29.671 (R1765)

Afschaffing van doodstraf onder alle omstandigheden



Dit voorstel van rijkswet keurt het op 3 mei 2002 te Vilnius tot stand gekomen Protocol nr. 13 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, inzake de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden (Trb. 2002, 119)PDF-document goed.

Protocol nr. 13 bevestigt het principe van de afschaffing van de doodstraf. Het bevat de verplichting voor staten die partij zijn bij het Protocol om de doodstraf uit hun nationale wetgeving te verwijderen. Het verbod op de doodstraf is absoluut. Afwijkingen, in tijd van oorlog of in geval van enig andere algemene noodtoestand die het bestaan van het land bedreigt, zijn niet toegestaan. Verder is het niet mogelijk enig voorbehoud te maken ten aanzien van de bepalingen van het Protocol. Het protocol zal voor het gehele Koninkrijk gelden.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 2 juni 2005 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, GroenLinks, PvdA, Groep Lazrak, D66, Groep Wilders, VVD, CDA en LPF (met uitzondering van het lid Nawijn) stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 november 2005 als hamerstuk afgedaan. De ChristenUnie en de SGP is daarbij aantekening verleend.

De wet is opgenomen in Staatsblad 638 van 15 december 2005.


Kerngegevens

ingediend

29 juni 2004

titel

Goedkeuring van het op 3 mei 2002 te Vilnius tot stand gekomen Protocol nr. 13 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, inzake de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden (Trb. 2002, 119)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Hoofdlijnen

Protocol nr. 13, heeft een facultatief en aanvullend karakter. Dit betekent in de eerste plaats dat het slechts wijzigingen met zich brengt voor die staten die bij het Protocol partij worden. Voor staten die niet partij worden bij dit Protocol (en die evenmin partij zijn bij het Zesde Protocol) blijft gelden dat iemand door de doodstraf opzettelijk van zijn leven mag worden beroofd, mits dat gebeurt in overeenstemming met de eisen die daaraan gesteld zijn in artikel 2 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.



Documenten

1