Dinsdag 10 april debatteerde de Eerste Kamer met minister Blok (Buitenlandse Zaken) en minister Hoekstra (Financiën) tijdens de Algemene Europese Beschouwingen.

De Kamerleden wisselen tijdens dit jaarlijkse terugkerend debat van gedachten met de bewindspersonen over de ontwikkelingen in en aspecten van het Europese integratieproces. Minister Hoekstra nam dit keer deel omdat de Kamer ook met het kabinet over het Europees Meerjarig Financieel Kader (MFK) van gedachten wilde wisselen.

Tijdens het debat werden naast het financieel kader ook veel andere onderwerpen besproken, zoals rechtsstatelijkheid, transparantie, migratie en Brexit. Diverse senatoren gingen in op de plannen van het kabinet ten aanzien van Europa, zoals die door premier Rutte begin maart zijn gepresenteerd. Ook werd uitgebreid stilgestaan bij de verschillende scenario's voor de toekomst van de EU, zoals geschetst door de Voorzitter van de Europese Commissie.

Aan het einde van het debat stemde de Kamer in met het Europees werkprogramma van de Kamer. Daarin benoemt de Kamer prioriteiten in de behandeling van Europese voorstellen, zoals gedaan door de Europese Commissie.

Volgende week dinsdag 17 april stemt de Eerste Kamer over twee moties die zijn ingediend tijdens het debat. De eerste motie is van senator Van Apeldoorn (SP) over de (on)mogelijkheden van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EK 34.841, D). De tweede motie is van senator Teunissen (PvdD) over het beëindigen van subsidies voor de fok van vechtstieren (EK 34.841, E).

Impressies eerste termijn Kamer

Senator Faber (PVV) wees er op dat Nederland het braafste jongetje van de Europese klas is. Volgens Faber wordt in Europa op listige wijze een wirwar van regeltjes opgetuigd, om uiteindelijk de Frans-Duitse as te versterken. Het rondpompen van subsidies aan migranten verarmt Nederlandse huishoudens. De PVV-fractie is tegen het idee van een Europese minister van Financiën. Senator Faber noemde deze 'Supermario' een idee van Merkel en Macron. Ze vroeg het kabinet of zij laat gebeuren dat Nederland Afrika en mogelijk de rest van de wereld gaat financieren via het EMF? Na de Brexit domineert Frankrijk steeds meer Europees buitenlands beleid betoogde de PVV-senator. Ze sprak haar zorg uit over de inperking van de vrijheid van meningsuiting binnen de Europese instellingen en de Europese Unie. Als voorbeeld gaf zij het Europees parlement waar ambtenaren weigeren parlementaire vragen te beantwoorden waarin termen worden gebezigd die als discriminerend worden ervaren, bijvoorbeeld 'pendelbootjes'. Ook is het voorgekomen dat de Voorzitter van het Europees Parlement de livestream op zwart draaide als een Europarlementariër vermeende racistische uitspraken doet. In Duitsland werd een tweet verwijderd vanwege wetgeving dat er hoge boetes zijn voor commerciële bedrijven als zij discriminerende uitlatingen niet verwijderen. Senator Faber concludeerde dat de commercie de vrijheid van meningsuiting bepaalt zonder tussenkomst van de rechter. Ze wilde van de minister weten wat zijn oordeel hierover is. Ook sprak senator Faber haar zorgen uit over de Organisatie voor Islamitische Samenwerking (OIC). Faber wilde van de minister weten of je tegelijk lid kunt zijn van de OIC en tegelijk van de EU? Albanië is namelijk toegankelijk lid van de eerste en wellicht op termijn van de EU. De PVV-senator noemde het 'schimmig' dat niet openbaar is hoe de minister-president stemt in de Europese Raad stemt. Zij vroeg de minister waarom geen openheid van zaken wordt gegeven. Tot besluit wees zij nog op de volgens haar ongewenste situatie bij het Europees Parlement dat zich beweegt tussen Brussel en Straatsburg, en de Brexit die een ordinaire vechtscheiding is geworden.

Senator Schaap (VVD) gaf aan dat zijn fractie een warm voorstander van Europese samenwerking is, en ook van versterking van de verdragsgemeenschap. Volgens de VVD gaat het daarbij om meer dan alleen economie, veiligheid en andere vormen van samenwerking. Het gaat ook om de versterking van de EU als waardengemeenschap, in het bijzonder de waarden die ten grondslag liggen aan de democratische rechtsstaat, aldus Schaap. De EU mag echter geen superstaat worden of normale staat worden, betoogde de VVD-senator. Dat zou immers een dubbel stelsel van soevereiniteit introduceren, iets wat onvermijdelijk verlammend gaat werken. Niet alleen in rechtsstatelijke en staatsrechtelijke zin, maar ook mentaal. Volgens Schaap kunnen succesvolle begrotingsregels niet bestaan zonder een evenwichtige staathuishouding en gezonde economie. Een en ander kan het niet stellen zonder hervormingen. Het aanpakken van kleinere lidstaten valt gemakkelijk, maar hoe wordt een grote lidstaat zoals Italië tot de orde geroepen, vroeg hij de minister. Volgens de VVD-senator lijkt engelengeduld, zoals met Frankrijk, niet de juiste weg. De VVD-fractie vraagt zich af of de Nederlandse inbreng in het debat in de EU ook niet vanuit een ander perspectief en met een enigszins bijgestelde inzet gevoerd moet worden. Senator Schaap vroeg de minister of hij daarop wilde reflecteren. De bereidheid naar compromissen toe te werken, heeft de besluitvaardigheid van Europa en de lidstaten voortdurend versterkt. Deze verworvenheid mag Nederland zich niet laten afnemen 'door cynici, evenmin door met ficties bedwelmde romantici'. Schaap noemde Brexit zo'n cynische inbreuk op de grote spankracht van de EU. Dat de Britse kiezers zich door de leugenachtigheid van incompetente leiders hebben laten bedwelmen is uitermate tragisch, ook voor de Britten zelf, besloot senator Schaap.

Senator Van Apeldoorn (SP) begon zijn betoog met de vraag of men nog kan spreken van het einde van een crisis als er vorig jaar nog meer dan 3000 mensen in de Middellandse Zee de verdrinkingsdood vonden. Hij vroeg de minister hoe hij dit ziet. Er wordt vaak, ook door Europese Commissie en de Europese Raad, gesproken van een ring van instabiliteit rondom de Europa, zei Van Apeldoorn, maar zonder zich er rekenschap van te geven dat Europa zelf ook mede aan deze instabiliteit heeft bijgedragen. Hij wilde weten of de minister erkent dat Europa zelf hier ook een rol in heeft gespeeld? De onverkwikkelijke Selmayr-affaire - de benoeming van de hoogste ambtenaar van de Europese Commissie die nu door het Europees Parlement wordt onderzocht - laat volgens Van Apeldoorn zien dat de Europese Commissie het met de toepassing van de regels van de democratische rechtsstaat in ieder geval niet zo nauw neemt als het om haar eigen functioneren gaat. Hij vroeg de minister of hij erkent dat deze zaak slecht is voor de geloofwaardigheid van de hele EU. Senator Van Apeldoorn vroeg de ministers om een reactie op de transparantiebrief waartoe het Nederlandse parlement het initiatief heeft genomen. Ook wilde hij weten wat de actuele stand van zaken is. Waar hebben de inspanningen van Nederland tot nog toe uit bestaan en wat hebben die opgeleverd, en welke inspanning mag de Kamer op dit gebied nog wanneer verwachten, aldus Van Apeldoorn. Aan de minister van Financiën vroeg hij een reactie op de voorgestelde formalisering van de Eurogroep en van de Eurowerkgroep. De SP-senator wilde tevens weten waarom bij implementatie van Europese richtlijnen de grondslag voor delegatie naar lagere wetgeving ruimer zou moeten zijn dan bij reguliere wetten. Aan de minister van Financiën vroeg hij concreet hoe deze aankijkt tegen de democratische legitimiteit van de EMU en hoe die te verbeteren. De SP-fractie is niet tegen de interne markt maar telt niet alleen haar zegeningen. Van Apeldoorn vroeg de ministers of de regering de mening van de SP-fractie deelt dat ook op dit punt de EU voor een uitdaging staat als het gaat om het herstel van onze democratie.

Senator Knapen (CDA) was van mening dat tegen de achtergrond van de huidige mondiale gebeurtenissen en dreigingen blijkt dat de EU hier niet op is ingericht. Het bestuurlijk apparaat werkt met regels, het is een soft power. Die rule based community staat onder druk van geopolitieke krachten, aldus Knapen. Hij constateerde dat het aan de oostgrens om Rusland gaat. Aan de zuidgrens wordt de EU geconfronteerd met onder meer fragiele staten en een demografische explosie. Ten westen heeft de EU te maken met een nationalistisch protectionistisch opererende Amerikaanse president te maken. Knapen stelde vast dat de EU gefragmenteerd, ad hoc, en een 'beetje toevallig' opereert. In de ogen van de CDA-fractie dient Europa op twee benen te staan. Het eerste been is blijvend commitment aan multilateralisme. Het tweede been is de verdediging van de eigen belangen in een veranderende wereld. Dat is wennen, aldus de CDA-senator. Hij vroeg de minister wat hij vindt van het Europese interventie-initiatief? Knapen erkende dat dat de soevereiniteit van de lidstaten raakt. Meer buitenlands beleid is ook belangrijk vanwege de betrekkingen met Rusland en Turkije, stelde Knapen. De EU staat zo veel sterker als de lidstaten gezamenlijk optrekken volgens de senator. Het verdedigen van de belangen kan alleen als er een kern is van collectief zelfvertrouwen en samenwerking, betoogde Knapen. Niemand zit volgens hem te wachten op permanente overdrachten van financiën van Noord naar Zuid. Knapen stelde dat bij dit kabinet de euro alleen technisch en zakelijk wordt gelegitimeerd. Voor Duitsland is de euro ook vanwege de brede context een politiek project. Het zou goed zijn het Nederlandse publiek mee te nemen in die brede context, vond de CDA-senator. Hij vervolgde door te zeggen dat het verstandig is dat ons land kritisch is over het stabiliteitsfonds. Wel verwacht hij dat de kans dat het IMF nog een keer een risico wil nemen in de EU zo wel kleiner wordt. Hij vroeg de minister dat het toch mogelijk moet zijn mee te werken aan de revitalisatie van de Europese kern zonder onszelf te verloochenen. Dit kabinet heeft de plicht om de bevolking mee te nemen in een nieuwe Europese realiteit, zei Knapen. Een realiteit die Nederland kansen biedt om samen met partners in Europa het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarvoor de huidige tijd ons land stelt, besloot senator Knapen.

Senator Postema (PvdA) ging in op de toespraak die minister-president Rutte op vrijdag 2 maart 2018 in Berlijn hield over de Nederlandse visie op Europese samenwerking. Postema wilde van de minister weten of hetgeen de premier daar naar voren bracht daadwerkelijk de visie van dit kabinet op de toekomst van Europa is. In dat geval legt de PvdA-fractie graag een alternatief perspectief voor, op basis van een vijftal kenmerken van Europa. Postema maakte dit perspectief concreet door hieraan een aantal vraagstukken te verbinden die dringend antwoord behoeven volgens de PvdA-fractie. Ten eerste dat Europa een politieke gemeenschap is. De huidige besluitvorming is verlammend, aldus Postema. Hij vroeg de minister of we op bepaalde terreinen met kopgroepen gaan werken. Of probeert Nederland de Unie bij elkaar te houden door op een of andere wijze de besluitvorming te stroomlijnen? Dat laatste verdient de voorkeur volgens de PvdA. Ten tweede dat Europa een waardengemeenschap is. Postema vroeg hoe we nu een effectief rechtsstaatmechanisme creëren, waarmee schendingen daadwerkelijk worden gesanctioneerd? Dat vergt naar de mening van de PvdA-fractie verdere versterking van supranationale, communautaire instituties. Ten derde heeft Europa de potentie om uit te groeien tot een veiligheids- en defensiegemeenschap. Postema vroeg de minister hoe de regering aankijkt tegen de ontwikkeling van een eigen Europese (civiel-)militaire capaciteit. En hoe deze zich verhoudt tot de nationale capaciteit. Ten vierde is Europa een sociale en solidaire gemeenschap volgens de PvdA-fractie. Postema stelde dat de kloof tussen arm en rijk binnen de meeste EU-landen is vergroot, in het bijzonder tussen Noord en Zuid. Hij vroeg de minister wat de EU kan en moet doen om die verschillen te verkleinen? Ten vijfde en laatste is Europa een financieel-economische gemeenschap. De toekomst van de euro blijft de komende jaren hoog op de agenda. Postema vroeg de minister van financiën hoe de euro versterkt kan worden en wie opdraait voor een mogelijk volgende financieel-economische crisis. Europa beschikt over de mensen, de middelen en de instituties om te bouwen aan een samenleving waarin het voor iedereen goed leven en goed samen leven is, betoogde Postema. Die rijkdom moet volgens de PvdA-fractie echter wel op de juiste manier worden benut: beschermend, solidair, duurzaam en ontwikkelingsgericht. Juist op deze aspecten kan Europa zich ook de komende decennia onderscheiden en leidend zijn. Zeker zijn dat Europa bescherming tegen terreur, onveiligheid, klimaatverandering, bescherming van werknemers, besloot senator Postema.

Senator Backer (D66) noemde de houding van 'het mag met Europa wel een onsje minder' een strategie van verliezers. Volgens de D66-senator heeft Nederland niets te winnen bij een louter behoudende politiek. Versterking van de instellingen biedt de nodige bescherming tegen dominantie van grote landen, volgens Backer. Hij noemde het onverstandig daarover geringschattend te spreken, zoals hij de minister-president wel heeft horen doen. Hij vroeg de minister van Buitenlandse Zaken hoe hij denkt de effectiviteit van de handhaving van mensenrechten op EU-niveau te kunnen versterken. En of hij hier ook mogelijkheden ziet in de versterking van conditionaliteit, bijvoorbeeld via de structuurfondsen. Juist Polen en Hongarije profiteren daarvan, betoogde Backer. Ook vroeg hij welke lessen er te trekken zijn uit de Turkijedeal voor 'migratie compacts' met landen zonder directe grenzen met de EU, zoals Libië, Egypte of Niger. Backer vroeg hoe Nederland zelf of in de Europese samenwerking concreet verder kan bijdragen aan het verhogen van de capaciteit van de migratiediensten in o.a. Griekenland, Bulgarije en Italië, waar de afhandeling van verzoeken veel te langzaam gaat en schrijnende situaties zijn ontstaan. Aan de minister van Financiën vroeg senator Backer of hij een perspectief van concrete stappen kon schetsen in de Europese Monetaire Unie, de Eurogovernance en de Bankenunie. De D66-fractie steunt de voltooiing van de Bankenunie. Het is volgens senator Backer onverantwoord om ergens halverwege te blijven steken bij het tot stand brengen van de drie-eenheid Bankenunie, Europees depositogarantiestelsel (EDIS) en Gemeenschappelijk Afwikkelingsfonds (GAP). Ten aanzien van het Meerjarig Financieel Kader stelde Backer dat wie uitsluit dat er voor het EU- budget meer eigen middelen komen, een kaart minder heeft te spelen. D66 sluit dit niet uit omdat de Nederlandse burger het economisch voordeel van het EU-lidmaatschap geniet, maar ook het culturele, het rechtstatelijke en veiligheidsvoordeel. Wat Nederland ontvangt is een veelvoud van wat wij inleggen, aldus Backer. De D66-fractie streeft naar een samenleving van solidariteit en samenwerking op alle fronten.

Senator Strik (GroenLinks) begon haar betoog met te stellen dat de groeiende ongelijkheid tussen arbeid en kapitaal economisch onwenselijk en politiek onhoudbaar is. Als burgers hun belangen niet zien behartigd in de EU, zal het draagvlak alleen nog maar verder afnemen, aldus Strik. Ze vroeg of de regering dit gevaar ziet en of zij de visie van GroenLinks deelt dat een sterke euro ook vergt dat werkloosheid en armoede wordt bestreden en gestreefd wordt naar een inclusieve en duurzame economie. Strik vervolgde dat de crisis uit 2008 geleid heeft tot een bankenunie, toezicht op de financiële sector, het ESM en de kapitaalmarktunie. Maar de problemen zijn volgens de GroenLinks-senator allerminst opgelost. Banken zijn nog steeds too big to fail , schulden zelfs groter geworden, net als de onderlinge economische verschillen in de EU. Strik vervolgde dat als de EU en de EMU veerkrachtiger moeten worden, de economische onderlinge afhankelijkheid erkend dient te worden, solidariteit georganiseerd moet worden door stevige buffers in te bouwen en risico's te delen. Met betrekking tot het buitenlandbeleid speelt de EU geen hoofdrol bij de oplossing van het conflict, zei Strik. Ze vroeg de minister of dit niet het momentum was om die rol te versterken. Hetzelfde vroeg ze ten aanzien van het conflict in het Midden-Oosten. Ze betoogde dat het EU-buitenlandbeleid niet zelden ondermijnd wordt door verschillende nationale prioriteiten en agenda's. Ze vroeg of we niet beter zouden kunnen kiezen voor meer effectiviteit door vaker met één mond te praten. Ook wilde senator Strik weten hoeveel waarde de minister hecht aan fundamentele rechten in het buitenlandbeleid. Ten aanzien van het rechtsstatelijkheidsmechanisme vroeg zij de minister de verantwoordelijkheid niet te veel word afgeschoven op de Commissie als het te gevoelig wordt. Aansluitend vroeg zij om een visie op hoe wel kan worden gezorgd voor een gelijk niveau aan rechtsstatelijkheid. Voor de GroenLinks-fractie is het van groot belang dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in woord en daad wordt ondersteund, zijn onafhankelijkheid ondubbelzinnig wordt erkend en naleving van de arresten absolute prioriteit wordt gegeven. Tot besluit vroeg senator Strik de mening van de regering over de huidige praktijk waarbij Raadsdocumenten in principe niet openbaar worden gemaakt en of dit in overeenstemming is met het Unierecht.

Senator Kuiper (ChristenUnie) keek eveneens terug naar de eurocrisis van 2008. Hij stelde dat Europese solidariteit is getoond, evenals het vermogen in moeilijke situaties besluiten te nemen die Europa bijeen houden. Hij ziet genoeg politieke wil om de Europese Unie als verband van Europese staten voort te zetten. De lidstaten zien het belang ervan en willen zich ertoe verhouden, zo zei Kuiper. Volgens de ChristenUnie-senator is de EU een samenwerkingsverband van lidstaten, maar is ze niet opgezet en mist ze ook de legitimatie om sui generis steeds meer statelijke trekken aan te nemen. Hij wees er op dat er een verzoek ligt van de Europese Raad om een maatschappelijke consultatie te houden op weg naar de Europese verkiezingen van 2019. De ChristenUnie-fractie zou het een goed idee vinden daarin aan burgers te vragen hoe de controlerende taak van het nationale parlement zou moeten zijn in relatie tot die van het Europees Parlement. De Eerste Kamer kreeg enkele dagen geleden een brief waarin de maatschappelijke consultatie werd aangekondigd en de vraag werd gesteld of ook deze Kamer daar mede vorm aan zou willen geven. De consultatie beloopt slechts een half jaar. Daarom wilde Kuiper van de minister weten of dit niet wat kort is. Ook wilde hij weten welke vorm het kabinet hieraan geeft en wat precies van de Kamers wordt gevergd. Volgens Kuiper is een verlevendiging van het debat over Europa altijd nuttig. De bedoeling is de burger te betrekken bij het debat en dat is goed volgens de ChristenUnie. Als het gaat om de thema's doet Kuiper drie suggesties: Laat burgers in gesprek gaan over het Europa dat zij willen, vraag de burgers of het tijd wordt om het recht van initiatief op wetgeving toe te voegen aan de Raad en vraag burgers hoe zij denken over de versterking van de rol van nationale parlementen in Europese context.

Tot besluit van zijn betoog ging senator Kuiper nog in op de Brexit. Volgens Kuiper is een 'harde Brexit niet in ons belang, omdat Nederland goede handelsrelaties in stand wil houden. Hij vroeg de minister of hij iets kan zeggen over de onderhandelingen en de bilaterale relatie tussen Nederland en Groot-Brittannië.

Volgens senator Teunissen (PvdD) is het meer dan duidelijk dat één munt voor alle lidstaten een onhoudbaar gegeven is. Ze vroeg de minister van Financiën of hij met de kennis van nu de opvatting van voormalig DNB-directeur Szasz deelt dat wij open moeten staan voor alternatieven. Ook vroeg Teunissen of het Europees bankentoezicht onvoldoende werkt. Dan is volgens haar de volgende stap een gecentraliseerd bankenbeleid met een Europees depositogarantiestelsel dat geen schim kan zijn van de garanties zoals we die in Nederland gewend waren. Senator Teunissen ziet Nederland stapje voor stapje richting een volledige overdracht van onze soevereiniteit en autonomie gaan, zonder dat zelfs de Grondwet daarvoor gewijzigd is, zonder dat daarover een serieus debat in het parlement is gevoerd. Dat is voor de Partij voor de Dieren het thema waarvan we niet langer weg kunnen kijken. Ze vroeg de minister van Financiën of hij kan aangeven welke problemen en kansen er zijn om naar dat systeem terug te keren. De PvdD-senator ging eveneens in op de benoeming van Selmayr tot secretaris-generaal van de Europese Commissie. Ze vroeg de minister hoe hij het benoemingenbeleid van de EU beoordeelt, in het bijzonder in dit geval, en of het kabinet ook een appreciatie kan geven van de mate waarin het Europees parlement bij deze benoeming betrokken is geweest. Teunissen vroeg de minister van Financiën hoe het kabinet het voortouw gaat nemen in de EU om de Europese klimaatdoelstelling van 49% reductie in 2030 te verhogen naar 55%. Ze wilde weten of inkrimping van de veestapel om dit doel te bereiken voor dit kabinet bespreekbaar is. Voedselvoorziening zou volgens de PvdD-fractie een structureel onderdeel moeten zijn van het Europese landbouwbeleid, klimaatbeleid, veiligheidsbeleid en migratiebeleid. Ze vroeg de minister hoe hij dit ziet. Tot besluit vroeg zij aan de minister wat Nederland heeft gedaan om de breed levende wens om een einde te maken aan de stierengevechten eindelijk in te willigen. Teunissen vroeg de minister om een concrete toezegging alsnog aan te dringen op het uitvoeren van de voorstellen van onder meer het Europees Parlement.

Senator Van Dijk (SGP) bepleitte een 'Derde Weg', namelijk van een radicaal hervormde EU die bij zijn spreekwoordelijke leest blijft. Daar zijn volgens Van Dijk ingrijpende keuzes voor nodig. Voor stabiele Europese samenwerking op langere termijn moet de EU primair intern de zaken op orde krijgen. Het credo moet volgens de SGP-fractie blijven: samenwerken waar nodig, níet waar het kan. Concreet betekent dit dat de EU recht moet blijven doen aan eigenheid en soevereiniteit van lidstaten, aldus Van Dijk. Wat betreft de SGP betekent dit géén EU-leger, geen EU-belastingen, geen EU-minister van Financiën. Volgens senator Van Dijk brengt geforceerde integratie enorme spanningen binnen de EU teweeg. Respect voor - en behoud van- culturele en religieuze eigenheid van lidstaten is naar zijn mening onontbeerlijk. Hij vroeg de minister wat de visie van de regering is op het Witboekscenario van een Europa met verschillende snelheden. Van Dijk wilde weten waarvoor de EU volgens dit kabinet moet kiezen: voor een superstaat of voor een EU als 'supermacht' van samenwerkende staten. De SGP maakt zich zorgen over het antisemitisme in de EU. Senator Van Dijk vroeg de minister wat de EU doet om antisemitisme de kop in te drukken. Hij wilde weten of het kabinet, conform de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Van der Staaij, in samenspraak met andere EU-lidstaten vaker tégen anti-Israëlische VN-resoluties gaat stemmen. Ook senatorVan Dijk maakt zich zorgen over de gevolgen van de Brexit voor het Nederlandse bedrijfsleven Hij vroeg de ministers of de betrokken departementen de juiste plannen maken en of er voldoende centrale regie is. De kunst is volgens de SGP-senator om een balans te vinden tussen nabijheid en afstand, die zowel de interne als externe stabiliteit ten goede komt.

Senator Ten Hoeve (OSF) was van mening dat de minister-president in zijn Europese speech op 2 maart 2018 bij alle goede, maar zakelijke woorden over de EU wel meer nadruk had mogen leggen op het feit dat men zich in meerderheid gedraagt alsof niet alleen Nederland maar heel Europa ons vaderland is. Dat lijkt Ten Hoeve het begin van het denken en het gevoel over Europa. Vervolgens moet volgens hem zakelijk vastgesteld worden wat het Europese niveau van regelgeving en institutionalisering moet omvatten, zoals dat in Nederland gebeurt voor Rijk, provincie en gemeente. Het verschil is volgens de OSF-senator dat het Europese niveau veel duidelijker dan die andere niveaus nog in opbouw is. Met betrekking tot de financiën van de EU stelde de SGP-senator dat zinvolle Europese belastingen te bedenken zijn, specifiek ook ondersteunend aan het milieu- en klimaatbeleid. Dat hoeft volgens hem niet in de weg te staan van het uitgangspunt dat Europa zuinig moet blijven. De eurozone moet juist ingebed worden in de structuur van de Unie, aldus Ten Hoeve, waarbij een eurocommissaris kan optreden als voorzitter, die dan ook de europolitiek naar het Europees Parlement kan verantwoorden. Versterkte samenwerking levert een EU van meerdere snelheden op, stelde Ten Hoeve. Gelet op de politieke verhoudingen lijkt hem een EU met voorlopers en achterblijvers reëel en ook stimulerend voor die achterblijvers. De OSF-senator uitte tot slot zijn zorgen over EU-lidstaat Spanje dat politici in de gevangenis zet en dat volgens hem weigert over redelijke compromissen te gaan onderhandelen. Ten Hoeve vroeg de minister of hij zo'n optreden toch niet serieus zou willen beschouwen als niet passend voor een democratie binnen de Europese Unie. Ten Hoeve ziet het als taak voor de minister om duidelijk te maken dat een democratie juist ruimte geeft aan minderheden en dat verboden, bedreigingen en gevangenisstraffen daar slecht in passen.

Beantwoording door minister Blok

Minister Blok van Buitenlandse Zaken ging in zijn antwoorden in op de thema's zoals die door de Kamerleden in de eerste termijn werden aangedragen. Over eventuele uitbreiding van de EU met bijvoorbeeld landen van de Westelijke Balkan zei Blok dat uitbreiding de komende jaren niet aan de orde is, maar dat de regering zeer strikt kijkt welke voortgang wordt gemaakt. Hij vulde aan dat de Europese Commissie op korte termijn met een voortgangsrapportage komt over de toetredingsprocedure en dat dan gekeken wordt of het bestaande instrumentarium voldoende werkt. Wat betreft Albanië, antwoordde hij dat het lidmaatschap van de EU andere lidmaatschappen niet uitsluit.

Met betrekking tot de toespraak van premier Rutte in Berlijn zei de minister dat Nederland globalisering, klimaatverandering, terrorisme en migratie niet alleen het hoofd kan bieden. Op die vraagstukken is het nodig dat een impuls wordt gegeven aan Europese samenwerking. Over de Brexit-onderhandelingen gaf hij aan te vinden dat het proces tot nu toe goed gaat en dat de Europese belangen goed verdedigd zijn. De inzet is, volgens Blok, om de onderlinge samenwerking zo soepel mogelijk te laten gebeuren.

Richting de senatoren die op de rechtsstatelijkheid binnen sommige EU-lidstaten waren ingegaan, zei minister Blok dat het goed functioneren van de rechtsstaat een hoeksteen is van de Europese samenwerking. Over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) zei hij dat bij de onderhandelingen daarover de speerpunten van Nederland hervorming, gerichte inzet op de toekomst, gekoppeld aan innovatie en echt implementeren van de Europese kernverworvenheden zullen zijn. En dat de inzet zal zijn zuinig om te gaan met belastinggeld.

In antwoord op vragen over het Europees Defensiefonds zei de minister het heel verstandig te vinden om de schaarse middelen voor defensie gezamenlijk uit te geven, omdat je op die manier voor hetzelfde geld meer kwaliteit krijgt. Wat betreft het EVRM, een vraag van senator Van Apeldoorn, zei Blok dat Nederland nog steeds de toetreding van de Unie tot het EVRM steunt. Voor Van Apeldoorn was dit antwoord onvoldoende, daarom diende hij een motie in op dit onderwerp. Minister Blok gaf aan dat de regering deze motie zal uitvoeren.

Over de transparantiebrief van het parlement zei minister Blok dat de regering het initiatief zeer toejuicht. Het staat op de agenda van de Raadswerkgroep Informatie van 26 april. Wat betreft de benoeming van Selmayer tot secretaris-generaal van de Europese Commissie, antwoordde Blok dat een publiek debat hierover niet leidt tot vertrouwen in de instelling, maar dat de controlerende taak bij het Europees Parlement ligt.

Wat betreft het buitenlandbeleid van de Europese Unie zei de minister van Buitenlandse Zaken dat senator Knapen gelijk heeft dat er nog grote slagen te maken zijn en dat dit ook effectiever is naarmate het interne beleid beter gecoördineerd wordt. Dit geldt ook voor het migratiebeleid, aldus Blok. Hij gaf aan dat ook gekeken wordt of de omgang met migranten deel kan zijn van het Meerjarig Financieel Kader, bijvoorbeeld door voorwaarden te stellen aan het toekennen van Europese fondsen. (Irreguliere) migratie is ook onderdeel van de besprekingen over het vervolg op de Cotonou-akkoorden, aldus Blok.

In antwoord op de positie van de regering ten aanzien van de dynamiek op de Frans-Duitse as antwoordde de minister dat Nederland zeer frequente contacten onderhoudt met Frankrijk en Duitsland, maar dat het niet zo mag zijn dat het initiatief en het speelveld volledig bij de Frans-Duitse as komt te liggen. Naar aanleiding van de maatschappelijke consultatie gaf Blok aan dat het kabinet het logisch vindt dat het voortouw bij het parlement ligt. De gebeurtenissen in Spanje worden door de minister beoordeeld als een interne Spaanse aangelegenheid. Over de motie-Teunissen (stoppen met subsidies voor de fok van vechtstieren) zegde de minister toe met een brief de Kamer nader te informeren over de vermeende subsidiering en wat het zou betekenen om deze aan te passen.

Beantwoording door minister Hoekstra

Minister Hoekstra van Financiën begon zijn beantwoording over coalitievorming binnen de EU. Hij constateerde dat het binnen de EU zeer ingewikkeld is om met een aantal landen tot overeenstemming te komen. Hij zei tevreden te zijn dat dit met de noordelijke landen is gelukt. Met de Benelux is hij nog intensief in gesprek, hetzelfde geldt voor Duitsland. Ook is hij naar een aantal landen gegaan waarmee samenwerking niet direct voor de hand ligt, zoals Spanje, Portugal en Frankrijk. Met betrekking tot het Stabiliteits- en Groeipact zei Hoekstra steeds minder landen in de zogenaamde collectieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact zitten, Spanje en Frankrijk, maar dat het met hen ook steeds beter gaat. Alleen Italië kent nog een zeer hoge overheidsschuld.

Het kabinet is voorstander van het doorontwikkelen van het ESM in een EMF, zei de minister, omdat het EMF steunprogramma's dan ook zelfstandig zou kunnen uitonderhandelen, financieren en monitoren. Volgens Hoekstra moet het wel een aangelegenheid van de lidstaten blijven. Daarnaast pleit hij voor een SDRM, Sovereign Debt Restructuring Mechanism, waarbij casus voor casus wordt beoordeeld. Het kabinet is eveneens voorstander van de bankenunie, aldus Hoekstra. Daarentegen is het kabinet geen voorstander van eurobonds, zo zei de minister. Hij voegde er aan toe dat het onderwerp niet langer prominent op de agenda van de eurogroeplanden staat.

Tot slot ging minister Hoekstra nog in op vragen over belastingen. Hij liet weten te verwachten dat gezien het feit dat de digitale economie de komende tijd zal groeien, het uiteindelijk ook in een bepaalde vorm zal komen tot digitale belastingen, op welk niveau dan ook. Ten aanzien van de CCTB en CCCTB, gaf hij aan dat er voor Nederland een aantal fundamentele problemen in zitten, waarvan grondslagerosie er een is. Het kabinet zal de gele kaart die de Eerste en Tweede Kamer hebben getrokken nadrukkelijk meewegen bij de stellingname in Europa.



Deel dit item: