Kamer stemt in met Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds



De Eerste Kamer stemde dinsdag 21 juni in met een wetsvoorstel van minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK) om van het Nationaal Groeifonds alsnog een begrotingsfonds te maken. Daarmee komt het fonds minder op afstand van de politiek te staan. De fracties van VVD, CDA, GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie, 50PLUS, SGP en OSF stemden voor het wetsvoorstel, de fracties van Fractie-Nanninga, PVV, SP, PvdD, Fractie-Otten, Fractie-Frentrop en FVD daartegen. De Kamer stemde ook over een motie van senator Vendrik over de samenhang tussen de verschillende investeringsfondsen van de regering. Ook die motie is aanvaard. Alleen de fracties van PVV, Fractie-Otten, Fractie-Frentrop en FVD stemden tegen de motie.

Deze wet regelt onder meer de doelstelling van het fonds, de aard van de uitgaven en inkomsten en welke ministers het fonds beheren. Het voorstel is tevens een wettelijke grondslag voor de adviescommissie die investeringsvoorstellen beoordeelt en kent een evaluatiebepaling.

De Eerste Kamer debatteerde eind 2020 met toenmalig minister Hoekstra (Financiën) en toenmalig minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) al over het wetsvoorstel voor de oprichting van het Nationaal Groeifonds. Het toenmalige kabinet-Rutte III wilde met het fonds de eerstvolgende vijf jaar 20 miljard euro uittrekken voor een impuls aan de welvaart. Het kabinet had er destijds bewust voor gekozen om het fonds op afstand van de politiek te zetten, maar tegelijkertijd wel onder parlementaire controle te laten vallen. Begin januari 2021 stemde de Eerste Kamer in met dat wetsvoorstel.

De motie-Vendrik c.s. verzoekt het kabinet het gehele fondsenlandschap te bezien en opties te ontwikkelen voor versterking van de doelmatige inzet van publieke middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te overwegen. De minister vond het tijdens het debat op 14 juni iets te snel gaan om nu al naar samenvoeging te kijken, omdat de fondsen pas net begonnen zijn. Ze zegde toe dat het kabinet kritisch zal zijn op de doelmatigheid en doeltreffendheid van de fondsen. Omdat ze de motie begreep als aanmoediging, gaf ze de motie het ‘oordeel Kamer’ mee. De motie is aanvaard.



Deel dit item: