfecte oplossing voor het versterken van Groningse woningen, ligt deze al jaren te verstoffen.

Voorzitter. Afgezien van het feit dat het sluiten van het gasveld onnodig en financieel gezien bijzonder onverstandig is, heeft Forum voor Democratie nog een ander fundamenteel bezwaar. In tijden van geopolitieke onrust zoals we die vandaag de dag kennen, is het negeren van de waarde van energieonafhankelijkheid bijna een misdrijf te noemen. Het is van essentieel belang dat we onze eigen broek op kunnen houden wanneer dit nodig is. Door de mindering van de gaswinning in Groningen en het nu volledig sluiten ervan zijn wij van een energie-exporteur een energie-importeur geworden, met alle gevolgen van dien. Wij zijn meer dan wij gewend zijn afhankelijk geworden van lng uit Amerika en aardgas uit Noorwegen, Noord-Afrika en Qatar. De enorme stijging van het gebruik van gas uit het buitenland maakt ons extra kwetsbaar voor prijsschommelingen zoals we die de laatste jaren hebben gezien. Nederlandse huishoudens zijn hier wederom de dupe van. Uiteraard is de gasmarkt internationaal en zijn prijsschommelingen altijd een gegeven, maar wanneer wij het gas uit Groningen voor eigen gebruik zouden kunnen blijven inzetten, zou dit de positie van Nederland een stuk sterker en minder kwetsbaar maken.

Voorzitter. Het moge duidelijk zijn: Forum voor Democratie begrijpt de frustratie van de Groningers volkomen en wil ze dan ook zo snel mogelijk én zo ruimhartig mogelijk compenseren. Daarnaast willen we met innovatieve oplossingen zoals de spouwdonut het gaswinningsgebied bevingsbestendig maken. Dat kán ook gewoon en had al jaren geleden moeten gebeuren. Dat de zittende macht het heeft laten afweten wat betreft deze zaken en nu drastische maatregelen neemt die de Groningers niet helpen, Nederland beschadigen en alleen het belang dienen van zijn klimaatagenda, is een groot schandaal.

Voorzitter, ik rond af.

De voorzitter:

Maar niet dan nadat u een interruptie heeft gekregen van mevrouw Aerdts.

Mevrouw Aerdts i (D66):

Ik ben benieuwd of de heer Dessing ook met de Groningers hierover heeft gesproken en hoe zij daartegen aankijken.

De heer Dessing (FVD):

Wij hebben onze informatie uit diverse bronnen ingewonnen, dus wij hebben ook informatie van Groningers ingewonnen. Dat klopt.

Voorzitter, ik rond af. Ik heb een bijdrage die eigenlijk gericht is aan de Voorzitter. Ik richt die daarom niet persoonlijk tot u, voorzitter, maar tot de Voorzitter. Onlangs is mij ter ore gekomen dat hij al 25 jaar een trouwe kijker is van het tv-programma Hour of Power, een kerkdienst op zondagmorgen. U, de Voorzitter, en de christelijk gezinden onder ons zullen dan ook vast bekend zijn met de gelijkenis van Jezus en de talenten. In dit verhaal krijgen drie dienaren een aantal talenten uitgereikt. De een krijgt vijf talenten, de ander twee en de laatste dienaar krijgt er één. De man roept op zijn geld goed te bewaren totdat hij terugkomt. Na een tijd komt de man terug en roept hij de dienaren bij zich. De eerste dienaar heeft de vijf talenten geïnvesteerd en er tien van gemaakt. De tweede dienaar heeft evengoed zijn twee talenten geïnvesteerd en er vier van gemaakt. De man prijst en beloont beide heren. De laatste dienaar echter heeft zijn enige talent onder de grond begraven omdat hij bang was het kwijt te raken en daarvoor gestraft te worden. Hij heeft er dus niets mee gedaan en geeft het enige talent terug aan de man. De man oordeelt vervolgens dat hij een luie en slechte dienaar is geweest en geeft het talent aan de dienaar die er al tien heeft.

De interpretatie van deze gelijkenis is dat wie goed gebruikmaakt van wat hem of haar is gegeven, beloond zal worden, maar dat wie zijn vermogens verkwanselt, zal worden gestraft. Nu staan wij op het punt om ons talent, het Groningengasveld, naar voorbeeld van de derde dienaar voorgoed onder de grond te begraven door met een dikke laag beton de putten te sluiten. Het is wellicht de tweede les die wij op termijn zullen leren van het tijdperk in onze geschiedenis rond het Groninger gasveld. Laten wij dit keer ons verstand gebruiken, en onze talenten, ons vermogen juist inzetten. Groningen én Nederland verdienen dat.

Ik dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Ik wil even opmerken dat u niet naar Hour of Power hoeft te kijken om deze gelijkenis te kennen, zeg ik ook richting de heer Schalk en de heer Holterhues. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Rooijen van de fractie van 50PLUS.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Alvorens ik naar de inhoud toega, wil ik eerst ... Ik begin opnieuw, voorzitter; ik neem aan dat mijn spreektijd nu pas ingaat. Alvorens ik naar de inhoud toe ga, wil ik eerst iets kwijt over de reactie van de staatssecretaris op de behoefte van dit huis om de argumenten voor of tegen het sluiten van de gaswinning in Groningen toch nog eens goed te wegen. Het klonk als: "Waar haalt de Eerste Kamer het lef vandaan om het met mij oneens te zijn? Nog één keer zo'n brutaliteit en dan kom ik niet meer; dan treed ik af en ga ik in de Tweede Kamer zitten." Voorzitter, naar ik begreep is er een intern D66-onderzoek waaruit blijkt dat de politici van die partij zich betweterig opstellen. De reactie van deze staatssecretaris van D66 was niet alleen betweterig, maar zelfs arrogant, richting minachting voor het parlement.

De heer Van Apeldoorn i (SP):

De staatssecretaris is niet van mijn regering en niet van mijn partij. Maar hij kan zich hier niet verdedigen. Ik wil toch even krachtig afstand nemen van wat hier nu gezegd wordt. Ik heb dat deel van het commissiedebat in de Tweede Kamer meerdere keren teruggezien. De staatssecretaris heeft niet gedreigd, is niet arrogant geweest, heeft alleen gezegd: ik kan het niet voor mijn rekening nemen als ook deze belofte aan Groningen gebroken wordt. Hij heeft gezegd: ik heb richting de inwoners van het aardbevingsgebied, de inwoners van Groningen, gezegd dat het gasveld definitief dichtgaat. Hij heeft gezegd: ik dacht daarop te kunnen vertrouwen, want de Tweede Kamer heeft daar met 146 zetels vóór gestemd. Hij heeft dus gezegd: dat kan ik niet meemaken tegenover de inwoners van Groningen. Dat heeft hij gezegd. Ik snap werkelijk niet waar de heer Van Rooijen het vandaan haalt dat dat arrogant zou zijn richting de Eerste Kamer. Hij heeft gewoon gezegd: dat kan ik niet meemaken. En gelijk heeft hij.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, ik ga door. Ik was echt onthutst toen ik dit hoorde. Allereerst: het kabinet is demissionair; u ook. Bij een demissionaire status past bescheidenheid. U kunt ons dus niet onder druk zetten door met weggaan te dreigen. Dan zeggen wij: nou, als u het niet meer leuk vindt, ga uw gang; de helft van uw ploeg zwerft al elders, wij hopen dat de laatste het licht uitdoet.

De heer Crone i (GroenLinks-PvdA):

Ik geloof dat het lichtelijk arrogant is dat u niet eens reageert als iemand een interruptie plaatst, een stelling plaatst tegenover een stelling van u, en dat u gewoon doorgaat. Ik val graag collega Van Apeldoorn helemaal bij. De staatssecretaris heeft nadrukkelijk gezegd: ik trek een politieke streep voor mijzelf; dan ga ik terug naar de Tweede Kamerbankjes. Dus hij voert een eigen strijd met steun van de Tweede Kamer en van alle Groningers. Dat hij een streep trekt, dat mag natuurlijk. Zouden maar meer politici zeggen: nu gaan we te ver op een onderwerp. Want dat is trouw bieden aan je eigen standpunten, mogelijk aan je eigen kiezers, maar in dit geval ook aan 146 leden van de Tweede Kamer. Dat is zijn volstrekt legitieme keus. Dat siert hem. Kunt u daar commentaar op geven?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik blijf bij mijn woorden en wil graag mijn betoog vervolgen. Maar misschien bedoelde u, staatssecretaris, met uw boosheid ...

De voorzitter:

Toch even geduld, want mevrouw Aerdts wil uw betoog toch nog even onderbreken.

Mevrouw Aerdts i (D66):

Volgens mij doet de heer Van Rooijen niet alleen de staatssecretaris tekort maar ook alle medewerkers op het departement, die juist voor ons voor een paasweekend uitgebreid vragen hebben beantwoord en binnen een week ook nog een tweede ronde uitgebreid hebben beantwoord. U doet hen tekort door daar helemaal niet op in te gaan en hun arrogantie te verwijten.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik merk slechts op dat de Tweede Kamer zes maanden heeft gedaan over de behandeling van dit wetsontwerp. Het is op 19 maart hier gekomen. We hebben eind maart de eerste vragenronde gehad, en twee weken later de tweede. Wij doen dit met supersonische snelheid, binnen drie weken. Het lijkt me dus helder dat we heel veel spoed betrachten. Daar ben ik het op zichzelf uiteraard niet mee oneens. Ik wil mijn betoog graag vervolgen.

Misschien bedoelde u, staatssecretaris, met uw boosheid om naar Groningen uit te stralen — en dat heeft u, voor alle duidelijkheid, goed gedaan — dat u voor de mensen daar echt door het vuur gaat. Dat lijdt geen twijfel; natuurlijk werkt u met engagement. Dat doen wij hier trouwens allemaal. Groningen gaat ons ook aan het hart. Maar zoals de staatssecretaris weet, heeft deze chambre de réflexion, het huis van toch nog eens goed nadenken, als extra taak om, heel nuchter, elke vraag te stellen die gesteld moet worden. Dat is soms best weleens lastig, maar het is een noodzakelijk element van de zorgvuldige weging van het regeringsbeleid door de Staten-Generaal. Wij gaan hier niet voor de populariteitsprijs, maar voor het belang van onze totale samenleving. Daar wegen we het Europees belang ook bij.

