Huiver in senaat voor centralisatie politie



In de Eerste Kamer staan enkele fracties huiverig tegenover een verdere centralisatie van de politie in Nederland. Niet alleen leeft deze huiver bij linkse oppositiepartijen, maar ook bij regeringspartij PvdA. Dit bleek dinsdag 24 april bij de behandeling van een wijziging van de Politiewet 1993. De Eerste Kamer stemde in met de wijziging. De fracties van GroenLinks en SP lieten aantekenen tegen de wijziging te zijn. Zij zijn tegen invoering van een landelijke politie en zien in de wetswijziging een opstap naar verdere centralisatie.

Landelijke prioriteiten

De aanpassing van de Politiewet betekent dat de politieministers (BZK en Justitie) meer mogelijkheden krijgen om landelijke prioriteiten uitgevoerd te krijgen door de 26 regionale politiekorpsen. De korpsbeheerder (nu nog automatisch de burgemeester van de centrumgemeente in een regio) zal in de toekomst bij Koninklijk Besluit worden aangesteld. Daarbij kan de keuze ook vallen op een ander dan de burgemeester van de centrumgemeente. De korpsbeheerder kan ook eventueel worden geschorst of ontheven van zijn functie. De ministers krijgen ook de bevoegdheid om korpsbeheerders aanwijzingen te geven. Dit betekent dat zij een korpsbeheerder kunnen opdragen in het regionale beleidsplan landelijke prioriteiten op te nemen.

Doorzettingsmacht

Minister Ter Horst van BZK zei dat de rijksoverheid een beperkt aantal landelijke prioriteiten gaat opstellen, bijvoorbeeld over de aanpak van geweld. Zij ging ervan uit dat de prioriteiten op lokaal en regionaal niveau in het verlengde hiervan zullen liggen. Omdat er eerst goed overleg gevoerd zal worden, zal het volgens de minister maar zelden voorkomen dat de ministers gebruik maken van hun doorzettingsmacht.

Centralisatie in ijskast

Minister Hirsch Ballin van Justitie zei dat de ministeries van Justitie en BZK hun energie nu niet steken in het wetsvoorstel dat voorziet in een verdere centralisatie van de politie. In het regeerakkoord van CDA, PvdA en ChristenUnie is afgesproken dat dit wetsvoorstel tot eind 2008 in de ijskast gaat. Mevrouw Tan van de PvdA-fractie vroeg met nadruk op grond van welke criteria het eventueel weer op de agenda gezet zou worden. Zij verwees naar de grote tegenzin waarmee de PvdA de centralisatievoorstellen van het vorige kabinet heeft ontvangen. Wij zijn beducht voor toenemende bureaucratisering en afstand van de politie ten opzichte van de burger, zei mevrouw Tan. Mevrouw Tan kreeg van minister Hirsch Ballin de verzekering dat de wetswijziging niet de 'opmaat' is tot een verdere centralisatie van de politie.

Toezegging

CDA-senator Pastoor kreeg de toezegging van minister Hirsch Ballin dat de Politiewet 1993 bij een volgende gelegenheid zo wordt aangepast dat duidelijk is waar de verantwoordelijkheid ligt voor een aanpassing van het regionale beleidsplan waartoe de korpsbeheerder opdracht heeft gekregen: bij de betrokken ministers. VVD-senator Hoekzema kreeg de toezegging dat de algemene criteria uit het regeerakkoord inzake de politieorganisatie in de zomer van dit jaar zullen zijn uitgewerkt en dan ook naar de Eerste Kamer worden gestuurd. Aan de hand van een evaluatie van deze criteria zal eind 2008 worden beslist of er alsnog verder wordt gegaan met centralisatie van de politie.

Positie gemeenteraden

De senatoren Platvoet en Engels van GroenLinks en D66 hamerden op de positie van de gemeenteraden. Hun mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de inhoud van het regionale beleidsplan van de politie zou ingeperkt kunnen worden. Minister Ter Horst ontkende dit. Zij wees erop dat ook nu al, via de weg van het Openbaar Ministerie, landelijke prioriteiten kunnen worden ingebracht op regionaal en lokaal niveau en dat dit ook ten koste kan gaan van de capaciteit. Er verandert door deze wetswijziging niets ten nadele van gemeenteraden, oordeelde minister Ter Horst.

Prestatieafspraken

Net als mevrouw Tan pleitte ook senator Holdijk namens SGP en ChristenUnie voor een meer kwalitatieve benadering van de prestatieafspraken met de politie. Deze senatoren hekelden het uitschrijven van bonnen om de doelstelling te halen. Senator Holdijk noteerde tevreden dat de minister van BZK had opgemerkt dat er voldoende ruimte blijft voor lokale en regionale prioriteiten. Ook was hij tevreden met de opmerking van minister Ter Horst dat het sleutelwoord in het overleg met de politieregio's 'vertrouwen' is. Als vertrouwen de basis is, zal een aanwijzing hooguit een uiterst middel zijn, meende senator Holdijk.


Deel dit item: