Dit voorstel wijzigt verschillende fiscale wetten. De meeste wijzigingen zijn vooral technisch of redactioneel van aard. Het voorstel bevat ook enkele inhoudelijke wijzigingen. De maatregelen in dit wetsvoorstel hebben geen gevolgen voor het budgettaire beeld.

Met het voorstel wordt onder andere voorzien in een wettelijke delegatiegrondslag voor een ministeriële regeling waarmee aan belanghebbenden die deel uitmaakten van het onderzoek in de zogenoemde CAF 11-zaak of vergelijkbare (CAF-)zaken (betreffende de behandeling van aanvragen van kinderopvangtoeslag) volgens bij die regeling te stellen regels en binnen bij die regeling te stellen kaders compensatie verleend kan worden.

Ook wordt een wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen voorgesteld die de (automatische) toekenning van de ANBI-status aan publiekrechtelijke lichamen inperkt en de integriteitstoets van ANBI’s aanscherpt. Daarnaast wordt met een wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 de aftrekmogelijkheid van contante giften afschaft.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 13 oktober 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, PvdA, Krol, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, Van Kooten-Arissen, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV, FVD en Van Haga.

Tegen: DENK.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 november 2020 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

14 april 2020

titel

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2021)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat:
  • a. 
    artikel V, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 januari 2010;
  • b. 
    artikel I, onderdeel C, en artikel V, onderdeel A, terugwerken tot en met 1 januari 2015;
  • c. 
    artikel I, onderdelen A en B, terugwerkt tot en met 1 juli 2016;
  • d. 
    artikel II , onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 januari 2018;
  • e. 
    artikel I, onderdeel F, terugwerkt tot en met 1 januari 2019;
  • f. 
    artikel III, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 januari 2020, met dien verstande dat dat onderdeel voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2020;
  • g. 
    artikel II, onderdeel A, terugwerkt tot en met 1 januari 2020.
  • 2. 
    In afwijking van het eerste lid treedt:
  • a. 
    artikel VII in werking met ingang van 3 juni 2021;
  • b. 
    artikel IV in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Hoofdlijnen

Dit wetsvoorstel bevat:

  • een aanpassing van de giftenaftrek door het niet langer in aftrek komen van contante giften;
  • een beperking van de automatische toekenning van de status van algemeen nut beogende instelling (ANBI) aan overheidsinstellingen tot overheidsinstellingen die zijn gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie (EU) of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER);
  • een aanscherping van de integriteitstoets voor ANBI’s;
  • een technische aanpassing van de Successiewet 1956;
  • de operationalisering in het nationale recht van de kennisgeving liquide middelen en de nieuwe Verordening liquide middelen;
  • een voorstel tot het verduidelijken van de belastingplicht kansspelen op afstand;
  • de invoering van een delegatiegrondslag voor een compensatieregeling;
  • een aantal meer technische maatregelen.

Documenten

2