Voorzitter. Al die belangen zijn nooit in steen gebeiteld. Omstandigheden veranderen en belangen verschuiven. Mijn fractie constateert dat Nederland op meerdere terreinen actief is in een actueel conflict op Europese bodem tegen de expansieve bewegingen van de Russische Federatie. Er wordt steeds meer gesproken, ook door de regering, in termen van "Poetin moet verslagen worden en Oekraïne moet winnen". Ook mijn fractie wil in deze termen spreken, om het gevaar van Russische expansie met gepaste kracht en eensgezindheid tegemoet te treden. Er bekruipt mij echter een unheimisch gevoel omdat wij met het volledig en definitief sluiten van ons grootste gasveld opzettelijk een nieuwe kwetsbaarheid laten ontstaan. Ik kan niet in het hoofd van de Russische president kijken. Maar ik kan zeker niet uitsluiten dat een verdere afname van de Europese energieflexibiliteit als gevolg van het sluiten van het Groningengasveld bij wijze van spreken strategisch voor Rusland van grotere waarde is dan het leveren van F16's aan Oekraïne. Hoe ziet dit kabinet dat?

Ga er maar van uit dat Poetin deze wet met applaus begroet. Alles wat de kwetsbaarheid van de Europese Unie vergroot zonder dat hij daar zelf een vinger naar hoeft uit te steken, kan in Moskou op enthousiasme rekenen. Realiseert het kabinet zich dat? Hoe leggen we dat uit aan onze Europese partners? Hoe communiceren we daarover met Groningen? Wat zegt de staatssecretaris daarover?

Doen wij de Groningers recht door hun te beloven dat hun belang hoe dan ook boven elk ander belang gaat? Mogen zij dit zelfs van ons verwachten? Even voor alle duidelijkheid: het gaat niet om het doorpompen, maar alleen om het beschikbaar houden van het Groningengasveld.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Het moet niet gekker worden. Een debat over leveringszekerheid? Ik vind het allemaal prima. Maar vindt de heer Van Rooijen nou werkelijk dat hij Groningers recht doet door dit te zeggen en door op deze manier Poetin erbij te halen? Volgens mij verdraait hij de feiten volledig. We zijn toch al van het Russische gas af? En gelukkig! Hier nu een beeld schetsen van dat Poetin gaat staan juichen als wij hier vanavond de Groningse gasputten definitief sluiten of, althans, het besluit daartoe nemen, vind ik echt een gotspe. Ik vind het echt ongelofelijk dat de heer Van Rooijen daarmee komt. Ik vraag hem erop te reflecteren hoe het beeld dat hij hier nu schetst, overkomt in Groningen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Naar aanleiding van de formuleringen die de collega geeft, ben ik niet bereid daarop te reageren.

De heer Van Apeldoorn (SP):

Dat is het goed recht van de heer Van Rooijen. Maar wat hij hier zegt, vind ik nogal wat. Hij schetst hier het beeld — ik ga het toch herhalen — dat het een overwinning zou zijn voor Poetin als wij hier vanavond besluiten de Groningse gaskraan definitief dicht te draaien. Op die zekerheid en veiligheid wachten Groningers al heel erg lang. Van dat frame neem ik krachtig afstand. Dat is een verdraaiing van de werkelijkheid. Dat doet Groningers absoluut geen enkel recht.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Toch nog één woord dan. Ik haal Poetin er niet bij. We hebben een probleem in de wereld, omdat de wereld hyperonzeker is. Ik vervolg mijn betoog.

De voorzitter:

Nee, want mevrouw Aerdts heeft nog een interruptie.

Mevrouw Aerdts (D66):

Ik vroeg me af of de heer Van Rooijen zich realiseert dat op het moment dat wij de waakvlam aan laten staan, dat hele grote consequenties heeft voor alle versterkings- en herstelplannen die er nu zijn. Eigenlijk zouden alle berekeningen opnieuw moeten worden uitgevoerd en dan blijven de Groningers dus nog veel langer in onzekerheid zitten.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik zou u willen vragen om naar het vervolg van mijn betoog te luisteren, want ik ben pas net begonnen. Sommigen is dat wellicht ontgaan. Ga er maar vanuit dat Poetin deze wet … Nee, ik moet even verdergaan, want dit had ik al gezegd.

Voorzitter. Ik luister, heel goed zelfs, als luitenant-admiraal Rob Bauer stelt: "Van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar en gericht op efficiency was naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren. Daar spreek ik over. Het tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten." Minister Ollongren is het met hem eens dat lidstaten, dus ook Nederland, zich mentaal moeten voorbereiden op een situatie waarin we veel gaan vragen van de samenleving. "We moeten alle ketens op orde hebben", zegt minister Ollongren. Dus ook Groningen, zou ik zeggen.

Mijn fractie vindt natuurlijk ook dat de wissel die bijna vanzelfsprekend tientallen jaren eenzijdig getrokken is op de inwoners van Groningen niet te verdedigen is. Ik neem aan dat dit duidelijke taal is naar de collega's. Het is niet het enige dat bestuurlijk fout is gegaan. Het is heel goed als overheid en politiek veel kritischer in de spiegel kijken. Dat gezegd hebbende mag het ook niet zo zijn dat een gemaakte fout een volgende fout als het ware gaat excuseren. Stel dat er straks om wat voor reden dan ook schaarste is. Oorlog, crisis en energietransitie zijn allemaal dreigingen of uitdagingen die nu om ons heen cirkelen en die direct te maken hebben met het welzijn van mensen. Als dus straks bij wijze van spreken elk putje moet worden omgedraaid om nog ergens gas te vinden, terwijl wij een grote en winbare voorraad definitief onwinbaar zouden hebben gemaakt, dan stapelen wij toch fout op fout?

Wij botsen sowieso steeds meer op impasses, omdat wij niet breed genoeg kijken. Neem de energietransitie. Ons enthousiasme liet ons vol inzetten op allerlei initiatieven. Dat gebeurde toch vaak zonder nadenken over soms zelfs heel banale knelpunten. Ons elektriciteitsnet kan de benodigde capaciteit nu al niet aan. Wij moeten terugkomen op toezeggingen aan de voorlopers in het plaatsen van collectoren op hun daken, over het verdienen aan het terugleveren van elektriciteit aan het net. Terwijl wij elk dier op het land koesteren, komen er voor het opwekken van windenergie steeds meer gehaktmolens voor vogels. Welke berg afval hebben we straks als de wieken niet recyclebaar blijken? Waterstof is prachtig, maar het opwekken ervan kost steeds ongeveer evenveel energie als het oplevert. Intussen zetten wij harde doelstellingen, maken we wetten en sluiten we verdragen die straks onhaalbaar blijken te zijn, maar waarvan nakoming door de milieubeweging via de rechter kan worden afgedwongen, omdat de rechter niet houdt van strakke regels die achteraf vrijblijvende formuleringen blijken te zijn en dus lik op stuk geeft. We weten nog niet hoe we de elektrificatie van het wagenpark kunnen faciliteren met voldoende netcapaciteit en voldoende laadpunten. Om ecologische redenen remmen we bouwactiviteiten, maar we komen enorme aantallen huizen tekort en de koophuizenmarkt kookt over ten koste van onze jongeren, die snakken naar een huis en onderdak. Met onze ecologische haast dreigen wij ondernemingen plus werkgelegenheid het land uit te jagen zonder dat de aarde er iets mee opschiet. Die bedrijven zoeken namelijk een plaats op onze wereldbol waar de eisen minder stringent zijn. Het gaat ten koste van onze economische kracht, maar waar zit dan de ecologische winst?

Voorzitter. Wat is er toch allemaal mis met dat management van onze overheid? Wanneer houden we eens op met te gaan hollen per thema zonder de samenhang met het totaal te zien? Ik zou heel graag de analyse van de staatssecretaris hierover willen horen.

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de heer Van Rooijen een enorm rookgordijn aan het optrekken is. Ik had eigenlijk verwacht dat de heer Van Rooijen in zijn bijdrage rekening zou houden met de mensen in het aardbevingsgebied die een zeer respectabele leeftijd hebben bereikt. Gisteren nog bereikte mij een bericht van een inwoner van Garrelsweer die van dezelfde generatie als de heer Van Rooijen is en die al tien jaar zit te wachten op versterkingsmaatregelen. Zij weet dat haar huis onveilig is. Ik hoor de heer Van Rooijen daar helemaal niet over, terwijl ik had verwacht dat juist zijn partij ook het belang zou behartigen van de mensen in het aardbevingsgebied die een respectabele leeftijd hebben bereikt.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Kort en goed, iedereen, jong en oud, heeft grote last gehad en heeft nog steeds last van de bevingen in Groningen. Daarover is geen verschil van mening. Als u naar mijn verdere betoog luistert, zult u horen dat ik daar ook aandacht aan besteed. Dat heb ik al gedaan en dat zal ik nog meer doen.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Als je begrijpt wat oorlog is of kan betekenen, als je de woorden over oorlogseconomie serieus neemt, als je je realiseert wat economische ellende betekent voor de loopbaankansen van jongeren, voor het welzijn van zo vele gezinnen, voor het harde werken van zo veel ondernemers, dan had de staatssecretaris ook opgelucht kunnen reageren op de vragen van de VVD, de BBB, de SGP en JA21. Zij bieden immers de gelegenheid om onze spreekwoordelijke Groningse divisie in het veld te houden op een moment dat alle andere uitrustingen en wapensystemen die onze krijgsmacht recentelijk heeft besteld nog wel vijf tot tien jaar op zich laten wachten. Uiteraard dankt mijn fractie de staatssecretaris voor zijn uitvoerige beantwoording van de vragen, ook in de tweede ronde, van VVD, BBB, SGP, JA21 en mijn fractie. Naar aanleiding van deze antwoorden heb ik nog enkele concrete vervolgvragen.

De fractie van 50PLUS verbaast zich erover dat waar steeds duidelijker wordt dat aardgas heel hard nodig zal zijn om alle nodige stappen in de energietransitie te kunnen zetten, de staatssecretaris nu zegt dat het Groningse aardgas daar niet voor in aanmerking hoeft te komen omdat dit laagcalorisch gas is, terwijl het gas dat wij importeren bijna allemaal hoogcalorisch gas is. Maar waarom wordt er juist uitgerekend in Groningen momenteel een stikstoffabriek gebouwd? Die stikstof wordt straks toch gebruikt om dat hoogcalorische importgas laagcalorisch te maken? De meeste gasinstallaties in Europa zijn daar immers op afgesteld. Als dat zo is, dan vervalt het argument van de staatssecretaris toch? Sterker nog, dan moeten wij vaststellen dat ons aardgas juist het meest geschikt is om de energietransitie te faciliteren.

Voorzitter. Zoals u weet heb ik nog deel uitgemaakt — daar gaan we weer — van de regeringsploeg van Den Uyl. Ook toen waren er veel dilemma's. Het hoort bij de politiek, waar altijd belangen botsen. Aan de orde was de afsluiting van de Oosterschelde als een van de hoekstenen van het Deltaplan. Bij de Watersnoodramp van 1953 was ik 11 jaar. Ik was 's ochtends om zes uur al wakker om als misdienaar naar de kerk te gaan. Ik wist het als een van de eersten in Nederland, want ik hoorde het van de koster via de waterstandenberichten. De Watersnoodramp van 1953 had ons weer eens de harde les geleerd van de noodzaak om je steeds goed bewust te zijn van de gevaren die je bedreigen en om steeds klaar te staan om die het hoofd te bieden. Een wezenlijk onderdeel van de toekomstige veiligheid voor Zeeland was de afsluiting van de Oosterschelde. De voorloper van GroenLinks, de PPR, maakt er een groot punt van dat de Oosterschelde om ecologische redenen open zou moeten blijven. De PPR wilde in 1976 zelfs het kabinet uit als dat niet het geval was; ik was daar zelf getuige van in de ministerraad. Open of dicht: het sluit elkaar uit. In Delft zijn ze soms slimmer dan in Den Haag en er kwam een briljante oplossing, waarbij "open" en "dicht" bediend werden: een dam die je bij zware storm en hoogwater kunt afsluiten, een doorlaatbare dam. Vanuit heel de wereld zijn ze al bij die slimme dam wezen kijken. Open of dicht: het hoeft elkaar niet uit te sluiten. Sinds 1953 zijn we echt niet minder slim geworden. Er moet een oplossing mogelijk zijn om de winning van gas daar nu — let wel — te stoppen, maar in geval van nood toch weer bij het gas te kunnen, een noodvoorziening dus.

Voorzitter. In Zeeland kon het en iedereen is daar nu zeer tevreden over.

De heer Schalk i (SGP):

Na dat verhaaltje over Zeeland en de Watersnoodramp heb ik een vraag. Ik maak mij trouwens sterk dat de Zeeuwen het nog eerder wisten dan de heer Van Rooijen. Maar goed, het was in 1953.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dat ontken ik niet.

De heer Schalk (SGP):

Mijn vraag aan de heer Van Rooijen na zijn betoog is: gaat hij deze wet nu steunen of niet? Je kunt natuurlijk nog steeds vragen hebben bij de manier waarop het nu afgesloten wordt en dergelijke, maar het is wel cruciaal of wij Groningen inderdaad de duidelijkheid kunnen geven waar het recht op heeft.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Wij stemmen vanavond en ik zal vanavond mijn stemverklaring afgeven, net zoals ik dat doe bij de wet die gaat over de verhoging van het minimumloon. Gisteren werd mij namelijk ook al de vraag gesteld of ik in eerste termijn een stemverklaring wilde afgeven. Dat is tamelijk ongebruikelijk in dit huis.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

De vraag is niet: open of dicht? De vraag is of we weer gaan winnen, zodat er bodemdaling komt. Bent u bereid om weer te winnen, zodat er bodemdaling komt?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb uw vraag niet goed begrepen of verstaan.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Het is vrij simpel. Bij die afsluiting was ik nog net niet geboren, maar ik heb daarna gemerkt hoe goed die is geweest voor Dordrecht. Maar toen kon je kiezen voor een halve oplossing. Hier is de vraag niet of het open of dicht moet, maar of je ooit gaat winnen, want dan krijg je bodemdaling.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

De parallel met de Oosterschelde gaat uiteraard nooit in alle opzichten op. Ik wil hier alleen maar mee zeggen dat als je heel creatief bent, je definitieve besluiten ook zodanig kunt nemen dat die niet iedere mogelijkheid om een noodvoorziening te treffen onmogelijk maakt; laat ik het zo zeggen. En daar zou ik het bij willen laten.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Dan is de conclusie dat u bereid bent om weer te winnen, want het heeft geen zin om het open te houden als je nooit meer gaat winnen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb het niet over winnen. Ik heb het over stoppen — dat woord gebruikte ik net letterlijk — maar ook over het ervoor zorgen dat we in geval van nood, in geval van nood, bij het gas zouden kunnen, in geval van nóód.

Voorzitter. In Zeeland …

De voorzitter:

Tot slot, meneer Crone.

De heer Crone (GroenLinks-PvdA):

Dan stel ik vast dat de Groningers dan de schade gaan betalen, want we gaan dan weer een keer winnen, al is het in nood, vanzelfsprekend. Maar dan gaan zij de nood betalen voor ons allemaal.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik herhaal: stoppen, maar in geval van nood toch gas kunnen gebruiken.

De heer Bovens i (CDA):

Ik denk dat de heer Van Rooijen terecht zegt dat we in 1953 gekozen hebben voor veiligheid. Mijn fractie zou ook in dit debat graag voor veiligheid kiezen. Tenzij ik de brief van het Staatstoezicht op de Mijnen van juni 2023 verkeerd lees, staat daar klip-en-klaar, zonder enige mits of maar, dat een situatie waarin je de zaak niet stopt, met andere woorden een soort waakvlamsituatie, een soort situatie van "het kan nog", onveilig is voor Groningen. Dat is nog los van de nabevingen, die nog heel lang zullen komen, ook als de zaak helemaal gestopt wordt zoals in de wet staat. Maar een situatie die niet doet wat in de wet staat, zal altijd onveilig zijn. Ik vraag via de voorzitter aan de heer Van Rooijen om uitdrukkelijk de keuze voor veiligheid te maken.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Wij maken ook de keuze voor veiligheid, want wij willen dat de gaswinning stopt. Maar wij willen dat we in geval van nood kunnen optreden.

Voorzitter. In Zeeland kon het dus en iedereen is daar zeer tevreden over. In Groningen moet een dergelijk dubbele oplossing ook mogelijk zijn. Hoe ziet u dat?

Voorzitter. Dan nog iets anders. NRC gaf ons dit weekend een update over de onderhandelingen met Shell en Exxon over de afwerking van Groningen. Ik begrijp dat de mensen van Financiën weer eens realistischer waren dan die van andere departementen, waardoor er de nodige wrijving was. Kan de staatssecretaris ingaan op dat NRC-verhaal? Heeft ambtelijk Den Haag te lang een roze bril gedragen? Heeft de overheid in het ene dossier, de schade van Groningen, gedacht zich ruimhartig te kunnen opstellen, omdat het andere dossier, de schadeverdeling met de NAM, toch wel goed zou aflopen? Zijn ook hier weer coördinatiegaten gevallen, waardoor de linkerhand niet wist wat de rechterhand ging doen? Is daarop ook de vastberadenheid naar de Groningers toe gebaseerd? Wordt Groningen net zoals de toeslagenkwestie: eerst niet, dan wel, dan alle remmen los en dan weer spijt en geen idee hoe hoog de rekening uiteindelijk wordt?

Voorzitter. Ik voel de vastberadenheid van het kabinet ten aanzien van dit reeds door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel om de gaswinning in Groningen definitief te beëindigen. In mijn bijdrage heb ik aandacht gevraagd voor diverse omstandigheden die deze vastberadenheid minder vanzelfsprekendheid zouden moeten maken. Het kabinet-Rutte loopt het risico de geschiedenis in te gaan als een ploeg die geleidelijk in verval raakte. Er zijn nog nooit zo veel bewindslieden tussentijds verdwenen. Je hebt net de naam van de minister geleerd of er zit alweer een ander. Zelfs de premier is al bezig met solliciteren. Het economische en ecologische beleid ging van enthousiaste voornemens naar rafelige uitkomsten. Beleidsuitvoering liep tegen haar grenzen aan. Het kabinet is moe, misschien wel doodop, en dat is een sombere conclusie, gegeven de talloze problemen waar we nu mee worstelen. De stemming over Groningen mag er dus nooit een zijn van "wat zuchten en dan zijn we daar gelukkig ook weer vanaf". Nee, onze tijd is zo onrustig, er gebeuren zo veel dingen en alles heeft zo met alles te maken dat wij een regering nodig hebben die uitstraalt de zaken in de hand te hebben en die dat elke dag opnieuw waarmaakt met een brede blik voor alle aspecten en met fonkelende ogen. Kunt u ons zulk engagement laten zien, geachte heer staatssecretaris?

Ten slotte, voorzitter. Omdat de uitslag van de stemming al vast lijkt te staan, dient mijn fractie in eerste termijn de volgende motie in. De Kamer, gehoord de beraadslaging, …

De voorzitter:

Sorry, meneer Van Rooijen. De Kamer moet verlof geven voor het indienen van een motie in de eerste termijn. Ik wil daar dus eerst even om vragen. Ik zie hier geschud en ik zie daar geschud. U mag uw motie in de eerste termijn indienen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dank u wel, voorzitter. Dat was mij bekend. Dank voor uw uitleg aan de collega's en degenen die kijken.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er belangrijke toezeggingen zijn gedaan aan Groningen, waarbij onder meer de definitieve sluiting van de putten om aardgas te winnen aan de orde is;

overwegende dat vanwege internationale spanningen, onder meer in Oekraïne en in het Midden-Oosten, het afsluiten van energiereserves zich niet verstaat met relevante strategische belangen van Nederland en van zijn bondgenoten;

overwegende dat aardgasreserves tevens van onmisbaar belang kunnen zijn voor een voorspoedige energietransitie;

verzoekt de regering de sluiting van aardgasputten in Groningen nog niet onomkeerbaar te maken en alles in het werk te stellen om een slimme open/dicht-oplossing na te streven die zowel het belang van de Groningers dient, als de grensoverschrijdende strategische en ecologische belangen van Nederland en van zijn bondgenoten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Rooijen.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. Daarmee maakt zij deel uit van de beraadslaging.

Zij krijgt letter G (36441).

De heer Bovens.

De heer Bovens (CDA):

Ik heb een vraag aan mevrouw de voorzitter. Is het mogelijk om nu al een stemverklaring over deze motie af te leggen? Of moet ik daarvoor de tweede termijn afwachten?

De voorzitter:

Dat is zeer ongebruikelijk, maar wij voelen uw stemverklaring in de lucht hangen.

Wilt u afronden, meneer Van Rooijen, want u bent tweeënhalve minuut over uw spreektijd heen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Dat kwam mede door de interrupties.

De voorzitter:

Nee hoor, de interrupties heb ik keurig afgeklokt, dus u bent tweeënhalve minuut over uw spreektijd heen.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, voorzitter, dat gebeurt bij collega's ook weleens. Maar u heeft gelijk; dat is zo. Mijn fractie wacht de antwoorden van de staatssecretaris met belangstelling af. Wees waakzaam!

De voorzitter:

Dan heeft u nog een interruptie van de heer Dessing.

De heer Dessing i (FVD):

Ik heb met belangstelling geluisterd naar het betoog van de heer Van Rooijen. Ik heb hem kritische geluiden horen uiten over onze strategische energievoorziening en over de vele nadelen van de energietransitie. Vervolgens komt hij met een motie waarin hij aangeeft dat aardgas de energietransitie juist zou kunnen bespoedigen. Ik begrijp die tegenstelling niet. Ik had even de hoop dat hij zich net als onze fractie tegen de energietransitie zou keren.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Wij zijn als 50PLUS bijzonder voor energietransitie, maar ik heb aangegeven dat daar zeer veel hobbels bij komen kijken die vaak niet zijn voorzien; eerst maar iets doen en pas daarna gaan nadenken. Op dat punt is mijn fractie duidelijk. Wij zijn voor energietransitie. De motie die ik zojuist heb ingediend, geeft dat ook aan.

De heer Dessing (FVD):

Dan toch iets concreter: hoe kan het behouden van het winnen, van het gebruik van aardgas die energietransitie dan helpen in de ogen van de heer Van Rooijen?

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb niet gezegd dat het gaat over het voortzetten van de gaswinning. In die context kunt u ook niet de opmerking over energietransitie plaatsen. Ik heb gesproken over stoppen van de aardgaswinning, maar ook zorgen dat er een noodvoorziening is in geval van nood. Dat noem ik dan een dubbelbesluit. Een dubbelbesluit: het een en het ander. Het een sluit het ander niet uit.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu tot slot het woord aan de heer Schalk van de fractie van de SGP.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Schalk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Het is altijd mooi als de publieke tribune volloopt. In dit geval vooral met SGP-jongeren, bestuurders. Het is mooi om dat te zien.

Voorzitter. Twee weken geleden heb ik tijdens de commissievergadering drie keer het woord mogen voeren en tot drie keer toe heb ik gezegd dat het voor de SGP duidelijk is: het Groningenveld moet dicht. Ik heb daarbij ook gezegd dat er vragen gesteld mochten worden. Ik vond het eigenlijk wel heel mooi van de staatssecretaris dat hij ondanks zijn zorgen over de snelheid juist aangaf dat het inderdaad het goed recht van de Eerste Kamer is om vragen te stellen, en dat is inmiddels gebeurd. Het Groningenveld moet dus dicht. Vandaag zeg ik dat dan maar voor de zekerheid voor de vierde keer en als het nodig is, wil ik dat nog wel een paar keer herhalen. Dat zeg ik natuurlijk in de eerste plaats voor de Groningers zelf. Ik begrijp heel goed dat er na al die jaren van narigheid duidelijkheid moet komen, maar ik zeg dat ook heel nadrukkelijk namens de SGP. In ons laatste verkiezingsprogramma hebben we expliciet verwoord dat we vinden dat het Groningenveld dicht moet gaan. Dat verkiezingsprogramma had trouwens als titel Woord houden. Ongetwijfeld is de woordspeling duidelijk: wij willen woord houden richting onze medeburgers, maar we willen ook Gods Woord — dat is de Bijbel — als belangrijkste woord houden. Dat geeft natuurlijk meteen een dure verplichting, want een van de tien woorden, ook wel de tien geboden genoemd, is: gij zult geen valse getuigenis spreken. Daarbij hoort heel nadrukkelijk dat je dus niet mag liegen.

Kortom, via alle routes wordt mijn fractie aangespoord om te doen wat we hebben gezegd. Dat betekent overigens niet dat we niet mogen blijven nadenken. De wijze waarop we ons woord willen houden, is wat mij betreft niet in beton gegoten. Daar lijkt het nu wel een beetje op, nu de staatssecretaris de boorgaten wil volgieten met beton. Mijn vraag is of dat duurzaam is, of dat, twee, echt helpt en, drie: waarom geen vriendelijkere methode? Het lijkt een beetje op symboolwerking, alsof het door het storten van beton absoluut onmogelijk is geworden om aan het gas te komen dat in het Groningenveld zit. Ik zeg dit niet om weer een muizengaatje of een geitenpaadje aan te wijzen, maar om aan te geven dat het in beton gieten niet nodig is om ons woord te houden. Zou het daarom niet beter zijn om een aantal juridische sloten op het Groningenveld te zetten die effectiever zijn dan volstorten met beton?

Een ander punt om over na te blijven denken, is de leveringszekerheid. Ik heb vandaag begrepen — dat snap ik ook — dat dat een heel beladen woord is, dus ik heb ook een beetje zitten denken over of we misschien ander woord aan de staatssecretaris kunnen aanreiken, bijvoorbeeld het woord "energiestabiliteit". Ik geef 'm gewoon mee. Mijn fractie vond het heel logisch om hier vragen over te stellen. De veranderende geopolitieke verhoudingen zijn voor alle Nederlanders een feit. Daarom is het cruciaal om hierover na te denken en dat heeft de regering gedaan. In de beantwoording van de vragen van de SGP zie ik dat de regering vooral inzet op diversifiëring teneinde de afhankelijkheid van één leverancier te voorkomen. Op zich een logische keuze, maar dat vraagt wel om continue monitoring. Want ook in een nieuwe situatie kan afhankelijkheid van een of meerdere aanbieders weer gaan prevaleren. Hoe voorkomen we dat, vraag ik aan de staatssecretaris.

Op de vraag die ik heb gesteld of de maatregelen uitputtend zijn of dat er nog aanvullende maatregelen zijn te voorzien, is de staatssecretaris in zijn beantwoording nog wat vaag. Ik citeer: "Monitoring van leveringszekerheid en het zo nodig nemen van maatregelen om bij te sturen is een continu proces." Leveringszekerheid zal in de toekomst dus energiestabiliteit zijn. "Zoals eerder aangegeven wordt gekeken naar de mogelijke mitigerende maatregelen aan vraag- en aanbodzijde die kunnen worden getroffen. Vooralsnog lijken die niet nodig. Uw Kamer zal hierover in maart, april worden geïnformeerd." Dit soort citaten roept bij mijn fractie de volgende vragen op. Wat bedoelt de staatssecretaris met "mitigerende maatregelen" en waarom lijken die vooralsnog niet nodig te zijn? Dan de tweede vraag. Het is nu maart, april. Wanneer volgt die toegezegde informatie?

Voorzitter. Voor de productie van gas wordt ook nog naar de Noordzee gekeken. Daar zitten grote mogelijkheden, die ongetwijfeld ook verder uitgebouwd en uitgenut kunnen worden. Maar naar diezelfde Noordzee wordt ook gekeken voor het windmolenpark. Hebben we straks nog zee over? Oftewel, is er voldoende ruimte voor dergelijke activiteiten en blijft er ook nog wat over voor scheepvaart en visserij?

Voorzitter, afrondend. We hebben te maken met enorm wantrouwen in Groningen. Nogmaals, ik begrijp dat. In het verleden is er te vaak iets beloofd wat we niet konden waarmaken. Te lang zijn we bezig geweest met besluitvorming. Te vaak zijn de Groningers opnieuw geschaad in hun vertrouwen, zoals afgelopen winter, toen in januari plotseling de waakvlam weer werd aangezet. Waarom was dat nodig bij die paar dagen vorst? En als het al nodig was, waarom zou dat de komende winter dan niet weer nodig zijn? Kunnen we in dit debat ook deze onrust wegnemen?

Voorzitter. Mijn fractie blijft bij de belofte: het Groningenveld moet dicht en wel op korte termijn. Laten we gewoon woord houden. Ik zie uit naar de reactie van de staatssecretaris.

Dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank u wel. Wenst een van de leden nog het woord in de eerste termijn van de Kamer? Nee? Dan schors ik de vergadering.

De beraadslaging wordt geschorst.

De vergadering wordt van 12.20 uur tot 13.30 uur geschorst.