28.477

Invoering raadsheer-commissaris in Wetboek van Strafvordering



Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van de raadsheer-commissaris en enige andere onderwerpen. Hierdoor wordt het mogelijk dat de raadsheer-commissaris, een rechter gepositioneerd bij de gerechtshoven, onderzoek verricht buiten de terechtzitting om. Hiermee wordt vertraging in de rechtsgang zoveel mogelijk voorkomen.

Met dit voorstel wordt tegemoetgekomen aan de wens van de hoven.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 13 maart 2003 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 april 2003 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 143 van 15 april 2003.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 260 van 24 juni 2003.


Kerngegevens

ingediend

13 juli 2002

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de invoering van de raadsheer-commissaris en enige andere onderwerpen (raadsheer-commissaris)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

  • Onder nadere voorwaarden wordt het mogelijk dat één van de leden van de strafkamer buiten de terechtzitting door die strafkamer opgedragen onderzoek verricht, en daarna aan het vervolg van de berechting blijft deelnemen;
  • modernisering van de wijze waarop de bewijsgaring door rechter- en raadsheer-commissaris in het Wetboek van Strafvordering wordt verwerkt;
  • verankering van de regel dat onderzoek opnieuw moet worden gestart indien de samenstelling van de strafkamer veranderd is, en gerelativeerd in het geval het openbaar ministerie en verdachte daarmee instemmen;
  • verlenging van de termijn waarvoor de verdachte voorafgaand aan de terechtzitting getuigen en deskundigen moet opgeven om hen ter terechtzitting te kunnen oproepen van drie naar tien dagen.

Documenten

6