Helpt u mee onze website te verbeteren?

Dinsdag 7 oktober 2025, commissie Binnenlandse Zaken (BIZA)




Agenda

1.Vaststellen agenda

2.36644

Wet op de Nederlandse identiteitskaart

Beslispunt

  • wenst u met het bepalen van de datum voor inbreng voor het verslag van het voorstel van de Wet op de Nederlandse identiteitskaart (36.644) te wachten totdat het voorstel van Rijkswet Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart (36.643-(R2202)) de Eerste Kamer heeft bereikt, zodat het gelijktijdig en in samenhang kan worden behandeld?
  • Zo nee, wenst u een datum te bepalen voor inbreng voor het verslag en kunt u ermee instemmen dat de plenaire afhandeling van beide wetsvoorstellen (36.644 en 36.643 (R2202)) gelijktijdig plaatsvindt?

Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen

Conform de Kamernotitie Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:

Geen Uitvoeringstoetsen alleen een advies, in de memorie van toelichting wordt in paragraaf 5.3 ingegaan op de uitvoeringslasten.

Toelichting

Dit wetsvoorstel stond op de termijnbrief en is op verzoek van de leden van de PVV-fractie daarvan afgehaald, teneinde inbreng te kunnen leveren voor het verslag.

Met betrekking tot dit wetsvoorstel (Wet op de Nederlandse identiteitskaart (36.644)) kan het volgende worden opgemerkt. Om na eventuele aanvaarding door de Eerste Kamer in werking te kunnen treden, zal eerst het voorstel van Rijkswet Wijziging van de Paspoortwet in verband met de ontvlechting van de Nederlandse identiteitskaart (36.643 (R2202)) door beide Kamers moeten zijn aanvaard. Doel van het Rijkswetsvoorstel 36.643 (R2202) is om alle bepalingen in de Paspoortwet over de (uitgifte van de) Nederlandse identiteitskaart (hierna: NIK) en de vervangende NIK uit de Paspoortwet te schrappen, om die vervolgens in een «gewone» wet onder te brengen, de Wet op de Nederlandse identiteitskaart (36.644). Op dit moment is het Rijkswetsvoorstel nog in behandeling in de Tweede Kamer. Het stond daar op de hamerstukkenlijst, maar de Staten van Curaçao hebben aangegeven inbreng te willen leveren voor verslag.

Uw commissie zou gelet op de genoemde samenhang tussen beide wetsvoorstellen ervoor kunnen kiezen om de datum voor inbreng voor het verslag uit te stellen totdat het voorstel van Rijkswet (36.643 (R2202)) in de Tweede Kamer is aanvaard en de Eerste Kamer heeft bereikt. Alternatief zou zijn dat u de schriftelijke voorbereiding van wetsvoorstel 36.44 ter hand neemt, maar de plenaire afhandeling ervan in de Eerste Kamer laat samenvallen met die van het genoemde Rijkswetsvoorstel.


Bespreking datum voor inbreng voor verslag

3.29362, AB

Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over voortgang Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO); Modernisering van de overheid

Beslispunt

Welke leden wensen vandaag inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg?

Toelichting

Bij brief van 31 maart 2025 informeerde de toenmalige minister van BZK, mede namens de minister van IenW, de Kamer over de voortgang van het instrument uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO). Dit instrument faciliteert het vroegtijdige gesprek tussen Rijk en medeoverheden over uitvoerbaar beleid. Op 27 mei 2025 is een brief met vragen aan de minister van BZK gestuurd. Zij heeft op 7 juli jl. geantwoord. In de vergadering van 9 september jl. heeft de commissie besloten leden vandaag gelegenheid te bieden voor inbreng voor nader schriftelijk overleg.


Inbreng voor nader schriftelijk overleg

4.T03361 en T03364

Brief van de minister van BZK over voortgang van de uitvoering van de maatregelen en toezeggingen Wet Open Overheid; Initiatiefvoorstel-Snels en Sneller Wet open overheid

Beslispunt

Welke leden wensen vandaag inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg?

Toelichting

Op 17 maart 2025 informeerde de minister van BZK de Kamer over de voortgang van de uitvoering van de maatregelen en toezeggingen inzake de Wet Open Overheid (Woo). In haar brief ging zij in op twee toezeggingen met betrekking tot het verdrag van Tromsø:

In uw commissievergadering van 1 april 2025 besloot u de status van beide toezeggingen ongewijzgd te laten, aangezien de minister in haar brief aankondigde dat zij de Kamer over die toezegging nader zou informeren in de eerste helft van 2025. Op 4 juli jl. ontving uw commissie de aangekondigde brief. Op pagina 4 van die brief (33328, AN) ging zij in op de twee toezeggingen en liet weten dat er geen onderzoek zal worden uitgevoerd. In de vergadering van 9 september jl. heeft u besloten de status van de beide toezeggingen T03361 en T03364 ongewijzigd 'openstaand' te laten en leden vandaag gelegenheid te bieden voor inbreng voor nader schriftelijk overleg.


Inbreng voor nader schriftelijk overleg

5.35455, O

Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van BZK over de evaluatie van het experiment met een nieuw stembiljet bij de Europees Parlementsverkiezing in 2024; Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten

Beslispunt

Zijn de vragen afdoende beantwoord of wenst uw commissie in nader schriftelijk overleg te treden? Zo ja, op welke datum?

Toelichting

Op 25 februari 2025 is een brief met nadere vragen van de leden van de fracties van de BBB en de PVV over de evaluatie van het experiment met een nieuw stembiljet aan de minister van BZK gestuurd. Zij heeft bij brief van 21 mei 2025 geantwoord. Daarop zijn op 24 juni 2025 door leden van de genoemde fracties vervolgvragen gesteld, die op 19 september jl. zijn beantwoord. Het verslag van het nader schriftelijk overleg ligt vandaag ter bespreking voor.


Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg




6.CLXIV, L

Brief van de staatssecretaris van BZK en de minister van KGG over Juridische procedures NAM, Shell en ExxonMobil; Herstel Groningen

Beslispunten

  • wenst uw commissie in schriftelijk overleg te treden met de regering over de brief van 19 september jl. (CLXIV, L)
  • wenst uw commissie vertrouwelijk te worden geïnformeerd over de lopende procedures door middel van een (vertrouwelijke en besloten) technische briefing?

Toelichting

In oktober 2024 heeft het kabinet de Kamer geïnformeerd over de stand van zaken betreffende de verschillende juridische procedures en geschillen met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en haar aandeelhouders Shell en ExxonMobil. Op 28 januari 2025 ontving uw commissie een vertrouwelijke technische briefing over de stand van zaken van de procedures en geschillen met NAM, Shell en ExxonMobil, nadat u eerder vragen had gesteld over het noodzakelijkheid van de door de regering gevraagde vertrouwelijkheid.

Het kabinet wenst de Kamer periodiek en zo veel als mogelijk openbaar over de voortgang van deze procedures en geschillen te informeren, met inachtneming van de procespositie van de Staat. In dit kader stuurt zij de brief van 19 september jl. over de recente ontwikkelingen rondom de diverse procedures. Desgewenst kan de commissie omwille van de procespositie van de Staat vertrouwelijk worden geïnformeerd over de lopende procedures door middel van een technische briefing.


Bespreking

7.36600 B, P

Brief van de minister van BZK over het verwachte aantal gemeenten dat in 2026 onder preventief toezicht zal komen te staan; Begrotingsstaat gemeentefonds 2025

Beslispunt

Wenst de commissie in nader schriftelijk overleg te treden met de minister van BZK n.a.v. de brieven van 11 juni en 22 september 2025?

Toelichting

Naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP) tijdens de plenaire behandeling van de begrotingsstaat van het Gemeentefonds op 8 april jl. 2025, heeft de minister van BZK bij de provinciale financiële toezichthouders nagevraagd wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van het aantal gemeenten dat in 2026 onder preventief toezicht zal komen te staan. Bij brief van 11 juni 2025 stuurde de minister het antwoord op deze vraag aan de Kamer. Tijdens de commissievergadering van 8 juli 2025 verzocht de commissie de regering om haar zo spoedig mogelijk na het zomerreces per brief te informeren over eventuele wijzigingen ten opzichte van de brief van 11 juni 2025 over de verwachtingen bij de provinciale financiële toezichthouders. Specifiek ging het hierbij om het verwachte aantal gemeenten dat in 2026 onder preventief toezicht zal komen te staan. De brief van 22 september jl. die nu ter bespreking voorligt, geeft hier invulling aan.


Bespreking


8.EU Parliamentary Democracy Forum – 19 November 2025, Brussel

Toelichting

Op woensdag 19 november 2025 vindt de conferentie over EU Parliamentary Democracy Forum plaats in het Europees Parlement in Brussel. Dit betreft een pilot voor een nieuw en groots opgezette conferentie over de staat van de democratie in Europa en de bedoeling is om een levendig debat te houden. Er worden naast (nationale en Europese) Kamerleden ook leden van delegaties van Assemblees (o.a. PACE, IPU), netwerken en burgers uitgenodigd om deel te nemen.

De onderwerpen van de sessies zijn onder andere:

Session I - Strengthening Parliamentary Democracy Through Citizen Engagement

Session II – Overcoming Political Polarisation

Session III – Building Resilience

Er kunnen vanuit de Eerste Kamer 3 Kamerleden deelnemen. Mocht u belangstelling hebben om deel te nemen aan deze bijeenkomst dan kunt u dat melden bij de staf.


9.Mogelijkheid kennismakingsgesprek minister van BZK

Ambtelijk is medegedeeld dat de minister van BZK, Frank Rijkaart, graag bereid is tot het voeren van een kennismakingsgesprek met uw commissie. Wenst uw commissie op zijn aanbod in te gaan?


Bespreking

10.Mededelingen en informatie

Reactie minister BZK evaluaties College voor de Rechten van de Mens

Op de brievenlijst is opgenomen een afschrift van de brief van de minister van BZK aan de Tweede Kamer met een reactie op drie evaluaties met betrekking tot het College voor de Rechten van de Mens. Het betreft een reactie op (1) de evaluatie van het functioneren van het College als zbo, (2) de evaluatie van de Wet CRM en (3) de evaluatie van de Awgb, Wgbm/v en artikel 7:646 BW.

Gesprek met de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman

Het gesprek van uw commissie met de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman vindt plaats op 28 oktober 2025, van 17.00-18.00 uur.


11.Rondvraag