Eerste Kamer voor flexibele draadloze communicatie



De Eerste Kamer is akkoord gegaan met een aanpassing van de Telecommunicatiewet die het mogelijk maakt sneller te kunnen inspelen op ontwikkelingen in de ICT-sector door het gebruik van frequenties flexibeler te maken. Dit geschiedde dinsdag 8 mei na een debat met minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI).

De snelle ontwikkeling in de techniek maakt het mogelijk frequenties steeds beter te benutten, onder meer door frequentiegebruik te delen, door apparatuur zelf te laten zoeken naar 'vrije 'frequenties en door het verdelen van zendvermogen over een groot deel van het frequentiespectrum.

Senator Reuten (SP) die ook sprak namens de PvdA-fractie probeerde minister Verhagen te interesseren voor een wetswijziging waardoor een amendement van de Tweede Kamer ongedaan gemaakt zou worden. Dit amendement was ingediend naar aanleiding van een conflict tussen een monopolist enerzijds en een twee oligopolisten anderzijds op het gebied van omroepnetwerken. Deze marktpartijen zouden hun diensten volgens het amendement tegen 'efficiënte prijzen' moeten aanbieden. Senator Reuten herinnerde eraan dat de minister dit amendement destijds heeft ontraden. "Het zweemt naar gelegenheidswetgeving", oordeelde senator Reuten. Maar de minister herhaalde dat hij zich bij de bepaling neerlegt omdat de Tweede Kamer het nu eenmaal zo heeft gewild. Volgens de minister zou de bepaling ook gelden voor eventuele toekomstige nieuwe aanbieders. Hij verzekerde de Eerste Kamer wel dat dit amendement geen algemene werking heeft bij de mededinging en dat niet alle bedrijven met marktmacht die aan redelijke prijzen zijn gebonden ermee te maken zouden krijgen, zoals volgens senator Reuten mogelijk zou zijn.

Minisiter Verhagen was het eens met de opvatting van CDA-senator Franken dat Novec, de exploitant van hoge zendmasten en daardoor monopolist in een bepaald gebied, verplicht wordt haar vergoedingen voor medegebruik van de masten efficient, transparant en non-discriminatoir te berekenen. Volgens de minister zou toezichthouder OPTA erop moeten toezien dat Novec en andere exploitanten zich aan de regels houden.

Ook PVV-woordvoerder mevrouw Faber-Van de Klashorst zei dat OPTA actief moet optreden en te hoge prijzen moet tegengaan. De PVV-woordvoerder ging ervan uit dat de zendmasten van Novec, Tennet en Alticom in dertig jaar worden afgeschreven en dat de afschrijving gebaseerd blijft op de historische kostprijs en dat niet overgestapt wordt op een afschrijving op basis van vervangingswaarde. "De historische kostprijs is een gebruikelijke grondslag voor kostprijsbepaling niet alleen in deze sector maar ook in andere vergelijkbare, monopolie-achtige sectoren, zei de PVV-senator.

VVD-senator Bröcker vond dat het aan de praktijk moest worden overgelaten hoe de kostprijs zou doorwerken in efficiënte prijzen. Hij wilde zich niet uitlaten over een keuze tussen historische kostprijs en kostprijs op basis van vervangingswaarde.  "Laat de OPTA daar maar naar kijken", oordeelde de VVD-senator. GroenLinks senator Vos was net als haar collega Reuten nieuwsgierig of de introductie van het begrip efficiënte prijzen  tot navolging in andere economische sectoren zou leiden. Minister Verhagen ontkende dit.



Deel dit item: