Interpellatiedebat over verkiezingen Eerste Kamer



De interne regels van politieke partijen die aanwijzingen geven aan statenleden over hoe zij geacht worden te stemmen bij de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer zijn niet strijdig met de Grondwet. De SP-fractie in de Eerste Kamer schrijft dat in de interpellatievragenPDF-document die aankomende dinsdag 26 februari 2008 de kern vormen van het interpellatiedebat dat de SP heeft aangevraagd met minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aanleiding van de interpellatie is een brief van Ter Horst aan een SP-statenlid in Gelderland.

Ook andere partijen

Fractievoorzitter Kox van de SP constateert in zijn vragen dat ook andere partijen (CDA, VVD, PvdA en GroenLinks) op enigerlei wijze het stemgedrag van statenleden hebben willen beïnvloeden bij de senaatverkiezingen die vorig jaar op 29 mei plaatsvonden, bijna drie maanden nadat de statenleden zelf waren gekozen. Kox wil van Ter Horst weten of zij van mening is of volgens haar die partijen ook gehandeld hebben in strijd met de Grondwet. Zo ja, waarom hebt u zich dan beperkt tot het bekritiseren van de afspraken die de SP hanteert, terwijl die in grote lijnen overeenkomen met de afspraken in andere partijen? Is hier sprake van selectieve verontwaardiging? vraagt Kox de minister.

Zonder last of ruggespraak

Kox verwijst in zijn vragen onder meer naar de bepalingen in de Grondwet over 'stemmen zonder last of ruggespraak'. Hij constateert dat de bepaling over 'stemmen zonder ruggespraak' in 1983 uit de Grondwet is geschrapt en vervolgens ook uit de Gemeente- en Provinciewet, omdat het plegen van overleg en het maken van afspraken in politieke partijen een wezenskenmerk is van de moderne democratie en handhaving van een dergelijke bepaling over 'stemmen zonder ruggespraak' tot misverstanden zou kunnen leiden, aldus Kox. Hij vraagt de minister of zij zijn opvatting deelt dat de resterende 'lastbepaling' inhoudt dat een volksvertegenwoordiger formeel een vrij mandaat heeft, maar dat dit volstrekt onverlet laat dat een politieke partij het recht heeft, binnen de vereniging geldende regels, desgewenst sancties te treffen indien een volksvertegenwoordiger zich niet houdt aan binnen de partij overeengekomen democratische afspraken. Kox wil dat de minister zich in de toekomst niet meer bemoeit met interne afspraken die politieke partijen maken over het verkiezen van de Eerste Kamerleden.

Fundamenteel debat

De SP-senator vraagt de minister tot slot te bevorderen om de notitie over de verkiezingswijze van de Eerste Kamerleden, die minister-president Balkenende de senaat toezegde tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 16 oktober 2007, nog voor het komende zomerreces voor te leggen aan de Eerste Kamer, zodat een meer fundamenteel overleg met de Staten-Generaal over deze thematiek kan beginnen om ongewenste ontwikkelingen bij de volgende verkiezingen van de Eerste Kamer zoveel mogelijk te voorkomen.

Woordvoerders

Behalve de heer Kox nemen ook deel aan deze interpellatie de senatoren Rosenthal (VVD), Schouw (D66), Noten (PvdA), Thissen (GroenLinks onder voorbehoud), Werner (CDA), Koffeman (PvdD), Yildirim (Fractie-Yildirim), Holdijk (SGP onder voorbehoud) en Schuurman (ChristenUnie onder voorbehoud).



Deel dit item: