Staat van de rechtsstaat – deel I: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 31 mei in eerste termijn over de Staat van de rechtsstaat met ministers Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid en Weerwind voor Rechtsbescherming, en staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media. Het debat wordt op een nog nader te bepalen moment voortgezet. In de eerste termijn zijn vier moties ingediend. De Staat van de rechtsstaat is een beleidsdebat dat sinds 2014 in beginsel iedere twee jaar wordt gevoerd. Het laatste debat over de Staat van de rechtsstaat vond plaats in maart 2020 met het kabinet Rutte-III. Senator Hiddema (Fractie-Frentrop) hield in het debat zijn maidenspeech.

De meeste senatoren spraken dinsdag over het dalend vertrouwen van burgers in de politiek, in de overheid en ook steeds meer in de rechtsstaat. Voorbeelden daarvan zijn de manier waarop de overheid met de gaswinning in Groningen is omgegaan en de kinderopvangtoeslagenaffaire. Volgens deze senatoren verkeert de rechtsstaat in zwaar weer, in de woorden van senator Bezaan (PVV). Senator Karimi (GroenLinks) zei dat de rechtsstaat in crisis is en senator Rombouts (CDA) vroeg hoe recht de rechtsstaat eigenlijk nog staat. De rechtsstaat is fragiel en daar moet je zelf verantwoordelijkheid voor voelen, zei senator Talsma (ChristenUnie). Volgens senator Otten (Fractie-Otten) is het gevaar reëel dat het wantrouwen dat mensen thans hebben in de politiek binnenkort overslaat naar de rechtsstaat.

Veel leden pleitten ook voor zelfreflectie op de rol van het parlement zelf in de rechtsstaat en zij vroegen ook om zelfreflectie van het kabinet. Senator Backer (D66) zei dat het een kenmerk van de rechtsstaat is om fouten te herkennen, te onderzoeken en te herstellen. Volgens senator Janssen (SP) moeten de regering als wetgever en het parlement als medewetgever stoppen met het maken van wetten en regels die voor mensen niet te begrijpen en niet hanteerbaar zijn. Volgens senator Baay-Timmerman (50PLUS) is het van belang om zuinig te zijn met wetgeving: kijk eerst wat er al is en introduceer uitsluitend nieuwe wetgeving in uitzonderingsgevallen. Senator Nicolaï (PvdD) zei dat beschaving en zorgen voor de rechtsstaat vereisen dat wij onze historie onder ogen zien, in het bijzonder de rol van Nederland in Indonesië in de eerste helft van de 20e eeuw.

Ook waren er bij de Eerste Kamerleden veel zorgen over de verslechterde persvrijheid in Nederland. Senator Recourt (PvdA) zei dat onafhankelijke en diverse media van fundamenteel belang zijn voor de rechtsstaat en dat daar meer aandacht voor moet zijn. Senator De Blécourt-Wouterse (VVD) vroeg het kabinet wat het gaat doen om persvrijheid te waarborgen. Volgens senator Nanninga (Fractie-Nanninga) leidt vertrouwen in pers en media tot vertrouwen in de rechtsstaat en werkt dat ook andersom. Senator Hiddema (Fractie-Frentrop), die zijn maidenspeech hield, was van mening dat juist talkshows een bedreiging vormen voor de rechtsstaat, omdat zij slechts één kant van een verhaal behandelen. Senator Van Dijk (SGP) gaf ten aanzien van sociale media aan dat een ideologisch filter gaat bepalen welke geluiden nog te horen zijn en dat dat ongewenst is.


Moties

In de eerste termijn van het debat heeft de Kamer vier moties ingediend.

De eerste motie, van senator Bezaan (PVV), verzoekt de regering om op geen enkele wijze meer andere landen aan te spreken over vermeende misstanden met betrekking tot democratie, rechtsstaat en mensenrechten, totdat de misstanden in Nederland adequaat zijn aangepakt en opgelost.

Een tweede motie van senator Bezaan verzoekt de regering bij het sluiten van internationale verdragen de bevolking de kans te geven zich uit te spreken in een referendum.

De derde motie, van senator Baay-Timmerman (50PLUS), verzoekt de minister te bezien of de tijdelijke maatregel om gepensioneerde rechters in te zetten bij extra strafzittingen kan blijven bestaan als dat nodig is na afloop van de hiervoor genoemde termijn door deze termijn te verlengen met minimaal 2 jaar.

De vierde motie, van senator Otten (Fractie-Otten), verzoekt de regering de samenwerking met landsadvocaat Pels Rijcken te beëindigen en daarbij rekening te houden met een ordentelijke afronding van de lopende zaken.


Impressie eerste termijn Kamer

Vertrouwenswaardigheid ontbreekt

Senator Karimi (GroenLinks) zei dat het de staatsmachten in Nederland op cruciale gebieden ontbreekt aan vertrouwenswaardigheid: de gasboringen Groningen, de falende handhaving wet- en regelgeving ten aanzien van stikstof en als absolute dieptepunt de kinderopvangtoeslagenaffaire bij de Belastingdienst. De rechtsstaat is in crisis, aldus Karimi. Ze vroeg de bewindspersonen wat hun plannen zijn om de kwaliteit en handhaving van de wetgeving te verbeteren. Bescherming van grondrechten en fundamentele vrijheden is belangrijke pijler van de rechtsstaat. De rechter mag niet toetsen aan de Grondwet, maar wel aan internationale verdragen. Karimi wilde weten op welke termijn het kabinet komt met concrete voorstellen voor invoering van constitutionele toetsing. Ook vroeg zij hoe de regering racisme bij de politie gaat aanpakken. Ze pleitte voor meer middelen om ondermijning van de samenleving aan te pakken. Preventief beleid begint met goed sociaal beleid, aldus Karimi en daarom vroeg ze waar de integrale preventie van ondermijning blijft. In het Caribisch deel van het Koninkrijk bestaat anno 2022 nog steeds geen goede oplossing voor het beslechten van conflicten tussen de verschillende landen in het koninkrijk. Ze pleitte ervoor dat op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) de Algemene wet gelijke behandeling zo snel mogelijk gaat gelden.

Rechtsstaat in zwaar weer

Volgens senator Bezaan (PVV) kwam dit debat geen dag te vroeg omdat de rechtsstaat in zwaar weer verkeert. Allereerst door de toeslagenaffaire: een zwarte bladzijde in de geschiedenis van onze rechtsstaat. Ook wees zij op de kinderen die als gevolg hiervan zijn weggehaald bij hun ouders. Bezaan zei dat het kabinet willens en wetens een tweedeling in de samenleving heeft bewerkstelligd. Dat het kabinet gemeenten nu wil dwingen om asielzoekers te huisvesten is het zoveelste signaal dat de overheid haar eigen burgers niet meer dient, aldus Bezaan. Ze wees verder op voorstellen van Tweede Kamervoorzitter Bergkamp voor aanpassingen van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer. Volgens de PVV perken die aanpassingen de vrijheid van meningsuiting in het parlement in. En dit is volgens Bezaan niet de enige aanval op de vrijheid van meningsuiting in het parlement. De recente vragen die over omroep Ongehoord Nederland zijn gesteld zijn daar ook een voorbeeld van. Nederland is een bananenmonarchie maar wijst wel met een opgeheven vingertje naar andere landen. Dat moet stoppen wat de PVV betreft. Ook zijn snel nieuwe verkiezingen nodig. De moraal is ver te zoeken in dit kabinet, met als meest recente voorbeeld Nokia-gate, aldus Bezaan. Zolang er geen moreel besef is, blijft de rechtsstaat een illusie.

Geen gelijke bescherming

Volgens senator Recourt (PvdA) verkeert de rechtsstaat op belangrijke onderdelen in slechte staat: niet iedereen wordt in gelijke mate beschermd, de rechtsstaat wordt bedreigd door digitalisering en weinig pluriforme media, met name lokaal. De toegang tot het recht is voor velen onbetaalbaar. Dat is een voordeel voor de vermogenden. Er is beperkte opsporingscapacitieit voor witteboordencriminaliteit. Er is sprake van etnisch profileren en institutioneel racisme bij de Belastingdienst. Wat gaat de regering doen om te voorkomen dat dit nooit meer gebeurt, vroeg hij. Recourt ziet genoeg redenen waarom mensen de rechtsstaat de rug toekeren, omdat die er niet voor hen is, zoals de ouders in het toeslagenschandaal. De eerste stap moet zijn te erkennen dat de Nederlandse rechtsstaat niet iedereen in gelijke mate rechtsbescherming biedt. Hij vroeg de bewindspersonen welke concrete maatregelen worden genomen om ongelijkheid tegen te gaan. Recourt wilde ook weten waarom het kabinet zo halsstarrig vasthoudt aan het taakstrafverbod en zo volgens hem overmatig inzet op vergelding en wraak. Dit is volgens hem een doodlopende weg voor de kansarmen in de samenleving. Verder vroeg hij hoe we moeten omgaan met de waarheid in tijden van voortschrijdende digitalisering. De vaste grond onder juridische voeten bestaat uit feiten. Op welke wijze bewaken wij de bodem van onze rechtsstaat, zo vroeg Recourt. Volgens de PvdA is onafhankelijke en pluriforme pers van fundamenteel belang voor de rechtsstaat. Inhoudelijke bemoeienis van de overheid met de nieuwsvoorziening is onwenselijk. Wel kan de overheid zorgen voor pluriformiteit, vooral op regionaal en lokaal niveau.

Rechtsstatelijk besef nodig

Senator Rombouts (CDA) vroeg hoe recht de rechtsstaat nog staat. Iedereen is gebonden aan de wet, ook de overheid. Drie machten (wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht) spelen ieder hun eigen rol in het staatsbestel. Ook is rechtsstatelijk besef nodig. Daar zijn inhoud, organisatie en draagvlak voor nodig. Met de inhoud zit het volgens Rombouts wel goed. Er is nog steeds een stevig fundament. In het regeerakkoord van Rutte-IV wordt veel geld uitgetrokken om eerdere bezuinigingen goed te maken. Voor het draagvlak moeten de instituties van de rechtsstaat in de spiegel kijken en reflecteren, ook de Eerste Kamer. Zouden wij niet iedere twee jaar ons eigen functioneren moeten evalueren, vroeg Rombouts, en discussiëren over onze rolopvatting? Zonder de steun van maatschappelijke partners is een rechtsstaat niets en zal die uiteindelijk verdwijnen. Het vertrouwen moet herwonnen worden, aldus Rombouts. Dat begint bij de kennis van en waardering voor de publieke waarden. Hier ligt een belangrijke taak bij het onderwijs. Alleen samen kunnen wij onze rechtsstaat recht houden. Mensen moeten ook voelen dat de rechtsstaat er voor hen is. Hij vroeg de bewindspersonen of zij bereid zijn de diverse beroepsgroepen in de rechtstaat met enige regelmaat aan te spreken op hun zelfreflectie.

Steeds meer argwaan en achterdocht

Volgens senator Janssen (SP) kan dalend vertrouwen zich ontwikkelen tot achterdocht en argwaan (wantrouwen). Er is steeds meer argwaan en achterdocht in onze samenleving. Hoe voorkomen we dat het zo mis kan gaan en dat zo mis kan blijven gaan, vroeg hij. Kinderiopvangtoeslagen'affaire' is een eufemisme, het is een ramp, aldus Janssen. Hij vroeg of de staatsmachten onderling signalen durven af te geven over naderend onheil. De basis van onze rechtsstaat moet op orde. Zolang het dak nog lekt, helpt het niet om minder emmers te kopen: het uiteindelijke doel is om het dak te repareren, zei Janssen. Een decennium van bezuinigingen op de rechtsstaat heeft zijn sporen getrokken. De huidige staat waarin de fundamenten van de rechtsstaat zich bevinden is ons niet overkomen, maar het was een keuze, aldus Janssen. We moeten terug naar een rechtsstaat die het vertrouwen heeft herwonnen. Niet door woorden, maar door daden. Door eerlijk en open te zijn en te stoppen met het maken van wetten en regels die niet te begrijpen en niet te hanteren zijn en door af te rekenen met structuren die de afgelopen 25 jaar zijn opgebouwd. Het vereist een sociale omwenteling, niet alleen in ons denken maar ook in ons doen, besloot Janssen.

Zorgwekkend

Senator Baay-Timmerman (50PLUS) zei dat het zorgwekkend is dat de coronacrisis een tweedeling teweeg heeft gebracht in de samenleving, dat de ouders in de toeslagenaffaire niet de rechtsbescherming kregen die zij verdienden, en dat ondermijnende criminaliteit niet alleen de onder- maar ook de bovenwereld treft. Volgens Baay ervaren Nederlanders regels uit Brussel (Europese Unie) als iets waarop zij geen grip hebben, waarover zij niets te zeggen hebben. Als persoonlijk voorbeeld noemde zij wetgeving (PEP) die haar rol als publiek persoon (politicus) betreft, ls gevolg waarvan een bank haar zoon geen bankrekening liet openen voor zijn start-up. Ook het verbod op uitwisseling van gegevens tussen instellingen stuit op veel onbegrip. Er is volgens Baay sprake van te strikte implementatie van de wet. Ze vroeg hoe de minister daarover na te denken. De gemiddelde Nederlander is niet opgeleid tot het zich online te presenteren, zoals tijdens corona ook gebeurde bij rechtszittingen. Daarom is de neiging van de rechtbank om hiermee door te gaan in strafzittingen volgens Baay ongewenst. Hoe ziet de minister dit, vroeg Baay. Door vergrijzing van de rechterlijke macht vertrekken er meer rechters dan dat er bijkomen. Waarom dan zo vasthouden aan de grens van 70-jaar voor pensionering van rechters, zo wilde zij weten. Eerste Kamerleden kunnen toch ook door, aldus Baay. Tot slot zei zij dat het van belang is zuinig te zijn met wetgeving: kijk eerst wat er al is en introduceer uitsluitend nieuwe wetgeving in uitzonderingsgevallen.

Wantrouwen slaat over naar rechtsstaat

Volgens senator Otten (Fractie-Otten) is het gevaar reëel dat het wantrouwen van burgers in de politiek binnenkort overslaat naar de rechtsstaat. Gaan we binnenkort meemaken dat leden van de rechterlijke macht worden opgeblazen op de A4 zoals in de jaren '90 in Italië? De overheid bedrijft struisvogelpolitiek door te blijven beweren dat we daar niet bang voor hoeven te zijn. Otten hield een pleidooi voor het openbaar verhoren van voorgedragen rechters voor de Hoge Raad door het parlement zoals ook in de Verenigde Staten gebeurt. Verder bepleitte hij het mogelijk maken van constitutionele toetsing (het door rechters toetsen van wetgeving aan de Grondwet) en de oprichting van een zogeheten Constitutioneel Hof. En dan kan de Eerste Kamer worden afgeschaft, aldus Otten. We leven volgens hem inmiddels in een post truth society . De feiten zijn secundair geworden en dat begint een serieuze bedreiging van de vrijheid van meningsuiting te worden. Wat gaat het kabinet hieraan doen, vroeg hij. Dat bij de Raad van State ook rechtspraak (naast advisering) is belegd, is volgens Otten een weeffout in ons systeem. Tot slot sprak hij over het bureau van de landsadvocaat dat in opspraak is gekomen. De overheid moet grote schoonmaak houden en afscheid nemen van dit bureau (Pels Rijcken), waar grote fraude heeft plaatsgevonden. Het is volgens Otten een schande voor de rechtsstaat dat 'deze rot zich in het hart van de rechtsstaat bevindt.' Hij riep de regering daarom op te wisselen van landsadvocaat.

Ethisch réveil nodig

Senator Nicolaï (PvdD) betoogde dat recht en beschaving onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: de erkenning dat iets mag en dat iets anders niet mag. Wat wij algemeen rechtsbewustzijn noemen vereist een ethisch rechtsbewustzijn bij iedereen. Het rechtsbewustzijn evolueert en dat leidt tot telkens weer nieuwe morele opgaven, aldus Nicolaï. Beschaving en onze zorgen voor de rechtsstaat vereisen dat wij onze historie onder ogen zien, in het bijzonder de rol van Nederland in Indonesië in de eerste helft van de 20e eeuw. Als de mens zijn eigen kwaad niet ziet, hoe weet je dan wat mag en niet mag? Het is volgens Nicolaï nodig dat door juristen wordt vastgesteld of het gedrag van Nederland destijds strafbaar was. Centraal staat voor hem de vraag: is onze rechtsstaat de mens zelf niet uit het oog verloren, is in de politiek de ethiek verdwenen? Niet de meeste stemmen gelden, maar de meeste gelden stemmen, zei Nicolaï. De rijken verrijken zich terwijl de armoede toeneemt. Als voorbeeld noemde hij de brievenbusfirma's die Nederland als land faciliteert. Wat is ertegen de beschaving weer dichterbij te brengen, vroeg hij en hij noemde het een ethisch reveil. Niets doen voelt ethisch gezien als misdadig. In het kader van de staat van het recht en van de rechtsstaat is de vraag of niets doen niet als misdadig moet worden aangemerkt, besloot Nicolaï.

Bij onszelf beginnen

Ook senator Talsma (ChristenUnie) wees op de toegenomen atmosfeer van wantrouwen in de samenleving. Volgens hem steekt die atmosfeer ook in het rechtsstatelijk verkeer tussen parlement en kabinet steeds vaker op. De Eerste Kamer heeft een grote verantwoordelijkheid omdat zij wetten goed- of afkeurt. Daarom moet de Kamer eerst en vooral bij zichzelf beginnen. De rechtsstaat is fragiel en daar moet je zelf verantwoordelijkheid voor voelen. Uit het rapport-Recourt, de zelfreflectie van de Eerste Kamer naar aanleiding van de toeslagenaffaire, blijkt dat zorgen om uitvoerbaarheid weinig aandacht kregen van de Kamer. Dat verdient in de toekomst meer aandacht. Evaluatie is geen doekje voor het bloeden of een zoethoudertje, maar verdient tijd en aandacht van de Kamer, aldus Talsma. Wetten die als pakket worden behandeld moet de Kamer niet meer accepteren. De Kamer liet zich geruststellen met toezeggingen. Doorvragen is het devies, de scherpte mag onder de hoffelijkheid niet leiden, aldus Talsma. Hij vroeg of het kabinet periodiek de staat van de wetgeving onder de loep gaat nemen. Wees zuinig met wetgeving en wees zuinig op wetgeving. Maatwerk hoeft niet de regel te zijn maar menselijke maat wel. Deze adviezen kreeg de Eerste Kamer in de voorbereiding op dit debat van deskundigen. Wil kabinet net als wij werk maken van dit advies, vroeg hij tot slot aan de bewindslieden.

Vrijheid van meningsuiting in het gedrang

Volgens senator Van Dijk (SGP) kan het zo maar gebeuren dat een filter gaat bepalen welke geluiden mensen nog mogen horen. Hij merkt dat nu al op sociale media waar bepaalde geluiden steeds minder te horen zijn. Hij vroeg de bewindspersonen of het de taak van de overheid is om conservatieve krachten te bestrijden, zoals uit een brief van de regering blijkt waarin dat letterlijk zo staat. Is het niet verstandiger de rechtsstaat te beschermen, vroeg Van Dijk. Hij wees op de tendens dat rechters bedoeld of onbedoeld steeds vaker op de stoel van de politiek komen te zitten, zoals in het geval van Urgendazaak. Milieuorganisaties zijn hierin heel actief, aldus Van Dijk. Hij vroeg of de mogelijkheden voor civiele procedures niet te veel uitgedijd zijn. Ook wees hij op de veel geroemde Nederlandse tolerantie. Wat is tolerantie waard als kritiek op het coronabeleid maar al te gretig als complottheorieën wordt weggezet, vroeg van Dijk. Volgens hem kan de invloed van het postmodernisme leiden tot het uiteenvallen van de samenleving in verschillende groepen. Hoe ziet de minister dit, wilde hij tot besluit weten.

Uitvoerbaarheidstoets moet beter

Senator De Blécourt-Wouterse (VVD) zei dat de uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving niet goed wordt getoetst en dat deze toets dus beter moet. Van uitvoeringsorganisaties wordt enerzijds verwacht dat die burgers helpen en anderzijds moeten zij hard optreden tegen fraudeurs. Dit klemt. Wat gaan de ministers doen om de sturing van de uitvoeringsorganisaties te verbeteren, vroeg De Blécourt. Ook de Eerste Kamer heeft volgens haar een rol in het verbeteren van wetgeving, bijvoorbeeld door meer om evaluaties te vragen. Er wordt onvoldoende rekening wordt gehouden met het soms beperkte doenvermogen van burgers: digitalisering van veel processen is voor heel veel mensen gecompliceerd, waardoor burgers misschien helemaal niet met de overheid in contact komen, zei zij. Beleid en uitvoering dienen dichter bij elkaar gebracht te worden. De overheid dient letterlijk bereikbaar te zijn voor de burgers. We moeten ervoor waken dat in de toekomst de menselijke maat uit het oog wordt verloren, aldus De Blécourt. Alle drie de staatsmachten hebben hier steken laten vallen. De Eerste Kamer zal nog scherper moeten toetsen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. We mogen heus een beetje trots zijn op onze rechtsstaat, maar Nederland is wel 22 plaatsen gedaald op de ranglijst van persvrijheid, zei zij. Ze vroeg wat de minister gaat doen om persvrijheid beter te waarborgen.

Wees zuinig op de rechtsstaat

Senator Backer (D66) riep de Kamer en het kabinet op zuinig te zijn op de rechtsstaat. Het nieuwe kabinet heeft volgens hem gelukkig ingezien dat er extra geld moet worden uitgetrokken voor de rechtsstaat. De toeslagenaffaire heeft ons er weer op gewezen dat we zuinig moeten zijn op de rechtsstaat, zei hij. Het is ook een kenmerk van de rechtsstaat als je de fouten weet te herkennen en gaat onderzoeken. Het is ook een kenmerk dat je die verbetering durft te bespreken. Er moet altijd een besef van goed en kwaad blijven, zo zei Backer. Hij vroeg de minister welke initiateven genomen zijn om de relatie tussen de overheid en de sociale advocatuur te herstellen. Als er in deze Kamer of in de Tweede Kamer wordt gevraagd waar de rechterlijke macht zich eigenlijk mee bemoeit, dan is de verbetercyclus slecht gestart, zo stelde hij ook vast.

Consistentie nodig over vrije pers

Senator Nanninga (Fractie-Nanninga) zei dat de rechtsstaat een veelomvattend begrip is. Ze maakt zich zorgen om de ondermijning van de rechtsstaat. Waar het volgens haar in Nederland momenteel aan schort, is enige consistentie in het naleven van mooie principes over vrije meningsuiting en vrije pers. Nederland is bijvoorbeeld wederom gedaald op de internationale ranglijst van persvrijheid. Wij blijken misdaadjournalisten slecht te kunnen beschermen tegen de onderwereld, aldus Nanninga. Ook Nanninga stoort zich aan de nieuwe omroep Ongehoord Nederland, maar volgens haar is de beste oplossing om er gewoon niet naar te kijken, niet om Kamervragen te stellen. Ze vroeg wat het kabinet gaat doen om persvrijheid te waarborgen. Nanninga vroeg de bewindspersonen of die een definitie kunnen geven van nepnieuws. Als wij als rechtsstaat nepnieuws willen bestrijden en dus bepaalde uitingen willen censureren, dan zijn we het verplicht om duidelijke spelregels op te stellen waaraan men zich dient te houden, anders heerst willekeur, zei zij. Vertrouwen in pers en media is vertrouwen in onze rechtsstaat en werkt ook andersom, besloot Nanninga.

Taboeïsering van onwelgevallige meningen

Volgens senator Hiddema (Fractie-Frentrop), die zijn maidenspeech (de eerste speech van een Kamerldi in de plenaire vergadering) hield, is de rechtsstaat in het geding, het democratisch gehalte en de waarde van het parlement. De overheid moet respect opbrengen voor de burgers. In Brussel is een oekaze getekend dat in de gehele Europese Unie niemand naar Russische tv mag kijken. In de regering zit volgens Hiddema een partij die haar ziel en zaligheid in het verbieden van zaken stopt. Bijvoorbeeld in een verbod op nepnieuws, maar wat is nepnieuws, vroeg ook Hiddema. Je hoeft niet betuttelend op te treden. De burger kan prima zelf beoordelen of iets echt of nep is, zei hij. Hiddema sprak verder over de 'taboeïsering' van onwelgevallige meningen. Daarmee roep je bijvoorbeeld een asielindustrie op die volgens hem een gedrocht is binnen het staatsbestel. Dat resulteert vervolgens in rechtsongelijkheid en willekeur en uiteindelijk weer in een kinderpardon. Waarom dit zo blijft, vroeg Hiddema om vervolgens zelf te antwoorden: omdat kritiek hierop jarenlang is getaboeïseerd. Ook hij sprak over Urgenda en de dikastocratie, waarin de samenleving geregeerd wordt door rechters. Spreken over dikastrocatie is ook getaboeïseerd, terwijl het in de Eerste Kamer is uitgevonden, aldus Hiddema. Ook al wordt hier heel genuanceerd gedebatteerd, het oordeel van de burgers wordt er niet door bepaald. Volgens Hiddema draait alles om het slachtoffer. Het slachtoffer wordt bewierookt. Men praat elkaar allemaal na. Ook in wat hij de grootste bedreiging van de rechtsstaat noemt: de talkshow. Daar wordt bepaald hoe de burger denkt over de rechtsstaat.



Deel dit item: