Plenair Kox bij behandeling Verslag Tijdelijke Commissie Werkwijze Eerste Kamer



Verslag van de vergadering van 24 oktober 2017 (2017/2018 nr. 4)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter. Het was fijn om te zien dat de commissie met één mond kon spreken en slechts op een enkel onderwerp een restrictie hoefde te maken. Volgens mij hoort het ook zo. Dit gaat over de werkwijze van deze Kamer. Daar hoort geen links, rechts en centrum bij. Het gaat over wat het meest efficiënt is voor deze Kamer om haar werk zo goed mogelijk te doen.

Mijn fractie kan dus leven met alles. Er is niets in het rapport waar, als het aangenomen wordt, wij tegen zullen zijn. Wij zijn voor dit voorstel. Desalniettemin, als het kan denken wij dat het beter is om nog maar even te wachten met de uitbreiding van de formatie van de PV van de Staten-Generaal in Brussel. Als we daar geld aan overhouden — we hadden dat geld niet eens — zouden we dat ook aan de uitbreiding van onze griffie kunnen besteden. Ik weet zeker dat het geld gegarandeerd efficiënt gebruikt wordt als wij hier een extra medewerker neerzetten om ons te informeren over Europa.

Mijn fractie is niet voor de verhoging van de fractievergoeding. Wij kunnen ermee rondkomen op dit moment. Maar ook als de motie van Thom de Graaf aangenomen wordt, zullen wij niet boos het gebouw uitlopen. We verzinnen er wel iets voor!

Met betrekking tot de openbaarheid van commissies, zou ik het erg goed vinden als deze Kamer zou zeggen wat ze eigenlijk al in 2003 wilde zeggen: commissievergaderingen zijn openbaar. Dat het in de praktijk allemaal niet zo makkelijk te realiseren is, daar vinden we dan wel een oplossing voor. Dan hebben we dat probleem opgelost.

Een laatste opmerking met betrekking tot het parlementaire onderzoeken. Ik vind dat we daar inderdaad niet te mager over moeten doen. We hebben er één gehad en dat is een goed onderzoek geweest. Ik herinner me nog hoe moeizaam het tot stand kwam, want we hadden het nog nooit gedaan. Ik weet dat de fractievoorzitter van de ChristenUnie zei: ik zit hier nou 25 jaar en we hebben nog nooit een parlementair onderzoek gedaan, dat is toch eigenlijk raar?

De heer Kuiper i (ChristenUnie):

De vorige!

De heer Kox (SP):

Ja, ja, de vorige! "Een" fractievoorzitter zei dat, en dat was ook raar. Het is een ontzettend belangrijk parlementair recht, dat wij onszelf sinds 1871 hebben toegekend. Toen we er gebruik van maakten, heeft dat heel goed uitgepakt. Ik vind dus dat we onszelf zouden moeten uitdagen door te vragen welke onderwerpen nu geschikt zijn om dat nog een keer te doen, want we hebben als Kamer bewezen dat we het konden, zelfs binnen het budget van onze Kamer. Dus eerder een ruimhartigere opstelling ten opzichte van parlementaire onderzoeken dan een, hoe heet het, knieperige.

De voorzitter:

Benepen.

De heer Kox (SP):

Benepen, ja; ik wilde het woord van Thom nog een keer gebruiken. Volgens mij smaakte dat onderzoek naar meer.

De voorzitter:

"Knieperig" bestaat niet.

De heer De Graaf i (D66):

Voorzitter, het woord "knieperig" bestaat wel en u kunt het opzoeken. De heer Kox weet wat het betekent. Hij wist het zelfs de eerste keer dat ik het zei!

De heer Kox (SP):

Ja, ik ken alle dialecten van Nederland, vooral mijn eigen dialect. Daarin bestaat het niet, maar in de buurt van Nijmegen zijn het ook allemaal Nederlanders dus dat tellen we mee. Maar met betrekking tot het parlementaire onderzoeken zou ik eerder deze Kamer, onszelf willen uitdagen: welke onderwerpen zouden wij nog een keer kunnen onderzoeken op de manier zoals we toen privatisering en verzelfstandiging onder de loep hebben genomen? Van iets waarvan we bewezen hebben dat we het kunnen, zou ik zeggen: dat moeten we nog een keer doen.

En voor de rest: dank u wel aan de commissie.

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Kox. Ik geef het woord aan de heer Kuiper.