Dit wetsvoorstel dient ter goedkeuring van de zogenaamde Europol-overeenkomst. Doel van deze overeenkomst is de oprichting van een Europese Politiedienst Europol.
Europol dient een bijdrage te leveren aan het voorkomen en bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit. In deze dienst gaan de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie samenwerken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 3 december 1997 aangenomen door de Tweede Kamer. GroenLinks, SP en CD stemden tegen. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 23 december 1997 zonder stemming aangenomen. GroenLinks is daarbij aantekening verleend.
ingediend
2 mei 1997titel
Goedkeuring van de op 26 juli 1995 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst) (Trb. 1995, 282); en van het op 24 juli 1996 te Brussel tot stand gekomen Protocol opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende de prejudiciële uitlegging, door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, van de Overeenkomst tot oprichting van de Europese Politiedienst (Trb. 1996, 265)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
- minister van Binnenlandse Zaken
inwerkingtreding
De dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
2
-
23 december 1997
stemming (zonder stemming aangenomen, aantekening: Groenlinks) Handelingen EK 1997/1998, nr. 13, blz: 650 -
23 december 1997
behandeling Handelingen EK 1997/1998, nr. 13, blz: 603-610 en 641-650