Plenair Otten bij stemming moties Herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp



Verslag van de vergadering van 8 juni 2021 (2020/2021 nr. 40)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.40 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter, een stemverklaring. Zoals in de bijdrage van onze fractie is aangegeven, zijn wij bij gemeentelijke herindelingen altijd voor een referendum met minimaal 50% opkomst. Dat is hier in Weesp gebeurd. Er is meer dan 50% van de bevolking opgekomen en men heeft in meerderheid gekozen voor Amsterdam. Wij vinden het mosterd na de maaltijd om nu met de moties van de PVV opnieuw om een referendum te vragen. Daarom zal onze fractie tegen beide moties stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten.

Ik constateer dat er een ordevoorstel is gedaan door de heer Ganzevoort om de motie af te voeren van de stemmingslijst. Ik hoor de heer Ganzevoort niet zeggen dat hij zijn ordevoorstel intrekt. Wij gaan dat dus eerst in stemming brengen. Ik kijk even welke leden dat ordevoorstel steunen. Daarna zullen wij al of niet de motie in stemming brengen.

Mevrouw Faber, aan u het woord. Ik hoorde de heer Van Strien.

Mevrouw Faber-van de Klashorst i (PVV):

Sorry, voorzitter, ik was even afgeleid door mijn collega Van Strien. Op deze manier, met ordevoorstellen, kun je elke motie van tafel halen. Ik vraag me af of dat zomaar kan. Ik zou weleens in het Reglement van Orde willen zien of de Kamer zomaar een motie kan intrekken van een lid die de motie heeft ingediend. Volgens mij moet dan het lid dat de motie heeft ingediend de motie intrekken. Volgens mij kan dit helemaal niet.

De voorzitter:

Wie wenst hier nog meer het woord over? De heer Kox.

De heer Kox i (SP):

Nee, voorzitter, we gaan niet de rest van de middag erover praten. Ik denk dat het verstandig is om hier even ons verstand te gebruiken. Er zijn gerechtvaardigde opmerkingen over de motie. De motie is behandeld en besproken. De minister heeft gezegd: het is niet mijn motie; ik ben er niet voor. Dat is de situatie. Ik vind het verstandig om in de toekomst nog eens na te denken over wanneer we moties in stemming brengen — deze had dan waarschijnlijk voor de wet in stemming gebracht moeten worden — maar ik vind het te riskant om nu als een soort verdict te zeggen dat we niet over de motie gaan stemmen. Dat ordevoorstel zal ik niet steunen, maar het lijkt me verstandig dat we er binnenkort over praten in het College van Senioren. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan kijk ik naar de heer Ganzevoort.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Voorzitter, dank. We hadden gehoopt op de wijsheid bij de PVV-fractie om de motie in te trekken. Die wijsheid zien we niet. We zien wel dat mevrouw Faber een punt heeft. De heer Van Hattem heeft het recht om deze motie in stemming te brengen. Wij zullen ertegen stemmen. Ik trek mijn ordevoorstel in.

De voorzitter:

U trekt uw ordevoorstel in. Dan zullen wij het ordevoorstel niet in stemming brengen. We gaan stemmen over de motie. Voor de goede orde, dat is motie 35623, letter C, de motie van het lid Van Hattem c.s. over een referendum voor de inwoners van Weesp inzake het voortbestaan van een zelfstandige gemeente Weesp.

Wenst een van de overige leden nog een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. We stemmen bij zitten en opstaan. Willen de leden die voor de motie zijn, gaan staan?