Plenair Faber-van de Klashorst bij voortzetting behandeling Algemene Europese Beschouwingen



Verslag van de vergadering van 10 april 2018 (2017/2018 nr. 26)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 22.02 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Voorzitter, dank u. Ten eerste wil ik de beide ministers natuurlijk bedanken voor hun uitvoerige beantwoording, zeker ook de minister van Buitenlandse Zaken, want dat is een van de eerste ministers in tijden die zo uitvoerig op mijn vraag is ingegaan. Bij dezen mijn oprechte compliment daarvoor. Er is wel een vraag die, denk ik, per ongeluk is vergeten. Dat was de vraag aan de minister over social media in Duitsland. Momenteel is er wetgeving voor dat als daar ongewenste meldingen op zouden staan, die direct weggehaald moeten worden door de commerciële bedrijven. In mijn vraag had ik gesteld: dan gaat dus de commercie op de stoel van de rechter zitten. En mijn vraag aan de minister was: deelt de regering de stelling dat het ongewenst is dat commerciële bedrijven op de stoel van de rechter gaan zitten? Daar zou ik graag nog antwoord op willen krijgen van de minister.

Als ik de beraadslaging zo hoor, zijn we er hier in deze Kamer eigenlijk nog erger aan toe dan ik dacht voordat ik aan dit debat begon. We hebben het uitvoerig gehad over soevereiniteit, ja, er wordt zelfs gerept van gedeelde soevereiniteit. Maar dat bestaat gewoon niet, gedeelde soevereiniteit. Dat kan gewoon niet. Over soevereiniteit gesproken: de Europese wetgeving moeten wij gewoon implementeren. Doen we dat niet, dan krijgen we gewoon een boete. Daar hebben we dus ook behoorlijk ingeleverd. Dan zien we dus een groeiende kloof tussen de politiek en de burgers. En onze collega Schaap van de VVD zegt dat hij niet zijn VVD-achterban vertegenwoordigt, maar alle burgers. Dat houdt dus in dat een stem op de VVD betekent dat het alle kanten op kan gaan. Dat is bij de PVV wel anders, want wij blijven gewoon op onze standpunten staan.

Wat ik ook wel zorgelijk vind: kijk, je kunt vinden van Trump wat je wil, maar om hem hier weg te zetten als van alles en nog wat, als bijvoorbeeld een instabiele geest, een realityshowmaster enzovoort … We hebben het hier wel over een bondgenoot. Als deze bondgenoot zegt: "let's make America great again" of "America first", wat is daar fout aan? Waarom zou hij dat niet mogen zeggen? Hij is de president van de Verenigde Staten, dus het is eigenlijk heel normaal dat hij zijn land vooropzet. Ik hoor de minister ook zeggen: ja, een minister komt op voor het Nederlandse belang, want als hij dat niet doet, wie doet dat dan wel voor ons? Hij doet dat dus ook. Ik vind het dus toch wel heel bijzonder dat Trump hier zo weg wordt gezegd.

Ik weet nog dat toen mijn partijvoorzitter of partijleider Wilders zei dat Erdogan een total freak was, de Kamer te klein was, maar over Trump mogen we hier wel van alles zeggen. We hebben de vrijheid van meningsuiting natuurlijk hoog in ons vaandel staan, dus dat mag. Goed.

Ik was blij met de inbreng van de SGP over Israël, dat die partij het een mooi gebaar zou vinden als we de verplaatsing van de ambassade naar Jeruzalem zouden ondersteunen. Dan moet ik ook zeggen dat naast de SGP, die dat graag wil onderstrepen, Trump dat natuurlijk ook deed. Het is natuurlijk wel zo dat Israël het enige democratische land in het Midden-Oosten is, dus dat zou eigenlijk wat meer steun mogen hebben van de Europese Unie.

Dan nog een puntje over het migratieprobleem. Ik denk dat het eigenlijk heel simpel is om het voor een groot deel op te lossen en dat is vooral door komende of potentiële migranten vooral niet aan te moedigen om hiernaartoe te gaan. We moeten dus stoppen met die welkomsthouding van "iedereen is welkom", want dat kan gewoon niet. Je gaat het probleem niet oplossen door iedereen naar Europa te halen. Het zal toch veel mooier zijn als deze jongemannen gewoon hun eigen land gaan opbouwen? Je kunt het namelijk ook zo zien dat het gewoon niet netjes is om een land te beroven van alle jongemannen, terwijl die gewoon zelf hun land moeten gaan opbouwen. Ik dank u voor uw aandacht.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Faber. Ik geef het woord aan de heer Schaap.