Plenair Faber-van de Klashorst bij behandeling Internationale veiligheidsstrategie



Verslag van de vergadering van 31 mei 2016 (2015/2016 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.41 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Voorzitter. Ten eerste wil ik de minister van Buitenlandse Zaken bedanken voor zijn beantwoording en zijn komst naar de Kamer. Hetzelfde geldt natuurlijk voor zijn collega, de minister van Defensie. Helaas is zij al weg, maar deze minister zal zeker de honneurs waarnemen.

Het is onthutsend om te moeten constateren dat het woord "islam" amper is gevallen tijdens dit debat, terwijl de islam bij 95% van de gewapende conflicten betrokken is. Deze ideologie is de katalysator van onze internationale en nationale veiligheidsproblemen. Terrorisme, vluchtelingen, het Israëlisch-Palestijnse conflict: de bron van al deze ellende is de islam. Als de minister en onze collega's het probleem niet eens kunnen benoemen, hoe kan het dan opgelost worden? Het wordt compleet genegeerd.

De Arabische wereld wil geen tweestatenoplossing. Telkens wijst men elk voorstel af. De Verenigde Naties en de Arabische wereld maken het Palestijnse vluchtelingenprobleem bewust groter. Men wil gewoon af van de Joodse staat. De Palestijnse Autoriteit is daar heel open over. Wat zij zeggen strookt ook met wat zij doen; ik zal wat citeren. Abbas zei op de Egyptische televisie bijvoorbeeld: "Ik zal nooit de Joodse staat erkennen." Het Hamashandvest zegt: "Het loslaten van het conflict met Israël is een daad van zwaar verraad. Wie dat doet, zij vervloekt." Ik heb er nog één. Hamasleider Mahmoud Zahar zegt: "De islamitische en traditionele opvattingen verwerpen het idee van de oprichting van een onafhankelijke Palestijnse staat. In het verleden bestond er geen onafhankelijke Palestijnse staat. Ons belangrijkste doel is om een grote islamitische staat te vestigen, pan-Arabisch of panislamitisch. Dat komt voort uit onze religieuze overtuigingen. Dit is een heilig land. Het is geen eigendom van Palestijnen of van de Arabieren. Dit land is bezit van alle moslims, overal ter wereld." U begrijpt dat onderhandelen erg moeilijk wordt met zo'n instelling.

De minister van Defensie is er weliswaar niet, maar ik wil dit in tweede termijn toch noemen. De minister van Defensie geeft aan dat er geen problemen zijn met ITAR, maar de vraag is natuurlijk wel welke informatie zij verstrekt aan de Amerikanen als zij bijvoorbeeld vragen wie er aan een vliegtuig sleutelt. Meldt de minister het dan wel als er eventueel een tweede nationaliteit aanwezig is? Ik begrijp dat de minister er niet is, maar ik wil toch best graag antwoord op mijn vraag. Ik weet niet of er mogelijkheden zijn, of het misschien schriftelijk kan gebeuren?

De voorzitter:

Wij kunnen de minister van Buitenlandse Zaken vragen of hij de vraag wil doorgeleiden aan zijn collega van Defensie. Zij heeft al toegezegd dat zij een schriftelijk antwoord op een vraag van de heer Van Kappen zal geven. Misschien kan dit meegenomen worden. Minister van Buitenlandse Zaken, u hebt dit toch gehoord, hè? Ja. U gaat het doen, begrijp ik.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Wij hebben op de Brusselse luchthaven gezien dat enkele van de daders werkzaam waren bij nota bene de beveiliging van de luchthaven. Verder weten wij dat meerdere van onze militairen naar IS zijn overgelopen, terwijl zij in dienst waren bij Defensie. De PVV en vele Nederlanders maken zich zorgen over de vijfde kolonne in ons land. Daarom willen wij toch de volgende motie indienen. Wij verzoeken de regering om als voorwaarde te stellen aan werknemers bij Defensie en de veiligheidsdiensten dat zij maar één nationaliteit hebben, te weten de Nederlandse nationaliteit.

De voorzitter:

Door de leden Faber-van de Klashorst, Van Hattem, Kops, Markuszower, Van Weerdenburg en Dercksen wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een meerderheid van de Nederlandse Turken aanhangers van Erdogan en zijn islamiseringspolitiek is;

overwegende dat bij Marokkaanse Nederlanders de autoriteit van de Marokkaanse consul zwaarder weegt dan de autoriteit van de Nederlandse overheid;

van mening dat werknemers bij Defensie en veiligheidsdiensten enkel het Nederlandse belang moeten dienen, zonder gehinderd te worden door gezaghebbers uit het land van oorsprong;

verzoekt de regering om als voorwaarde te stellen aan werknemers bij Defensie en veiligheidsdiensten dat zij maar één nationaliteit, te weten de Nederlandse nationaliteit, mogen bezitten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (33694).

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Hier wilde ik het bij laten.