Plenair Ganzevoort bij behandeling Register onderwijsdeelnemers



Verslag van de vergadering van 19 februari 2019 (2018/2019 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Voorzitter, dank. Volgens mij liggen de belangrijke vragen op tafel. De intenties rond de wet, ook bij de fracties namens welke is spreek, verschillen niet zo heel erg veel. Ik kan het wel billijken dat je niet alles in de grote wet zet, met name voor de kleinverbruikers, zoals ze genoemd worden. Ik heb toch niet het gevoel dat dit helemaal het geval is, want een aantal van de grote vragen worden niet helemaal precies uitgewerkt. Hoe gaat het bijvoorbeeld bij het ministerie? Hoe blijven geanonimiseerde en gepersonaliseerde gegevens van elkaar gescheiden?

Het antwoord over de bewaartermijnen vind ik eerlijk gezegd niet helemaal geruststellend. De minister zegt eigenlijk dat, als de wet gewijzigd wordt, waardoor bewaartermijnen niet langer nodig zijn of bepaalde gegevens niet langer nodig zijn, het regelen daarvan kennelijk een politiek akkoord is. Dat is iets anders dan dat het een basaal uitgangspunt is dat er dataminimalisatie plaatsvindt. Ik zou op dat punt wel een stapje verder gaan en willen horen dat het vanzelf spreekt dat wanneer bepaalde gegevens niet meer nodig zijn, deze inderdaad geschrapt worden. Niet omdat de wetgever van dat moment bedenkt dat dat wel een goed idee is, maar omdat het gewoon bij deze wet hoort.

De grote vraag blijft wat ons betreft staan over de PIA. De minister doet een beetje zijn best om daar iets heel groots en zwaars van te maken. Dat is een beetje jammer, want we hebben juist in de hele wetgeving op dat terrein geprobeerd het zo te regelen dat we het gewoon doen waar dat nodig is. Van een instantie die werkt met persoonlijke gegevens vragen we gewoon om het inzichtelijk te maken waar dat nodig is. Nu het aan de overheid wordt gevraagd, zeggen we: het is heel ingewikkeld, het is zwaar en duur, het kost veel tijd en het is heel veel werk. Dat vind ik een beetje jammer, want het betekent eigenlijk dat "privacy by design", "privacy by default" kennelijk niet de houding is waarmee we hiernaar kijken. Dat vind ik zorgelijk. Laten we geen overkill plegen, maar laten we ook niet onszelf tekortdoen. Laten we niet onze onderwijsdeelnemers tekortdoen door bij voorbaat zo ingewikkeld te doen over een PIA. Je kunt het heel erg gedetailleerd doen, maar je kunt ook naar de vragen kijken waar het echt om gaat. Het gaat niet alleen om een technische wijziging. We praten over een veranderende wereld, waarin steeds nieuwe data en nieuwe datamogelijkheden zijn en waarin steeds makkelijker allerlei grootschalige bestanden, ook al worden ze misschien niet formeel gekoppeld, langs allerlei lijnen en profielen wel degelijk informatie ontsluiten. Over dat soort technieken hebben we nu zorgen.

Op het moment dat een aantal van deze wetten en registers werden opgesteld, waren die zorgen misschien minder groot, maar vandaag de dag maken we ons meer zorgen over die privacy. Dan vind ik het jammer als de minister zich op dat punt te veel terugtrekt. Ik zou hem daarom willen vragen, niet om dat hele grote, zware, enorme PIA-ding te doen dat hij kennelijk in zijn hoofd heeft, maar om aan de AP advies te vragen en ons daarover te informeren, bij de AMvB maar ook concreet in het algemeen. Wat is nou nodig en wat is er ook mogelijk om op een realistische manier een goed assessment te maken van de privacyrisico's? Als de minister dat wil toezeggen, komen wij volgens mij een stapje verder. Dan mag hij het voor mijn part een PIA-light noemen.

De voorzitter:

Dank u wel meneer Ganzevoort. Ik kijk naar de Kamer. Wenst een van de ander leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. De minister is in staat direct te antwoorden.