Adviesraden zeer kritisch over plannen kabinet



In de Vergaderzaal van de Eerste Kamer hebben op vrijdag 30 november vertegenwoordigers van twaalf adviesraden tijdens een bijeenkomst van de commissies van Binnenlandse Zaken van beide Kamers, zeer kritisch mondeling commentaar gegeven op het plan van de regering om door clustering van adviesorganen te komen tot besparing van zo'n 20% op het aantal arbeidsplaatsen. Dit is onderdeel van een voornemen om bij de Rijksoverheid als geheel 15.000 arbeidsplaatsen te schrappen. Ook hoopt de regering dat een andere opzet van de advies- en kennisinfrastructuur leidt tot beter bruikbare adviezen. Zonder uitzondering waren alle raden van mening dat de nota van het kabinet niet goed doordacht was. De bijeenkomst stond onder leiding van senator Kim Putters (PvdA), vicevoorzitter van de commissie Binnenlandse Zaken in de Eerste Kamer. Er deden tien senatoren mee aan de conferentie en vier leden van de Tweede Kamer.

Tegenwicht

De Vice-President van de Raad van State Tjeenk Willink en de voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) Van de Donk deden de 'aftrap' van de conferentie.

Tjeenk Willink plaatste het geheel in een historische context met verwijzing naar een amendement-Troelstra uit 1922, waardoor in de Grondwet is vastgelegd dat de Staten-Generaal door het bij of krachtens wet instellen van adviesorganen invloed krijgen op aantal, taken en samenstelling van de adviescolleges waarmee de regering zich omringt. Toen al vreesde men een adviescircuit van door de regering aangezochte belanghebbenden die daardoor bovenmatig veel invloed op het beleid zouden kunnen uitoefenen en zo de positie van het parlement zouden kunnen ondermijnen. Eigenlijk is die vrees nog steeds actueel, gaf Tjeenk Willink te verstaan. Hij wees er bovendien op dat meer en meer de adviesorganen zijn gekoppeld aan het ambtelijk niveau en daardoor onderdeel van het regeringsbeleid zijn geworden. De functie van het bieden van 'tegenwicht' met onafhankelijke adviezen is meer en meer op de achtergrond geraakt.

Cadeautje voor de democratie

WRR-voorzitter Van de Donk zei dat zijn raad die 35 jaar bestaat en in dat bestaan niet wordt bedreigd door het regeringsvoornemen vooral een brugfunctie wil vervullen tussen denken en doen. Overigens vond Van de Donk het beeld van de brug te statisch. Het gaat meer om twee dansers. Volgens hem is de dans een mooie metafoor voor de verhouding tussen wetenschap en politiek. Het denken in verbindingen, het zien als de verhouding van wetenschappelijk onderzoek en politieke besluitvorming als een mooie dans, is ook een denken dat kansen biedt als we naar de toekomst kijken, zei de WRR-voorzitter. Hij zei dat we het als een cadeautje voor de democratie moet zien als mensen met ervaring zich beschikbaar stellen voor adviesorganen.

Verregaande clustering ongewenst

De teneur van de mondelinge reacties van de adviesraden was dat men wel meer wil samenwerken en ook beter wil inspelen op de behoefte aan snel en adequaat advies bij 'de politiek' en bij ambtelijke diensten, maar dat verregaande clustering ongewenst is. Dan zou bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van de advisering in het gedrang kunnen komen. Ook leefde er onder de aanwezigen weerzin tegen wat in de regeringsnotitie het 'kaartenbakmodel' wordt genoemd. Dit model houdt in dat een adviesraad met een beperkte omvang er een adviesgroep van zo'n tweehonderd deskundigen op na houdt (in de kaartenbak heeft zitten) die voor concrete vraagstukken kunnen worden opgeroepen om in een commissie zitting te nemen. Dit model wordt gehanteerd bij de Gezondheidsraad.

Integrale advisering

In de notitie stelt de regering voor de huidige adviesraden tot clusteren tot vijf beleidsclusters om tot een meer integrale advisering te komen. Zo denkt de regering aan de mogelijkheid om de VROM-raad, de V&W-raad en de Raad voor het Landelijk Gebied te laten opgaan in een nieuwe raad. De eerste twee raden zijn daar niet op voorhand tegen, maar de Raad voor het Landelijk Gebied vreest dat 'groen' dan ondergesneeuwd raakt door 'rood' (bebouwing).

