Plenair De Grave bij Voortzetting Algemene financiële beschouwingen



Verslag van de vergadering van 17 november 2015 (2015/2016 nr. 8)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 22.34 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer De Grave i (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Allereerst ook van mijn kant de complimenten aan de drie leden die een eerste bijdrage hebben mogen leveren. Elk van die drie bijdragen was van een zodanige kwaliteit dat we ons kunnen verheugen op de aanwezigheid van deze leden in de Kamer. Dat belooft veel voor de toekomst.

Ik dank ook de minister. Laat ik het kort formuleren: de vragen zijn wat mij betreft adequaat beantwoord. Ik heb de toezegging genoteerd. Ik ben het niet op alle punten met de minister eens. Ik ga nog wel een keertje de discussie aan over dat punt van de omvang van de collectieve sector. Het zou heel raar zijn geweest als de minister op dat punt niet even had teruggeprikt, maar goed, er komen nog wel een ander moment om daarover door te praten. In het algemeen was het dus adequaat.

Dat geldt zeker ook voor de staatssecretaris. We hebben in zijn beantwoording weer voorbeelden gekregen van hoe hij bij bepaalde thema's bijzonder goed in staat is om heel scherp en heel duidelijk, ook met een aantal mooie trouvailles, iets aan te geven. Dat Paretoverhaal was prachtig. Dat was weer een juweeltje. Ik verheug me echt op het debat dat we nog over het Belastingplan zullen krijgen. Overigens stelt mijn fractie ook vast dat het goed is dat dat debat hier, in de Eerste Kamer, in zijn volle omvang zal worden gevoerd. Het gaat dan om het verkrijgen van een meerderheid in de Eerste Kamer. Het is heel fijn dat dan een keertje hier het debat gevoerd en de argumenten gewisseld kunnen worden.

Ik vraag nog de aandacht van de staatssecretaris voor een onderwerp dat ik in een interruptie noemde. Om dit voorstel te kunnen ondersteunen, is voor mijn fractie van belang dat er, naast het punt van de werkgelegenheid en de factor arbeid, na de forse lastenverzwaringen, die noodzakelijk en onvermijdelijk waren en die we ook hebben gesteund, ook wordt gekeken naar de evenwichtigheid: van wie hebben we het meest gevraagd? Dat kwam ook terug in de discussie met andere fracties. Er is van bepaalde categorieën juist ook veel gevraagd bij de lastenverzwaringen. Het zou best kunnen dat in dat element ook een verdere argumentatie of een verdere verdediging kan worden gevonden voor voorstellen van het kabinet. Ik vraag de staatssecretaris om ook dat element erin te betrekken, want anders is het uitsluitend een statische discussie, uitgaande van een situatie zoals die nu is. Het is echter ook belangrijk om het element van compensatie, van iets teruggeven van wat je een ander hebt gevraagd, een plek te geven.

De heer Rinnooy Kan i (D66):

Ik nodig de heer De Graaf heel graag uit om wat preciezer te zijn in wat hij nu verwoordt: verschillen in belasting, waartegenover dan weer verschillen in behandeling in de toekomst staan. Heeft hij voorbeelden om dat te illustreren?

De heer De Grave (VVD):

Volgens mij ben ik glashelder. Ik vraag maar één ding, zoals ik ook bij interruptie heb gedaan. Het betreft de evenwichtigheid van de maatregel. Het verschil tussen tweeverdieners en alleenverdieners, tussen hogere inkomens en lagere inkomens: dat is een factor, die hier ook aan de orde is geweest. Dat is een statistische situatie van nu, de huidige situatie. De VVD-fractie geeft echter aan dat met het oog op steun voor het plan ook moet worden gekeken naar het iets teruggeven na de vele offers die je hebt gevraagd. Dan is het toch niet onlogisch dat je op de weegschaal ook legt van wie die offers vooral zijn gevraagd?

De heer Rinnooy Kan (D66):

Het is volstrekt niet onlogisch, maar ik het zo graag wat preciezer gewild. Zou het tot andere conclusies leiden dan thans worden getrokken in het voorstel?

De heer De Grave (VVD):

Mijn conclusie is voorlopig dat ik aan de staatssecretaris vraag om dat element te betrekken in zijn analyse. Daar is ook naar gevraagd. Hij heeft ook toegezegd dat te zullen doen. Als we de uitkomst weten, dan zal collega Van de Ven namens de VVD-fractie de conclusie aangeven. Nu gaat het er vooral om dat dat element op tafel ligt. We moeten niet alleen uitgaan van de situatie nu, maar ook erbij betrekken wat de verzwaringen hebben betekend.

Ik rond af. Ik zei al dat ik op veel punten met groot genoegen naar de staatssecretaris heb geluisterd. Er zijn echter momenten dat er een thema is ten aanzien waarvan zelfs hij, waarschijnlijk bij gebrek aan argumenten, niet in staat is om overtuigend een bepaalde positie aan te geven. Dat is op één punt het geval geweest. Ik zie hem naar mij glimlachen en denk dat hij wel weet over welk thema het gaat. Het spijt me, maar dat was niet overtuigend. Het moet dus echt hebben gelegen aan een gebrek aan argumenten, want als die er waren geweest, had de staatssecretaris die weergaloos naar voren gebracht. Het zal duidelijk zijn dat ik mijn fractie zal adviseren om de door de CDA-fractie ingediende motie te ondersteunen. Daarbij onderstreep ik dat het mijn fractie vooral gaat om de toekomst. Dat was al duidelijk, omdat we van tevoren al nadrukkelijk hebben aangegeven dat het niet gaat om de inhoud van de voorstellen, noch om belastingverlaging, noch om box 3-voorstellen — daar waren we positief over — maar dat het echt gaat om een heel belangrijk punt, namelijk de wijze waarop de Eerste Kamer haar rol kan spelen en haar afwegingen kan maken.

Ik heb overigens nog wel één vraag aan de collega van het CDA. Kan hij in de motie, bij de eerste constatering "onder andere" opnemen? Er zijn namelijk meer voorstellen in het Belastingplan gedaan dan alleen dit voorstel. Het gaat ook wel om een iets breder punt dan alleen dit punt, al is dit wel het hoofdpunt. Misschien wil de heer Hoekstra dit nog overwegen.

De heer Hoekstra i (CDA):

Ik kijk nog even naar u, voorzitter, om te bekijken in hoeverre dat mag en hoe ik dat dan doe. Ik kijk naar de heer De Grave om te bepalen waar dat "onder andere" precies in de eerste regel zou moeten worden gezet.

De voorzitter:

Het kan nu nog, want de motie wordt nu nog uitgetikt.

De heer De Grave (VVD):

Als ik de motie even op papier kan krijgen, dan kan ik het zo aangeven. Collega Van de Ven overhandigt me nu de motie. Ik lees het voor, met toevoeging van "onder andere": "constateert dat de regering aan het wetsvoorstel over het Belastingplan 2016 onder andere een separaat wetsvoorstel over box 3 heeft gekoppeld". Daar zou ik het graag ingevoegd zien.

De heer Hoekstra (CDA):

Daar lijkt mij geen bezwaar tegen te zijn, voorzitter.

De voorzitter:

Het is bij dezen gebeurd.