Senaat steunt handelsovereenkomst EU-Canada (CETA)



De Eerste Kamer heeft dinsdag 12 juli ingestemd met het wetsvoorstel ter goedkeuring van het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada, beter bekend als CETA. De Kamer keurde het handelsverdrag in een hoofdelijke stemming goed met 40 stemmen voor (OSF, PvdA, D66, ChristenUnie, CDA, 50PLUS (Van Rooijen) en VVD) en 35 stemmen tegen (Fractie-Nanninga, GroenLinks, SP, PvdD, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS (Baay-Timmerman), SGP, FVD en Fractie-Frentrop). De hoofdelijke stemming vond plaats op verzoek van de fractie van PVV. De Eerste Kamer ging ook akkoord met het wetsvoorstel ter goedkeuring van de strategische partnerschapsovereenkomst (SPA) tussen de Europese Unie en Canada. De Eerste Kamer stemde ook over twee tijdens het debat ingediende moties. Beide moties zijn verworpen.


CETA aanvaard

CETA moet handelsbelemmeringen wegnemen, zoals invoertarieven en douanerechten op 98% van producten en op alle industriële goederen. Ook voorziet het in het vaststellen van oorsprongsregels, versterking van de toegang tot de dienstensectoren, en het openstellen van de markt voor aanbestedingen. Verder beschermt het verdrag intellectueel eigendom. Daarnaast zijn afspraken opgenomen over duurzaamheid, transparantie, samenwerking op regelgevingsgebied en wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties. CETA regelt naast handel ook investeringsbescherming door middel van investeringsgerecht (Investment Court System, afgekort ICS) voor geschillenbeslechting. ICS vervangt het eerder voorgestelde ISDS (Investor-state dispute settlement ). Het gedeelte van CETA dat onder de EU-bevoegdheid valt, is sinds 21 september 2017 in werking.


SPA aanvaard

De Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada (afgekort SPA) biedt een raamwerk voor politieke dialoog en het ontwikkelen en versoepelen van handel en investeringen tussen de EU en Canada. Dit raamwerk bestaat deels uit een aantal standaardclausules, bijvoorbeeld met betrekking tot de eerbiediging van mensenrechten, de bestrijding van terrorisme, en het tegengaan van de verspreiding van illegale kleine wapens. Daarnaast bevat de overeenkomst bepalingen over economische en duurzame ontwikkeling en justitiële samenwerking. Ook deze partnerschapsovereenkomst is door de Kamer aanvaard. De fracties van VVD, CDA, GroenLinks, Fractie-Nanninga, D66, PvdA, ChristenUnie, SP, PvdD, 50PLUS, SGP, Fractie-Otten en OSF stemden voor, de fracties van PVV en FVD stemden tegen.


Moties

De Eerste Kamer stemde eveneens tegen een motie van senator Faber (PVV) die uitspreekt dat alleen goedkeuring kan worden verleend aan CETA indien tenminste twee derde van de Kamerleden instemt. Volgens Faber bevat de handelsovereenkomst bepalingen die afwijken van de Grondwet. Op grond van artikel 91 lid 3 van de Grondwet kunnen, in het geval een verdrag bepalingen bevat die afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, de Kamers alleen goedkeuring verlenen met tenminste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen. De fracties van Fractie-Nanninga, SP, PvdD, Fractie-Otten, PVV, SGP en FVD stemden voor, de fracties van VVD, CDA, GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie, 50PLUS, Fractie-Frentrop en OSF tegen. Minister Schreinemacher had de motie ontraden omdat zij van mening is dat het verdrag niet afwijkt van de Grondwet.

De Eerste Kamer verwierp ook een motie van senator Prast (PvdD) die de regering verzoekt in EU-verband te bevorderen dat uitbreiding van de bescherming van investeringen in CETA of andere handelsverdragen altijd wordt voorgelegd aan de nationale parlementen en de regering verzoekt als dit niet in EU-verband lukt, vast te leggen dat besluiten tot wijziging van de bescherming van investeringen altijd aan het Nederlandse parlement worden voorgelegd. De fracties van Fractie-Nanninga, GroenLinks, SP, PvdD, Fractie-Otten, PVV, SGP en FVD stemden voor, de fracties van VVD, CDA, D66, PvdA, ChristenUnie, 50PLUS, Fractie-Frentrop en OSF tegen. De minister had de motie het 'Oordeel Kamer' gegeven.


Het debat op 11 juli

Het belangrijkste onderwerp in het debat op maandag 11 juli met minister Schreinemacher was het onderdeel geschillenbeslechting in het handelsverdrag. Investeringsbescherming wordt geregeld door middel van een investeringsgerecht (het Investment Court System , afgekort ICS). Het ICS is echter alleen toegankelijk voor bedrijven en niet voor bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties. Bovendien is het een apart rechtssysteem dat komt te staan naast de nationale rechtssystemen.

De Eerste Kamer heeft de afgelopen periode (via de minister) een klachtenmechanisme afgedwongen bij de Europese Commissie. Dit mechanisme is bedoeld om tegemoet te komen aan de bezwaren ten aanzien van het ICS. Inhoudelijk verandert het verdrag niet, maar het biedt zo wel de mogelijkheid aan maatschappelijke organisaties om problemen onder de aandacht te brengen van de geschillenbeslechting. Niet alle fracties zijn ervan overtuigd dat het klachtenmechanisme een oplossing biedt voor de zorgen over het ICS.


Historie parlementaire behandeling CETA

De Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds en Canada anderzijds, is op 30 oktober 2016 in Brussel tot stand gekomen. Het wetsvoorstel ter goedkeuring van het handelsverdrag is op 5 maart 2019 ingediend bij het parlement. Het voorstel is op 18 februari 2020 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft vervolgens een aantal deskundigenbijeenkomsten over CETA gehouden en een uitvoerige schriftelijke vragenwisseling met het kabinet gevoerd.



Deel dit item: