Rechters kunnen langer doorwerken



De Eerste Kamer heeft dinsdag 7 november een wetsvoorstel aanvaard dat invulling geeft aan een voorstel van oud-Eerste Kamerlid Baay-Timmerman (50PLUS) om een tijdelijke regeling met drie jaar te verlengen, zodat raadsheren en rechters na het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van zeventig jaar nog drie jaar door kunnen werken als rechter- of raadsheer-plaatsvervanger. Het wetsvoorstel werd als hamerstuk afgedaan.


Toezegging aan Eerste Kamer

Met dit voorstel wordt voldaan aan de toezegging die minister Weerwind voor Rechtsbescherming deed aan oud-senator Baay-Timmerman (50PLUS) tijdens het debat over de Staat van de rechtsstaat op 21 juni 2022.

De tijdelijke regeling in de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 om raadsheren en rechters die ouder dan zeventig jaar zijn te laten doorwerken als rechter- of raadsheer-plaatsvervanger, is per 15 juli 2023 vervallen. Door middel van het wetsvoorstel dat vandaag is aanvaard, komt de regering tegemoet aan de wens van de Eerste Kamer om deze regeling te verlengen. Het inzetten van rechter- of raadsheer-plaatsvervangers tot de leeftijd van drieënzeventig jaar draagt bij aan het verhelpen van de achterstanden bij het afronden van zaken in de rechtspraak.


Over het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 en enkele andere wetten zodat raadsheren en rechters die werkzaam zijn bij rechtbanken, gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven na het bereiken van de wettelijke ontslagleeftijd van zeventig jaar nog drie jaar door kunnen werken als rechter- of raadsheer-plaatsvervanger.



Deel dit item: