Plenair Van Raak bij voortzetting behandeling Huis voor klokkenluiders



Verslag van de vergadering van 1 maart 2016 (2015/2016 nr. 21)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 17.12 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Raak i:

Voorzitter. Dat verzoek deed ik terwijl de minister nog aan het antwoorden was. Hij heeft de heer Koffeman op bijzonder goede wijze van antwoord voorzien over het inroepen van de pers. Ik kan alleen maar herhalen dat een klokkenluider niet verplicht is om naar het Huis voor klokkenluiders te gaan. Het is een Huis. Je hoeft daar niet verplicht heen. Je kunt ook altijd naar de media. Die vrijheid bestaat, alleen hebben we het nu wettelijk zo geregeld dat ontslagbescherming, andere vormen van bescherming, bejegeningsonderzoek en onderzoeken een wettelijke basis moeten hebben. Die moeten verbonden zijn aan een instituut. Dat hebben we nu wettelijk zo geregeld. We kunnen al deze zaken niet regelen als iemand alleen maar naar de media gaat. Maar alle wegen blijven openstaan, ook in de toekomst.

Voorzitter, nu ik hier toch sta, wil ik een aantal mensen bedanken. Ik begin bij de indieners. Mevrouw Koşer Kaya, de heer Klein, de heer Segers, mevrouw Thieme, mevrouw Voortman en in het bijzonder mevrouw Fokke: veel dank. We hebben een lange weg afgelegd. In 2006 heeft de Kamer moties aangenomen. In 2008 is er op ons verzoek een grote evaluatie geweest. In 2010 zijn we begonnen aan het wetsvoorstel. In 2012 was dat klaar. In 2014 hadden we een meerderheid in de Tweede Kamer. In 2014 hadden we géén meerderheid in uw Kamer. U hebt ons veel huiswerk gegeven. Dat huiswerk hebben we achteraf gezien met veel plezier gedaan, omdat de wet beter is geworden. U hebt ons ook gevraagd om in het wetgevingstraject goede samenwerking te zoeken met alle betrokkenen. Dat viel nog niet mee, omdat vele betrokkenen aanvankelijk zeer kritisch waren over deze wet. We hebben hen erbij betrokken en we zijn samen opgetrokken. Uw Kamer vroeg ons als indieners ook om goed samen te werken met het ministerie en met de minister. U hebt vandaag aan onze manier van optreden gezien dat dit bijzonder goed is gelukt. Ik heb dat de vorige keer ook al gezegd. De samenwerking met deze minister was bijzonder goed, en totaal anders dan tot aan 20 mei 2014. Daarbij heeft uw Kamer in het koppelen een belangrijke rol gespeeld.

We hebben een lange weg afgelegd en het wordt tijd. Ik hoop van harte dat op 1 juli het Huis voor klokkenluiders kan gaan beginnen. Ik mag namens alle indieners zeggen dat we de lange strijd met veel plezier en met veel energie hebben geleverd. Ik hoop dat het Huis een belangrijke rol gaat vervullen om klokkenluiders vertrouwen te geven, organisaties meer lerend vermogen te geven en het vertrouwen in onze democratie te vergroten.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Voordat ik de beraadslaging sluit, wil ik nog mevrouw Koşer Kaya begroeten, die al enige tijd geleden is binnengekomen. Toen ik de andere initiatiefnemers begroette, was zij er nog net niet, dus bij dezen: van harte welkom.

Ik sluit de beraadslaging … Nee, mevrouw Bikker heeft nog een vraag. Aan wie?

Mevrouw Bikker i (ChristenUnie):

Aan u eigenlijk, voorzitter, want ik heb allereerst een punt van orde. Ik heb een toezegging gekregen van de minister op het punt van het Openbaar Ministerie. Daarover ging mijn tweede motie. Mede namens de andere ondertekenaars zou ik die motie daarom willen aanhouden. De motie hoeft dus niet in stemming te worden gebracht.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Bikker stel ik voor, haar motie (33258, 34105, letter J) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):

Het tweede punt is dat ik de minister vraag om als de eerste motie, die gaat over de rechtsbescherming voor eenieder, wordt aangenomen, binnen een maand te komen met een brief over hoe hij de motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:

Dan vraag ik aan de minister om op deze vraag te reageren, voordat we over het wetsvoorstel gaan stemmen. De katheder moet weer terug. Ik wil het vastgelegd hebben.