Ook de Raad voor Cultuur, de Onderwijsraad, de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) wil de regering bij elkaar voegen respectievelijk opheffen. Om uiteenlopende redenen voelen deze raden daar weinig voor.

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), de Algemene Energieraad (AER), de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen (AGS), en de Adviesraad Wetenschap en Technologie (AWT) zouden ook kunnen verdwijnen, al houdt de regering de mogelijkheid open om voor specifieke adviesbehoeften een adviesgroep of ad hoc commissie in te stellen, zoals is gebeurd bij advisering over de ontwikkeling van de Randstad (commissie-Kok).

Dramatisch slechte nota

In antwoord op een vraag van senator Schouw (D66) zei Tjeenk Willink: Er is geen adviestelsel. We moeten vooral kijken naar adviesfuncties. Van de Donk hamerde op het bewaken van de onafhankelijkheid van adviesorganen. Senator De Vries (PvdA) karakteriseerde de regeringsnota als 'dramatisch slecht'. Hij vond het een beschamend stuk en vergeleek de secretarissen-generaal van de departementen die het hebben voorbereid als 'burgemeesters in oorlogstijd'. Ook gaf De Vries aan dat de relatie van adviesorganen met het parlement beter kan en hij vroeg zich af of voor het verkrijgen van strategische adviezen op de langere termijn meer ordening nodig zou zijn. Tjeenk Willink gaf onder meer aan dat hij een centralere rol van het parlement bij de overheidsadvisering voorstaat. Senator Schaap (VVD) signaleerde dat de culturen van politiek en adviescolleges uit elkaar zijn gegroeid en hij vroeg zich af hoe deze discrepantie kan worden opgeheven zodat er meer nadruk op continuïteit van beleid kan komen te liggen. Tjeenk Willink haakte hierop in met de opmerking dat het collectieve geheugen dat vroeger huisde bij het maatschappelijk middenveld, de instituties van de staat en de politiek-bestuurlijke elite sleets is. Er is verbrokkeling opgetreden en verwatering en dat heeft geleid tot 'hyperigheid' in het beleid. Men kent de spelregels niet meer, zei de Vice-President van de Raad van State.

Meer dan alleen politiek

Eerste Kamerlid mevrouw Bemelmans-Videc (CDA) onderstreepte de waarde van adviezen. Bij elk wetgevingsdossier zitten ze en daar maken wij gebruik van. Tweede Kamerlid Schinkelshoek (CDA) zei dat het erom gaat het meedenkend vermogen van de samenleving te mobiliseren op een moment dat er toe doet. Schinkelshoek dacht dat het misschien helpt als elke vier jaar de grote maatschappelijke prioriteiten worden benoemd en dat aan de hand daarvan gerichte adviezen worden gevraagd. Inhakend op het amendement Troelstra uit 1922 zei Schinkelshoek dat al te veel tegenmacht ook wel eens contraproductief kan werken. Van de Donk repliceerde: Als clusters pijlers worden, wordt het probleem groter. Bij advisering gaat het niet alleen om actuele zaken, maar ook om ontwikkelingen in de wetenschap. Er is meer dan alleen politiek.

Parlementaire enquêtes

Tjeenk Willink wees de parlementariërs op de mogelijkheid om net als vroeger parlementaire enquêtes te houden naar maatschappelijke misstanden. Enquêtes zijn verworden tot extra controlemiddelen van het bestuur en dan komt het parlement steeds zichzelf tegen, aldus de Vice-President van de Raad van State. Het leek hem interessant als het parlement weer eens zelf ging uitzoeken wat er in de maatschappij aan de hand is.

Niet alleen regering en parlement

In het tweede deel van de conferentie lichtten voorzitters van adviesraden het standpunt toe dat zij eerder al schriftelijk hadden gegeven. In antwoord op een vraag van senator Schouw (D66) zei voorzitter Meijdam van de VROM-raad dat een directere lijn naar het parlement nuttig zou zijn. Adviezen die blijven hangen zijn eigenlijk een vorm van tijdverspilling. Ook wilde Schouw weten of de adviesraden 'over de grens' kijken. Voorzitter Van Wieringen van de Onderwijsraad wees er in dit verband op dat zijn raad deel uitmaakt van een Europees netwerk van onderwijsraden. In antwoord op een vraag van senator De Vries zei Van Wieringen dat er vrijwel altijd overleg is met de minister over de formulering van de adviesaanvraag. De adviezen van de Onderwijsraad zijn niet alleen bestemd voor regering en parlement, maar ook voor het onderwijsveld zelf. We hebben het hier over een beleidsgemeenschap van ongeveer tweehonderd mensen, waarin de minister ook participeert. Men moet niet vergeten dat in Nederland het onderwijs niet alleen in handen is van de overheid, aldus Van Wieringen.

Kaartenbak

Op een vraag van PvdA-er De Vries over de kwaliteit van de reacties op de adviezen antwoordden de meeste adviesradenvoorzitters dat deze tegenwoordig tot tevredenheid stemt. Ook kon men zich vinden in het idee van de regeringsnota dat de verhouding tussen gevraagde en ongevraagde adviezen ongeveer 80% - 20% zou moeten zijn. Namens de AIV zei voorzitter Korthals Altes dat zijn raad de 20% ongevraagde adviezen niet haalt. Hij zette ook vraagtekens bij het kaartenbakmodel. Voor ons zal dat een groot probleem opleveren, omdat de mensen die wij nodig hebben niet a la minute beschikbaar zijn. Op een vraag van Schinkelshoek (CDA) hoe men dan flexibel kan werken als men geen kaartenbak wil, antwoordde voorzitter Sistermans van de Adviesraad voor het wetenschaps- en technologiebeleid dat zijn raad naar tevredenheid werkt met klankbordgroepen.

Behoud van eigen positie

Mevrouw Swaab wees erop dat zij als voorzitter van de Raad voor Cultuur de enige vrouwelijke voorzitter in het gezelschap was en dat haar Raad ook de enige is die al een vergaande clustering achter de rug heeft. In de Raad voor Cultuur zijn opgegaan de Raad voor de Kunst, de Mediaraad en de Raad voor het Bibliotheek- en informatiewezen. De regering wil de Raad voor Cultuur nu samenvoegen met de Onderwijsraad, de Raad voor Maatschappelijk Ontwikkeling en de Raad voor Volksgezondheid en Zorg tot een nieuwe raad met aparte 'kamers' voor onderwijs, gezondheid en cultuur. Net als andere voorzitters pleitte mevrouw Swaab voor samenwerking en afstemming, maar ook voor behoud van de 'eigen' positie van de raad.

Grote verbazing

Voorzitter Van Kemenade van de Raad voor het Openbaar Bestuur had met grote verbazing waargenomen dat de regering niet zijn raad, maar een ad hoc commissie om advies had gevraagd over de bestuurlijke ontwikkeling van de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. Dat hadden wij ook kunnen doen, zei Van Kemenade. Op een vraag van senator Schouw of hij en zijn raad niet het voortouw wil nemen om op korte termijn de Staten-Generaal een gezamenlijk advies van de adviesraden over de voorgenomen wijziging van het adviesstelsel te bezorgen, zei Van Kemenade na enige aarzeling: Nee, dat zal niet lukken.

Schriftelijke vragen

Voorzitters en andere vertegenwoordigers van de twaalf adviesraden gaven hun visie op verzoek van de commissies voor Binnenlandse Zaken van zowel de Tweede als de Eerste Kamer. De Staten-Generaal kunnen zelf ook adviezen vragen en hebben direct belang bij de inrichting van het adviesstelsel. Om die reden hebben woordvoerders van alle grote fracties in de Eerste Kamer in de zomer al schriftelijke vragen gesteld aan minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister-president over de aangekondigde reorganisatie van het stelsel van adviesraden. De minister verwees in haar antwoorden, mede namens de premier, naar de nota Vernieuwing Rijksdienst die op Prinsjesdag zou verschijnen.

Tijdens de algemene politieke beschouwingen heeft de Eerste Kamer al laten weten een debat met de regering te wensen over het adviesstelsel vóór dat er onomkeerbare besluiten over opheffen of samenvoegen van raden worden genomen.

Parlementaire procedure

De commissie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uit de Tweede Kamer bespreekt waarschijnlijk op 24 januari met minister Ter Horst de notitie Vernieuwing van de Rijksdienst, waarin de indikking van het adviesstelsel wordt aangekondigd. De commissie uit de Eerste Kamer beraadt zich dinsdag 4 december over de resultaten van de rondetafelconferentie van vrijdag 30 november.


Deel dit item: